Inhoudstabel
…page…
Hebreeën 11, 32-40: Groot geloof
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1923-1924)
Ik zou nog meer voorbeelden kunnen geven. Maar ik heb niet genoeg tijd om alle verhalen te vertellen over Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, Samuel en de profeten. Zij hadden allemaal een groot geloof, en daarom deden ze wat God wilde. God gaf zijn belofte ook aan hen.
Door hun grote geloof konden ze landen veroveren. Ze werden gered uit het vuur, en uit een kuil vol leeuwen. Ze konden vluchten voor vijanden die hen met een zwaard wilden doden. Op momenten dat ze zwak waren, kregen ze kracht van God. Als er oorlog was, waren ze sterk en konden ze hun vijanden wegjagen. Ook waren er vrouwen die zo’n groot geloof hadden, dat ze hun dode kinderen levend terugkregen.
Sommige mensen werden mishandeld, maar ze wilden niet bevrijd worden. Omdat ze geloofden, wisten ze dat ze iets beters zouden krijgen: het eeuwige leven. Anderen werden beledigd en met de zweep geslagen. En ze zaten in de gevangenis. Weer anderen zijn met stenen doodgegooid, doormidden gezaagd of doodgestoken. Soms hadden mensen alleen maar dierenvellen om aan te trekken. Ze waren arm, en werden vernederd en mishandeld. Ze waren te goed voor deze slechte wereld. En daarom moesten ze wonen in woestijnen, in de bergen, in grotten, en in holen onder de grond.
Al die mensen hadden een groot geloof. Daarom heeft God in de heilige boeken over hen verteld. Toch hebben ze tijdens hun leven niet gekregen wat God beloofd had.
Want God had bepaald dat het allerbelangrijkste pas in onze tijd zou gebeuren: Jezus Christus zou op aarde komen en voor de mensen sterven. Pas dan zouden die mensen, samen met ons, gered worden.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Wat kan ik nog meer schrijven?
Ik heb niet genoeg tijd om nog te vertellen
over Gideon, Barak, Simson en Jefta,
over David en Samuël en de profeten,
die door hun geloof koninkrijken hebben omvergeworpen,
gerechtigheid uitgeoefend, de vervulling van beloften afgedwongen.
Zij hebben leeuwen de muil gesloten, de gloed van vuur gedoofd,
ze ontsnapten aan het scherp van het zwaard.
Hun zwakheid werd kracht, ze werden machtig in de oorlog
en joegen vijandelijke legers op de vlucht.
Vrouwen kregen hun dode kinderen terug uit de dood.
Anderen werden gefolterd tot ze stierven
en wilden van geen vrijlating weten,
omdat ze uitkeken naar een betere opstanding.
Anderen werden bespot en geslagen, geboeid en opgesloten.
Ze werden gestenigd, doormidden gezaagd,
terechtgesteld met het zwaard.
Ze zwierven rond in schapenvachten en geitenvellen,
arm, vervolgd en mishandeld.
Ze waren te goed voor deze wereld.
Ze vluchtten in woestijnen en in berggebieden,
ze verborgen zich in grotten en holen onder de grond.
Ook zij verwierven een naam door hun geloof.
Toch heeft geen van hen de belofte in vervulling zien gaan.
Want God had voor ons iets beters voorzien
en wilde niet dat ze gered zouden worden zonder ons.
Stilstaan bij …
Gideon, Barak, Simson, Jefta
‘Rechters’ uit de tijd voor er koningen waren in Israël.
De precieze functie van ‘rechters’ is niet duidelijk. Sommigen spraken recht, anderen waren eerder militaire leiders.
David
David was zo belangrijk dat de naam die zijn vader hem bij de geboorte gaf niet meer bekend is. De mensen noemden hen: de geliefde (= David).
Deze koning zou zowat 1000 jaar voor Christus geleefd hebben. Hij was dé grote koning van de joden, die zich zijn tijd herinneren als een gouden tijd: voor het eerst zwierf het volk niet meer, had het een vaste stek gevonden. Lees meer
Samuel
Samuel was profeet, priester en de laatste en belangrijkste rechter van Israël. Toen Samuel oud genoeg was, bracht zijn moeder hem naar Silo om te dienen in de tempel bij de priester Eli. Na de dood van Eli werd Samuel de religieuze leider van Israël. Hij zalfde Saul en David tot koning van Israel. Aan hem dankt Israël een geestelijk reveil en een groeiende eenheid van de stammen.
Profeten
Personen die optreden als ‘woordvoerders van God’.
Profeten konden goed nieuws brengen: dan verwoordden ze Gods beloften van zegen en geluk. Ze konden ook een concrete situatie aanklagen. Ze riepen dan op om die te veranderen vanuit Gods droom over de wereld.
Leeuwen
Herinnering aan de profeet Daniël in de leeuwenkuil.
Opgesloten
Verwijzing naar de profeet Jeremia: Jeremia 38, 4-6.8-10
Gestenigd
Verwijzing naar de profeet Zacharia, van wie gezegd wordt dat hij gestenigd werd.
Doormidden gezaagd
Verwijzing naar Jesaja, van wie de traditie beweerd dat hij doormidden gezaagd werd.
Bij de tekst
Inhoud
De schrijver van de brief aan de Hebreeën toont dat het geloof ook een kracht is.