Inhoudstabel
…page…
Jesaja 41, 13-20 Nieuw leven
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1189)
Ik ben de Heer, je God. Ik houd je vast, en ik zeg: Israël, je hoeft niet bang te zijn. Ik zal je helpen. Ook al ben je maar klein, je hoeft niet bang te zijn. Ik zal je helpen. Ik, de heilige God van Israël, zal je bevrijden.
Ik zal ervoor zorgen dat jij je vijanden verslaat. Ook al zijn ze sterk en machtig, jij zult ze overwinnen. 16Je zult je vijanden wegjagen. Ze zullen verdwijnen als stof dat wegwaait in de wind.
Als dat gebeurt, zul je juichen en zingen voor mij, de heilige God van Israël.’
De Heer zegt: ‘De arme mensen van mijn volk zoeken overal naar water, maar ze vinden het niet. Ze hebben zo’n dorst dat ze geen kracht meer hebben. Maar ik, de God van Israël, zal hen helpen. Ik laat hen niet in de steek.
Uit kale heuvels zal ik rivieren laten stromen. En in het dal laat ik waterbronnen ontstaan. Ik zal zorgen dat er meren komen in de woestijn. En dat er water omhoogkomt uit de droge grond. Ik zorg voor bomen en planten in de woestijn, ze zullen groeien en bloeien.
Alle mensen zullen het zien. En ze zullen weten dat ik, de Heer, dat allemaal gedaan heb. Ze zullen begrijpen dat ik, de heilige God van Israël, dat allemaal gemaakt heb.’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Ik ben je God, die je neemt bij je rechterhand,
die je zegt: 'Wees niet bang, Ik zal je helpen.'
Wees niet bang, kleine Jakob,
Israël, mijn kindje.
Ik zal je helpen, zo zegt God,
de Heilige van Israël is je bevrijder.
Zie, Ik maak een dorsslee van je,
scherp, nieuw, met dubbele sneden.
Je zult bergen dorsen en pletten,
heuvels worden als kaf.
Een wind waait ze weg als je ze want,
en een storm blaast ze uiteen.
Maar je zult juichen om God,
vol trots zingen en de Heilige van Israël eren.
Armen en behoeftigen zoeken water. Het is er niet!
Hun tong is droog van de dorst.
Ik, God, zal hen verhoren.
Ik, de God van Israël, laat hen niet in de steek.
Op kale rotsen doe Ik rivieren ontspringen,
en bronnen in de valleien.
Van de woestijn maak Ik een vijver,
uit het dorre land borrelt water op.
Ik plant in de woestijn ceder en acacia, mirte en olijf.
Ik zet in de wildernis cipressen,
naast olmen en buksbomen.
Zo zullen ze allemaal inzien en beseffen,
begrijpen en erkennen,
dat de hand van God dit heeft gedaan,
dat de Heilige van Israël dit geschapen heeft.
Stilstaan bij …
Verlosser / bevrijder
Deze titel die aan God gegeven wordt verwijst naar de verlosser. Dat was een dicht familielid dat naast andere verplichtingen, zijn bloedverwant uit de slavernij moest vrij kopen.
Dorsslee
Een dorsslee is een zwaar houten bord waar onderaan scherpe stukken steen of metalen punten waren. De boer spande een trekdier voor die slede en ging op de slede staan om die te verzwaren.
Die dorsslede werd over het koren heen en weer getrokken zodat de korrels uit de aren gingen en het stro grof haksel werd.
Bij de tekst
Spreken met beelden
Bergen | verwijzen naar de vijanden van Israël |
Hun tong is droog van de dorst | verwijst naar de situatie bij de terugkeer uit Babel door de woestijn. |
De vele bomen die geplant worden | verwijst naar het herstel van Israël na de ballingschap. |