Matteüs 6, 24-34: Maak je geen zorgen
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1529-1530)
Je kunt niet trouw zijn aan twee bazen tegelijk. Want je zult altijd meer liefde hebben voor de één dan voor de ander. En je zult altijd meer respect hebben voor de één dan voor de ander. Je kunt dus niet tegelijk voor God en voor het geld leven.
Luister naar mijn woorden: Maak je geen zorgen over eten en drinken. Want je leven is veel belangrijker dan eten en drinken. En maak je geen zorgen over kleren. Want je lichaam is veel belangrijker dan kleren.
Kijk eens naar de vogels in de lucht. Ze werken niet op het land en ze bewaren geen graan in een schuur. Jullie Vader in de hemel geeft ze te eten. En jullie zijn voor hem veel belangrijker dan de vogels. Maak je dus geen zorgen. Dat heeft geen zin, je blijft er geen dag langer door leven.
Maak je geen zorgen over kleding. Kijk eens naar de bloemen die groeien in het veld. Ze werken niet en ze maken geen kleren. Toch zijn ze prachtig. Ja, zelfs nog mooier dan koning Salomo in zijn mooiste kleren.
Het gras dat vandaag op het veld staat, wordt morgen gebruikt om een vuur te maken. En toch versiert God het gras met prachtige bloemen. Dan zal God zeker voor jullie zorgen! Waarom vertrouwen jullie dan niet op hem?
Maak je dus geen zorgen. Zeg niet: ‘Hoe komen we aan eten?’ of: ‘Hoe komen we aan drinken?’ of: ‘Hoe komen we aan kleren?’ Met die dingen houden de mensen zich bezig die God niet kennen. Je Vader in de hemel weet echt wel dat je al die dingen nodig hebt. Houd je bezig met Gods nieuwe wereld en doe wat God van je vraagt. Dan zal God je al die andere dingen ook geven.
Maak je geen zorgen over morgen. Bewaar die zorgen maar voor morgen. Je hebt het al moeilijk genoeg met vandaag.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Op een dag ging Jezus een berg op.
Daar zei Hij tot de leerlingen die Hem volgden:
Niemand kan trouw zijn aan twee bazen tegelijk.
Want de een zal hij niet graag hebben
en van de ander zal hij houden,
of hij zal zich hechten aan de ene
en de ander niet zien staan.
Je kunt niet tegelijk leven
voor God en voor het geld.
Luister: maak je geen zorgen
over wat je zult eten of drinken
of over wat je zult aantrekken.
Is het leven niet meer dan eten?
En het lichaam niet meer dan kleren?
Kijk eens naar de vogels in de lucht:
ze zaaien niet en ze maaien niet.
Toch hebben ze voldoende te eten
want je Vader in de hemel voedt ze.
Ben je dan niet belangrijker dan vogels?
Wie van jullie kan met al zijn zorgen
een uur langer leven?
En wat maak jij je zorgen over je kleren?
Kijk eens naar de bloemen op het veld.
Ze werken niet, ze spinnen niet.
Maar Ik zeg je:
Ze zijn mooier
dan koning Salomo in zijn mooiste kleren.
Als God het gras op het veld,
dat morgen verbrand wordt,
zo mooi maakt,
dan zal Hij dat zeker met jou ook doen.
Maak je geen zorgen over:
Hoe kom ik aan eten?
Hoe kom ik aan drinken?
Waar vind ik iets om aan te doen?
Je Vader in de hemel weet wel
dat je dat allemaal nodig hebt.
Zoek eerst het Rijk van God
en doe wat God van jou verwacht.
Dan krijg je dat er allemaal bij.
Maak je geen zorgen voor morgen,
want morgen heeft genoeg zorgen voor zichzelf.
Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen.
Stilstaan bij...
Mammon / geld
(= geldduivel)
Matteüs spreekt over geld alsof het een godheid is.
Vader
Typische manier waarmee Jezus God aanspreekt. Door God zijn vader te noemen, wordt duidelijk dat Jezus de zoon van God is.
Wanneer de volgelingen van Jezus God ook als Vader noemen, zijn zij dus ook zonen of dochters, kinderen van God. Een verwantschap die een hele opdracht met zich meebrengt.
El
Ten tijde van Jezus was een el ongeveer vijftig centimeter lang, de vroegere lengte van de arm van een mens. Die lengte gebruikte men bijvoorbeeld om de lengte van een stuk stof te meten. Men nam daarvoor de zijkant van de stof in zijn hand, en spande die over de elleboog tot onder de arm. Voor de kopers kwam het erop aan verkopers te vinden met lange armen, die dus een grotere ‘el’ hadden dan die met korte armen.
Leliën in het veld / bloemen
Hiermee worden alle soorten veldbloemen bedoeld die tussen het gras groeien.
Salomo
(= de vreedzame. In deze naam zit het Hebreeuwse woord voor vrede, ‘sjalom’)
Jezus bedoelt met Salomo de zoon van koning David en Batseba. Tijdens zijn heerschappij werd de eerste tempel te Jeruzalem gebouwd. Hij was niet alleen bekend om zijn wijsheid maar ook om zijn grote rijkdom.
Lees meer over Salomo.
Heidenen
Mensen die niet behoren tot de geloofsovertuiging van de spreker / schrijver. In dit geval worden de mensen bedoeld die alleen oog hebben voor het materiële en niet voor een diepere werkelijkheid.
Koninkrijk / Rijk van God
Dit Rijk heeft te maken met een levensstijl waarbij men ruimte geeft aan het woord van God. Dit Rijk heeft niets te maken met het materiële noch met succes, of met werelds machtsvertoon. Op dit punt botste Jezus op onbegrip en verzet bij zijn leerlingen en bij de mensen. Want die dachten dat de Romeinse bezetter bij de komst van het Rijk van God verdreven zou worden.
Gerechtigheid
Gerechtigheid is: leven volgens de tien geboden, in een juiste verhouding tussen mensen onderling en tussen de mensen en God.
Gerechtigheid wordt vaak verward met het woord ‘rechtvaardigheid’ (= iemand recht doen, geven wat iemand toekomt), waarbij de relatie tot God er niet altijd toe doet.
Bij de tekst
Wat Jezus zegt
Jezus stelt de normale bezorgdheid van de mens om in zijn levensbehoeften te voorzien (voedsel, kleding) tegenover het besef dat alles van God komt. Men moet vertrouwen hebben in God en geloven dat Hij voor mensen zorgt. Vanuit dat geloof en vertrouwen kan men zich wijden aan de uitbouw van het Rijk van God. Het gaat er Jezus niet om de menselijke inspanningen en verantwoordelijkheden te minimaliseren, maar wel om ze te relativeren.
Bergrede
De bergrede (Mt 5,1-7,29) is de eerste van de vijf grote redevoeringen waarin Matteüs het onderricht van Jezus in zijn evangelie groepeerde.
Dit onderricht vindt plaats op een berg, waarbij Jezus zijn leerlingen maar ook de aanwezige menigte aanspreekt. Door dit gebeuren op een berg te plaatsen, portretteert hij Jezus als een ‘profeet zoals Mozes’. Net zoals Mozes licht Jezus leefregels toe aan het volk van God. Daarbij wordt het onderricht van Mozes (bekend als Wet, Tora, leefregels) niet opgeheven, maar verder uitgediept.
Het Koptische evangelie van Tomas
In dit apocriefe werk staan 114 uitspraken die aan Jezus toegeschreven worden. Veel van die uitspraken zijn ook in het evangelie te vinden, andere zijn nergens elders vastgelegd.
In dit werk staat o.a.:
''Jezus zei:
'Het is onmogelijk dat een man twee paarden bestijgt en twee bogen spant
en het is niet mogelijk dat een knecht twee heren dient,
anders zal hij de ene eren en de andere zal hij krenken.' (47)''
Bijbel en kunst
Schilderkunst
DAO ZI
'God of Goud - Hoeveel is genoeg?' (hongerdoek 2015)
De kunstenaar
Dao Zi (pseudoniem voor Wang Samuel Min) werd in 1956 geboren in China. Hij was hoofdredacteur van het kunsttijdschrift Chang An en professor aan het Sichuan Fine Arts Institute. Op dit ogenblik (2015) is hij leidinggevend professor en curator aan de Academie voor Kunst en Design aan de Tsing Hua Universiteit van Beijing.
Hij is een van de weinige christelijke kunstenaars in China. Zijn kunst is vaak kalligrafisch, met Chinese schrifttekens als basis. Hij beperkt zich meestal tot de kleuren zwart en wit en hun schakeringen.
Hij is niet alleen kunstschilder, maar ook dichter en hij is sociaal actief.
Het werk
Centraal zie je een klomp goud die als een meteoriet inslaat op de aarde, weergegeven door een zwarte balk. De klomp goud en de zwarte balk vormen samen een kruis. Links en rechts van de goudklomp liggen zeven kleine goudklompjes. In de zwarte dwarsbalk zie je barstjes waar licht lijkt doorheen te komen. Dit alles is geschilderd op een blauw-grijze achtergrond.
Betekenis
Goudklomp
. De goudklomp kan verwijzen naar een meteoriet die vernietigend op de aarde (zwart) inslaat.
. Goud kan verwijzen naar financiële activiteiten. De winning ervan zorgt voor milieuverontreiniging en conflicten. Goud op zich kan verslavend zijn en tot crisis en onheil voeren.
. Maar goud verwijst ook symbolisch naar God, naar zijn liefde en zijn licht.
. De gouden steen staat ook symbool voor Christus (let op de vorm van de omtrek). De steen waarover men struikelt is de hoeksteen is geworden (Marcus 12,10). Die ‘steen’ vraagt: Wie is je Heer? Wie wil je dienen? God of het goud? Zijn eigen antwoord geeft Jezus met zijn daden, zijn inzet voor de armen, zijn zoeken naar het Koninkrijk God en zijn gerechtigheid.
Zwarte strook
. Zwart is symbool voor wat slecht is, voor uitbuiting van de medemens en het milieu.
. De zwarte strook vormt de horizon van een toekomst die er niet rooskleurig uitziet. Zo roept ze op om die toekomst ten goede te veranderen.
. De zwarte strook vormt op het werk de dwarsbalk van een kruis en roept zo het lijden en de gebrokenheid van het menselijk bestaan op.
. Deze dwarsbalk is ook een horizon van hoop. Doorheen de barsten erin, komt licht. Aarzelend en in kleine streepjes.
Grijze achtergrond
. Grijs staat voor de realiteit, een vermenging van wit als symbool voor het goede en zwart als teken van het kwade.
. De menselijke zucht naar goud en bezit heeft hemel, aarde en water grijs gekleurd. Gods schepping ziet er niet meer uit zoals ze door God bedoeld is.
Zeven goudklompjes
. Er zeven kleine goudklompjes. Zeven roept in de Bijbel volledigheid op. God gaf genoeg om menswaardig en goed te leven. Gemakkelijk om in gemeenschap met elkaar te delen.
. De kleine klompjes dragen het gelaat van de grote gouden steen in zich. In het delen maken we Jezus waar. Eerlijk onder elkaar delen, kan de zwarte horizon van de toekomst veranderen in een betere toekomst voor alle mensen en voor Gods Schepping als geheel.
Suggestie
Vertel heel kort iets over wat een Hongerdoek is.
Toon de hongerdoek of de afbeelding ervan.
- Kijk een tijd heel goed naar de doek en laat de gedachten erover de vrije loop.
- Maak kort aantekeningen over wat je ziet en wat je denkt.
De titel van de doek is: ‘God of goud: hoeveel is genoeg?’
- Bekijk de doek opnieuw.
- Kijk en denk je anders nu je de titel kent? Wat is er eventueel veranderd?
- Maak kort aantekeningen
Vertel in de groep wat je gezien en gedacht hebt.
Bespreek:
- Hoeveel heren dienen wij?
- Kiezen wij voor God of voor de mammon? Hoe uit zich die keuze?
- Wat moet er zowel bij onszelf als in de wereld veranderen?
- Wat zou er kunnen veranderen als we de goede keuzes maken?
- Hoeveel is voor ons genoeg en hoe tonen we dat?
Suggesties
Kleine kinderen
DOEN
Knutselen
(A-D DERROITE, H. BERGMANS in Zonnekind/Zonnekind plus, 2004, nr 41)
Materiaal
- Foto's van vogels, veldbloemen of andere bloemen.
- Kopieerblad met daarop drie aparte cirkels: één van 4cm, één van 8cm, en één van 12 cm doorsnede.
Bij elke tekening wordt het middelpunt aangeduid. Op de kleinste cirkel teken je allerlei kleine stipjes, die meeldraadjes voorstellen. Daarin schrijf je:
Als God zoveel van de vogels en van de bloemen houdt,
zal Hij dan niet nog meer van jou houden?
Op de tweede cirkel teken je bloemblaadjes. Kartel de rand van deze cirkel.
Op de rand van deze bloemblaadjes schrijf je:
'Kijk eens naar de bloemen in het veld.
Ze zijn mooier dan het mooiste kleed van Salomo.'
Op de grootste cirkel teken je ook bloemblaadjes. Kartel ook de rand van deze cirkel.
Schrijf op de rand van deze cirkel:
'Kijk eens naar de vogels in de lucht. Ze zaaien niet. En ze maaien niet. '
'Toch geeft God ze te eten.'
Kopieer deze bladzijde op wat steviger papier. Voor elk kind één.
Verloop
Vertel uit de bijbel
- Waarover vertelt Jezus? (over vogels, bloemen)
Vraaggesprek bij de foto's van de vogels
- Hoe vind je die vogels?
- Zouden ze zorgen hebben?
- Wie zorgt voor hen?
- Waar halen ze hun eten?
Vraaggesprek bij de foto van de veldbloemen of andere bloemen
- Welke kleuren zie je?
- Welke vormen?
- Hoe zouden die bloemen ruiken?
- Waar komen ze vandaan?
De kinderen kleuren de verschillende onderdelen op de gekopieerde bladzijde: oranje voor de kleinste cirkel. Geel voor de tweede cirkel en rood voor de grootste cirkel. Als ze hiervoor een redelijk transparante verf gebruiken (of weinig verf en wat meer water), kan de tekst die erop staat nog gelezen worden.
Daarna knippen ze de drie delen uit en leggen ze op elkaar: de grootste onderaan, de kleinste bovenaan. Steek een splitpen door het midden.
Laat drie kinderen de tekst lezen die op de bloemblaadjes staat, te beginnen met de tekst op de grootste bloem.
De kinderen onderstrepen bij elk zinnetje de woorden die ze nog niet goed begrijpen.
Bespreek samen de betekenis van die woorden.
Bijvoorbeeld:
- Wie zou er kunnen zeggen wat 'zaaien' is?
- Heb je dat al eens gezien?
- Wie kan dat eens voordoen?
Blijf dan stilstaan bij de tekst op het hartje van de bloem:
Als God zoveel van de vogels en van de bloemen houdt,
zal Hij dan niet nog meer van jou houden?
- Houdt God van jou?
- Hoe weet je dat?
Knutselen / tekenen
De kinderen knutselen / tekenen een heel bloemenveld bijeen.
Grote kinderen
EVEN TESTEN
Schuifraadsel
Nadat de kinderen Matteüs 6, 24-34 beluisterden, kunnen ze gemakkelijk de woorden vinden die in de tekst ontbreken. Daarna vullen ze die op de juiste plaats in in het schuifraadsel.
Zo vinden ze de woorden: Rijk van God.
Die woorden kunnen de start voor een filosofisch gesprek met de kinderen over wat dat rijk van God kan zijn.
VERDIEPEN
Goed nieuws
Lees Matteüs 6, 25-34.
- Als Jezus spreekt, gebruikt hij voorbeelden uit de natuur van zijn land.
Zoek ze terug in de tekst
(Vogels in de lucht, Leliën in het veld)
- Wat zegt Jezus over de vogels?
(ze werken niet en toch blijven ze in leven, dank zij God)
'Je hemelse vader voedt ze.'
- Wat zou Jezus hiermee willen zeggen?
- Wat zegt Jezus over de leliën?
(Ze spinnen niet, en toch zijn ze mooier gekleed dan een koning)
- Wat zegt Jezus over de mensen?
Hoeveel zorgen de mensen ook maken, daarom leven ze niet langer.
- Wat wil Jezus met dit alles duidelijk maken?
God zorgt voor ons en alles wat ons omringt.
- Als je hetzelfde als Jezus zou willen doorvertellen aan anderen, welke beelden zou jij gebruiken? En welke zou jij veranderen?
- Als je die tekst uit het evangelie in één zin zou moeten samenvatten, welke zin zou je dan kiezen. Kies uit:
O Godsdienst heeft niets met geluk te maken, daar dient geld voor.
O Wij moeten ons geen zorgen maken over het leven van elke dag, daar zorgt God wel voor als wij tijd voor Hem maken
O Men leeft veel langer als men zich zorgen maakt over eten, drinken en kleding.
De geniet-bloem
“Doe elke dag iets waar je vrolijk van wordt.”
(Bond zonder naam)
Kopieer dit werkblad
Activiteit
Denk er eens over na wat je allemaal vrolijk maakt, waar je allemaal echt kunt van genieten.
Schrijf dat op de achterkant van het blad met de bloem op.
Bekijk dan de woorden bij de ‘geniet-bloem’, omcirkel vier woorden die iets zeggen over waar jij het meest van geniet.
Schrijf daarna de omcirkelde woorden en je eigen woorden op het bloemblad waar ze volgens jou het best thuis bij horen: Hebben ze te maken
. met iets wat je zelf doet?
. met iets wat vooral thuis kan, samen met je familie?
. met de natuur?
. met iets wat je samen met vrienden doet?
Bijvoorbeeld:
Ik: lekker eten, blij zijn, douche, boek lezen, dansen, geschenk, sport, stil zijn
Thuis: samen eten, feesten, gezelschapsspel, glimlach, geschenk, spelen
Natuur: Mooi weer, zonsondergang, water, sneeuw, zon, regen
Vrienden: feesten, gezelschapsspel, glimlach, geschenk, spelen
Bespreek
Vergelijk de antwoorden van de kinderen.
Waar geniet je zelf het meest van?
Waar geniet je thuis het meest van?
Waar geniet je in de natuur het meest van?
Waar geniet je met vrienden het meest van?
BELEVEN
Reclamespot
Verdeel de groep kinderen in groepjes van vier tot zes. Elk van die groepjes krijgt de opdracht om een reclamespot te maken over iets wat de mensen zeker kan helpen om gelukkig te zijn.
Nadien wordt deze spot gespeeld voor de rest van de groep.
Bij de bespreking hiervan kin je vragen:
- Werd het spotje overtuigend gebracht?
- Ga je akkoord men de inhoud van de spot?
- Vind je in de spot iets terug van de boodschap van Jezus.
TIP
Wie over veel tijd beschikt kan de kinderen eerst zomaar een 'spotje rond geluk' laten maken, zonder dat er bij de Bergrede werd stilgestaan.
Wat later - wanneer de kinderen geconfronteerd werden met de woorden van Jezus - maken ze opnieuw een 'spotje rond geluk'.
Bespreek daarna:
- Is dat hetzelfde?
- Is dat anders? Op welke punten is dat anders?
- Zou Jezus zich terugvinden in dat spotje? Waarom? Waarom niet?
VERTELLEN
De gewonde vogel
(J. DE MEYERE in Zonnestraal 2002-4)
Op een dag vindt Mieke een gewonde vogel langs de kant van de weg.
Mieke wikkelt hem in haar sjaal en neemt hem mee naar huis.
Van mama mag ze de vogel houden tot hij beter is. Mieke verzorgt hem goed.
Een paar dagen later huppelt hij al vrolijk rond.
Na een week is de vleugel helemaal genezen.
Mieke wordt bang.
Als de vogel beter is, moet ze hem vrijlaten.
- Ik wil dat de vogel blijft, zeurt ze tegen mama.
Ja, maar wat zou de vogel zelf willen? vraagt mama.
Rondfladderen is het liefste wat de vogel doet.
Mieke beseft dat wel. Ze laat de vogel vrij.
Hij vliegt nog een paar keer rond het huis.
En dan is hij weg.
- Oh, lieve vogel, geniet nu maar van de vrijheid, denkt Mieke.
Gesprek
- Wat zou jij doen als je een gewonde vogel zou zien liggen?
- Waarom denk je dat Mieke de vogel eerst niet wilde vrijlaten?
- Zou jij de vogel vrijlaten? Waarom?
- Ben jij zo vrij als een vogel?
- Welke dingen zou jij graag hebben?
- Is alles wat je hebt gezegd / opgeschreven echt belangrijk? Wat wel en wat niet?
- Word je wel eens kwaad als je iets niet krijgt? Waarom (niet)?
Vogels fladderen vrij rond in de lucht. Ze genieten van het leven en maken zich niet druk.
- Ben jij ook zo vrij als een vogel? Leg uit.
Geconcentreerd leven
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode 2007, p. 222)
Op een dag vroeg men aan een wijze man
hoe hij rustig en geconcentreerd kon leven
ondanks zijn bezigheden en beslommeringen.
Hij antwoordde:
'Als ik sta, dan sta ik,
als ik ga, dan ga ik,
als ik eet, dan eet ik,
als ik spreek, dan spreek ik.'
De mensen zeiden:
'Maar dan doen wij toch ook,
wat doet u dan eigenlijk nog meer?'
De wijze man zei opnieuw:
'Als ik sta, dan sta ik,
als ik ga, dan ga ik,
als ik eet, dan eet ik,
als ik spreek, dan spreek ik.'
En opnieuw reageerden de ondervragers:
'Maar wij doen precies hetzelfde!'
Toen zei de wijze man:
'Nee, als je zit, dan sta je al,
als je loopt, dan wil je er al zijn,
als je eet, ben je al klaar,
en als je spreekt, dan luister je meestal
al niet meer naar het antwoord.'
Naar een Boeddhistisch verhaal
Bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 22 februari 2017, p. 1)
Druk, druk, druk …
Al jaren vatten mensen hun leven samen
met deze drie woorden.
Ze zeggen die zo snel na elkaar
dat er tussenin geen ruimte is
om even met de ogen te knipperen,
laat staan even adem te halen.
En dan hoor je Jezus die zegt:
‘Let eens op ze vogels in de lucht.
Ze zaaien niet en maaien niet
en verzamelen niet in schuren.’
Je hoort het zo dat Jezus niet van deze tijd is!
Uren in de file staan om naar het werk te gaan …
op zoek gaan naar een babysit voor een kind dat ziek is ….
een studiedag op school …,
laat thuiskomen, eten klaarmaken, wassen, strijken …
Mensen vergeten te leven, worden geleefd,
vergeten wat in het leven belangrijk is.
In het verhaal hierbij
raadt een wijze boeddhistische man aan
om bewust te doen wat men doet.
De rest moet maar wachten!
Die man heeft duidelijk nog nooit gehoord van multitasking,
dé manier om veel dingen tegelijk te doen.
Maar misschien is het toch wel het proberen waard
eens alleen te doen wat men aan het doen is
en er voluit van te genieten.
En eens wat minder bezorgd en bekommerd te zijn
om de zorgen van het dagelijks leven.
Heel veel raakt immers vanzelf wel in de plooi.
Een onbewoond eiland
C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode 2007, p. 228)
Er was eens een eiland
dat stil en verlaten
in de oceaan lag.
Toen een koning van dat eiland hoorde,
zond hij er vier gezanten naartoe.
De eerste kwam terug en zei:
'Beste koning,
dat eiland is een verloren stuk grond.
Niets dan rots,
woestijn en water.'
Toen de tweede terug kwam, zei hij:
'Sire, dat eiland is dé kans om aan toerisme te doen:
tien dagen zorgeloos leven
in een wilde ongerepte natuur.'
De derde kwam bij de koning en zei:
'Interessant eiland:
er steekt olie in de ondergrond,
en de grond is rijk aan edelstenen.'
En de vierde gezant?
Die ging naar het eiland,
maar keerde niet terug.
Hij bleef uren luisteren
naar het geklots van het water
en de wind tussen de rotsen.
En elke avond keek hij geboeid
naar de wondere kleuren
van de ondergaande zon.
Suggestie
Zorg voor kaartjes waarop je deze woorden schrijft: speeltuin, bos, zee, park of tuin, bij een rivier. (Evenveel als je groepjes voorziet)
Zorg eventueel ook voor een kaartje met een plaats die goed herkenbaar is voor de groep die met dit verhaal werkt.
Lees eerst het verhaal voor. Geef daarna de kinderen de opdracht om in groepjes van vier een nieuw verhaal te schrijven. Hiervoor inspireren ze zich aan het verhaal dat werd voorgelezen.
Maar … de koning in hun nieuwe verhaal stuurt hen niet naar een eiland, maar naar een plaats die ze op een kaartje kunnen lezen. Geef elk groepje een ander kaartje.
Daarna vertellen de kinderen hun nieuwe verhalen.
Daar lig ik toch al!
C. LETERME in Samuel 2001, nr. 9
Een arme man lag,
met zijn armen onder zijn hoofd,
te slapen in het groene gras.
onder de schaduw van een mooie grote boom.
Hij droomde van vogels en bloemen.
Er kwam een rijke man voorbij.
Die stootte de arme wakker en vroeg:
'Waarom werk jij niet?'
'Waarom zou ik werken?' vroeg de arme man.
'Wel,' zei de rijke,
'dan kun je geld verdienen
en een huis kopen, net als ik.
En koeien kopen en knechten
die voor jouw koeien zorgen.'
'En dan?' vroeg de arme man.
De rijke man zei:
'Dan hoef je zelf nooit meer te werken.
Jouw knechten doen dan het werk
en jij kunt de hele dag gaan liggen
in de schaduw van een mooie grote boom.'
'Waarom zou ik al die moeite doen,'
zei de arme man,
'Ik lig toch al
in de schaduw van een mooie boom.'
De arme man deed zijn ogen dicht
en droomde heerlijk verder
van vogels en bloemen.
Naar een sprookje uit Afrika
Jongeren
VERDIEPEN
Bezorgd zijn
In het evangelie van deze zondag komt het woord 'zorg' wel zes keer terug in allerlei variaties (zorg, zorgen, bezorgd zijn om).
- Waar maken mensen zich zorgen over?
- Waar hebben ze het meest aandacht voor?
- Waar steken ze al hun energie in?
Lees het evangelie van deze zondag voor (maak hiervoor gebruik van de tekst 'dichter bij de tijd' – zie hoger)
- Waar gaat de grootste aandacht van Jezus naartoe?
- Kun je Jezus daarin volgen?
- Welke zin in dit evangelie vat voor jou het best samen wat Jezus wil zeggen?
Spreken met beelden
Als Jezus spreekt, gebruikt Hij voorbeelden uit de natuur van zijn land.
- Welke zijn dat?
- Zoek naar twee elementen in de natuur waarmee je iets kunt zeggen over jezelf.
Wat zou Jezus willen zeggen met: ‘je hemelse Vader voedt ze’?
Je wilt dezelfde boodschap als die van Jezus doorvertellen ...
- Welke beeld dat Jezus gebruikte zou jij ook daarvoor kunnen gebruiken?
- Welk nieuw beeld zou jij Hem voorstellen?
Maak je geen zorgen!
- Wat zie je op deze illustratie?
- Let eens op de kleuren: wat kunnen ze zeggen?
- Wat verhindert de linkse figuur om naar de rechter kant van de illustratie te gaan?
- Een engeltje biedt een schaar aan.
- Waarvoor kan die schaar dienen?
- Wie of wat kan zo'n engeltje zijn?
- Zoek een titel voor deze illustratie?
of:
- Wat zeggen de drie personen op deze illustratie. Teken drie tekstballonnen en schrijf dat erin.
- Aan welke kant van de illustratie zou jij jezelf tekenen? Waarom vind je dat?
VERTELLEN
Op weg naar God
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode 2007, p. 53)
Er was eens een man op weg naar God.
In zijn koffers droeg hij alles wat hij in zijn leven had verzameld.
Eindelijk kwam hij bij het huis van God en klopte aan.
‘Ik herken u niet,’ zei de portier.
‘Tja,’ zei de man nors, ‘eigenlijk ken ik u ook niet.’
‘Kom misschien een andere keer terug.’ En de portier sloot de deur.
De man vloekte en stampte tegen zijn koffers.
‘Wacht tot ik God zie,’ dacht hij,
‘dan spreek ik Hem wel over zijn onbeleefd personeel.’
Hij zocht zijn overgebleven koffers en hervatte zijn tocht naar God.
Onderweg kwam hij een vos tegen. ‘Ik heb het te warm,’ zei de vos,
mag ik in de schaduw van uw koffer gaan zitten?’
De man gaf hem één van zijn koffers.
Toen zag hij een herdersjongen.
die verzamelde plukjes wol in zijn handen.
De man aarzelde: ‘Misschien kun je wel een koffer gebruiken…’
En hij gaf nog een koffer weg.
Wat verder ging hij naast een oude vrouw zitten om uit te rusten.
Ze genoten samen van de zon en het groen.
Toen vertrok hij.
‘Meneer,’ riep de vrouw, ‘u vergeet uw koffer’
‘Oh,’ zei de man, ‘hou die maar, ik heb die niet meer nodig.’
Weer stond de man voor het huis van God en klopte aan.
‘Daar zijn we weer,’ zei de man. De portier zei: ‘Oh, U herkent me?’
De man knikte: ‘Natuurlijk.
Vergeet maar die andere keer, u weet hoe dat gaat.
Soms ziet een mens door de koffers God niet meer.’
‘Dat gebeurt wel meer,’ zei de portier
en hij zwaaide de deur van het huis helemaal open.
Bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 1 maart 2017, p. 1)
Het verhaal hierbij leest als een sprookje,
maar uiteindelijk gaat het
om het levensverhaal van elke mens.
Of mensen kort of lang leven maakt niets uit.
In de tijd dat ze leven, verzamelen ze:
indrukken, wensen … en ook bezittingen.
De man uit het verhaal wilde al wat hij verzameld had
na zijn dood meenemen naar het huis van God.
Maar aan de deur werd hij naar zijn aanvoelen bot geweigerd:
Men kende hem niet!
Dat spreekt toch voor zich dat iemand uit het hiernamaals
iemand niet kent die pas aankomt.
De man wilde zijn beklag doen bij God.
Maar onderweg wordt hij driemaal opgehouden.
Het lijkt wel echt een sprookje.
Driemaal had hij oog voor de nood
van wie hij tegenkwam.
Zijn bezittingen konden daarbij helpen.
Wanneer hij terug aanklopt, is hij iemand anders geworden:
‘Door de koffers ziet een mens God niet meer,’ zegt hij.
Daar zat dus het probleem:
De drie koffers met heel zijn bezit waren op zich niets waard.
Maar dat veranderde toen hij ze gebruikte
om de noden van anderen te lenigen.
Wanneer de voorbereiding op Pasen begint,
Is het goed zich af te vragen:
‘Wat zit er in mijn koffers?’
‘Wie kan met die koffers een beter leven krijgen?’
Want geen enkel materieel bezit op aarde
heeft enige waarde in het leven hierna.
MEDITEREN
Kijk naar de vogels
Jezus zei: ‘Kijk eens naar de vogels in de lucht,
ze zaaien niet en maaien niet
en verzamelen niet in schuren,
maar je Vader in de hemel geeft ze eten.
Hij zei ook:
Kijk eens naar de bloemen in het veld,
hoe ze groeien en toch niet werken.
Zelfs Salomo was niet zo mooi gekleed.’
Hij wilde hiermee zeggen dat
Als vogels en bloemen zo kunnen leven
Mensen gerust kunnen genieten
van al wat er is.
Overwegingen
Bond zonder Naam
(BzN juni 2008)
‘Niet al wat je kan tellen is van tel’
Kolet Janssen
God is (ook) een tuinman
(K. JANSSEN, Kerknet, 25 augustus 2019)
Wij zien God vaak als een goede herder, maar Hij heeft ook wel iets van een tuinman.
Tijdens de solden zag ik in een tuincentrum een verpieterd geraniumplantje. Het stond in een bak met extra koopjes tussen een paar vergeelde petunia’s en een geknakte cactus. Het plantje zag er mager en spichtig uit, met een paar uitgebloeide stengels en een tros verdorde bladeren. Klaar voor de composthoop.
In een vlaag van misplaatst medelijden kocht ik het.
Ik kende het plantje, ik wist hoe het eruit kon zien als het in goeden doen was.
Ik gaf het water en zette het in de zon. Toen het te heet werd, kreeg het een plek onder een boom. Ik plukte de dorre blaadjes weg en knipte de uitgebloeide bloemstengels af. Ik draaide het om scheefgroeien te voorkomen als het halsreikte naar het licht. Ik gaf het meststof en keek angstvallig toe of er geen slakken op oorlogspad waren.
Na een paar weken stilstand begon het plantje te groeien. Het kreeg nieuwe scheuten in zijn oksels en frisgroene blaadjes. Het zag er steviger uit en dronk dankbaar het water op dat ik hem gaf. En na nog een paar weken kreeg hij nieuwe, kleine bloemknopjes.
Door de verhalen van Jezus zien wij God vaak als een goede herder. Dat is een mooi beeld: iemand die rustig door het landschap wandelt, omringd door zijn schapen. Het past bovendien bij het nomadische bestaan van Jezus.
Maar terwijl ik mijn geraniumplantje koesterde, bedacht ik dat God ook wel iets van een aandachtige tuinman heeft.
Iemand die ziet wat elk plantje nodig heeft.
Die het snoeit als het nodig is, die het door ziektes en ontbering heen helpt, die het niet opgeeft als het futloos zijn blaadjes laat hangen. Die zijn stengels opbindt als ze te lang en te slap zijn, het richting geeft als het niet weet waarheen te groeien en het voedsel geeft als het uitgeput is. En die blij is tot in het diepst van zijn hart als het groeit en bloeit.
Vandaag verscheen er aan mijn plantje een zachtroze bloem. Een klein wonder, waar ik helemaal blij van word.
Een levend wezen dat goed in zijn vel zit, is altijd prachtig om te zien.
Als dat al geldt voor een schamel bloemetje uit het afdankertjesrek van het tuincentrum, hoeveel te meer dan voor elke mens die op ons pad komt. En dat zei Jezus dus ook al, toen hij het over de lelies op het veld had.
Paus Franciscus
De onzichtbare tirannie
(Gebaseerd op: De Standaard - online: 16 mei 2013;De Standaard - krant: 17 mei 2013, p. 19)
Paus Franciscus zei dat het leven slechter is geworden voor mensen in zowel rijke als arme landen. Hij veroordeelde de ‘onzichtbare tirannie’ van de financiële markten, waarin mensen gewaardeerd worden naar hun mogelijkheid om te consumeren.
"Vaak vergeten wij dat de ultieme oorzaak van de financiële crisis een dieperliggende menselijke crisis is. De aanbidding van het 'gouden kalf' heeft een harteloze variant gevonden in een cultus van het geld en de dictatuur van een economie die niet langer de mens als uiteindelijk doel heeft."
"Geld moet ten dienste staan en mag niet overheersen. Wij kunnen geen dictatuur aanvaarden van het geld over de mens en de samenleving."
Daartegenover plaatste paus Franciscus de schat van de solidariteit die door armen wordt geboden en die volledig haaks staat op de logica van de financiële wereld en de economie. "De kerk spoort verantwoordelijken aan om het algemeen welzijn van de mensen echt te dienen. Zij moedigt financiële verantwoordelijken aan om ethisch te handelen en solidariteit na te streven."
Paul Kevers
Waar maak jij je zorgen over?
(P. KEVERS in Samuel, uitgeverij Averbode, 2005 nr 6, p. 12)
Dat vroeg Jezus aan zijn leerlingen. 'Maak je geen zorgen,' zei Hij, 'zeker niet over eten en drinken, over geld of over kleren. Kijk eens naar de vogels en de bloemen. Hoe weinig die nodig hebben en hoe prachtig die eruit zien! Want God zorgt voor hen.'
Mag een mens dan niet bezorgd zijn? Moeten we niet zorgen voor eten en drinken, voor een huis, voor werk, voor onze toekomst? Natuurlijk wel. Maar sommige mensen zijn zo krampachtig bezig met het verzamelen van geld en bezit, dat ze vergeten te leven. Ze hebben geen vertrouwen. 'Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid. Dan krijg je dat alles erbij' zei Jezus nog. Het koninkrijk van God, daarmee bedoelt Hij: wat God droomt over de mens en de wereld. Dat er geen honger en geen oorlog is. Dat iedere mens gelukkig kan zijn. Dàt moet je eerste zorg zijn, zegt Jezus. Daar mag je vol vertrouwen aan meewerken.
Als iedereen begaan zou zijn met 'Gods koninkrijk', als iedereen zorg zou dragen voor anderen - dan zou niemand ter wereld te weinig eten, drinken, geld of kleren hebben.
Bénédicte Lemmelijn
Nù leven
(B. LEMMELIJN in Ezra, Bijbels tijdschrift, jaargang 49 (2018) nummer 1)
"Vroeger vond ik dit een 'domme' tekst, kortzichtig, 'profiteerachtig' en 'makkelijk gezegd', alsof alles zomaar vanzelf zou gaan. Maar ik had hem niet begrepen. Elke mens moet inderdaad realistisch zijn en wél zorgen voor de dingen die nodig zijn. Echter, alleen maar vooruitgrijpen, piekeren over alles wat komt of zou kunnen komen, helpt een mens niet voort. Zo vergeten we te leven op de dag van vandaag. We vergeten ons bewust te zijn van het hier en nu, uiteindelijk het enige moment dat we echt leven. En dat 'nu' is er, precies zoals het is, zonder dat we daar iets voor hoeven te doen. En toch lopen we het vaak zomaar voorbij. Het gaat er niet om dat we nergens voor zouden hoeven te zorgen; wel dat we ons, ook in dat zorgen, bewust moeten blijven van het feit dat de werkelijkheid groter is dan wijzelf, en zeker groter dan onze eigen zorgen.
Frans Mistiaen sj
Leef niet óver-bezorgd!
Het is duidelijk dat de Heer ons hier niet oproept
om zorgeloos te leven in de zin van lui, slordig en onverantwoordelijk.
De kernboodschap van vandaag luidt:
“Gij moét denken aan de dag van morgen,
maar, wees niet óver-bezorgd, niet geobsedeerd of angstig.
God houdt Zijn beschermende hand over u, wat er ook gebeure!”
We mogen wel beseffen dat Jezus niet alleen tot de rijken spreekt,
maar ook tot de eenvoudigen, de armen, de behoeftigen.
En in onze tijd van crisis en inlevering,
van werkloosheid en faillissementen, zijn de mensen
met grote zorgen en kommer over essentiële materiële noden,
talrijker dan wij vermoeden.
Tot allen, ook tot hen dus, durft de Heer vandaag zeggen:
“Het is begrijpelijk dat gij materiële zorgen hebt,
maar geraak er toch niet door geobsedeerd.
Laat u niet overspoelen door angstige óver-bezorgdheid.
De allereerste prioriteit is immers
de dienende liefde van het Rijk Gods en zijn gerechtigheid,
de liefdevolle zorg voor medemensen
en het bevorderen van een meer rechtvaardige wereld,
en dat geldt zowel voor de rijken als voor de armen,
in welke situatie ook!”
Echt leven is meer dan bezorgd zijn voor voedsel en kleding.
Echt leven is dankbaar zijn
voor de liefdevolle Schepper die ons draagt
en van daaruit dagelijks aandacht schenken
aan de gerechtvaardigde noden van diegenen die ons omringen.
En zij, zij vragen van ons niet alleen voedsel en kleding,
maar vooral de liefde van ons hart en rechtvaardigheid in onze daden.
De Heer verlangt vandaag dus niet dat wij in de miserie gaan leven.
Wij mogen genieten van de eenvoudige en goede dingen
die het leven ons biedt. De schepping is ons echt gegund!
Alleen moeten wij weten dat de overdreven zorg
voor het uiterlijk materiële
voor ons een tiran wordt waaraan wij kunnen verslaafd geraken.
De Heer wil ons bevrijden van die geobsedeerde zorg
voor geld en bezit, die ons soms in haar greep kan krijgen,
en die ons dan klein houdt en onvrij
of die ons verhindert lief te hebben en rechtvaardig te zijn.
Hij wil ons bevrijden van de dwanggedachte aan de rijkdom,
die ons hart dreigt te verstikken.
De verbetenheid om “meer geld te moeten verwerven”
leidt toch dikwijls, zowel bij armen als bij rijken,
tot allerlei verkeerde oplossingen en verslavingen,
die vernietigend worden voor hen zelf en voor hun naastbestaanden.
Het is niet de eerste keer dat, voor zware, persoonlijke problemen,
een begin van oplossing eerder wordt gevonden
in een rustig vertrouwen in de dragende kracht van Gods liefde,
en daarbij in een groter, concreet engagement
tegenover diegenen die ons onmiddellijk nabij zijn.
Aandacht voor anderen bezorgt ons juist nieuwe kracht en creativiteit
om de eigen zorgen het hoofd te bieden.
Om naar de vogels te kijken, moeten wij het hoofd oprichten;
om de bloemen te bewonderen, het hoofd buigen.
Dat betekent in ieder geval: ophouden met vooral
naar onszelf en onze eigen zorgen te staren en
opnieuw aandacht krijgen voor het fundamentele leven rondom ons.
Als de Heer ons vandaag uitnodigt te kijken
naar de vogels en de bloemen op het veld
dan is dit niet om ons te vragen te vluchten in valse romantiek,
maar om ons bewust te maken van de essentiële houding
van de schepping: danken en geven in groot vertrouwen.
Dankbaarheid voor het leven dat ons gratis en gul wordt geschonken.
En vanuit die dankbaarheid het leven ruim en edelmoedig
laten openbloeien in vertrouwen in de Schepper,
Wiens liefdevolle groeikracht ons doet leven voor anderen.
Op een dag gaan bloemen toch verwelken
en zullen vogels ook sterven, ondanks de beste zorgen.
Maar ondertussen bloeien de bloemen en vliegen de vogels
in het grootste vertrouwen in de Heer van het leven.
“Als God al zoveel zorg besteedt aan de vogels en de bloemen,
hoe zou Hij dan zijn mensen kunnen vergeten?
Al zou een moeder haar kind vergeten, God vergeet ons nooit!”
Vandaag worden wij uitgenodigd
niet te denken dat alles van onze eigen prestaties afhangt
en dus niet óver-bezorgd te zijn voor onszelf,
maar ook God God te laten zijn in ons leven
en Hem Zijn werk te laten doen, in het vertrouwen dat alles goed komt,
ondanks de beperktheden in en rondom ons.
En daarbij ons niet teveel zorgen te maken over onszelf,
maar vooral te zorgen voor anderen, die echte zorgen hebben.
Marc Gallant, trappist (Orval)
In wie stelt de mens zijn vertrouwen? (2014)
God heeft ons geschapen om met Hem te leven, om te delen in zijn liefde, in zijn geluk. Hoewel we maar beperkte wezens zijn, gaf Hij ons een geest die openstaat voor de Oneindige die Hij is. Dat laat ons toe zijn onmetelijke liefde te onthalen. Omdat ons verlangen openstaat op Gods oneindigheid, is het, van nature uit, nooit voldaan: het wil altijd meer.
Maar ons hart kan zich hechten aan wat niet God is en trachten een andere waarde binnen te halen, zich fixeren op een rijkdom buiten God. Ons hart wordt dan het hart van een rijke. Jezus noemt die rijkdom, die niet God is, ‘mammon’. Het Aramese woord ‘mammon’ duidt alle rijkdom aan, dus ook het geld. De vraag is daarom: in wie stelt de mens zijn vertrouwen? In God, of in de mammon? De mammon is alle rijkdom die niet God is: we zien in onze wereld zonder God, dat andere waarden tot een Absolute verheven worden. Het kan het geld zijn, of de wetenschap, de sport, de kunst, het vermaak, enz.
Men zou geneigd zijn, het als een teken van wijsheid en menselijke ervaring te zien, als iemand twee heren, God en de mammon, kan dienen en aan beide geven wat hun toekomt. Heeft Jezus zelf niet gezegd: ‘Geef aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat van God is’? (Matteüs 22, 21). Zouden we geen kinderen van God kunnen zijn, en tegelijk ook vreugdevolle kinderen van deze wereld? Ja, maar op voorwaarde dat ons hart aan God gegeven is. Daar ligt het probleem. Als ons hart God aanhangt, als we leven in zijn vertrouwen, dan krijgen de rijkdommen allerhande van deze wereld hun juiste plaats. Zonder ons hart zijn de rijkdommen van deze aarde niets. Zij leven van ons hart. Zodra ons hart, met zijn verlangen van altijd meer, zich aan iets anders wijdt dan aan God, wordt deze zaak, hoe klein ook, een rivaal van God. Ze wordt een overwoekerende mammon die alle plaats en aandacht opeist, ze wordt onze ‘schat’ en de gevangenis van ons hart.
Als Jezus de vogels des hemels en de leliën van het veld als voorbeeld stelt (Matteüs 6, 26-30), dan klinkt dat als een vloek in onze angstige wereld die zich oververzekert. Waar wil Jezus toe komen? Hij herhaalt tot zesmaal toe dat we ons niet bezorgd moeten maken: ‘Wees niet angstig’, ‘maak je niet bezorgd’. De onbezorgdheid die Jezus voorstelt, geeft aan de aardse zaken hun juiste plaats. Maak je geen zorgen voor morgen, maar doe vandaag wat je vandaag te doen hebt. Het is de ‘bezorgdheid van de wereld’ die je moet vermijden, die ‘illusie van de rijkdom’ (Matteüs 13, 22) die niet alleen het woord van God verstikt, maar ook de goede bekommernis (of de zorg) voor elkaar (1 Korintiërs 12, 25).