Loading...
 

2e paaszondag A - tweede lezing

1 Petrus 1, 3-9: Wie gelooft wordt gered

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1937)

Alle eer aan God, de Vader van onze Heer Jezus Christus! Want Gods liefde is zo groot, dat hij Jezus Christus liet opstaan uit de dood. Daardoor is ons leven veranderd en zijn wij nieuwe mensen geworden. Nu kunnen we altijd op hem vertrouwen. En we geloven dat we eeuwig bij hem zullen zijn. Dat is de beloning die in de hemel voor ons klaarligt. Het is een beloning die nooit verdwijnt, en nooit zijn waarde verliest. Omdat we geloven, beschermt God ons met zijn kracht. En als het einde van de wereld komt, zal hij ons zeker redden.
Wees dus blij, ook al hebben jullie het nu een korte tijd heel moeilijk. Met die moeilijkheden wordt jullie geloof getest. Net zoals goud wordt getest in vuur. En jullie geloof is veel belangrijker dan goud! Want door je geloof ontvang je hemelse eer en rijkdom als Jezus Christus terugkomt.
Jullie hebben Jezus Christus nooit gezien, en toch houden jullie van hem. Jullie zien hem ook nu niet, en toch vertrouwen jullie op hem. Ja, jullie juichen van hemelse vreugde! Want jullie weten, dat jullie gered zullen worden omdat jullie geloven.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Eer aan God, de Vader van onze Heer Jezus Christus.
In zijn grote liefde liet Hij ons herboren worden tot een leven van hoop,
door de verrijzenis van Jezus Christus.

Een blijvende erfenis, die nooit zijn waarde verliest
ligt voor je klaar in de hemel.
Omdat je gelooft, word je door God beschermd.
Je kijkt uit naar het geluk dat klaar ligt
om op het einde van de tijd openbaar te worden.

Daarom ben je blij, ook al moet je nu nog een korte tijd
allerlei moeilijkheden trotseren.
Die dienen om de kwaliteit te testen van je geloof.
Dat is zoveel kostbaarder dan goud dat vergankelijk is,
en toch ook door vuur gelouterd wordt.
Wanneer Jezus Christus zich dan openbaart,
zullen lof, eer en roem je deel zijn.
Je houdt van Hem zonder Hem ooit gezien te hebben.
Je gelooft in Hem, hoewel je Hem ook nu niet ziet.
Je vreugde zal onuitsprekelijk hemels zijn,
als je eindelijk het doel van je geloof bereikt:
de redding van je ziel.



Stilstaan bij ...

Hoop
De hoop op een erfenis in de hemel, die niet vergaat, wil de christenen steunen bij de beproevingen die zij nu doorstaan.





Bij de tekst

Een brief van Petrus?

. In de brief staat dat die geschreven werd door ‘Petrus, apostel van Jezus Christus’. Daarom denken sommigen dat Petrus deze brief zelf schreef rond het jaar 60.

. Anderen vinden dat de brief een vroegchristelijke situatie beschrijft die al meer ontwikkeld is en denken daarom dat die brief geschreven werd aan het einde van de eerste eeuw, door een onbekende schrijver die de naam Petrus gebruikte. Dat deed hij omdat Petrus veel gezag had in de Romeinse provincies die in het begin van de brief vermeld staan. Die manier van werken wordt ‘pseudepigrafie’ genoemd en was vroeger heel gewoon.



De geadresseerden

De gemeenten voor wie de brief bestemd was, bestonden vooral uit christenen die voordien geen joden waren. Ze leefden als een maatschappelijke en religieuze minderheid en ondervonden allerlei vormen van discriminatie en pesterij door anders-gelovige medeburgers die geen begrip konden opbrengen voor hun levensstijl.
Maar wie als christen wil leven moet zich daarop instellen. Dat hoort erbij, vond de schrijver.



Een algemene / katholieke brief

De eerste brief van Petrus wordt een algemene of katholieke brief genoemd, omdat hij niet geschreven werd voor een bepaalde persoon of een bepaalde gemeenschap van christenen.
Men kan die brief het best lezen als een soort rondzendbrief die zoveel mogelijk christenen wilde bereiken in de Romeinse provincies van Klein-Azië.