Loading...
 

De opvolger van Petrus deel II

Petrus, een kei van een man

Wie is Petrus?

Materiaal
- Werkblad 1

Informeer bij de kinderen of ze weten wie Petrus was.
Indien ze dat niet weten of vergeten zijn, kun je ze zeggen dat Petrus een leerling van Jezus was.
Over hem wordt geschreven in het Nieuwe Testament. Bezorg de kinderen werkblad 1, waar ze teksten vinden uit het nieuwe Testament, waar ze informatie vinden over Petrus. Daarin onderlijnen ze de woorden die informatie geven over Petrus.

Op een dag liep Jezus langs het meer van Galilea. Daar zag Hij twee broers: Simon, die later Petrus genoemd werd, en Andreas. Ze wierpen hun net uit in het meer, want het waren vissers. Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg Me, Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem.
Matteüs 4, 18-20

‘Maar jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ vroeg Jezus toen. Simon Petrus zei: ‘Jij bent de Christus, de Zoon van de levende God.’ Jezus zei: ‘Je bent een gelukkig mens Simon, zoon van Jona, want dit heb je niet gehoord van een mens, maar van mijn Vader in de hemel. Van jou zeg Ik: jij bent Petrus, een rots! Op die rots zal Ik mijn Kerk bouwen.
Matteüs 16, 15-18a

Toen stond Jezus van tafel op, trok zijn bovenkleren uit en bond een linnen doek om zijn middel als een schort. Dan vulde Hij een kom met water en begon de voeten van zijn vrienden te wassen. Daarna droogde Hij ze af met de doek om zijn middel. Zo kwam Hij bij Petrus. 'Heer, ga Jij mijn voeten wassen? vroeg Petrus. 'Wat Ik doe kun je nu niet begrijpen,' zei Jezus, 'later zul je dat wel kunnen.' Maar Petrus zei: 'Nooit of nooit zul Je mijn voeten wassen! Je bent toch geen knecht!' Toen zei Jezus: 'Als Ik je voeten niet mag wassen, dan kun je mijn vriend niet meer zijn.' 'Heer, was dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd' zei Petrus. Maar Jezus zei: 'Als je een bad heb genomen, ben je eigenlijk al helemaal zuiver, behalve je voeten, want daarmee ging je door het stof.'
Johannes 13, 4-10

Vanuit de synagoge ging Jezus samen met Simon, Andreas, Jakobus en Johannes naar het huis van Simon en Andreas. Daar lag de schoonmoeder van Simon met hoge koorts in bed. Ze zeiden tegen Jezus: ‘Jezus, de schoonmoeder van Simon heeft veel koorts.
Ze ligt in bed’ Toen Jezus dat hoorde, ging Hij naar haar toe. Hij nam haar bij de hand en hielp haar opstaan. De koorts verdween en ze bediende hen.

Marcus 1, 29-30

Petrus was:
- een visser.
- getrouwd.
- impulsief
- Jezus vond hem betrouwbaar
- Zijn naam was ‘Simon’, maar Jezus noemde hem Petrus, rots, want Jezus vond hem een kei van een man



De sterkte van een rots

Materiaal
- twee diepe borden
- hoeveelheid zand, een steen of een kei
- twee potloden
- gieter / fles met water


Neem twee diepe borden. In het ene bord leg je een hoopje zand, in het andere een steen. Op het zand en de steen leg je een potlood of een ander voorwerp. Giet nadien voorzichtig een glas water op het zand en de steen.
Wat zie je?
Bespreek: op welke grond kun je best bouwen?

Zet de twee borden in twee uithoeken van de klas. De kinderen staan in het midden van het lokaal.
Lees de volgende situaties voor:

. Nathalie bereidt zich voor op haar eerste communie. Ze kijkt de hele avond tv. Gisteren beloofde ze haar jongere broertje om met hem te spelen.

. Janne hoort over Jezus vertellen. Wanneer Kobe van de andere klas op de grond valt, is ze de eerste om hem terug recht te helpen.

. Michael zit in de derde klas. Hij krijgt een goede waardering voor ‘godsdienst’. Als hij thuis is speelt hij altijd in zijn eentje videospelletjes.

. Boris heeft het moeilijk om de verhalen over Jezus na te vertellen. Als hij thuis komt helpt hij zijn moeder bij het klaarmaken van het eten.

. Sofie heeft al driemaal haar kinderbijbel uitgelezen. Als ze hoort dat iemand van de klas ziek is, telefoneert ze nog diezelfde dag om te vragen hoe het gaat.

. Thomas is zondag naar de mis geweest. Hij hoort een verhaal over een vader die zijn zoon vergeeft. Als Thomas terug op school is, kan hij de vriend die van hem kwaad heeft gesproken niet vergeven, zelfs al zei die dat het hem speet.

Vinden de kinderen dat de personages een voorbeeld zijn van ‘rots’, dan gaan ze bij het bord met de steen staan. Is de situatie een voorbeeld van ‘zand’, dan gaan ze bij het bord met zand staan.
(ZAND: Nathalie, Michaël, Thomas; ROTS: Janne, Boris, Sofie)



Petrus, de rots

Materiaal
- een aantal bladen geknipt in de vorm van een rotsblok
- Werkblad 2 of blanco bladen waarop je telkens een kei tekent of net zoveel platte keien als er kinderen zijn.


Vertel het verhaal van Jezus en Petrus (Matteüs 16, 13-20).

Bespreek: Hoe kunnen wij volgens Jezus in iets een kei zijn?
Noteer de antwoorden op een getekende rotsblok.

Het antwoord dat de kinderen voor zichzelf het meest van toepassing vinden, schrijven ze op een platte kei of op een getekende kei die ze nadien uitknippen en schikken rond het woord Petrus.





Petrus en Rome

Waarom woont de paus in Rome?

Materiaal
- Werkblad 3


Actuele beelden zie je elk jaar op tv, n.a.v. de kruisweg die de paus doet in het Colosseum en de zegen ‘urbi et orbi op Kerstmis en Pasen vanaf het balkon van de Sint-Pieterskerk.

Bekijk op ‘https://www.youtube.com/watch?v=HkpEbDiSZxQ’ de beelden van de laatste keer dat paus Franciscus de zegen ‘urbi en orbi’ gaf vanaf het balkon van de Sint-Pieterskerk te Rome.

Ga dan met zevenmijlslaarsen terug in de tijd ... Maak hierbij gebruik van de tekst op het werkblad 3.


Nadien lezen de kinderen deze tekst heel aandachtig.
Je kunt ze testen met de meerkeuzevragen.

Oplossing van de meerkeuzevragen:
. Petrus was de eerste ... paus
. Het graf van Petrus ligt ... onder de Sint-Pietersbasiliek
. Catacomben zijn ... onderaardse begraafplaatsen
. Een martelaar is iemand die ... getuigt van zijn geloof
. Het Colosseum is een ... gebouw waarin spelen georganiseerd werden
. De sint-Pietersbasiliek is een kerk, gebouwd op de plaats waar ... Petrus begraven is.
. Christenen zijn mensen die ... Jezus willen volgen
. Palestina is het land waar ... Jezus en Petrus woonden
. De keizer was een ... machtig heerser



Besluit

De paus woont in Rome omdat hij de opvolger van Petrus is, die in de 1e eeuw de leider was van de eerste christenen in Rome.
Veel plaatsen in Rome herinneren nog aan de eerste eeuwen van het christendom:
oa. de catacomben, het Colosseum, de Sint-Pietersbasiliek gebouwd op het graf van Petrus.





Hoe wordt men paus?

Leren voor paus?

Materiaal
- Werkblad 4 (woordkaarten)
- Werkblad 5 (invulblad: verkiezing van een paus)


Kan men leren voor paus?
De kinderen denken na over de vraag: kan men leren voor paus?

Vertel in dialoog met de kinderen hoe een paus verkozen wordt.
Gebruik hierbij de volgende woorden als staakwoorden:
dood, begraven, kardinalen, kapel, stembriefjes, zwart, wit, klokken, Habemus papam, zegen.
Telkens je één van die woorden gebruikt, laat je de daarbij passende woordkaart zien.
Illustreer je verhaal met foto’s over:
de rook uit de schouw, Sint-Pietersbasiliek, de zegenende paus.


Maak voor jezelf gebruik van de volgende informatie:

Als een paus sterft, neemt de groep (college) van kardinalen het bestuur van de Kerk en Vaticaanstad in handen. De kardinaal-schatbewaarder van het Vaticaan (camerlengo), zorgt dan voor de goederen en rechten van de Heilige Stoel tot een nieuwe paus gekozen is.

De paus wordt na zijn dood enige dagen opgebaard. Tijdens de dienst ligt op de kist van de overleden paus een evangelieboek, basis van het christelijk geloof. Naast de kist staat een paaskaars, symbool van de verrijzenis. De aanwezige kardinalen en bisschoppen zijn gekleed met een rood kazuifel, de kleur bij de begrafenis van een overleden paus.

Binnen de tien dagen na het overlijden van de paus worden de kardinalen bijeengeroepen voor een vergadering (conclaaf) in de Sixtijnse kapel. Kardinalen die nog geen tachtig jaar zijn kiezen dan onder hen de nieuwe paus. Zolang er geen nieuwe paus gekozen is, mogen ze geen contact hebben met de buitenwereld. Dat komt omdat er in de geschiedenis vaak veel druk van buitenaf uitgeoefend werd op de keuze van een paus en om de duur van een verkiezing te beperken. Om alle mogelijke lekken te vermijden, controleren twee technici voor de aanvang van de bijeenkomst grondig de Sixtijnse Kapel om te zien of er nergens afluisterapparatuur is.

De kardinalen beginnen de verkiezing met een eucharistieviering ter ere van de Heilige Geest die ze vragen om een goede keuze te maken. Daarna wordt geloot wie de stemmen verzamelt, wie de stemmen telt en wie die resultaten controleert. Alles gebeurt in stilte. Tijdens het concaaf worden geen verkiezingstoespraken gehouden. Men bidt wel om een zo goed mogelijke keuze te maken. Er worden blanco stemformulieren gemaakt en verspreid. Wanneer een kardinaal de naam van zijn kandidaat op het formulier heeft opgeschreven, steekt hij dat in een stembus. Als alle kardinalen zo gestemd hebben, worden die stemmen geteld en voorgelezen. Als twee kardinalen evenveel stemmen kregen, stemt men opnieuw.

Na elke telling, worden de stemformulieren / stembriefjes en alle andere geschreven documenten verbrand in een kachel. Als een stemronde geen paus oplevert, wordt er nat stro mee verbrand samen met een chemische stof, zodat er zwarte rook uit de schoorsteen komt. Is er een paus, dan worden in het kacheltje van de Sixtijnse Kapel alleen de stembiljetten verbrand, en is er witte rook. Die rook is tijdens het conclaaf de enige vorm van communicatie met de buitenwereld. De witte rook is het teken dat er een paus is gekozen. Om alle twijfel hierover uit de weg te helpen, worden ook de klokken geluid.

Normaal wordt iemand paus als men twee-derde plus één stem op hem heeft uitgebracht. Maar als er na 12-13 dagen nog geen kandidaat is gevonden, kiezen de kardinalen een paus bij meerderheid van stemmen.

Als er een kardinaal tot paus is gekozen, vraagt men hem of hij met de keuze akkoord gaat. Als hij de keuze aanvaardt, vraagt men hem onder welke naam hij paus wil zijn.

De oudste kardinaal is de eerste om de nieuwe paus te feliciteren. Daarna gaat hij naar het balkon boven de hoofdingang van de Sint-Pietersbasiliek om aan de gelovigen te zeggen: ‘Habemus papam’ (= ‘We hebben een paus!’). Daarna komt de nieuwe paus op het balkon en zegent de aanwezigen.


Nadien vullen de kinderen werkblad 4 in. (Juiste volgorde van de woorden: dood, begraven, kardinalen, kapel, stembriefjes, zwart, wit, klokken, Habemus papam, zegen)



Waar of niet waar?

Sluit deze activiteit af met de volgende stellingen:

StellingenWaar Niet waar
Pausen worden begraven in Jeruzalem. X
Pausen worden dicht bij het graf van Petrus begraven. X
Kardinalen mogen een gsm gebruiken als ze een nieuwe paus kiezen. X
Als een paus gekozen is, zegt de oudste kardinaal: ‘Wij hebben een paus.’ X
Alle stembriefjes die gebruikt worden bij de verkiezing van een paus, worden verbrand. X
Als een paus gekozen wordt is de rook uit de schoorsteen zwart. X
Petrus was de derde paus. X
Als een paus gekozen is, is de rook uit de schoorsteen wit. X
De nieuwe paus zegent de gelovigen van op het balkon van de sint-Pietersbasiliek X
Als de nieuwe paus gekozen is, worden de klokken geluid. X






De nieuwe opvolger van Petrus

Een nieuwe naam

Spreek met de kinderen over de naam die ze hebben.
. Is dat een mooie naam?
. Weet je waarom je ouders voor die naam kozen?
. Mocht je voor jezelf een nieuwe naam kiezen … welke naam zou je dan kiezen en waarom?

Als een kardinaal tot paus wordt gekozen, dan kiest hij een nieuwe naam.
In die naam zit een opdracht, want de paus wil zich laten inspireren door de heilige(n) die ook deze naam had(den).
Zo inspireerde paus Franciscus zich aan de heilige Franciscus van Assisi, die heel eenvoudig leefde en veel aandacht had voor de armen.
Paus Paulus VI inspireerde zich aan de apostel Paulus die veel aandacht had voor de mensen overal in de wereld toen hij leefde.
Paus Johannes XXIII inspireerde zich aan de evangelist Johannes die in zijn brieven veel aandacht had voor de liefde.
En paus Johannes Paulus I, die liet zich inspireren door zowel Paulus als Johannes.



Een nieuw cijfer na de naam

Na de naam van een paus staat meestal ook een Romeins cijfer. Dit getal geeft aan hoeveel pausen die naam eerder hebben gekozen.
Kunnen de kinderen de Romeinse cijfers ontcijferen?
Tussen haakjes staat iets wat je eventueel aan de kinderen kunt vertellen.

Benedictus XVI(Die paus is de eerste paus die afgetreden is sinds 1415)
Johannes Paulus II (Die paus was meer dan 26 jaren paus. Hij kwam uit Polen)
Johannes Paulus I (Die paus is maar 33 dagen paus geweest)
Johannes XXIII (Die paus riep het tweede Vaticaans concilie bijeen, een belangrijke vergadering met heel veel bisschoppen onder de leiding van de paus)
Paulus VI(Die paus heeft nog een tiara gedragen, een hoofddeksel met drie kronen)
Pius X (Die paus liet de kinderen hun eerste communie doen als ze zeven jaar oud zijn)
Leo XIII (Die paus schreef de encycliek ‘Rerum Novarum’, die elk jaar herdacht wordt op O.H. Hemelvaart)



Bij de naam Franciscus staat geen getal, omdat dit de eerste keer was in tweeduizend jaar dat een paus voor de naam Franciscus koos. Mocht er een tweede paus komen die voor de naam Franciscus kiest, dat wordt hij paus Franciscus II en wordt de overleden paus Franciscus I genoemd.



Nieuwe kleren

Materiaal
- Werkblad 6
- Werkblad 7 (wapenschild)


Kardinalen dragen een rood kleed, of een zwart kleed met rode accenten.
Als een kardinaal tot paus gekozen wordt, krijgt hij de witte kleding van de paus. Kleermakers zorgen ervoor dat die kleding in drie maten klaar ligt zodat men die heel snel kan aanpassen.
Maar er is meer …


Typisch voor een paus is:
(maak gebruik van de foto’s op werkblad 7)

Kruisstaf
Die staf onderstreept de waardigheid van een paus. Het kruis verwijst naar Jezus Christus.

Pallium
Deze strook stof (5 cm breed) uit witte lamswol, wordt om de hals gedragen boven het kazuifel. Er zijn twee afhangende stroken, een naar voren en een naar achter. Op zes verschillende plaatsen zijn vierkante zwarte kruisjes geborduurd. Ieder jaar zegent de paus een aantal pallia die in een zilveren urne bewaard worden onder het hoofdaltaar van de Sint-Pietersbasiliek, boven het graf van Petrus. Zo wordt de verbondenheid met Petrus en zijn opvolgers duidelijk. Een pallium wordt alleen gedragen door een paus of een aartsbisschop.

Vissersring
Doorgaans staat op de pauselijke zegelring de afbeelding van de vissende Sint-Petrus. Na de dood van de paus wordt die ring met een zilveren hamertje vernietigd. Een gebruik uit de middeleeuwen, toen men zo’n ring gebruikte om officiële documenten te bezegelen. Men vernietigde het zegel om misbruiken na de dood van de paus te voorkomen.

Tiara/driekroon
Een tiara bestaat uit drie kronen boven elkaar, die symbool zijn voor de drie functies van de paus: priester, koning en leraar. De laatste paus die een tiara droeg was paus Paulus VI. Tijdens zijn pontificaat verkocht hij die ten voordele van de armen. Sindsdien dragen de pausen een mijter. Er is wel nog een tiara te zien op het wapenschild van het Vaticaan.

Wapenschild
Wie bisschop wordt, krijgt een wapenschild. Dit wapenschild wordt aangepast als die bisschop paus wordt. Wat zie je op het wapenschild van de paus?
. Een mijter met drie horizontale banden, die herinneren aan de vroegere tiara (drie kronen boven elkaar) die pausen droegen.
. Twee sleutels die herinneren aan Petrus die de sleutels van het rijk der hemelen kreeg van Jezus. (Matteüs 16, 19)
. Het schild van de kardinaal die paus geworden is
. Onderaan: voorstelling van het pallium.
. Helemaal onderaan: een wapenspreuk die beknopt zegt wat die paus belangrijk vindt.




Om af te sluiten:
Zoek één tot drie voorwerpen die iets over jou duidelijk maken.
Bijvoorbeeld: ster, roos, boom, zon, hart, passer, penseel, bezem, schaar ...
Met de gekozen voorwerpen zeg je iets wat je heel belangrijk vindt in je leven.
Schrijf dat in een paar woorden onder je wapenschild. (Werkblad 7)