Inhoudstabel
…page…
Algemeen
Paard
Paarden kwamen niet spontaan voor in Palestina. Zo worden er ook geen paarden vermeld in de teksten over de patriarchen (Abraham, Isaak en Jakob). Vergeleken met kamelen waren ze duur om te houden. Ze konden bovendien ook veel minder dragen dan ezels.
Het is pas vanaf de tijd van koning David dat er in de Bijbel sprake is van paarden. Koning Salomo, zijn zoon, was zelfs bemiddelaar bij de handel van paarden uit het noorden en strijdwagens uit Egypte.
Omdat paarden militaire macht vertegenwoordigden staat de Bijbel er heel kritisch tegenover.
Symbool
De betekenis van een paard wordt gekleurd door zijn ruiter.
Is de ruiter een machthebber, staat die aan het hoofd van een leger … dan deelt het paard in die negatieve betekenis.
Komt de ruiter met een boodschap van vrede, goedheid, rechtvaardigheid … dan deelt het paard in die positieve betekenis.
Taal
Het paard achter de wagen spannen
Iets verkeerd aanpakken.
De prins op het witte paard
De man van haar dromen.
Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken.
Wie een geschenk krijgt, mag het niet kritisch benaderen.
Een goed paard maakt nog geen goede ruiter.
Goed materiaal is niet voldoende om goed te zijn. Vaardigheid en kunde om ermee om te gaan, spelen ook een rol om resultaat te krijgen.
Een ongeluk komt te paard en gaat te voet.
Een ongeluk is snel gebeurd, de gevolgen ervan kunnen lang aanslepen.
Een paardenmiddel
Een heel sterk medicijn, een stevige remedie.
Op zijn paard zitten
Snel verongelijkt zijn.
Van zijn paard vallen
Zijn positie verliezen.
Man en paard noemen
Niets verzwijgen.
Over het paard tillen
Iemand overdreven bejubelen.
Bijbel
Oude Testament
Militaire macht
Exodus 14, 23
“De Egyptenaren zetten de achtervolging in; alle paarden van Farao, zijn wagens en zijn wagenmenners gingen achter de Israëlieten aan de zee in.”
Bij de Uittocht uit Egypte werden de Israëlieten achterna gezeten door de legermacht van de farao die beschikte over paarden en karren, het equivalent van wat nu tanks zijn.
Kritiek
Deuteronomium 17, 14b-16
“`Ik wil een koning hebben, zoals de volken in mijn omgeving,' dan moeten jullie iemand nemen die Jahwe je God uitkiest; een volksgenoot moet je als koning over je aanstellen, geen vreemdeling of iemand die niet tot je volk behoort. Hij mag er niet veel paarden op na houden en het volk niet terug laten gaan naar Egypte om nog meer paarden te krijgen; want Jahwe je God heeft je gezegd: `Die weg mogen jullie nooit meer opgaan.'”
Het paard staat in de Bijbel slecht beschreven, niet omdat het dier zelf kwaadheid en slechtheid uitstraalt, maar omdat het bereden wordt door machthebbers, die zich doorgaans niet inlaten met rechtvaardigheid, goedheid, mildheid, vrede …
Psalm 147, 10
“Hem bekoort niet de kracht van het strijdros, niet behaagt Hem de gang van de voetknecht.”
God en militaire macht … dat gaat niet samen!
Zacharia 9, 9-10
“Jubel luid, gij dochter Sion, juich, gij dochter Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, rechtvaardig en zegevierend; hij is deemoedig, hij rijdt op een ezel, op een veulen, het jong van een ezelin. Ik vaag de strijdwagens weg uit Efraïm, de paarden uit Jeruzalem; de strijdboog wordt gebroken. Dan kondigt hij vrede af onder de volken, dan gaat zijn heerschappij van zee tot zee, van de Rivier tot de grenzen der aarde.“
De profeet Zacharia laat de Messias niet komen op een paard, maar op een ezel. Daarmee zegt hij dat de Messias geen militaire betekenis heeft en dat hij nederig, eenvoudig is.
Eerbetoon
Ester 6, 8 . 10, 11
“Daarom gaf Haman de koning ten antwoord: 'Een man aan wie de koning eer wil bewijzen? Voor die man moet men een koningsgewaad brengen, een gewaad dat de koning heeft gedragen en een paard dat de koning heeft bereden en dat op zijn kop de koninklijke kroon draagt.”
Paardenstallen?
1 Koningen 10, 28-29
“De paarden van Salomo werden ingevoerd uit Misraim en Kewe. De handelsagenten van de koning kochten ze tegen een bepaalde prijs in Kewe. Een wagen kon uit Misraim ingevoerd worden voor zeshonderd sikkel, en een paard voor hondervijftig, en door hun bemiddeling werden ze ook uitgevoerd naar al de koningen van de Hethieten en de koningen van Aram.”
In Megiddo vond men de ‘paardenstallen van Salomo’, maar volgens archeologen waren dit waarschijnlijk vooral voorraadmagazijnen voor de garnizoenen. Ze dateren uit latere tijd en zouden rond 850 voor Christus door koning Achab gebouwd zijn.
Nieuwe Testament
Wat opvalt
Matteüs 21, 6-8
“De leerlingen begaven zich op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen; zij brachten de ezelin met haar veulen, legden er hun mantels overheen en Hij ging er op zitten. Zeer velen uit het volk spreidden hun mantels uit op de weg, terwijl anderen de weg bedekten met twijgen die zij van de bomen hadden gesneden.”
De blijde intrede van Jezus gebeurt niet op een paard maar op een ezel
Handelingen 9, 3-4
“Toen hij op zijn tocht Damascus naderde, omstraalde hem plotseling een licht uit de hemel. Hij viel ter aarde en hoorde een stem die hem zei: ‘Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?’”
Wanneer Paulus door Jezus geroepen wordt, valt hij op de grond, maar niet van zijn paard.
Militaire macht
Handelingen 23, 32
"De soldaten haalden dus Paulus volgens ontvangen order op en brachten hem in de nacht naar Antipatris. De volgende dag lieten ze de ruiters met hem verder gaan en keerden naar de kazerne terug.''
Met enig militair machtsvertoon - kijk naar de ruiters - wordt Paulus naar Casarea gebracht voor verdere ondervraging.
Een wit paard
Apocalyps 19, 11-14
“Toen zag ik de hemel open, en daar was een wit paard, en zijn berijder heet ‘Getrouw en Waarachtig’, en Hij oordeelt en voert oorlog met gerechtigheid. Zijn ogen vlammen als vuur; op zijn hoofd draagt Hij vele diademen, daarin een naam gegrift die niemand kent dan Hij alleen. Hij is gehuld in een mantel gedoopt in bloed. En zijn naam luidt: ‘Het Woord van God'. Op witte paarden volgen Hem de hemelse machten, gekleed in smetteloos, wit linnen.”
Het kan anders!
Het boek Openbaring biedt een heel andere kijk op het paard omdat de ruiter ervan ook helemaal anders is. De ruiter is trouw, waarachtig en rechtvaardig zodat het witte paard het beeld wordt van een nieuw begin.
Suggestie
Grote kinderen
VERTELLEN
Het leger van de farao
(C. LETERME, Parels van verhalen, Uitgeverij Averbode 2019, p. 95)
De rabbi vertelde in geuren en kleuren over de uittocht uit Egypte:
over Mozes die de Israëlieten door de Rode Zee leidde
en over het leger van de farao dat in de Rode Zee verdronk.
Eén van de jongens zei: ‘Eigenlijk wel een naar verhaal:
paarden en soldaten uit Egypte die in de Rode Zee verdrinken!
Wilde God zoiets?’
Zijn rabbi vertelde toen het volgende:
‘Toen Israël feestvierde op de overzijde van de Rode Zee,
wilden de engelen in de hemel ook een feestje bouwen.
Maar God verbood het hen. Hij zei:
‘Dat de Israëlieten feest vieren is te begrijpen.
Maar jullie zouden beter moeten weten!
Die Egyptenaren en hun paarden zijn ook schepselen van mij!’’
(Naar een joods verhaal)
Jongeren
VERTELLEN
De wind en de zon
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode 2007, p. 166)
Een ruiter reed op zijn paard
langs het strand van de zee.
Zijn mooie nieuwe mantel
wapperde achter hem aan.
Toen de wind de ruiter zag,
zei hij tegen de zon:
‘Die mantel ...
... die blaas ik zo van zijn rug!’
Maar de zon zei:
‘Dat zal je niet lukken.
Willen we een wedstrijd houden?
Wie bekomt
dat de ruiter zijn mantel uittrekt,
wint.
Jij mag beginnen.’
De wind blies zo hard hij kon
om de mantel van de ruiter
weg te blazen.
Maar de ruiter
trok zijn mooie mantel
dichter om zich heen
en reed verder.
De zon lachte:
‘Nu is het mijn beurt!’
En ze begon te schijnen
met warme stralen.
De ruiter kreeg het warm
en deed zijn mantel uit.
Zo won de zon de wedstrijd.
Naar een verhaal van Aesopus
Geluk
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode 2007, p. 241)
Er was eens een boer die in een dorp woonde,
ergens in China.
Hij was de trotse bezitter van een paard
waarmee hij ploegde en van alles vervoerde.
Op een dag ging zijn paard ervandoor.
Zijn buren vonden dat vreselijk
en kwamen één voor één de boer beklagen om zijn lot.
Maar de boer bleef kalm en zei:
‘Ach, we zien wel hoe het afloopt.’
Een paar dagen later kwam het paard terug
samen met nog twee wilde paarden.
De buren zeiden: ‘Wat heb jij veel geluk!’
Maar de boer zei alleen:
‘Ach, we zien wel hoe het afloopt.’
Die middag probeerde de zoon van de boer
één van de wilde paarden te berijden.
Maar het paard gooide hem er af
en de zoon brak een been.
De buren boden hun medeleven aan bij dit ongeluk.
Maar de boer zei: ‘Ach, we zien wel hoe het afloopt.’
Een week later kwamen er soldaten naar het dorp.
Alle jonge mannen moesten mee
om oorlog te voeren tegen een naburige staat.
Behalve de zoon van de boer
omdat zijn been gebroken was.
De buren zegden tegen de boer: ‘Je hebt toch echt wel geluk.’
Maar de boer antwoordde: ‘Ach, we zien wel hoe het afloopt.’
Naar een verhaal van CHUANG TSE
Teugels vieren
(C. LETERME, 99 verhalen met een knipoog, Uitgeverij Averbode 2014, p. 64-65)
Op een dag komt rabbi Jakob-Jozef
bij de synagoge van het dorp.
Hij ziet dat ze leeg is.
- Waar zijn de gelovigen? vraagt hij aan de portier.
- Ze zijn allemaal op de markt.
Er is daar een vreemdeling
die zo mooi kan vertellen,
dat niemand eraan denkt om weg te gaan.
- Ga ernaartoe en breng hem hier!
- Ik kom, zegt de vreemdeling
wanneer hij de boodschap hoort.
Wat later zit hij bij de rabbijn.
- Hoe durf je te verhinderen
dat de gelovigen gaan bidden? vraagt de rabbijn.
- Word maar niet kwaad, rabbi,
luister liever naar wat ik te vertellen heb.
En hij vertelt:
- Ik reisde in een koets die getrokken werd
door drie paarden:
een wit, een bruin en een zwart.
Geen van die drie paarden hinnikte.
Ik begreep niet waarom.
Op een dag kwam ik een boer tegen.
'Vier de teugels! Laat ze wat los!' riep hij.
En vanaf het moment
dat ik de teugels wat losser liet,
begonnen de paarden te hinniken.