Inhoudstabel
…page…
Johannes 6, 30-35: Nooit meer honger!
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1684)
De mensen zeiden: ‘Kunt u dat met een teken bewijzen? Dan zullen we in u geloven. Mozes gaf ook een teken, hij gaf onze voorouders in de woestijn manna te eten. In de heilige boeken staat: «Hij gaf het volk brood uit de hemel te eten.»’
Maar Jezus zei tegen hen: ‘Het was niet Mozes, maar mijn Vader die dat brood gaf. Luister heel goed naar mijn woorden: Mijn Vader geeft jullie het ware hemelse brood. Het brood dat God geeft, komt uit de hemel en geeft eeuwig leven aan de mensen.’
De mensen zeiden: ‘Heer, geef ons elke dag dat brood!’
Jezus zei: ‘Ik ben het brood dat eeuwig leven geeft. Als je bij mij komt, zul je nooit meer honger hebben. Als je in mij gelooft, zul je nooit meer dorst hebben.’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
De mensen vroegen aan Jezus:
‘Welke teken doe Jij waaraan we kunnen zien
dat we in Jou moeten geloven?
Wat doe Je eigenlijk?
Onze voorouders hebben manna gegeten in de woestijn.
Dat staat zo in de Bijbel: Hij gaf hun brood uit de hemel te eten.’
Jezus zei: ‘Echt waar, Ik zeg jullie:
wat Mozes jullie gaf was niet het brood uit de hemel.
Het echte brood uit de hemel dat is iets wat mijn Vader geeft.
Het brood van God daalt uit de hemel neer
en geeft leven aan de wereld.’
De mensen vroegen: ‘Heer, geef ons altijd dat brood.’
En Jezus zei: ‘Ik ben het brood dat leven geeft:
wie tot Mij komt zal geen honger meer hebben,
en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst krijgen.’
Stilstaan bij …
Manna
De gestolde afscheiding van de tamarisk, een boom die groeit in het gebied van de Sinaï.
Daarop leeft een luis die vooral in de maand juni de natuurlijke afscheiding, 'manna', produceert. Wanneer die verdampt, ontstaan er korreltjes die heel voedzaam zijn en zoet smaken als honing.
Omdat de joden op basis van het boek Deuteronium verwachtten dat de Messias een nieuwe Mozes zou zijn die het wonder van de Uittocht zou herhalen, spraken ze Jezus aan over het manna dat Mozes aan de mensen gaf.
Brood
Jezus gebruikt het woord ‘brood’ in twee betekenissen:
Letterlijk: brood dat in de oven gebakken is en de fysieke honger van mensen stilt.
Figuurlijk: het woord van God dat de spirituele honger van mensen stilt.
Mozes
Stichter van de joodse godsdienst. Onder de leiding van Mozes gingen Israëlieten uit Egypte naar het Beloofde Land.
Bij de tekst
Context
Het zesde hoofdstuk van het evangelie volgens Johannes wordt ‘De Broodrede’ genoemd. Het begint met het verhaal over de broodvermenigvuldiging (Johannes 6,1-15).
Spreken met beelden
Mensen gebruiken vaak 'beelden' om iets duidelijk te maken. Zo zeggen ze bijvoorbeeld: 'hij kan de eindjes moeilijk aan elkaar knopen', 'hij beweegt zich op glad ijs', 'hij kiest eieren voor zijn geld' of ....
Niemand denkt eraan dat letterlijk te nemen. Toch weet men wat men ermee bedoelt.
Als kinderen die 'beelden' niet meteen begrijpen, komen ze er mettertijd wel achter. Of ze hebben een geduldige oma of opa, een goede juf of meester die hen dat duidelijk maakt. Eerst staan die stil bij de letterlijke betekenis van dat beeld om daarna los te komen van die 'letterlijkheid' en het verband te zien met een facet van de realiteit dat men er wil duidelijk mee wil maken.
Vreemd genoeg lezen veel mensen dergelijke 'beelden' in de Bijbel letterlijk. Zo is 'brood' voor hen in de Bijbel gewoon 'brood'. Maar 'brood' in de Bijbel staat voor alles wat 'broodnodig' is, want 'een mens leeft niet van brood alleen, maar van elk woord dat uit de mond van God komt.' Die 'mond' van God is natuurlijk ook weer een beeld. Als niemand ooit God heeft gezien (Johannes) dan kan men niet eens weten of Hij wel een mond heeft. Maar met een mond kan men praten, kan men iets zeggen. God kan dan misschien geen mond hebben om te praten, maar zijn 'woorden' kennen we wel. We vinden ze in de Bijbel, we horen ze uit de mond van profeten vroeger en nu. Over dat 'brood' gaat het.
In het evangelie van Johannes, is brood meer dan het brood van de bakker, zoals ook water meer is dan alleen water, wijn meer dan wijn en licht meer dan licht.
Wanneer Jezus zegt dat Hij dit brood van het leven niet alleen geeft, maar dat Hij dit ook is, biedt Hij zich aan als geestelijk voedsel zodat mensen zich kunnen voeden met zijn woord en zijn manier van leven.
Wortel in het Oude Testament
Deuteronomium 8, 2-3
"Blijf denken aan heel die tocht van veertig jaar die de Heer uw God u in de woestijn heeft laten maken. Hij heeft u toen vernederd en op de proef gesteld om uw gezindheid te leren kennen: Hij wilde zien of u zijn geboden zou onderhouden of niet. Hij heeft u vernederd en u honger laten lijden, maar u ook het manna te eten gegeven dat u noch uw vaderen ooit hadden gezien. Hij wilde u daardoor laten beseffen dat de mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat uit de mond van de Heer komt."
Suggesties
Grote kinderen
VERDIEPEN
Het brood van het leven
In het evangelie van deze dag zegt Jezus van zichzelf: 'Ik ben het brood des levens' / 'Ik ben het brood van het leven'.
Om Jezus te kunnen begrijpen moeten we even stil staan bij wat 'brood' betekent. Het is iets waarmee je in leven kunt blijven ('Op water en brood leven')
Als Jezus zegt dat Hij brood is, dan wil dat zeggen dat Hij als brood wil zijn in ons leven, door wat Hij zegt en wat Hij doet.
SPREKEN MET BEELDEN
Brood: levensbelangrijk
. Diens brood men eet, diens woord men spreekt.
. Op water en brood leven.
. Als warme broodjes verkopen.
. Zijn brood verdienen.
. Iets broodnodig hebben.
. Brood op de plank hebben.
. Een kruimeltje is ook brood.
. Liever een brood in de zak, dan een pluim op de hoed.
. Zijn broodje is gebakken.
In heel wat uitdrukkingen komt het woord 'brood' voor. Ze geven aan hoe belangrijk dit voedsel is in het leven van de mens.
De kinderen staan eerst stil bij de letterlijke betekenis van deze uitdrukkingen, om nadien te zoeken naar wat de betekenis is van elk van die spreekwoorden.
Om deze activiteit af te sluiten verbinden de kinderen elk van die uitdrukkingen met de betekenis ervan. Kleef daarvoor de spreekwoorden en hun betekenis op aparte kaartjes. Eerst zoeken de kinderen de spreekwoorden uit. Daarna plaatsen ze er de juiste betekenis bij.
Diens brood men eet, diens woord men spreekt. | Ik sta aan de kant van wie mij onderhoudt. |
Op water en brood leven. | Heel zuinig leven. |
Als warme broodjes verkopen. | Veel succes met iets hebben. |
Zijn brood verdienen. | Geld verdienen. |
Iets broodnodig hebben. | Iets heel erg nodig hebben. |
Brood op de plank hebben. | Zich kunnen beredderen. |
Een kruimeltje is ook brood. | Wees gelukkig met wat je hebt. |
Liever een brood in de zak, dan een pluim op de hoed. | Van eer kan men niet leven. |
Zijn broodje is gebakken. | Hij hoeft zich financieel geen zorgen te maken. |
TIP
Maak een keuze tussen deze spreekwoorden. Gebruik alleen die spreekwoorden, die voor de kinderen toegankelijk zijn of die ze al eens kunnen gehoord hebben. Er kan er natuurlijk ook altijd één bij die ze nog nooit eerder hoorden.
VERTELLEN
Het prachtige brood
(C. LETERME, Parels van verhalen, Averbode 2019, p. 170)
Het prachtige brood
Er was eens een bakker die een prachtig brood had gebakken.
Hij liet het aan al zijn klanten zien.
‘Wat een mooi brood,’ zeiden ze,
‘daar willen we wel het dubbele voor betalen.’
‘Dit brood is wel niet te koop,’ zei de bakker,
‘Het is voor de koning!’
’s Avonds nam hij het brood mee naar aan de koning.
Maar toen de koning er een stuk wou van afsnijden,
sprong het brood weg, wat de koning ook probeerde.
‘Ik wil niet opgegeten worden,’ zei het brood.
want dan kom ik in stukjes en beetjes in een maag terecht.
Zie je mij al tussen de worteltjes, de appelmoes en de worstjes?
Nee, dat is niks voor mij!
Ik wil niet gesneden worden
en ook niet opgegeten worden
zoals de andere broden.
Ik wil alleen maar liggen op een zilveren schotel
in het licht van de kaarsen van het paleis.’
Maar het prachtige brood werd stilaan hard en beschimmelde.
De dienaren van de koning gooiden het in een vuilnisemmer.
‘Zie me hier nu in liggen, tussen al die rommel,’ zei het brood,
‘ik, het prachtigste brood van de bakker.
Ik wou dat de hond van de koning mij nog zou opeten.
Maar zelfs die lust mij niet meer!’
Overweging bij het verhaal
(C. Leterme)
Dan heeft de bakker een pracht van een brood gebakken …
en dan wil dat brood niet opgegeten worden:
het wil blijven zoals het is: mooi, aantrekkelijk,
schitterend om naar te kijken!
Maar uiteindelijk gaat het de weg van alle brood dat niet opgegeten wordt:
het beschimmelt of wordt zo hard als steen.
Men kan er niets meer mee aanvangen:
het is alleen goed om weggegooid te worden.
Johannes schrijft in zijn evangelie
dat Jezus zichzelf het levend brood noemt;
Maar brood kan maar leven geven
als het onder de mensen verdeeld wordt en opgegeten wordt.
Jezus is natuurlijk geen brood,
maar Hij is wel als brood.
Van de woorden die Hij uitsprak kunnen mensen leven.
Aan wie Hij was, kan men zich inspireren.
Dat brood wordt gebroken en gedeeld.
Het geeft leven aan wie het in zich opneemt.
Het brengt de droom van God dichterbij.
Het maakt het leven tot een droom.
Jongeren
VERTELLEN
Het brood van het leven
(C. LETERME, 99 verhalen met een knipoog, uitgeverij Averbode 2014, p. 48-49)
Toen de christenen in Rusland vervolgd werden,
liet men overal in het land weten:
- Het is streng verboden
om een Bijbel te hebben.
Wie er een heeft,
moet die inleveren op het stadhuis.
In een dorpje
wilde een moeder de Bijbel niet afgeven.
- De kerken zijn al een tijd gesloten, zei ze.
Ik wil thuis nog iets van Jezus hebben:
zijn Woord in de Bijbel.
Toen ze op een dag brood bakte,
zag ze door het keukenraam
de geheime politie aankomen.
Vlug nam ze de Bijbel,
verstopte die in het deeg
en schoof het deeg in de oven.
De geheime politie doorzocht
het hele huis heel nauwkeurig,
maar vond niets.
Toen ze weg waren
en het brood gebakken was,
haalde moeder het uit de oven.
Het kwam op tafel
met een ongeschonden Bijbel erin.
Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 8 augustus 2018, p. 1)
Door een ongelukkig toeval
heeft de vrouw in het verhaal hierbij
ineens twee broden in één:
het brood dat gebakken is,
en dat ze zal opeten als het afgekoeld is,
en de Bijbel, het woord van God,
dat als brood is voor de mensen.
De Bijbel is natuurlijk geen brood
zoals de bakker verkoopt.
Toch kun je het ermee vergelijken.
Brood, dat gebakken wordt, is basisvoedsel.
Op die manier is het een beeld
voor alles wat we nodig hebben
om in leven te blijven.
De Bijbel is het woord van God
en net als brood is het een basisvoedsel
voor het innerlijke leven.
Woorden in de Bijbel geven leven, inspireren,
moedigen aan, nodigen uit …
Zonder die woorden kan de gelovige christen
niet voluit leven.
Als Jezus zichzelf het brood van het leven noemt,
dan zegt Hij dat Hij voor de mensen
het brood is dat hen voluit doet leven.
Wat Hij gezegd en gedaan heeft,
inspireert mensen om kwaliteitsvol te leven
in volle eerbied voor de medemens,
de natuur en God zelf.