Exodus 14, 5-18

Exodus 14, 5-18: De farao blijft onverzettelijk

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 103-104)

Toen de farao en zijn dienaren hoorden dat de Israëlieten gevlucht waren, kregen ze spijt. Ze zeiden: ‘We hadden ze niet moeten laten gaan. Nu kunnen ze niet meer voor ons werken!’
De farao liet paarden voor zijn strijdwagen zetten en riep zijn soldaten bij elkaar. Hij nam de zeshonderd beste wagens van Egypte mee, en ook alle andere wagens. Op elke wagen zaten sterke soldaten. Toen ging de farao de Israëlieten achterna, die zonder angst vertrokken waren. Hij liet zich niet tegenhouden. Daar zorgde de Heer voor.
De farao achtervolgde de Israëlieten met al zijn paarden, wagens en soldaten. Bij de stad Pi-Hachirot haalde hij ze in. Daar hadden ze hun tenten neergezet, tegenover de stad Baäl-Sefon, vlak bij de Rietzee.

De Israëlieten zagen de farao aankomen, met zijn hele leger. Ze werden doodsbang en smeekten de Heer om hulp. En tegen Mozes zeiden ze: ‘Waarom hebt u ons meegenomen uit Egypte? Om hier in de woestijn te sterven? Omdat er in Egypte geen plaats was om ons te begraven? In Egypte zeiden we al dat u ons met rust moest laten. We zijn nog liever slaaf in Egypte, dan dat we sterven in de woestijn!’
Maar Mozes zei tegen het volk: ‘Wees niet bang! Wacht maar rustig af. Vandaag zullen jullie merken hoe de Heer jullie redt. Jullie zullen die Egyptenaren nooit meer zien. En jullie hoeven zelf niets te doen, want de Heer zal voor jullie vechten.’

De Heer zei tegen Mozes: ‘Waarom vraag je mij om hulp? Zeg tegen de Israëlieten dat ze verder moeten gaan. En pak jij je stok, houd hem boven de zee en verdeel zo het water in tweeën. Dan kunnen de Israëlieten over droge grond door de zee lopen. Ik zal zorgen dat de Egyptenaren jullie blijven achtervolgen. Dan zal ik laten zien hoe machtig ik ben. Ik zal de farao verslaan, met al zijn wagens en soldaten. Dan zullen de Egyptenaren begrijpen dat ik de Heer ben.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Toen men de farao van Egypte zei dat het volk gevlucht was,
veranderden hij en zijn hovelingen van gedacht en riepen uit:
'Hoe konden we de Israëlieten toch laten vertrekken uit onze dienst?'
Daarom liet de farao zijn strijdwagen aanspannen
en nam hij zijn manschappen met zich mee:
zeshonderd van de beste wagens
en alle voertuigen van Egypte, allemaal met drie man bezet.
Want God had de farao weer overzettelijk gemaakt,
zodat hij de Israëlieten wilde achtervolgen
die onder de machtige bescherming van God vertrokken waren.

De Egyptenaren zetten de achtervolging in,
met alle paarden en wagens van de farao,
met zijn wagenmenners en zijn legermacht.
Ze haalden de Israëlieten in
terwijl die legerden aan zee bij Pi-Hachirot, voor Baäl-Sefon.
Toen de Israëlieten zagen dat de Egyptenaren hen volgden,
kregen ze hevige schrik en riepen luid tot God.
Maar tegen Mozes zeiden ze:
'Waren er in Egypte geen graven
dat je ons naar de woestijn bracht om daar te sterven?
Hoe kon je het in je hoofd halen om ons weg te voeren uit Egypte?
We hadden je in Egypte al gewaarschuwd:
Bemoei je niet met ons, laat ons maar in dienst van de Egyptenaren.
Het is beter om hen te dienen dan te sterven in de woestijn.'
Mozes zei: 'Vrees niet. Blijf volhouden.
Dan zul je zien hoe God je vandaag nog zal redden.
Want vandaag zie je nog Egyptenaren.
Daarna niet meer! Nooit meer! God zal voor jullie strijden.
Zelf moet je er geen vinger voor uitsteken.'
Toen zei God tegen Mozes: `Wat roep je Me toch.
Zeg aan de Israëlieten dat ze verder moeten gaan.
Hef je hand op, strek je staf uit over de zee en splijt die in twee.
Dan kunnen de Israëlieten over de droge bodem van de zee trekken.
Ik zal de Egyptenaren onverzettelijk maken,
zodat ze hen achterna gaan.
En dan zal Ik Me verheerlijken ten koste van de farao,
heel zijn leger, zijn wagens en zijn wagenmenners.
De Egyptenaren zullen weten dat Ik God ben,
als Ik Me verheerlijk
ten koste van de farao, zijn wagens en zijn wagenmenners.'



Stilstaan bij ...

Farao
(= Het grote huis)
Titel van de koningen van Egypte. Het woord 'farao' betekent 'het grote huis' en is te vergelijken met 'het hof' of 'het witte huis'. Als je dit zou doortrekken naar onze tijd, zou je de president van Amerika aanspreken met ‘Wit huis’
In de Bijbel wordt de titel ‘farao’ foutief gebruikt als de eigennaam van een Egyptische koning. Daarom staat in de Bijbel Farao met een hoofdletter, zonder lidwoord ervoor.

Egypte
Land dat gelegen is rond de benedenloop van de Nijl. De koningen van Egypte werden in de oudheid 'Farao' genoemd. In de tijd van Mozes zagen de farao's de Hebreeën als gevaar voor hun land.

Paarden
In de oudheid zag men paarden als een belangrijk middel in de oorlogsvoering.

Pi-Hachirot
= verwant met het begrip vrijheid

Baäl-Sefon
= godenberg

Mozes
Klik hier voor meer info.





Bij de tekst

Historische waarde

Onder leiding van Mozes vluchtte een groep Hebreeën uit Egypte. Ze trokken naar het oosten, doorheen een drassig gebied, een uitloper van de Rode Zee.

Maar geen enkel Egyptisch document bevestigt deze Uittocht uit Egypte. Misschien was dit gebeuren voor de Egyptenaren een onbelangrijk incident met betrekking tot een bevolkingsgroep die ze marginaal vonden.

Bovendien denkt men dat de Israëlieten niet allemaal tegelijk als één groep uit Egypte trokken. Omdat de Bijbel het over twee verschillende routes heeft, veronderstelt men dat er minstens twee belangrijke uittochten waren. De ene overlevering heeft het over een vluchtroute langs de Middellandse Zee over een smalle landtong, zodat de reis ’s nachts ‘tussen de wateren’ doorging. Tegen deze weg pleit dat de kustweg door Egyptische vestingen omzoomd was. De andere overlevering heeft het over de weg die liep langs Suez en in zuid-oostelijke richting naar de Sinaï.

Vreemd is ook dat de Uittocht voorgesteld wordt als een gebeurtenis die het hele joodse volk meemaakte, terwijl er voor de tijd van David helemaal geen sprake was van één volk. Alleen de groepen rond Mozes en Jozua bleken herinneringen te hebben aan de Uittocht uit Egypte.

Het komt voor dat het hele verhaal van de Uittocht lijkt de eerste plaats bedoeld is voor de joden die leefden in ballingschap in Babylonië (zesde eeuw voor Christus). De verhalen van de Uittocht uit Egypte legden ze op hun leven: ze vergeleken hun ballingschap in Babylonië met de slavernij van hun voorvaderen in Egypte. Dat aan die slavernij een einde kwam, was voor hen de bron waaruit ze kracht putten om uit te zien naar het einde van hun ballingschap.



God zorgt!

Toen de Bijbel geschreven werd, was men helemaal niet bekommerd om de precieze historische toedracht van de Uittocht uit Egypte. Wat belangrijk was, was dat God het joodse volk duidelijk gered had, dat God met hen was. De Uittocht werd gelovig geïnterpreteerd zodat die de illustratie werd van de zorg van God voor zijn uitverkoren volk. Hij was machtiger dan de goden van de Egyptenaren. Hij was trouw aan zijn verbond. Om elkaar en anderen daarvan te overtuigen werd die doortocht alsmaar indrukwekkender voorgesteld, tot de Hebreeën doorheen muren van water trokken.
Zo werd de uittocht het belangrijkste moment uit de geschiedenis voor de joden. Tot op vandaag vieren ze dit gebeuren met Pesach.



Spreken met beelden

De Uittocht uit Egypte werd hét beeld van de zorg van God voor zijn volk.
Dit verhaal houdt hun een spiegel voor van bevrijding uit een onderdrukkende situatie.

Telkens als Israël een crisis meemaakt (bijvoorbeeld: ballingschap in Babylonië), denkt het hieraan terug en trekt het zich eraan op: God is een bevrijdend voor een onderdrukt volk.

Het verhaal van die uittocht is ook het verhaal van ieder mens: men moet loskomen van wat hindert, om doorheen een ‘woestijn’, aan te komen in het ‘Beloofde Land’. Het maakt duidelijk dat als men geen uitweg meer ziet en overvallen wordt door beproevingen, God voor mensen in nood 'doortocht' geeft en een nieuwe toekomst bewerkt.

Zo werd dit verhaal over de Uittocht de basis voor geloof en vertrouwen in donkere tijden.





Bijbel en kunst

ANONIEM

De strijdwagens van de farao (14e eeuw voor Christus)

Kist Uit Het Graf Van Toetanchamon

Kist uit de graftombe van Toetanchamon


Op deze houten kist, die gevonden werd in de graftombe van farao Toetanchamon te Thebe (het huidige Luxor), zijn de strijdwagens van de farao te zien.