Loading...
 

Graan

Tarwe

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Algemeen

Van graankorrel tot meel

Zaaien
Zaden werden op het land met de hand gezaaid. Pas daarna werd de akker geploegd.
Het welslagen van de oogst was sterk afhankelijk van de regen die daarna viel. Was er geen regen dan schoot het graan niet op en kwam er hongersnood. Want er waren weinig rivieren die water voor irrigatie konden leveren.


Maaien
Zowel mannen als vrouwen hielpen mee bij het oogsten van het graan. De mannen liepen voorop en haalden het meeste graan van het veld.
Ze hielden de halmen in hun ene hand en sneden die met een sikkel in de andere hand net onder de aren door. Daarna werden de halmen samengebonden tot schoven, die men afvoerde om te dorsen.
De vrouwen die daarachter kwamen raapten het koren dat op de grond lag. Wat dan nog overbleef was voor de arme mensen (Leviticus 19, 9-10)


Dorsen
Het verwijderen van de graankorrel uit de rijpe aar. Daarvoor gebruikte men een stok of liet men dieren lopen over het te dorsen graan. Soms trok een os een soort plank over het graan die het graan platduwde, waardoor de graankorrels uit de aren werden verwijderd.

Wikimedia Schilder Van De Grafkamer Van Menna

Wikimedia: Grafkamer van Menna: Het dorsen van graan met dieren
(Egypte, ca 1422-1411 voor Christus)



Wannen
Om het kaf (het omhulsel - de vliesjes - van een graankorrel dat overblijft na het dorsen) te verwijderen, gebruikte men een wan: een grote platte mand, waar men de granen op legde. Met de wan gooide men die granen in de lucht, zodat de wind het kaf deed wegwaaien.


Zeven
Daarna werd het graan gesorteerd: slechte korrels, steentjes, stukjes stro en giftige zaadjes van onkruid werden verwijderd.


Wassen
Daarna werd het graan gewassen en op het dak of op een open plaats voor het huis uitgespreid om te drogen. Het droge koren werd nadien in huis bewaard in grote aarden potten.


Malen
Het malen van graan was een taak voor vrouwen. Dat was behoorlijk zwaar werk. Ze maalden net genoeg om het brood voor die dag te kunnen bakken.

. Aanvankelijk schoof men een kleinere steen over een grotere platte steen.

. Later gebruikte men een handmolen die bestond uit twee ronde stenen (doorsnede: ongeveer een halve meter) die op elkaar lagen en die men dan ronddraaide. In het midden van de onderste steen zat een spil waar de bovenste steen met een opening overheen lag. Door die opening die wat groter is dan de spil zelf, lieten de vrouwen tarwekorrels door vallen, om ze zo te malen.

. Nog later werd het graan gemalen door twee stenen over elkaar te laten draaien.



Soorten graan

TARWE
Tarwe was het belangrijkste broodgraan. Het werd op veel plaatsen in Palestina geteeld.


GERST
Gerst was het tweede belangrijkste broodgraan. Dit graan werd veel in Palestina verbouwd, omdat het geen vruchtbare grond nodig had.
In schaarse tijden werd het vooral door minder welgestelden gebruikt, want gerst kostte ongeveer de helft van de prijs die men voor tarwe moest betalen.
Gerst werd ook gebruikt als voeder voor de paarden (1 Koningen 5, 8).


GIERST
Gierst, dat wat lijkt op rogge, werd meestal gebruikt als veevoeder. Het werd soms als broodgraan gebruikt, maar het brood dat men ermee bakte was niet al te best.


SPELT
Deze graansoort werd vroeger ook in Palestina verbouwd.



Graan eten

Graan werd gemalen om er brood van te bakken.
Men vermoedt dat men ook graankorrels kookte, die men daarna in de zon liet drogen.
Het gebeurde ook dat men aren van tarwe op een strovuur legde. Daarna werden de korrels met de handen uit de aar gewreven en werd het verbrande kaf ervan geblazen.




Brood

Brood was het hoofdbestanddeel van elke maaltijd. Zo kwam het dat het woord ‘brood’ vaak gebruikte in de betekenis van ‘voedsel’.
Stukken brood dienden om het eten uit de gemeenschappelijke pot te ‘lepelen’. Om het brood smakelijk te maken, doopte men het in azijn. De overschotten van het brood werden gebruikt als een soort servet om de vingers aan af te vegen.

Om brood te bakken, maakte men eerst een deeg: men mengde meel met water, soms met wat olijfolie. Daarbij voegde men desem (deeg van de voorgaande dag dat gerezen was) zodat het kon rijzen.
Met Pesach, het joodse paasfeest, bevatte het brood geen gist of zuurdesem. Dit ongedesemde brood (matse) herinnerde eraan dat er geen tijd was om het brood te laten rijzen bij de uittocht uit Egypte.

Het bakken van brood leerden de joden hoogstwaarschijnlijk van de Egyptenaren. Egypte was in de oudheid immers de ’graanschuur’ van het Romeinse Rijk.
Het brood werd gebakken als een grote platte koek. Daar kon op verschillende manieren:
. Men groef een gat in de grond en stookte daar een vuur in. Nadat men de as verwijderd had, legde men de lappen deeg aan de zijkanten van dat gat.
. Men plaatste grote stenen in een vuur. Als die door en door verhit waren, legde men het deeg erop.

Zo’n brood was erg lekker als het vers was, maar droogde wel snel uit.





Spreken met beelden

Ongedesemd broodSymbool voor nieuw leven
Graankorrel in de aardeBeeld dat Jezus gebruikte om over de verrijzenis te spreken.
ZaadIn de parabel van de zaaier is zaad het beeld voor de boodschap van Jezus. De soorten grond waarop het zaad valt, zijn te vergelijken met het soort aandacht waarmee men de boodschap van Jezus beluistert.
‘Ik ben brood van het leven’Zoals mensen brood nodig hebben om te kunnen leven, zo hebben ze Jezus nodig om van hun leven iets goed te maken.






Bijbel

Ongedesemd brood

Exodus 12, 8

"In dezelfde nacht moet het vlees gegeten worden, op het vuur gebraden. Het moet gegeten worden met ongezuurd brood en bittere kruiden."
Ongedesemd / ongezuurd brood, brood dat niet gegist was, werd gegeten bij de uittocht uit Egypte. Later werd ongedesemd brood gegeten om deze gebeurtenis in herinnering te brengen.



Geroosterd / gepoft graan

Jozua 5, 11

"De dag na Pasen, juist op die dag, aten zij ongezuurd brood en geroosterd graan dat uit het land zelf afkomstig was. "
Lees meer



Ruth 2, 4

"Toen het etenstijd was, zei Boaz tegen Ruth: ‘Kom erbij, dan kun je met ons eten en je brood dopen in de azijn.’ Zij ging bij de maaiers zitten en Boaz gaf haar gepoft graan. Zij at tot ze verzadigd was en hield nog over."
Lees meer



1 Samuel 17, 17

"Isaï zei tegen zijn zoon David: ‘Breng snel een efa geroosterd graan en deze tien broden naar je broers in het legerkamp."
Lees meer



1 Samuel 25, 18-19a

"Toen liet Abigail heel snel tweehonderd broden, twee zakken wijn, vijf toebereide schapen, vijf schepel geroosterde graankorrels, honderd rozijnkoeken en tweehonderd klompen vijgen op ezels laden en zei tot haar knechten: `Gaat voor mij uit: ik kom zelf achter u aan.'"



Toonbroden

1 Samuel 21, 2-7

“David ging naar Nob, naar de priester Achimelek. Ontsteld kwam die David tegemoet en vroeg: ‘Waarom bent u alleen en is er niemand bij u?' David zei: ‘Ik heb een opdracht van de koning. Hij heeft mij gezegd dat niemand ook maar iets mag weten van de zending waarmee hij mij belast heeft. Mijn knechten heb ik overigens daar en daar besteld. Maar zeg eens: Hebt u hier iets bij de hand? Geef mij dan vijf broden mee of wat er is.' De priester zei: ‘Gewoon brood heb ik hier niet, wel heilig brood. Als uw knechten maar niet bij vrouwen geweest zijn!' David zei: ‘Al is dit een profane tocht, op dit punt is hij toch heilig, want de omgang met vrouwen was ons onmogelijk, zowel gisteren als eergisteren, toen ik uittrok, zodat de knechten heilig zijn.' Toen gaf de priester hem het heilige brood, want er was geen ander brood dan het toonbrood, dat op bepaalde dagen uit de tegenwoordigheid van God wordt weggenomen en door vers brood vervangen.”
In de tempel lagen er twaalf (twee stapels van zes) ongedesemde broden op een tafel. Die broden werden toonbroden genoemd. Omdat ze gewijd waren, mochten ze alleen onder bepaalde voorwaarden gegeten worden.



Tarwe

2 Samuel 17, 27-29

"Toen David in Machanaim aankwam gaven ze hem en zijn leger rustbedden, schalen en aardewerk, tarwe en graan, meel en geroosterd koren, bonen en linzen, geroosterd graan, honing en boter, schapen en runderen. Want ze dachten: ‘Het leger zal in de woestijn wel honger gekregen hebben en uitgeput en dorstig zijn.'"



1 Koningen 5, 25

“Salomo leverde aan Chiram twintigduizend kor tarwe tot onderhoud van zijn hof en twintigduizend vaten fijne olie. Dit leverde Salomo aan Chiram ieder jaar.”
Graan was voor Israël een belangrijk exportartikel.



2 Koningen 4, 38-41

Toen er in het land hongersnood heerste, kwam Elisa weer eens te Gilgal. Terwijl de leden van het profetengilde bij hem te gast waren, zei hij tot zijn knecht: `Zet de grote pot op en kook moes voor de profeten.' Daarom ging er een het veld in om groenten te plukken. Hij vond een wilde slingerplant en plukte daarvan komkommerachtige vruchten, zijn mantel vol. Thuisgekomen sneed hij ze en deed ze in de pot met moes, zonder te weten wat het was. Men schepte voor de mannen op, maar zodra zij van de moes geproefd hadden riepen zij uit: `Man Gods, de dood zit in de pot!' En zij konden geen hap meer eten. Maar hij zei: `Haal wat meel.' Hij wierp dit in de pot en zei: `Schep nu op voor de mannen en laat hen ervan eten.' En werkelijk, wat in de pot zat was niet schadelijk meer.



Graankorrel

Johannes 12, 24

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen: maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort.”
Jezus vergelijkt de ‘dood’ van een graankorrel met zijn eigen dood. Uit de ‘begraven’ korrel komt nieuwleven, beeld voor zijn verrijzenis.



Brood

Matteüs 6, 11

"Geef ons heden ons dagelijks brood."
Brood was zo’n belangrijk voedsel dat het woord gebruikt werd voor het voedsel dat een mens dagelijks nodig heeft.



Johannes 6

Bij de wonderbare broodvermenigvuldiging werden de mensen verzadigd met vissen en gerstebrood.
In het vervolg van Johannes 6, wordt Jezus het ‘echte brood’ genoemd, ‘het brood van het leven’. Want wat brood betekent in het leven van elke dag, dat betekent Jezus in het leven van wie Hem volgt.




Brood breken

Johannes 13, 26

“Jezus antwoordde: “Hij is het aan wie Ik het stuk brood zal geven dat Ik ga indopen.” Na het stuk brood te hebben ingedoopt, reikte Hij het toe aan Judas Iskariot.”
Aan tafel werd het brood gebroken en in stukken verdeeld. Met een stuk brood nam men eten uit een grote schaal.



Handelingen 2, 46

“Dagelijks bezochten ze trouw en eensgezind de tempel, braken het brood in een of ander huis, genoten samen hun voedsel in blijdschap en eenvoud van het hart …”
Met ‘brood breken’ bedoelde men ‘samen eten’. Later werd dit een manier om over de eucharistie te spreken.



Belang van brood

Het belang van brood kan men opmaken uit het feit dat men een hongersnood beschrijft als een tijd waarin men gebrek heeft aan brood.
Voorsproed wordt beschreven als een tijd met overschot aan brood.





Keuken

Ongedesemd brood

(Bron: Samenleesbijbel, p. 656)

Wat je nodig hebt:
500g bloem, 500ml water, 1 theelepel zout
Beslagkom, deegrol, koekenpan


Hoe je het maakt:
Doe de bloem en het water in een beslagkom en kneed alles goed dooreen.
Strooi wat bloem op het aanrecht, rol het deeg uit tot een schijf. Bestrijk die met olie.
Vouw het deeg weer dubbel en maak er een bal van. Rol het weer plat en bestrijk het weer met wat olie.
Herhaal dit nog een derde keer.
Maak bolletjes van ongeveer 30 g. Rol ze uit tot platte schijfjes.
Doe wat olie in een pan en zet die op het vuur.
Bak de schijfjes brood lichtbruin aan beide kanten.



Bijbels meergranenbrood

(Recept: Annemieke Mook)

Wat je nodig hebt:
1/2 kop tarwemeel, 1/4 kop bonenmeel, 1/4 kop gierstemeel, 1/2 kop fijn linzenmeel
1 theelepel zout, 1/4 kop olijfolie, 1 theelepel zuurdeeg


Hoe je het maakt:
Meng alle ingrediënten door elkaar. Voeg olijfolie, zuurdeeg en water toe om het deeg te laten rijzen. Kneed het en laat het twee uur rijzen op een warme plaats. Opnieuw kneden. Maak platte, ronde broden, zoals pitabrood en bak ze gedurende tien minuten in een voorverwarmde oven.



Challe (sabbatbrood)

Voor de joden begint de sabbat op vrijdagavond. Op tafel liggen dan twee challes (gevlochten broden), die herinneren aan de dubbele portie manna die de Israëlieten kregen op de dag voor de sabbat tijdens hun veertig jaar durende tocht door de woestijn. Dit maakte mogelijk dat de Israëlieten op sabbat konden rusten.
Elke challe is bedekt met een doek die de dauw voorstelt, net zoals het manna in de woestijn door een laag dauw bedekt werd.
Een challe heeft meestal de vorm van een vlecht, symbool voor verbinding, gerechtigheid, liefde en vrede.
Soms bestrooide men de challe voor het bakken met maanzaad, sesamzaad of korianderzaad. Dit herinnert aan het manna dat uit de hemel viel tijdens de uittocht uit Egypte.
Men eet dit brood gewoonlijk met zout, symbool voor het eeuwige verbond met God.


Wat je nodig hebt:
750 g meel, 3 dl warm water, 3 eieren, 2 lepels suiker, 1 theelepel zout, 1,25 deciliter zonnebloemolie, 50 g gist, maanzaad
Kommetje, maatbeker, grote kom, lepels, vork, doek


Hoe je het maakt:
Los in een kommetje één lepel suiker op in 1,25 deciliter water. Verkruimel de gist erover en klop wat los met een vork. Dek het kommetje af en laat rusten op een warme tochtvrije plaats, tot het schuimig is.
Klop de eieren. Meng ze met de olie, het zout en een eetlepel suiker. Voeg er warm water aan toe tot 4 deciliter.
Doe het meel in een grote kom. Voeg er langzaam het gist- en oliemengsel aan toe. Schep de bloem met een houten lepel van buiten naar binnen.
Dek de kom af met een doek en laat het deeg een half uur rijzen op een warme plaats.
Kneed opnieuw op een oppervlak waarop je wat bloem hebt gestrooid.
Laat nog een half uur rijzen. Leg het op een plank en laat nu 15 minuten rijzen. Verdeel daarna het deeg in twee maal drie strengen (ongeveer 30 cm lengte) en vlecht er twee broden van. Het uiteinde van de vlecht steek je onder wat gevlochten is. Draai het geheel om en vlecht verder. Ook dat uiteinde steek je onder wat gevlochten is. Leg het deeg op een bakplaat, die je vooraf ingevet hebt. Laat weer 15 minuten staan.
Verwarm de oven voor op 230°
Besprenkel de bovenkant van de broden met koud water. Strijk er daarna wat eigeel over.
Bak de broden gedurende 15 minuten op 230°, zet de oven dan lager op 190° en bak de broden nog 35 minuten verder.