Feest voor de overledenen
Herdenken
Met Allerzielen (2 november) herdenken katholieken alle mensen die gestorven zijn, want hun gemeenschap reikt ook over de grenzen van de dood. Niet het graf is het einde, maar het eeuwig leven, de gemeenschap met de levende God.
Aan overledenen denken kan inspireren: het goede dat ze deden en waarvoor ze leefden, wil men verder uitbouwen.
Omdat christenen vertrouwen dat de liefde van God sterker is dan de dood, is Allerzielen voor hen geen dag van angst, zoals Halloween dat is.
Gebruiken
. Men gaat naar het kerkhof om het graf van de overleden familieleden proper te maken, te versieren met bloemen en om voor die overledenen te bidden. Op sommige plaatsen brandt men een kaars. Omdat Allerzielen een gewone dag is, gebeurt dit meestal op Allerheiligen. Daarom halen heel wat mensen Allerheiligen en Allerzielen door elkaar.
. In vele parochies is er rond 15 uur (herinnering aan het uur van de kruisdood van J. Christus) een korte gebedsdienst op het kerkhof, waarna alle graven gezegend worden.
Band met de natuur
Tijdens de herfst, het seizoen van het afstervend leven en van de korte dagen, doet het neergaan van het leven in de natuur gemakkelijk denken aan het sterven van het menselijk leven en de betekenis ervan.
Ontstaan
'Allerzielen' ontstond op het einde van de 10e eeuw. Odilo, de vijfde abt van de benedictijnerabdij van Cluny vond dat men de dag na Allerheiligen moest bidden voor de zielen van wie men dacht dat ze in het vagevuur verbleven en nog niet thuishoorden bij de ‘heiligen’.
Drie eeuwen later werd Allerzielen algemeen gevierd. Men denkt dan aan alle overledenen, aan de eigen dood en aan de verwachting om bij God verder te leven
Liturgie
De priester draagt tijdens de eucharistieviering met Allerzielen een paars kazuifel. Paars is de kleur van bezinning. In dit geval: het stilstaan bij de betekenis van het eigen leven in het licht van de dood.
Tijdens die viering worden alle overledenen van het voorbije jaar in de parochie herdacht. Hun namen werden op een kruisje geschreven, dat op een zijmuur in de kerk opgehangen is.
Klik hier voor een overzicht van de lezingen op Allerzielen.
Suggesties
Woordenschat
Als men de juiste woorden kent, wordt alles rond dood meer vatbaar en vooral meer bespreekbaar voor kinderen. Zo verstaan ze wat volwassenen zeggen en voelen ze zich niet uitgesloten.
Het is belangrijk dat ze die woorden leren op een moment waarop ze niet gehinderd worden door emoties. Het aanbrengen ervan gebeurt het best in een kringgesprek, n.a.v. een verhaal of van een wandeling naar het kerkhof (gelegenheden die je kunt voorzien) of n.a.v. situaties die zich aan het kind voordoen (B.v. het kind zag een begrafenisstoet of heeft te maken met het overlijden van iemand uit zijn nabije omgeving).
Spreken over dood bij kinderen is minder moeilijk dan volwassenen denken, omdat ze er doorgaans minder emotioneel bij betrokken zijn. Net als andere dingen die kinderen op hun levensweg tegenkomen, prikkelt ‘dood’ hun nieuwsgierigheid. Ze stellen er vragen over en willen er meer over weten.
A
Allerzielen | De dag waarop men de overledenen herdenkt. |
B
Begraafplaats | Zie: kerkhof. |
Begraven | Als iemand begraven wordt, dan wordt zijn dode lichaam in een kist gelegd. Die wordt op het kerkhof in de grond gestopt. Meestal komt daar later een grafsteen op met de naam van de gestorvene. |
Begrafenis | Dit is het leggen van een overledene in een graf. Heel wat mensen gebruiken dit woord foutief voor de eucharistieviering die gebeurt in aanwezigheid van de overledene. |
Begrafenisondernemer | Iemand die het praktische werk regelt dat moet gebeuren als iemand gestorven is. Bijvoorbeeld: hij / zij verwittigt de dienst van de burgerlijke stand, de parochie, maakt afspraken met het kerkhof of het crematorium. Regelt het drukwerk van de doodsbrieven ... |
Begrafenisstoet | Gebruik een foto van een begrafenisstoet. Wie gaat ermee? Hoe kun je zien dat er een begrafenis is? Welke kleren hebben de mensen aan? Wie gaat er voorop en wie komt achteraan? Waar begint de stoet?(Meestal aan de kerk) Wat hebben ze daar gedaan? Waar gaat de stoet naartoe? Wat gebeurt er op het kerkhof? Hoe ziet een begrafenisauto eruit? |
Bidprentje | Laat een bidprentje zien, dat de kinderen zelf of jezelf meebrachten. Hoe komt men aan zo’n prentje? Men deelt het uit aan wie in de rouwdienst aanwezig is. Er staat op: naam, leeftijd, waar overleden... Soms staat er een kort verhaal over het leven van de overledene en/of een gebed. |
C
Chrysant | Met Allerzielen versieren de mensen het graf van hun dierbare overledenen meestal met een pot chrysanten. |
Crematorium | Sommige mensen willen dat hun lichaam na hun dood verbrand wordt. Dat gebeurt in een crematorium. De as wordt nadien op een weide (= strooiweide) uitgestrooid, in een urne bewaard, of over zee uitgestrooid. |
D
Dood | Mensen gebruiken vaak uitdrukkingen om te zeggen dat iemand dood is: hij heeft ons verlaten; hij is van ons heen gegaan; hij is in de Heer ontslapen ... Bespreek deze gewoonte met de kinderen. Waarom hebben mensen het moeilijk om over de dood te praten? |
Doodsbrief | Dit is een bijzondere brief die aan familie, vrienden en kennissen wordt verstuurd, zodat ze weten dat iemand gestorven is en waar en wanneer die wordt begraven. |
Doodskist | Een doodskist is een soort houten koffer, die versierd wordt met een kruisbeeld als de gestorvene christen was. Let op de manier waarop men een doodskist draagt. Enkele kinderen kunnen dit uitbeelden. Eerst sjouwen ze samen een zware vracht. Daarna dragen ze samen iemand die ze graag hebben. Is er een verschil in de manier van dragen? Let ook op hun gezichten. |
G
Grafsteen | Voor de grafsteen (ook zerk) gebruikt men meestal kostbaar of duurzaam materiaal, een uiting van waardering voor de overledene. (Maar dit kan ook een middel zijn om indruk te maken op anderen) Op een grafsteen staat meestal de naam van de overledene, de datum van de geboorte en van het sterven. Als de overledene een christen was, is meestal ook een kruis op de steen te zien. |
K
Kaartje | Mensen die niet naar de rouwdienst kunnen komen, sturen aan de naaste familie een kaartje om te zeggen dat ze deelnemen in het verdriet van de familie. |
Kerkhof – ook: begraafplaats | Laat foto’s zien van een kerkhof of wandel er naartoe. Laat de kinderen opmerken dat mensen zich op een kerkhof anders gedragen: vol eerbied voor de doden. Daarom ook worden de graven regelmatig bezocht en goed verzorgd. Vroeger werden de gestorvenen begraven in de hof van de kerk. Hiermee toonde men de verbondenheid van christenen over de dood heen: ze blijven één gemeenschap. Tegenwoordig spreekt men over begraafplaats, een neutraler woord dat beter te aanvaarden is voor wie niet christen is. Vroeger lagen alle kerkhoven rond een kerk (in de hof van de kerk), nu liggen ze meestal buiten het centrum van de gemeente. |
Kruis | Het kruis dat men op vele grafstenen ziet, verwijst naar de verbondenheid met Jezus. |
M
Mortuarium | Plaats waar de dode opgebaard ligt en waar familie en vrienden een laatste groet brengen. |
R
Rouwadvertentie / overlijdensbericht | Wanneer iemand gestorven is, wordt dit, net als bij een geboorte, aan veel mensen bekend gemaakt. Ga met de kinderen na hoe dit gebeurt. Wanneer zo’n bericht in de krant verschijnt is het meestal omringd met een zwarte rand. Zwart is de kleur van de rouw. |
Rouwdienst | Laat de kinderen die al een rouwdienst meemaakten erover vertellen: wat zagen en beleefden ze? Stel vast dat mensen de dood niet weg moffelen maar ‘vieren’. Christenen geloven dat het leven verder gaat. Ze vertellen verhalen over Jezus en zo geven ze elkaar moed, steun en kracht. |
Rouwen | Dit is de tijd na het overlijden, wanneer mensen hun verdriet verwerken. Men huilt vaak, bekijkt foto’s, haalt herinneringen op aan wat men samen beleefde, men praat over de overledene. Vroeger kleedde men zich in de rouwperiode helemaal in het zwart. |
Rouwkrans | Laat de kinderen een afbeelding zien van een rouwkrans. De bloemen worden niet alleen gebruikt omdat ze mooi zijn, maar ook omdat ze iets laten zien van vergankelijkheid; de rouwkrans toont de liefde, waardering en/of dankbaarheid voor de overledene. |
S
Sterven | ‘Als iemand gestorven is, klopt zijn hart niet meer, hij ademt niet meer, hij denkt niet meer en beweegt niet, hij heeft geen pijn, hij voelt niets meer. Men kan zijn stem niet meer horen en geen blik meer met hem wisselen.’ (G. Debonnet) |
Strooiweide | Plaats op de begraafplaats, waar de as van een overledene wordt uitgestrooid. |
U
Urn | Vaas waarin het as van een overledene wordt bewaard. |
Z
Zwart | Kleur van de rouw in de westerse wereld. Als alle kleur (verwijst naar leven) verdwenen is, is er alleen zwart. |
Zerk | Zie: grafsteen. |
Handelingen / rituelen
- kennismaking met elementaire gedragspatronen
. wat doet iemand als hij verdrietig is?
. wat doet iemand die wil troosten?
. wat doet iemand om verdriet te verwerken?
. (ev. wat doen mensen met een overledene?)
. wat gebeurt er bij een begrafenis?
- kennismaking met verschillende vormen van herdenking / herinnering
(b.v. foto, bloemen, gebed, stilte, kaars...)
- kennismaking met een rustige houding op het kerkhof uit eerbied voor de overledenen.
Symbolen
Er zijn symbolen die aansluiten op de natuur
Bijvoorbeeld:
DOOD | VERRIJZENIS |
boom in de herfst, winter | lente |
rups | vlinder |
graan in de grond | korenaar met vruchten |
Er zijn symbolen die te vinden zijn op grafzerken, rouwbrieven ...
Kruis | verwijst naar de dood én de verrijzenis van Christus. |
Korenaar | herinnert aan de tekst over de graankorrel die sterft om vrucht te dragen (Johannes 12, 24) |
Kaars | verwijst naar Christus als het licht in de wereld |
Er is ook de symboliek van de kleur
Zwart | De familie van de overledenen draagt zwart, een teken van verdriet en rouw. |
Wit | Soms wordt wit gedragen, de kleur die verwijst de verrijzenis. |
Paars | De priester draagt een paars kazuifel en stola. In de kerk roept paars op tot bezinning (zie: advent en veertigdagentijd). Gelovigen worden via de kleur opgeroepen om na te denken over de betekenis van het leven en de eindigheid ervan. |
Verbondenheid
- Nabestaanden vinden troost en steun bij elkaar
- mensen beleven hun verbondenheid met de overledenen (handelingen, rituelen)
- christenen geloven dat overledenen verder leven bij God
- Mensen herdenken hun doden tijdens de herfst, wanneer de natuur schijnbaar afsterft.
Engagement
Het herdenken van de doden heeft gevolgen voor onze levenswijze nu.
(B.v. herdenken van de doden uit de wereldoorlogen...)
Extra
Overwegingen
Je moet er eens op letten.
In de herfst valt er niet veel te feesten.
De natuur laat zich een tijd van haar somberste kant zien.
Het zomerse leven is verdwenen.
Toch zijn er in deze donkere periode feesten:
het feest van Allerheiligen en dat van Allerzielen.
Dat klinkt vreemd:
feesten en naar het graf gaan van mensen die gestorven zijn.
Toch kan het een feest zijn,
want voor wie gelooft in Jezus
heeft de dood niet het laatste woord:
over de dood heen is nieuw leven.
Als je vanuit deze overtuiging leeft,
is het mogelijk feest te vieren
terwijl je de overledenen herdenkt.
De hele rijkdom van de zomer
valt deze dagen uit de bomen en de struiken.
Ze lijken wel dood
maar wie onder de schors kijkt
vindt daar nog het volle leven:
het sap slaapt tot de volgende lente.
De bomen zeggen: wij zijn niet dood
kijk maar naar de binnenkant, daar 'zit het leven'.
En in de herfst
wordt ook het gewas in elke tuin zoveel dunner:
je kan zien tot achterin de tuin.
In elke herfst zegt elke tuin:
kijk verder, kijk er doorheen, kijk naar de overkant.
(Godfried Kardinaal Danneels - Homilie t.g.v. Allerheiligen 1983)