Loading...
 

BEKEREN

2  Jim Wilson 5QvsD0AaXPk Unsplash (7627)

Foto van Jim Wilson in Unsplash

Bekeren
= zich omkeren, de rug keren naar een leven dat niet beantwoordt aan wat God voor de mensen wil.)
= op een andere manier gaan leven.




Suggesties

Grote kinderen

INLEVEN

Meer licht!

Materiaal
Papiertjes, schrijfgerei


Verloop
Sta stil bij het feit dat de dagen alsmaar korter worden, dat het buiten steeds donkerder wordt...
- Wat is donker op de wereld?
- Hoe maken wij de wereld donker?
(in de bovenstaande vragen wordt 'donker' symbolisch gebruikt.)

De kinderen schrijven op de papiertjes hoe zij de wereld mee 'donker' maken. Omdat het om een donkere kant van zichzelf gaat, tekenen de kinderen een zwarte rand rond het papiertje.

Vertel dat als we al die 'donkere' dingen laten gebeuren, we elkaar niet mee kunnen zien.
Nodig daarom de kinderen uit om de papiertjes één voor één om te draaien. Aan de achterkant schrijven ze op hoe zij het meer 'licht' kunnen laten worden in die donkere wereld.

Neem dan een aantal papiertjes, en lees de tekst voor met de donkere rand. Keer dan het blad om en lees wat daar op staat. Dat is bekering: wat vroeger donker was in mijn leven, wil ik helemaal anders.
Ik wil meewerken aan een wereld vol licht, een wereld waarin het goed leven is voor iedereen.

Kinderen leren zo dat bekering een ommekeer betekent (toon dat letterlijk met het omkeren van de kaartjes). Die ommekeer houdt meestal in dat men niet alleen meer denkt vanuit het eigen belang, maar ook vanuit het belang van de anderen, de maatschappij, de wereld, God.





VERDIEPEN

Waarom deze tekst?

Ga met de kinderen na waarom men in de kerk deze tekst heeft uitgekozen om in de advent voor te lezen, als ze weten: advent= uitkijken naar de komst van Christus;
De beste voorbereiding om dat te doen is zich te bekeren: zijn rug keren naar al wat niet past in de droom die God met de wereld heeft.

Zoek uit wat God zoal voor de mens 'droomt'.
Gezien God onze handen nodig heeft om die droom te kunnen realiseren, zoeken de kinderen hoe ze dat kunnen doen. Er zijn hiervoor twee grote pistes:
- individueel, in de onmiddellijke omgeving
- als groep, voor mensen verderaf



Wat Johannes zegt

Johannes zegt:
Luister naar het woord van God, bekeer je, laat je dopen, laat zien dat je je bekeerd hebt

Bespreek:
- Wat is het woord van God?
- Waar kun je het horen?
- Doe jij er iets mee in je leven?
- Ken je mensen die er in hun leven iets mee doen?

- Wat is bekeren? (letterlijk: de rug toekeren naar...)
- Kun je er een voorbeeld van geven?

- Wat is dopen?
- Heb je al eens een doopsel meegemaakt?
- Wat is het verschil tussen je eigen doopsel en dat van Johannes? (Het doopsel van Johannes is een teken van bekering en van 'nieuw begin'. Wie in de kerk gedoopt wordt, wil behoren tot de groep christenen. Wie al wat ouder is als hij gedoopt wordt, kan dit doopsel ook ervaren als een nieuw begin.)

De kinderen denken na over hoe ze kunnen laten zien dat ze gedoopt zijn.





ACTUALISEREN

De weg wijzen

Johannes wijst de mensen de weg naar God. Daarom moeten ze zich naar Hem toe keren. Zich be-keren. Ook vandaag zijn er mensen die de weg wijzen.
- Ken jij ook zo'n mensen? Mensen waarvan je zegt:
'Zo zou ik het ook wel willen doen. Nu of later.'
- Ken jij ook mensen die de weg wijzen naar Jezus?

PersoonZo wijst hij (zij) mij de weg
Ouder(s) ................................................................................................
Leerkracht................................................................................................
Priester................................................................................................
Jeugdleider................................................................................................






KEN JE TAAL

Bekeren

Materiaal
Maak een aantal 'borden'. Aan de voorkant staan in zwarte letters dat wat men betreurt, wat men als niet goed ervaart. Bijvoorbeeld: RUZIE, PESTEN...
Zorg ook voor een aantal blanco 'borden', waar je met zwarte stift op schrijft wat de kinderen aanbrengen.
Kleurrijke stiften


Verloop
Toon een aantal borden aan de kinderen.
- Wat vinden jullie van wat op de borden staat?
- Zijn er nog dingen die jullie als niet goed ervaren?
Schrijf die op de blanco 'borden'.
Neem dan alle 'borden' in je hand en vraag aan de kinderen wat ze kunnen doen om wat met zwarte letters op het bord staan ongedaan te maken.
Keer het 'bord' om en schrijf in fel gekleurde letters hoe het anders kan. Bijvoorbeeld: VRIENDSCHAP, VREDE...
Sta hierbij stil bij de handeling die je zelf doet: je keert het bordje om. Zich bekeren gelijkt op: het bordje omkeren zodat men de levenswijze die men afkeurt, de rug toekeert.
Bespreek met de kinderen alle andere bordjes en zoek met hen hoe het anders kan als men zich bekeert.



Keer je om

C. LETERME in Samuel - plus, uitgeverij Averbode 2007, nummer 3

Vooraf
Zorg voor zes gelijkzijdige driehoeken in geel karton (of tekenpapier)
Leg drie driehoeken met de punt omhoog. Teken bovenaan in de punt een sterretje.
Leg drie driehoeken met de punt omlaag. Teken bovenaan in het midden van de zijde een sterretje.
Zorg voor plaklint of zes magneten.


Verloop
Laat een paar kinderen naar voren komen.
Zeg dat ze in een bepaalde richting moeten gaan (bv. naar de deur).
Terwijl ze op weg zijn naar de deur, roep je ze toe: Keer je om'.

Noteer op een flap / een bord het woord 'omkeren'.
Vraag aan de kinderen die naar de deur gingen en zich moesten omkeren wat ze toen dachten.
(bv. 'de begeleider is vergeten iets te zeggen'; 'ik zal een andere opdracht krijgen' of....)
Vraag daarna aan de kinderen wat ze dachten toen ze hun blad moesten omkeren
(bv. 'we zullen iets nieuws doen'; 'we zullen eerst een andere oefening maken' ...)
Noteer rond het woord 'OMKEREN' de belangrijkste woorden die de kinderen hebben vermeld. B.v. ANDERS, NIEUW, ... (woorden van die strekking)

Zoek met de kinderen naar zes verschillende terreinen waarbij men zich zou kunnen bekeren.
(b.v. thuis; school; jeugdbeweging; parochie; sportactiviteit; muziekschool ... of andere)
Verdeel de groep in zes groepjes. Elke groep krijgt een ander terrein. In de groepjes zoeken de kinderen twee punten waarbij men tot 'bekering' kan komen.

De kinderen noteren wat ze gevonden hebben op de gele driehoek die ze gekregen hebben. Ze houden die driehoek zo dat het sterretje bovenaan staat.
Ga hierbij van groep tot groep.
Omdat je als begeleider een zicht hebt op wat de kinderen voorstellen, kun je ze stimuleren om verder te zoeken wanneer je merkt dat de meeste voorstellen in dezelfde richting gaan.

Breng dan de zes driehoeken aan op bord met de tekst naar het bord gericht of leg ze met de tekst onderaan op de grond. Schik ze zo dat je er een ster mee bekomt. Draai dan twee van de zes 'driehoeken' om. Een kind van de groep die de tekst geschreven heeft, leest die voor. Spreek af met de kinderen dat dit de aandachtspunten worden voor de 2e week van de advent. De volgende twee weken doe je hetzelfde met de andere driehoeken van de ster.





DOEN

Verander!

Materiaal
. Tijdschriften, kranten.
. Lijm, flap /groot papier of blanco papieren (om er een plakboek van te maken)


Verloop
'Mensen willen dat de wereld verandert. Ze willen:
Vrede
Herverdeling van rijkdom
Vergeving van fouten
Respect voor mensen en hun bezit
Respect voor de natuur
Rechtvaardigheid
Vrijheid'


Bespreek dit met de kinderen:
- Wat houdt dit in?
- Ken je mensen die daarvoor opkomen?

Daarna schikken ze elk voor zich die waarden in de volgorde die ze voor hen hebben. Eerst komt de belangrijkste, daarna komt de tweede belangrijkste ...
Kinderen die dezelfde waarde als belangrijkste hebben, vormen een groepje dat daarna in kranten of op het internet op zoek gaat naar acties die met die waarde overeenkomen.

Bijvoorbeeld:
als hun belangrijkste waarde respect voor de natuur is, gaan ze op zoek naar organisaties die opkomen voor het milieu, voor dierenbescherming....

Ze knippen foto's of teksten van zo'n actie uit en maken er een collage of een plakboek van.
Als ze geen goede actie vinden, kunnen ze zelf iets ondernemen met hun vrienden.







BIDDEN / MEDITEREN

Een mini-meditatiemoment

De kinderen zoeken in de ruimte een plekje dat voor hen een stukje ‘woestijn’ is, een plaats waar ze stil kunnen zitten en even nadenken.
Of,
laat de kinderen heel zachte muziek horen zodat ze het stil kunnen maken in zichzelf. Als het weer en de omgeving het toelaten, kun je ze ook even buiten de ruimte laten gaan om een eigen ‘woestijn’-plekje op te zoeken.
Laat ze een hele poos nadenken over hoe ze zich het best kunnen voorbereiden op Kerstmis (niet: welke geschenkjes geef ik …, maar: Hoe zal ik mij bekeren? Wat kan ik voor een ander doen?…)

Daarna zeggen de kinderen wat ze bedacht hebben.
Bespreek kort of ze daar nu al iets van doen.

Eventueel: geef elk kind een kaartje. Daarop schrijven ze welk gedrag ze van zichzelf niet goed vinden. Laat ze dan het kaartje omkeren (vgl. met bekeren) om erop te schrijven hoe het beter kan.



Meditatietekst

Zoals Johannes de doper
Uit: Waar ben je te vinden, adventsbezinning '90 - Kipdorp

Er zijn er niet zoveel
als Jan de doper
die de woestijn aandurven:
de stilte, het alleen staan
en het dorre eenzaam vechten
met de diepste levensvraag:
wat ga ik van mijn leven maken?
God, wat wil je dat ik doe?

Er zijn er niet zoveel
die na de eigen ommekeer
ook ommekeer bij anderen gaan vragen,
en blijven doorgaan,
ook al gaat hun roep verloren
in woestijnen van onbegrip.
met de diepste levensvraag

Er zijn er niet zoveel
als Jan de doper,
zo gelouterd, zuiver van bedoeling
dat het waar was wat hij zei:
ik doe het niet voor mezelf.
Het gaat om Hem die na mij komt.
Het gaat om beter leven met allen.

Van die mensen zegt Marcus:
Hier begint het goede nieuws
van Jezus Christus
werkelijk te worden





Jongeren

ONDERZOEKEN

Een Messias voor iedereen

(Samuel 2007 nr 3, p. 6-7)

Palestina, het land waar Jezus leefde, was in zijn tijd bezet door de Romeinen (net zoals onze streken toen). Hoewel er geen oorlog meer was, was de situatie verre van rooskleurig! De Joden mochten hun
godsdienstige leiders (de hogepriesters Annas en Kajafas) behouden, maar hun macht werd sterk beperkt. Voor de rest waren de meningen erg verdeeld.

Sommige mensen werkten mee met de Romeinen:

A
De tollenaars, zoals Zacheüs, haalden belastingen op voor de Romeinen. Ze mochten meer vragen om zo zelf een loon over te houden. Sommigen misbruikten die mogelijkheid om zichzelf te verrijken.

B
De sadduceeën waren een groep mensen die sterk gekant waren tegen vernieuwingen. Ze dachten dat hun rijkdom het bewijs was dat ze goede mensen waren. Ze lieten de politieke en economische situatie daarom zoals hij was. De Romeinen waren hen eerder goedgezind.


Andere groepen mensen wilden de Romeinen verdrijven uit hun land:

C
De zeloten ( waren fel tegen de Romeinse bezetting en organiseerden het verzet.

D
De essenen, een andere godsdienstige groep, leefde teruggetrokken in de woestijn. Net zoals monniken bestudeerden zij de Bijbel en schreven hem over, zij baden, werkten op het veld, en namen veel reinigende baden. Maar zij waren klaar om oorlog te voeren om zo hun land te bevrijden.


Heel wat joden waren daar eigenlijk niet zo mee bezig:

D
De voornaamste zorg van de meeste joden was om elke dag aan voldoende eten te komen.



Alle Joden verwachtten een Messias, een redder. ‘Hij zal komen’, staat in de Bijbel!
Maar iedereen droomde van een ander soort Messias, volgens zijn eigen dromen …
Zoek op wie wat droomde?

1.
Hij zal alle Romeinen doden!

2.
Dankzij Hem zullen we elke dag te eten hebben.

3.
Hij zal ons land nog rijker maken!

4.
De Messias zal de wereld reinigen.

5.
De Redder zal ons zeggen dat wij volmaakt zijn en dat Hij de anderen zal straffen …



Correctiesleutel
(Oplossing: A3, B5, C1, D4, E2)





Overwegingen

Frans Mistiaen sj

Bekeer u!

Bekering betekent de dagelijkse aandacht van ons leven
meer keren in drie richtingen,
drie prioriteiten weer centraal stellen:
God, onze eigen eerlijkheid en onze hulp aan de zwakkeren.

Eerst en vooral een ommekeer, weg van onze zelfingenomenheid,
meer naar God toe.
Een verbondenheid dus,
meer met Diegene die ons het echte leven brengt,
dan met de afgoden die bij ons stilaan zijn binnengeslopen.
Johannes wordt voorgesteld als de ‘nieuwe Elia’,
de grote profeet die erin geslaagd was
het Joodse volk terug te brengen van de afgoderij aan Baäl
naar het geloof in de ware God.
Welke zijn dan in onze tijd de moderne afgoden,
die in ons leven zijn binnengeslopen,
en waarvan Johannes ons vandaag wil bevrijden?
Heden ten dage is dat misschien wel
onze overdreven zucht naar onafhankelijkheid en vrijheid.
Op zichzelf zeker een goede eigenschap, maar wij kunnen
de zucht naar autonomie zo gaan overdrijven,
dat die eigen vrijheid een absolute must wordt, een afgod, en dus
een hinderpaal om de trouwe samenhorigheid te beleven
met diegenen die ons graag zien.
Een andere moderne afgod is wellicht het overbenadrukken
van onze eigen rechten, zonder aandacht
voor de plichten of de verantwoordelijkheid die wij hebben
tegenover diegenen met wie wij dagelijks samenwerken.
Of misschien het moderne “doemdenken”,
een gedachtenstroom die op voorhand niet wil aanvaarden
dat er in onze wereld een diepere zin en eenheid zou kunnen bestaan,
maar die zegt zeker te zijn is dat alles zal verdwijnen in het niets.
Van die moderne afgoden wil Johannes ons bevrijden
en hij wil ons terugbrengen naar de enig ware God van ons leven:
naar Diegene die ons telkens opnieuw hoopvol op weg zet
om onze aarde mee om te vormen tot een rijk
waar mensen samenleven in grotere gerechtigheid en vrede.
Wij worden uitgenodigd van ons hart weer een woning te maken
waar die God een ereplaats krijgt.
In de Adventstijd zullen wij dus weer proberen
wat meer tijd te maken voor gebed en evangelielezing,
voor bezinning en overleg met onze God
over de belangrijke beslissingen en opties van ons leven.

Bekering betekent ten tweede
een ommekeer weg van onze leugenachtigheid
terug naar meer eerlijkheid over en in onszelf.
Johannes roept ons op
onze innerlijke kronkelpaden recht te trekken,
de dubbelzinnigheden en de compromissen op te heffen
waarin wij ons de laatste tijd hebben gekronkeld
om ons tweeslachtig gedrag te verrechtvaardigen.
Er komen namelijk wel eens periodes in een mensenleven
waarin men verlangt te proeven van alle mogelijke ervaringen
en dan nog wel terzelfder tijd.
Maar dit leidt onvermijdelijk tot illusies,
tot hypocrisie en tot dubbelzinnigheden.

Johannes herinnert er ons aan
dat een hiërarchie van waarden levensnoodzakelijk is;
dat er dingen in ons leven van allereerste prioriteit zijn,
andere een secundair belang hebben
en nog andere duidelijk bijkomstig blijven.
Wat allerbelangrijkst is, verdient dan ook de meeste tijd en energie:
de liefde in ons gezin, de aandacht voor de kinderen,
de edelmoedige en eerlijke inzet voor ons beroep.
En daarvoor moet desnoods wijken wat secundair is,
onze ontspanning,
of wat duidelijk bijkomstig is, onze individuele pleziertjes.
Alles samen willen beleven en met even grote intensiteit
brengt ons tot dubbelzinnigheid en huichelarij.
Neen, echt leven vraagt keuzes, dus mét prioriteiten en mét grenzen.
Advent is de tijd om onze belangrijke levenskeuzes te vernieuwen,
zodat wij opnieuw gaan handelen
in grotere echtheid en eerlijkheid met onszelf.

Bekering betekent te derde
een ommekeer weg van onze zelfzucht, meer naar de anderen toe.
Johannes roept ons op
goede vruchten van dienstbaarheid voort te brengen.
Dit is de tijd om nieuwe kansen te geven aan armen en kleineren,
om te delen met de zwakkeren uit onze buurt.
Wij zullen Gods paden recht maken als wij opnieuw durven
rechtvaardig zijn, ook tegenover de geringen, diegenen
die weinig kunnen laten gelden om hun rechten te verdedigen.
Dit is de tijd om de mensennood te lenigen
van wie aan de rand gesukkeld is.
In de Advent zal ‘Welzijnszorg’ onze hulp nodig hebben.
Hoe zou God mens kunnen worden onder ons,
als wijzelf niet méér mens worden voor elkaar?

Dit is de bekering, de innerlijke verandering
waartoe Johannes ons vandaag oproept:
ommekeer tot God, ommekeer tot eerlijkheid in onszelf,
ommekeer tot de zwakkeren in onze buurt.
Wij weten het op voorhand: de vreugde van Kerstmis wordt ervaren
door diegenen die zich in deze adventsweken voorbereiden,
niet alleen op een feest van geschenken en lichtjes, maar vooral
op een viering waar de Liefde weer mag geboren worden,
op de eerste plaats in ons eigen hart, en dus ook in onze wereld.



Ons bekeren tot nieuwe echtheid

‘Bekering’ betekent ten eerste:
een ommekeer, weg van onze zelfingenomenheid,
meer naar God toe.
Een grotere verbondenheid dus
met de echte Levenbrenger van ons bestaan.
Want er zijn afgoden in ons leven binnengeslopen.

Welke zouden de valse goden zijn
die wij in onze tijd nalopen?
Onze overdreven zucht naar onafhankelijkheid misschien.
Of het overdreven benadrukken van onze rechten.
Of soms zelfs dat doemdenken dat de twijfel koestert
en in onze tijd elke diepere zin en eenheid
op voorhand wil uitsluiten.
Johannes wil ons terugbrengen, weg van onze moderne afgoden,
naar een nieuwe verbondenheid
met de enige, de echte God van ons leven.

Wij worden dus uitgenodigd van ons hart
weer een woning te maken waar Hij een ereplaats krijgt.
In de Adventstijd zullen wij weer proberen
wat meer tijd te maken voor gebed en evangelielezing,
voor bezinning en overleg met God
over de belangrijke beslissingen van ons leven.

‘Bekering’ betekent ten tweede:
een ommekeer, weg van onze innerlijke gespletenheid,
meer naar onze eigen echtheid toe.
Johannes roept ons op
onze innerlijke kronkelpaden recht te trekken,
de dubbelzinnigheden en de compromissen op te heffen
waarin wij ons hebben gekronkeld
om ons gedrag te rechtvaardigen,.
Hij nodigt ons uit terug te durven keren
naar eerlijkheid over en in onszelf.
Alles willen beleven en dan nog wel terzelfder tijd, is een illusie.
Neen, in het leven zijn sommige dingen van allereerste prioriteit,
andere die een secundair belang hebben
en nog andere die duidelijk bijkomstig zijn.
Wat allerbelangrijkst is, verdient dan ook de meeste tijd en energie:
de liefde in ons gezin, de aandacht voor de kinderen,
de edelmoedige inzet voor ons beroep.
En daarvoor moet desnoods wijken wat secundair is:
onze ontspanning en individuele pleziertjes.
Met een even grote intensiteit alle soorten ervaringen
samen willen beleven, brengt ons onvermijdelijk
tot chaos, hypocrisie en dubbelzinnigheden.
Echt leven vraagt voortdurend keuzes
en dat betekent “prioriteiten stellen” en “grenzen aanvaarden”.

Advent is de tijd
om onze fundamentele levenskeuzes te vernieuwen,
zodat wij opnieuw gaan leven
in grotere echtheid en eerlijkheid met onszelf.

‘Bekering’ betekent ten derde:
een ommekeer weg van onze zelfzucht,
meer naar de echte anderen toe, naar onze heel concrete naasten.
Dit is de tijd om nieuwe kansen te geven aan armen en kleineren,
om te delen met de zwakkeren uit onze buurt.
Hoe zou God mens kunnen worden onder ons,
als wijzelf niet méér mens worden voor elkaar?
Wij zullen Gods paden recht maken
als wij opnieuw durven rechtvaardig zijn,
ook tegenover de geringen, ook tegenover diegenen
die weinig kunnen laten gelden om zich te verdedigen.
Dit is de tijd om de mensennood te lenigen
van diegenen die aan de rand gesukkeld zijn.
In de Advent zal "Welzijnszorg" onze hulp nodig hebben,
om samen “de armoede weg te werken”.




Marc Gallant, monnik te Orval

Overweging 1

Bekering is de voortdurende invraagstelling om zich in waarheid tegenover God te plaatsen.

De eerste bekoring van de mens, is zich naar zichzelf toe te keren in plaats van naar God. De mens is wel geen zonnebloem, maar uiteraard een zich naar God wendende ‘godsbloem’. Wanneer Jezus zegt: 'Wie het rijk van God niet ontvangt als een kind, zal het beslist niet binnengaan” (Marcus 10,15), drukt Hij de houding uit van ‘ommekeer’, 'bekering'. Om te overleven is een kind totaal afhankelijk van zijn ouders. Tegenover God staan we in totale afhankelijkheid. Alles wat we zijn hebben we gratis van Hem gekregen, te beginnen met onze vrijheid die ons maakt tot zijn beeld.
Genade is nooit een beloning voor een verdienste. Het vraagt een héle ommekeer om dat werkelijk te geloven. Die bekering ligt aan de basis van een echte godsontmoeting. Op een of andere manier zit het in ons ingebakken dat we iets krijgen omdat we dat verdiend hebben, omdat we daar recht op hebben. Niets kan duidelijker maken dat het vertrekpunt bij de ander ligt, en niet bij ons, dan wanneer iets gratuit is en geen beloning. Gratuïteit wendt ons naar de gevende bron. Bekering is bewust aanvaarden alles van God te ontvangen.
Bekering maakt een mens dan ook vrij om zijn antwoord vanuit dezelfde houding te formuleren. Zijn antwoord, zijn inzet, is niet bedoeld om iets af te kopen. Gratuïteit roept vrijheid op: het gaat om een keuze die met liefde te maken heeft. We moeten als mens opgeven om God te willen inhalen met onze liefde. God is altijd eerst en die plaats staat Hij nooit af. Onze liefde is steeds wederliefde, vreugde voor de gaven die Hij ons in handen geeft.

De bekering, dit ons steeds weer, als een ‘godsbloem’, naar God wenden, is het startpunt dat ons voorbereidt op de komst van Jezus. Hij komt ons melden dat God liefde is, Gratuïteit. Buiten die houding vallen we steeds terug in egocentrische zelfgenoegzaamheid waar God de toeschouwer van mag zijn.



Overweging 2

Elia had een dubbele bekering nodig. Hij was keihard begonnen met, in naam van God, 450 profeten van Baal de keel over te snijden (1 Koningen 18,22;40). Maar hij had daarna moeten leren dat God niet is “in de storm die de bergen splijt en de rotsen breekt, noch in de aardbeving, noch in het vuur, maar in de bries van een fijne stilte” (1 Koningen 19, 11-13). Hij moet zich eerst bekeren tot die stilte, en er het hart van zijn wezen terugvinden, om zich te keren tot God die hem dan een zending kan geven, zodat hij moet terugkeren langs dezelfde weg van waar hij gekomen was (1 Koningen 19, 15-17). In die tweede bekering gaat men dezelfde weg, maar men doet het anders, nu men gekeerd is tot God in plaats van tot zichzelf.

De bekering die Johannes de Doper verkondigt is ook dubbel voor de mensen van onze tijd. In een levenscontext van lawaai, gejaagdheid, stress en angst, verliezen vele mensen de kern van hun ‘zelf’. De verslaafdheid aan de media werkt centrifugerend, doet leven buiten zichzelf en ledigt de mens van zichzelf. De stilte wordt dan reden tot paniek omdat ze in de schrikwekkende leegte van zichzelf doet vallen. Zo eindigt men met zichzelf te onderschatten en te misprijzen, alle zelfzekerheid te verliezen en zich niet meer beminnenswaardig te achten. Stress en depressie staan voor de deur.
Dan doet de nood zich voelen tot een eerste ‘bekering’, waar men zichzelf kan terugvinden, waar men kan komen tot zijn echte ‘zelf’. Daarom voelen velen zich aangetrokken tot de stilte en de sereniteit buiten het levensgewoel. Zij gebruiken middelen die daartoe kunnen helpen: yoga, zen, meditatietechnieken, jogging, sport, zwemmen ... Maar men moet eerst tot zichzelf te komen als volwaardig persoon om zich tot God te kunnen wenden. Niet zonder reden zegt sint-Bernardus dat de eerste graad van de liefde tot God erin bestaat zichzelf te beminnen: zich te erkennen als een beminnenswaardig persoon, want bemind door God zelf.
Na zich eerst tot zichzelf gekeerd te hebben en zijn diepste zelf gevonden te hebben, kan men zich nu vanuit zichzelf naar God toekeren. Meer geen enkele techniek geeft ons toegang. Onze technieken van relaxatie en concentratie brengen ons enkel tot de drempel van de ontmoeting. Ze laten ons toe ons beter te zien in onze toestand van vrije en verantwoordelijke wezens, maar ook in de precariteit van onze beperkingen en leven buiten God. En zo brengen ze ons tot de mogelijkheid een stap te zetten naar de tweede bekering. Dat is de bekering waar het evangelie over spreekt.

Twee Griekse werkwoorden drukken er deze bekering uit: “metanoiein” - veranderen van mentaliteit, en “epistrefein” - rechtsomkeer maken, van richting veranderen, een nieuwe weg opgaan. Ze drukken een radicale verandering uit van de relatie God-mens et mens-God. “Het is voortaan leven met de voeten in de hemel en het hoofd op aarde”, zegt de heilige Bernardus: alles beleven vanuit Gods standpunt. Al onze vitale krachten zijn nu naar God gekeerd en door Hem omgeven. Het hart ziet God in een nieuw licht. Het keert zich tot God als tot iemand die liefde is. Wanneer Jezus roept om Hem te volgen verandert die persoonlijke relatie heel het leven. Kortom, de bekering doet leven in het licht van een intieme ontmoeting waar men zich voorgoed bemind weet. De bekering zal dan ook een durende groei betekenen: “Onze innerlijke mens vernieuwt zich van dag tot dag” (2 Korintiërs 4,16).