Inhoudstabel
…page…
2 Korintiërs 12, 7-10: Als een doorn in mijn lichaam
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1846)
God geeft mij die bijzondere ervaringen. Maar hij zorgt er ook voor dat ik niet trots word, en dat ik mezelf niet beter ga vinden dan anderen. Daarom heb ik die pijn in mijn lichaam gekregen waar ik zo veel last van heb. Het is alsof een dienaar van Satan mij mishandelt.
Drie keer heb ik de Heer gesmeekt om mijn pijn weg te nemen. Maar de Heer zei tegen mij: ‘Ik ben goed voor je, meer heb je niet nodig. Want alleen iemand die zwak is en lijdt, kan aan iedereen laten zien hoe machtig ik ben.’
En dus is er toch iets waar ik graag over opschep: dat ik zwak ben en moet lijden. Want dat maakt mij geschikt om de macht van Christus zichtbaar te maken.
Daarom ben ik blij als mensen mij beledigen of me gevangen willen nemen. Ik ben blij als ik in moeilijkheden kom en het zwaar heb. Want zo wil Christus zijn macht laten zien. Juist doordat ik zwak ben, ben ik sterk!
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Er steekt een doorn in mijn lichaam,
als een bode van de satan die mij moet pijnigen.
zodat de buitengewone openbaringen
me niet verwaand zouden maken
Drie keer vroeg ik aan God dat die van mij weg zou gaan.
Maar Hij antwoordde me: ‘Je hebt genoeg aan mijn goedheid.
Kracht wordt juist sterk in zwakheid.’
Dus zal ik het liefst van alles roemen op mijn zwakheden.
Dan zal de kracht van Christus in me wonen.
Omwille van Christus wil ik graag zwak zijn:
in smaad, nood, vervolging en benauwdheid.
Want als ik zwak ben, ben ik sterk.
Stilstaan bij …
Doorn
Er wordt verondersteld dat Paulus een chronisch lichamelijke kwaal bedoelt. In zijn brief aan de Galaten (Galaten 4, 13) maakt hij daar ook allusie op, maar zeker is dat niet.
Buitengewone openbaringen
Over wat die openbaringen inhouden zegt Paulus niets, niet in deze brief aan de christenen van Korinte, ook niet in zijn andere brieven.
Overwegingen
Johan Poppe
Roemen op zwakheden
(4 juli 2021)
Wie durft te roemen op zijn zwakheden, stelt Paulus,
dat wil zeggen, ze kan herkennen en erkennen,
creëert ruimte opdat Gods Geest
helend werk kan leveren.
Jan Wuyts
De zwakheid van Paulus
(Grimbergen 2018)
Paulus heeft last van een of andere lichamelijke kwaal, of van een moeilijke karaktertrek die hem voortdurend parten speelt, alleszins van iets dat hem belet zijn werk naar behoren te doen. Hij ervaart dit als een zwakheid. Hij heeft er moeite mee. Wij herkennen dit perfect. Vooral iemand zoals hij, een sterke, gedreven man, verdraagt ziekte noch enig ander teken van zwakheid. Hij wil opnieuw de sterke man zijn en hij bidt om genezing. Hij krijgt wel antwoord, maar niet het antwoord dat hij hoopte. Dat gebeurt ons ook vaak. Het antwoord van de Heer luidt: ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.’ Wat betekent dit? De Heer neemt zijn ziekte of pijn niet weg. Wat Paulus wel krijgt is ‘genade’. Volgens de Heer is dit het enige wat hij nodig heeft.
Ik heb de indruk dat Paulus in dit antwoord iets beluistert van: ‘of je nu sterk of zwak bent, eigenlijk maakt dat niet veel uit’. Zwakheid en kracht zijn begrippen en ervaringen van louter menselijke aard. En in zoverre moeten wij er ook rekening mee houden. Beide ervaringen zijn aanwezig in ieders leven. Kracht, sterkte wordt uitsluitend positief gewaardeerd. Zwakheid is altijd negatief. Men spreekt over een sterke of een zwakke persoonlijkheid, over een krachtige of een zwakke organisatie. Bij de evaluatie van projecten, van initiatieven, van activiteiten, worden de sterke en de zwakke kanten afgewogen tegen elkaar. Alles is gericht op sterkte, op kracht. Elke zwakheid moet vermeden worden.
De zwakke valt uit de boot in onze op sterkte gerichte samenleving. Ziekte, een handicap, … houden mensen buiten het arbeidscircuit en dus ook aan de rand van de welvaartsmaatschappij. Zwak zijn mag niet. Je moet sterk staan! Bovendien is de wereld vervuld van conflicten tussen ‘mogendheden’ – een oud woord voor macht en kracht – waarvan de zwaksten, armen, kinderen, bejaarden de eerste slachtoffers zijn. De spanning tussen zwak en sterk is niet onschuldig.
De ervaring leert ons dat zwakheid en kracht altijd zullen samengaan, op de eerste plaats in onszelf. Wij zijn altijd zwak en sterk tegelijk.
Paulus moet dit ook ervaren hebben. Hij was terecht gekomen in het spanningsveld tussen sterkte en zwakheid. Hij kan daar moeilijk mee leven. En hij is op zoek naar een oplossing. Het antwoord dat hij krijgt: ‘kracht wordt zichtbaar in zwakheid’, heft de tegenstelling op, zelfs in die mate dat de beide polen van het spanningsveld hun betekenis verliezen. Het is alsof de Heer tegen Paulus zegt: ‘Of je nu sterk bent of zwak, dat doet er niet toe. Veel belangrijker is je besef dat God je genadig is, dat Hij je aanvaardt zoals je bent, met je sterke én je zwakke kanten, dat hij je liefheeft in alle omstandigheden van je leven. Dat zal je echt sterk maken, maar die sterkte is van een heel andere aard.'
Om dit te begrijpen vraagt Paulus zich af hoe Jezus omging met dat spanningsveld. Hij gebruikt woorden die ook het leven van Jezus tekenden: vervolging, beledigingen, nood, ellende. De sterke Jezus heeft zo consequent geleefd, dat hem dit het hoofd gekost heeft. Zijn kruisdood leek het diepste dieptepunt van zwakheid. Ogenschijnlijk verlaten van God en iedereen. Van die koning-messias bleef niets over. Hij werd voorwerp van bespotting. Eén en al zwakheid. Ook op die zwakheid was Gods antwoord puur genade. De kracht van Jezus, wat hij uiteindelijk voor de mensheid is gaan betekenen, heeft hij als geschenk ontvangen van God, zijn Vader. Of hij zelf op bepaalde momenten sterk was of juist zwak heeft geen belang meer. Hij is in de zwakheid tot het uiterste gegaan, en God werd zijn sterkte, zijn kracht.
Wat houd ik hieruit over voor ons?
Eén. De ervaring van zwakheid en van kracht speelt een rol in ons persoonlijk leven, in onze relaties en in de wereld. Daar kunnen we niet onderuit.
Twee. Toch heeft dit spanningsveld niet het laatste woord voor wie zich een gelovig mens acht. Het is niet: ofwel sta je sterk, ofwel ben je zwak. Of je nu sterk bent of zwak, je ware sterkte, hoe zwak je ook bent, put je uit Gods liefde. En die is onuitputtelijk.