Loading...
 

2 Korintiërs 3, 15. 4, 1.3-6

2 Licht

(Morguefile free stock photo license)


…page…

2 Korintiërs 3, 15-4, 1.3-6: Licht moet schijnen

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1834-1835)

Ook nu nog begrijpen de Israëlieten het niet goed als er voorgelezen wordt uit de wet van Mozes. Het lijkt wel alsof er een doek over hun verstand ligt. Maar telkens als er iemand gaat geloven in de Heer, wordt die doek weggehaald. Want wie gaat geloven in de Heer, ontvangt de heilige Geest. En de heilige Geest maakt mensen vrij, zodat ze alles kunnen begrijpen.
Wij christenen zijn dus vrij. Wij hebben geen doek voor ons gezicht. Onze gezichten laten iets zien van de hemelse glans van de Heer. Want wij veranderen in nieuwe mensen, wij gaan steeds meer lijken op onze hemelse Heer. Daar zorgt de heilige Geest voor.

God heeft mij een bijzondere opdracht gegeven, ik ben daar dag en nacht mee bezig.

Sommige mensen begrijpen niets van het goede nieuws dat ik vertel. Maar dat zijn mensen die niet gered worden. Ze blijven ongelovig. Want Satan zorgt ervoor dat ze het goede nieuws niet kunnen begrijpen. Ze kunnen het licht niet zien, de hemelse glans van Christus, die lijkt op God zelf.
Het nieuws dat ik vertel, gaat niet over mijzelf, maar over Jezus Christus. Ik vertel dat hij onze Heer is. En dat ik jullie dienaar ben, omdat ik Jezus dien. In het begin heeft God gezegd: ‘Er moet licht schijnen in het donker.’ Diezelfde God heeft het licht ook in mij laten schijnen! Hij liet mij Jezus Christus zien. En ik zag dat het gezicht van Jezus straalde met een hemelse glans, de glans van God zelf. En God wil dat ik dat aan iedereen bekendmaak.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Tot op vandaag ligt een sluier over hun geest,
telkens wanneer Mozes wordt voorgelezen.
Maar ieder keer als iemand zich bekeert tot de Heer,
wordt de sluier weggenomen.
‘De Heer’ staat hier voor de Geest,
en waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid.
Het is ons allen gegeven om met ongesluierd gezicht
de glorie van de Heer te aanschouwen als in een spiegel
en herschapen te worden
tot een steeds heerlijker gelijkenis met Hem.
Zo werkt de Heer die Geest is.

Omdat wij door de zorg van God met deze opdracht zijn belast,
verliezen we de moed niet,

En als er nog een sluier ligt over de boodschap die wij verkondigen,
dan alleen voor hen die verloren gaan, voor de ongelovigen,
van wie de geest zo verblind is door de god van deze wereld,
dat zij de glans niet zien
van het evangelie van de heerlijkheid van Christus,
die het beeld van God is.
Want wij verkondigen niet onszelf, maar Christus Jezus, de Heer.
Wij zien onszelf maar als jullie dienaren omwille van Jezus.
Dezelfde God die gezegd heeft:
‘Licht moet schijnen uit het duister,’
ging als een licht op in onze harten,
om de kennis te laten stralen van zijn heerlijkheid,
die ligt over het gelaat van Christus.



Stilstaan bij …

Voorlezen
Paulus verwijst naar het feit dat in de synagoge op sabbat uit de boeken van Mozes wordt voorgelezen (= de vijf eerste boeken van de Bijbel)

De god van deze wereld
Hiermee bedoelt Paulus de duivel, het kwade.