Loading...
 

19e zondag door het jaar A - tweede lezing

2 Menora

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Romeinen 9, 1-5: De kinderen van God

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1790)

Wat ik nu ga zeggen, is de volle waarheid. Christus weet dat ik niet lieg: ik ben kapot van verdriet over mijn eigen volk, de Joden. Echt, ik meen het, de heilige Geest weet dat het waar is. Ik ben ziek van verdriet. Ik zou willen dat ik mijn volk, mijn eigen mensen, kon helpen. God zou mij mogen straffen en bij Christus weghalen, als ik mijn volk daarmee het geloof kon geven.
De Israëlieten zijn Gods kinderen. Ze vereren de ware God, die altijd bij hen is. Met hen maakte God zijn afspraken, en aan hen gaf hij zijn wet. En God deed aan hen al zijn beloftes. Zij zijn het volk dat afstamt van Abraham, Isaak en Jakob. En zij zijn het volk waaruit Christus is gekomen, toen hij leefde als mens.
Alle eer aan Christus, die als God heerst over alle mensen, voor altijd! Amen.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Ik spreek de waarheid in Christus,
ik lieg niet, want mijn geweten wordt geleid door de Heilige Geest:
mijn hart is diep bedroefd en heeft de hele tijd pijn.
Echt waar, ik zou wensen zelf vervloekt te zijn
en van Christus gescheiden,
als ik daarmee mijn broeders en volksgenoten kon helpen.
Want zij zijn Israëlieten.
God neemt hen aan als zijn kinderen,
en gaf hen de heerlijkheid, de verbonden,
de wetgeving, de eredienst en de beloften.
Ze stammen af van de aartsvaders
en uit hen komt de Christus voort naar het vlees.
God, die boven alles verheven is,
zij gezegend tot in eeuwigheid! Amen.



Stilstaan bij …

Verbonden
Hiermee bedoelt Paulus het verbond met Abraham en met Mozes (en misschien ook met David – 2 Samuël 23, 5).





Bij de tekst

De zorgen van Paulus

Paulus kan er niet bij! Het volk Israël werd door God gekozen en is zijn bevoorrechte volk. Toch weigert het Jezus te erkennen als de Messias. Dit staat in groot contrast met de reactie van de niet-Joden, die wel enthousiast reageren op het evangelie, de blijde boodschap van Jezus.