Inhoudstabel
…page…
Handelingen 6, 8-15: Stefanus wordt beschuldigd
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1637)
God was goed voor Stefanus. Hij gaf hem de kracht om grote wonderen te doen voor de mensen. Maar een paar mensen begonnen een felle discussie met Stefanus. Het waren Joden die hoorden bij de synagoge van vrijgelaten slaven. Sommigen van hen kwamen uit de steden Cyrene en Alexandrië, anderen kwamen uit Klein-Azië.
De heilige Geest zorgde ervoor dat Stefanus wijze woorden sprak. Daardoor konden zijn tegenstanders de discussie niet winnen. Toen lieten ze een paar mannen een leugen vertellen over Stefanus. Die mannen zeiden: ‘Stefanus beledigt Mozes en God. Dat hebben we zelf gehoord.’
De tegenstanders zorgden ervoor dat het hele volk kwaad werd op Stefanus. Ook de wetsleraren en de leiders van het volk waren kwaad. Ze gingen met z’n allen naar Stefanus toe, grepen hem en brachten hem naar de hogepriester.
De tegenstanders lieten mensen komen die Stefanus vals beschuldigden. Die zeiden: ‘Stefanus zegt steeds vreselijke dingen over de tempel en de wet. Wij hebben hem namelijk horen zeggen dat Jezus uit Nazaret de tempel zal afbreken. En dat Jezus de wetten zal veranderen die Mozes aan ons gegeven heeft.’
Alle Joodse leiders bleven Stefanus aankijken. Ze zagen dat zijn gezicht leek op het gezicht van een engel.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Vol goedheid en kracht, deed Stefanus grote wonderen bij de mensen.
Sommige leden van de zogenaamde ‘synagoge van de Vrijgelatenen’,
Joden uit Cyrene en Alexandrië en sommigen uit Cilicië en Asia,
begonnen te discussiëren met hem.
Maar ze konden niet op
tegen de wijsheid en de geest waarmee hij sprak.
Toen stookten ze heimelijk anderen op om te verklaren:
‘Wij hebben hem Mozes en God horen beledigen.’
Tegelijk ruiden ze het volk, de oudsten en de Schriftgeleerden op.
Onverwacht overmeesterden ze hem
en brachten hem voor het Sanhedrin,
waar ze valse getuigen lieten optreden die beweerden:
‘Die man blijft spreken tegen de heilige plaats en tegen de Wet.
Want we hoorden hem zeggen
dat Jezus, die Nazoreeër, deze plaats zal afbreken
en de voorschriften zal veranderen, die Mozes ons heeft overgeleverd.’
Alle leden van het Sanhedrin keken naar hem
en zagen dat zijn gezicht leek op dat van een engel.
Stilstaan bij …
Stefanus
(Grieks = krans)
Stefanus, die van Hellenistische afkomst was, werd door de apostelen verkozen als diaken, iemand die sociaal werk verricht, (b.v. zorg voor armen, weduwen en wezen). Hij was de eerste die vond dat de Kerk moest loskomen uit het jodendom als ze wilde realiseren wat Jezus bedoelde.
‘Synagoge van de Vrijgelatenen’
Dit was één van de vele synagogen in Jeruzalem waar Grieks gesproken werd. De leden waren van oorsprong vrijgelaten slaven of krijgsgevangenen.
Cyrene
Hoofdstad van Cyrenaïca, een Griekse kolonie in Libië, waar een vierde van de bevolking jood was.
Alexandrië
Deze stad aan de Middellandse Zee (Egypte) was een centrum van wetenschap en de woonplaats van de joodse filosoof Philo.
Cilicië
Cilicië was een Romeinse provincie in het zuidoosten van Klein-Azië. Via een bergpas over de Taurus, de Cilicische Poort, had men toegang tot Syrië. De hoofdstad van Cilicië was Tarsus, waar Paulus van afkomstig was.
Asia
Romeinse provincie die vooral het westelijk deel van het Aziatische Turkije omvatte.
Geest
Het Hebreeuwse woord voor geest (roeach) betekent 'adem' of 'wind'. Net zoals men de wind niet ziet, maar voelt, zo is het met de Geest van God. Men ziet Hem niet, toch kan men zijn aanwezigheid voelen. Een aanwezigheid die inspireert, begeestert, enthousiast maakt, in beweging brengt.
Mozes
In deze context wordt Mozes niet vermeld als persoon, maar als vertegenwoordiger van de Wet.
Nazoreeër
Dit woord kan verwijzen naar Nazaret, maar voor de joden was dit vooral een schelwoord: voor hen was Nazaret een onbeduidend plaatsje.
Bij de tekst
Eerste christenen
In deze tekst kan men de spanning voelen tussen christenen van niet-joodse afkomst en christenen van joodse afkomst. Die laatste vonden dat christenen te weinig aandacht hadden voor de beleving van de joodse godsdienst.