Inhoudstabel
…page…
Johannes 14, 7-14: Jezus en zijn Vader
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1702-1703)
Als jullie mij kennen, zullen jullie ook mijn Vader kennen. Ja, jullie kennen hem al, want jullie hebben hem gezien.’
Filippus zei: ‘Heer, laat ons de Vader zien! Dat is voor ons voldoende.’ Jezus zei tegen hem: ‘Filippus, ik ben al zo lang bij jullie. Ken je mij nog steeds niet? Jij zegt: ‘Laat ons de Vader zien.’ Maar als je mij gezien hebt, dan heb je ook de Vader gezien. Want de Vader is in mij, en ik hoor bij hem. Dat geloof je toch wel? De dingen die ik tegen jullie zeg, komen niet van mijzelf. Alles wat ik zeg en doe, komt van mijn Vader.
Geloof me, de Vader is in mij, en ik hoor bij hem. Dat kun je zien aan alle wonderen die de Vader mij laat doen.
Luister heel goed naar mijn woorden: Als jullie in mij geloven, zullen jullie net zulke wonderen doen als ik. Ja, zelfs nog grotere wonderen. Want ik ga naar de Vader. En ik zal doen wat jullie vragen, omdat jullie bij mij horen. Zo zal ik de hemelse macht van mijn Vader laten zien. Ik zal doen wat jullie mij vragen, omdat jullie bij mij horen.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Als jullie Me zouden kennen,
zouden jullie ook mijn Vader kennen.
Nu reeds kennen jullie Hem en zien jullie Hem.’
Toen zei Filippus: ‘Heer, toon ons de Vader.
Meer verlangen we niet.’
Jezus zei: ‘Ik ben al zo lang bij jullie
en jullie kennen Me nog niet, Filippus?
Wie Mij ziet, ziet de Vader.
Hoe kun je dan zeggen: Toon ons de Vader?
Geloof je niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is?
De woorden die Ik jullie zeg, spreek Ik niet uit Mezelf,
maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk doet.
Geloof Me: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij.
Of geloof het anders omwille van wat Hij doet.
Echt waar, Ik zeg jullie: wie in Mij gelooft,
zal zelf ook doen wat Ik doe.
Ja, zelfs meer dan dat zal hij doen,
omdat Ik naar de Vader ga.
En wat jullie ook zullen vragen in mijn Naam,
Ik zal het doen,
zodat de Vader mag verheerlijkt worden in de Zoon.
Als jullie Me iets zullen vragen in mijn Naam, zal Ik het doen.
Stilstaan bij …
Filippus
(Grieks = paardenliefhebber)
De apostel Filippus was afkomstig uit Betsaïda in Galilea. Hij was waarschijnlijk vertrouwd met het Grieks, want hij was het die werd aangesproken door een aantal Grieken die Jezus wilden zien (Johannes 12, 20-21). Op iconen wordt Filippus daarom afgebeeld met een typisch Griekse haarsnit.
‘Wie mij ziet, ziet de Vader’
God, die verborgen is, laat zich zien in Jezus Christus. Hij toont ons God, de Vader, door wat Hij is, wat Hij doet, wat Hij zegt en de manier waarop Hij met mensen omgaat.
Bij de tekst
Inhoud
Dit fragment uit het evangelie volgens Johannes behoort tot de lange toespraak die Jezus hield bij het Laatste Avondmaal.
Zo wilde Jezus zijn leerlingen voorbereiden op zijn vertrek. Tegelijk laat Hij zien hoe Hij met hen verbonden is.
De vraag van Filippus om de Vader te mogen zien van de Vader, is de aanleiding om extra te benadrukken hoe één de Vader en Hij zijn.
Suggesties
Grote kinderen
VERTELLEN
De wachtende brahmaan
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 24)
Ergens in India woonde Latsoe, een godvruchtig man.
Op een dag bad hij in de tempel:
‘God, ik kom dagelijks langs bij U.
Wil U ook eens op bezoek komen bij mij?’
Hij vroeg dit telkens opnieuw, tot God zei:
‘Vandaag kom ik je bezoeken.’
Toen Latsoe dit hoorde, liep hij naar huis,
maakte er alles netjes en wachtte tot God kwam.
Even later hoorde hij voetstappen.
Een bleek en mager jongetje vroeg:
‘Geef me alsjeblief een koekje.’
‘Ga weg,’ zei Latsoe, ‘die koekjes zijn voor God.’
Op de middag kwam er een andere jongen aankloppen.
Met bevende hand wees hij naar de taart.
‘Weg,’ zei Latsoe, ‘die taart is voor God.’
Weer zat Latsoe te wachten.
Toen hij ’s avonds de poort wou sluiten,
klopte een oude bedelares aan.
Latsoe duwde haar naar buiten,
deed de deur op slot en ging naar bed.
De volgende dag ging hij naar de tempel.
‘God, waar was U? U zou toch komen!’
God antwoordde: ‘Ik ben drie keer gekomen,
maar iedere keer heb je me weggejaagd!’
Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 6 mei 2020, p. 1)
Bestaat God?
Waar is Hij te vinden?
Vragen van alle tijden.
Vragen die in alle godsdiensten en religies voorkomen.
Vragen ook van de leerlingen die Jezus volgden.
Mensen vonden en vinden sporen van God …
… in de kracht van de natuur:
in de storm, in de bliksem, in de wind,
in de warmte gevende zon,
in het licht, in het leven zelf …
… in de loop van de geschiedenis:
in de redding uit slavernij,
in het kennen van vrede,
in de aandacht voor mensen met handicaps,
in het realiseren van welzijn …
… maar vooral in mensen zelf:
in het gelaat van een kind,
in de blik van een moeder,
in de ogen van een zieke,
in het gezicht van een arme …
Maar telkens opnieuw blijken die sporen niet zo duidelijk.
En net als Latsoe in het verhaal hierbij,
vormen mensen zich een beeld van God
dat niet overeenkomt met God zelf,
want uiteindelijk heeft niemand ooit God gezien.
Op een dag zei Jezus:
‘Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij’
En op een andere dag:
‘Wat jullie aan de minste der mijnen hebben gedaan,
hebben jullie aan Mij gedaan.’
EXTRA
Spreken over God
Klik hier voor extra suggesties.
Jongeren
EXTRA
Spreken over God
Klik hier voor extra suggesties.
Overwegingen
Marga Haas
'Daden van de Vader, die in Mij blijft' - Johannes 14,10
(M. Haas, Parelduiken in de Bijbel, 21 september 2023)
‘De Vader die in Mij blijft, doet zijn werk door Mij’, zegt Jezus tegen zijn leerlingen. Johannes beschrijft in zijn evangelie fantastische dingen die Jezus heeft gedaan: water in wijn veranderen, een blinde weer laten zien, een dode uit zijn graf laten opstaan – hij is een echte wonderdoener. Maar als je Jezus zó beziet, moet je je ogen nog eens goed uitwrijven. ‘De Vader die in Mij blijft, doet zijn werk door Mij.’ Niet Ik doe al die dingen, zegt Jezus, maar God.
Hier opent zich een wereld aan mogelijkheden – ook voor ons. ‘De Vader doet zijn werk door mij.’ Jezus is geen wonderdoener, maar een instrument waarmee wonderen door God gedaan worden. Een medium voor God om in onze door tijd en ruimte beperkte wereld zijn kracht te laten werken. Jezus is ‘maar’ een instrument. Niet Híj doet al die dingen, maar Hij laat ze door zich heen gebeuren.
Jezus zit het handelen van God dóór hem heen niet in de weg. Hij geeft zich over, maakt zich helemaal leeg en laat dan alles wat van God komt door hem heen stromen deze wereld in. Dát is het echte wonder. Hij is leeg en geeft zich over.
Marc Gallant, trappist (Orval)
Wie Jezus ziet, ziet de Vader (2014)
Als Filippus aandringt en vraagt: “Heer, toon ons de Vader, dat is ons genoeg” (Johannes 14,8), kan Jezus gewoonweg antwoorden: “Filippus? Wie mij ziet, ziet de Vader”. In Jezus is de Vader voor ons zichtbaar geworden, met zijn liefde die naar alle mensen uitgaat, met zijn voorkeur voor de armen, de kleinen, de noodlijdenden. Als Jezus predikt, als Jezus mensen helpt, dan kan Hij zeggen: “Het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht” (Johannes 14,10).
Jezus is het Woord van de Vader. In Jezus drukt de Vader zich uit. En wat zien wij? Wij zien iemand die ons liefdevol in de ogen kijkt. Voor Jezus’ kijken gebruiken de evangelisten het Griekse werkwoord “emblepein” - ”kijken in”. Jezus had die speciale blik van iemand die in de ogen leest. “Hij wist wat in de mens is”, zegt Johannes (2,25). In Jezus drukt de Vader zich uit met de warme vertrouwvolle blik die ons zegt: ”Ik ken je. Je mag er zijn, je mag jezelf zijn, Ik verwacht je bij mij”. In Jezus drukt de Vader zich uit als de liefde die niet wijkt, die gaat tot het geven van zijn bloed. Hij drukt zich uit als Liefde die zich totaal weerloos in onze handen geeft, en zich vandaag nog steeds geeft in de communie.
Wil je weten wie de Vader is, kijk dan naar Jezus: Jezus vertaalt in mensentaal het ondoordringbaar, ontoegankelijk licht van de Vader. Van de liefde van de Vader is Jezus de weg, de ware trouw en het leven ons medegedeeld. Hij laat ons niet in de steek. “Ik ben bij u voor altijd, tot aan het einde van de tijden” (Matteüs 28, 20), zegt Hij ons. “Laat uw hart niet verontrust worden” (Johannes 14, 1), herhaalt ons Jezus nog vandaag. Wij zijn geborgen in zijn leven, zoals zijn leven geborgen is in de Vader. In de eucharistie komt Hij nu dit geborgen leven versterken: Hij in ons en wij in Hem.