Inhoudstabel
…page…
Jesaja 29, 17-24: Een betere toekomst
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1173-1174)
Nog even, en dan wordt alles anders. Dan zullen er weer bomen groeien op de Libanon-bergen. En ook de berg Karmel zal weer prachtige bossen hebben.
Op die dag kunnen dove mensen horen. Ze zullen horen hoe iemand voorleest uit een boek. En voor blinde mensen is het dan niet meer donker. Zij zullen dan kunnen zien. Mensen die het moeilijk hebben, zullen weer blij zijn met de Heer. Zij zullen juichen voor de heilige God van Israël.
Op die dag hebben de onderdrukkers geen macht meer. Dan is het afgelopen met die brutale heersers, en met alle mensen die kwaad willen doen. Dan is het afgelopen met iedereen die eerlijke mensen beschuldigt. Dan is het afgelopen met iedereen die goede rechters wegstuurt!
De Heer zegt tegen de Israëlieten: ‘Ik ben de God die Abraham bevrijd heeft. Jullie zullen niet langer vernederd worden. Jullie hoeven je niet meer te schamen. Als jullie zien wat ik voor jullie doe, dan zullen jullie weer eerbied hebben voor mij, de God van Jakob. Dan zullen jullie zeggen dat ik de heilige God ben.
Iedereen zal dan begrijpen wat ik doe. Zelfs de mensen die nu in de war zijn of over alles klagen.’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Nog een korte tijd
en de Libanon verandert in een boomgaard,
een boomgaard die zal lijken op een woud.
Op die dag hoort wie doof is wat men voorleest uit een boek,
zullen blinde ogen zien
omdat ze bevrijd zijn van duisternis en donkerte,
vindt wie arm is weer zijn vreugde in God
en juicht wie misdeeld is in het land om de Heilige van Israël.
Dan is het gedaan met de verdrukkers,
dan is het uit met de opscheppers.
Al wie zint op kwaad, wordt uitgeroeid:
al wie anderen door zijn getuigenis helpt veroordelen,
al wie de rechters in de poort probeert te misleiden,
al wie onschuldigen hun rechten ontneemt door leugens.
Daarom zegt de God die Abraham gered heeft,
de God van het huis van Jakob:
'Nu zal Jakob niet meer beschaamd worden,
zijn gezicht zal niet meer verbleken.
Als zijn kinderen zien wat Ik doe in hun midden,
zullen ze de heiligheid van mijn naam erkennen.
Ze zullen de heiligheid van de Heilige van Jakob erkennen,
respect hebben voor de God van Israël.
Zij die verward waren, komen tot inzicht,
zij die klaagden, laten zich informeren.'
Stilstaan bij …
Libanon
Libanon (het ‘witte gebergte’ ten noorden van Israël) dat geplunderd en verwoest werd, wordt een boomgaard, zelfs een woud.
Beelden voor het herstel dat komende is.
Poort
De poort van een stad was de plaats waar rechters zetelden.
Huis van Jakob
Hiermee werden de nakomelingen van Jakob bedoeld.
Omdat Israël een andere naam is voor Jakob, bedoelt Jesaja hiermee dus de Israëlieten.
Bij de tekst
Spreken met beelden
Als Jesaja spreekt over doven en blinden, dan kan hij er mensen mee bedoelen die niet meer horen of die niet meer kunnen zien, mensen die verhinderd worden om voluit mens te zijn.
Maar hij kan er ook mee bedoelen: mensen die doof zijn voor het Woord van God en blind voor wat God voor de mensen doet.