Loading...
 

Deuteronomium 31, 1-8

2 C.Leterme Jordaan (2012) 755

Foto © Chantal Leterme (Jordaan - 2012)


…page…

Deuteronomium 31, 1-8: Afscheid van Mozes

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 307)

Mozes ging verder met zijn toespraak. Hij zei tegen de Israëlieten: ‘Ik ben nu 120 jaar oud. Ik kan jullie niet langer leiding geven. Bovendien heeft de Heer tegen mij gezegd dat ik de Jordaan niet mag oversteken.
De Heer, jullie God, zal zelf voor jullie uit gaan. Hij brengt jullie naar de overkant van de Jordaan. De volken die daar wonen, zal hij doden. Dan kunnen jullie het land in bezit nemen. En Jozua zal jullie leider zijn, zoals de Heer gezegd heeft.
De Heer zal de volken aan de overkant doden, en hun land verwoesten. Net zoals hij gedaan heeft met Sichon en Og, de koningen van de Amorieten. De Heer zal zorgen dat jullie die volken overwinnen. Jullie moeten al je vijanden doden.
Wees sterk en dapper. Jullie hoeven echt niet bang voor hen te zijn. Want de Heer, jullie God, zal jullie helpen. Hij blijft steeds bij jullie, hij zal jullie niet in de steek laten.’

Mozes riep Jozua bij zich. Alle Israëlieten waren erbij. Mozes zei tegen hem: ‘Jozua, wees sterk en dapper. Jij moet het volk naar het land brengen dat de Heer aan onze voorouders beloofd heeft. Onder jouw leiding zullen de Israëlieten het land in bezit nemen.
De Heer zal zelf met je meegaan. Hij zal je helpen. Hij blijft steeds bij je, hij zal je niet in de steek laten. Je hoeft echt niet bang te zijn.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Tot slot zei Mozes tegen Israël:
`Ik ben nu honderdtwintig jaar en kan bijna niets meer.
God heeft me ook gezegd: Jij komt de Jordaan niet over.
Maar God zal bij de overtocht voor jullie uitgaan;
Hij zal die volken voor jullie vernietigen,
zodat jullie hun land in bezit kunnen nemen.
Jozua zal bij de overtocht voor jullie uitgaan, zoals God gezegd heeft.
God zal hen vernietigen,
zoals Hij Sichon en Og, de koningen van de Amorieten,
en hun land heeft vernietigd.
En als God hen aan jullie overlevert,
moeten jullie met hen precies zo doen als ik jullie heb voorgeschreven.
Wees sterk en moedig, wees niet bang en heb geen schrik voor hen,
want God trekt zelf met u mee:
Hij geeft u niet prijs, Hij laat u niet in de steek.

Toen riep Mozes Jozua en in tegenwoordigheid van heel Israël en zei:
`Jozua, wees sterk en vol moed! Je zult dit volk in het land brengen,
dat God aan hun vaderen onder eed beloofd heeft:
jij zult hun dat land in bezit geven.
God gaat voor je uit, Hij zal met je zijn:
Hij geeft je niet prijs en laat je niet in de steek.
Wees dus niet bang of bevreesd.'



Stilstaan bij …

Jozua
(= God is redding)
Jozua was een zoon van Nun uit de stam Efraïm (één van de twee zonen van Jozef). Oorspronkelijk heette hij Hosea (= verlossing), maar Mozes breidde die naam uit tot 'Jehsoeja' (= de Heer is verlossing).
Jozua was de opvolger van Mozes. Onder zijn leiding trokken de Israëlieten het Beloofde Land binnen. Hij is de eerste die in het Beloofde Land een soort staat sticht waarbij de stammen op zichzelf blijven en alleen in tijden van nood bijeenkwamen onder een legeraanvoerder.