Loading...
 

GELDWISSELAAR

 Geldwisselaar

Wie?

Een geldwisselaar is iemand die beroepshalve geld wisselt voor ander geld.
Bijvoorbeeld: iemand wisselt euro’s voor dollars, of in de tijd van Jezus: iemand wisselde Joodse sjekels voor Romeinse denariën.

Toen Jezus leefde, waren geldwisselaars meestal professionele handelaars die ervaring hadden met valuta en de wisselkoersen.
Hun beroep werd soms overgedragen binnen families, waarbij men kennis en ervaring doorgaf van generatie op generatie.



Munten in Palestina

In de eerste eeuw van de jaartelling waren er in Palestina verschillende munten in omloop:

Romeinse Munten
In Palestina was toen vooral Romeins geld in omloop omdat Palestina een provincie was in het grote Romeinse rijk. De denarius / tienling was een belangrijke munt. Het was een zilveren munt die geslagen werd door de Romeinen en over het hele Romeinse Rijk gebruikt werd in de handel, bij het betalen van belastingen en soldij.

Griekse (Hellenistische) Munten
Die munten vonden hun oorsprong in de verschillende Griekse stadstaten en koninkrijken. Ze verspreidden zich door de veroveringen van Alexander de Grote en de Griekse overheersing.
De belangrijke handelsmunt was de drachme, een zilveren munt die over het hele oostelijke Middellandse Zeegebied verspreid was.
De meest waardevolle munt was de talent, waar arbeiders 6000 dagen moesten voor werken om er één te kunnen verdienen.

Munten van Tyrus
In Tyrus, een Fenicische stad, werd de Tyrische Sikkel geslagen, een munt die zeer gewaardeerd werd omwille van haar zilvergehalte. Die munt bevatte ongeveer 94% zilver, wat meer was dan de andere regionale munten. Daarom kwam ze in aanmerking voor het betalen van de tempelbelasting.
Omdat die munt niet meer in omloop was, waren daarvoor geldwisselaars nodig op het tempelplein in Jeruzalem.

Lokale Joodse Munten
Die munten werden geslagen door lokale Joodse heersers zoals de Hasmoneeën, de Herodiaanse dynastie en de Romeinse prefecten in Judea.



Tempelbelasting

De oorsprong van de tempelbelasting gaat terug tot de tijd van Mozes. Die had bepaald dat elke mannelijke Israëliet boven de twintig jaar een halve sikkel moest betalen voor het onderhoud van de tabernakel (later voor het onderhoud van de tempel in Jeruzalem), de priesters, de aankoop van offerdieren (schapen, runderen en duiven) en de uitvoering van grote publieke werken.
Dat zowel arme als rijke mannen hetzelfde bedrag moesten betalen, benadrukte hun gelijkheid in de ogen van God.



Geldwisselaars in de tempel

Bedevaarders die naar de tempel kwamen, betaalden hun tempelbelasting en brachten offers. Omdat ze vaak buitenlandse munten bij zich hadden, vroegen ze de geldwisselaars om die munten om te zetten in Tyrische munten, die aanvaard werden in de tempel. Dit gebeurde tegen een redelijk hoge wisselkoers, die de geldwisselaars veel winst opleverde.

Die buitenlandse munten waren niet geschikt voor betalingen aan de tempel, omdat de afbeeldingen van de heidense goden of de Romeinse keizer erop als onrein werden gezien voor gebruik in de tempel.



Waardering

De waardering voor geldwisselaars was gemengd.
Enerzijds werden ze gewaardeerd omdat ze meehielpen aan het goed functioneren van de tempel, anderzijds werden ze argwanend bekeken omdat hun hoge wisselkoersen neigden naar uitbuiting, zodat ze gekend werden als hebzuchtig en oneerlijk.

Jezus dreef de gelwisselaars samen met verkopers van offerdieren uit de tempel, omdat Hij de tempel zag als een huis van gebed. Een plaats waar alle aandacht naar God zou moeten gaan en niet naar handelsactiviteiten.





Bijbel

Oude Testament

Exodus 30, 13-16
"Ieder die geregistreerd wordt moet een halve sikkel betalen, in heilige munt, twintig gera's de sikkel. Alle mannen van twintig jaar en ouder moeten zich laten inschrijven en de bijdrage voor Jahwe betalen. Om zijn leven los te kopen betaalt een rijke niet meer en een arme niet minder dan een halve sikkel. Het losgeld dat ge van de Israëlieten ontvangt komt ten nutte van de tent der samenkomst. Deze losprijs voor uw leven zal bij Jahwe de herinnering aan de Israëlieten in stand houden.'"

Toen Jezus leefde moesten mannen van twintig jaar en ouder nog steeds een halve sikkel betalen, maar dan ten voordele van de tempel.





Nieuwe Testament

Marcus 11, 15-17
“Toen ze in Jeruzalem kwamen, ging Hij naar de tempel en begon de kopers en verkopers het tempelplein af te jagen. Hij wierp de tafels van de geldwisselaars en de stoeltjes van de duivenverkopers omver en ook duldde Hij niet dat nog iemand enig voorwerp over het tempelplein droeg. En Hij gaf hun als verklaring: ‘Staat er niet geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd voor alle volkeren? Maar gij hebt er een rovershol van gemaakt.’”
Lees meer


Matteüs 21, 12-13
“Zo ging Jezus naar de tempel en joeg alle kopers en verkopers het tempelplein af. Hij wierp de tafels van de geldwisselaars en de stoeltjes van de duivenverkopers omver en sprak tot hen: ‘Er staat geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd, maar gij maakt er een rovershol van.’”


Johannes 2, 14-16
“In de tempel trof Jezus de verkopers van runderen, schapen en duiven aan en ook de geldwisselaars, die daar zaten. Hij maakte een gesel, dreef ze allemaal uit de tempel, ook de schapen en de runderen. Het kleingeld van de wisselaars veegde Hij van de tafels en wierp die omver. En tot de duivenhandelaars zei Hij: ‘Weg met dit alles! Maak van het huis van mijn Vader geen markthal!’”
Lees meer!





Suggesties

Grote kinderen

ONDERZOEKEN

Geldwisselaar / Tempel te Jeruzalem

De groep kinderen wordt verdeeld in een paar aantal groepen.
De kinderen bestuderen in die kleine groepen de informatie over smeden of die over temepl van Jeruzalem.
Daarna formuleren ze vragen die ze als interviewer zouden stellen op basis van die informatie.
Die vragen noteren ze op een papier (= vragenlijst).

Die vragenlijsten worden daarna voorgelegd aan de groep(en) die het ander onderwerp bestudeerde. Die andere groepen formuleren de antwoorden op die vragen op basis van het materiaal dat op de website te vinden is.

Om af te sluiten worden de vragen gesteld door leden van de ene groep en beantwoord door de leden van de andere groep.


TIPS
.
De meest interessante vragen en de antwoorden erop, worden opgenomen in de krant: 'De RONDE van de BIJBEL'.


.
Mogelijke vragenlijst:
- Wat doet een geldwisselaar?
- Welke munten waren in Palestina in omloop toen Jezus er leefde?
- Waarderen de mensen zijn werk?

- Wat weet je van de tempel van Jeruzalem?
Op het plein waar de tempel op stond, verkochten mensen dieren (schapen, duiven ...).
- Waarom deden ze dat?
Er waren ook gelwisselaars op het plein. Waarom moest daar geld gewisseld worden?
- Waarom gooide Jezus de tafels van de gelwisselaars omver?





VERTELLEN

Wat je waard bent

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode 2007, p. 354)

Een meester nam een briefje van 50 euro
en vroeg aan zijn leerlingen:
‘Wie van jullie wil dit briefje?’
Alle handen gingen omhoog.
Toen frommelde hij het briefje en vroeg:
‘Wie wil dit briefje nog krijgen?’
De handen bleven in de lucht.
Toen liet hij het briefje
op de grond vallen,
trapte erop met zijn schoenen
en raapte het toen op.
Het was helemaal verkreukt en vuil.
‘Is er nog iemand die dit briefje wil?’
Alle handen opnieuw de lucht in.

Toen zei de meester:
‘Wat ik ook deed met het geldbriefje,
jullie wilden het steeds hebben,
want het verminderde niet in waarde:
het bleef 50 euro waard.
Vaak worden mensen in hun leven getrapt,
opzij geschoven,
door het slijk gehaald,
door wat wij zeggen,
of door allerlei omstandigheden.
Ze denken dan dat ze niets meer waard zijn.
Maar wat er ook gebeurd is of zal gebeuren,
ze blijven hun waarde behouden.’