Loading...
 

LO-DEBAR

Wikimedia לדבר
LO-DEBAR


…page…

Eerste kennismaking

Waar?

Lo-Debar was waarschijnlijk een relatief onbeduidende plaats ten oosten van de Jordaan (Gilead of Basan, in het stamgebied van Manasse of Gad), niet ver van Machanaïm (een stad waar David verbleef tijdens zijn vlucht voor Absalom) en ten noorden van de Jabbok, een zijrivier van de Jordaan.
De precieze locatie is onbekend, maar men vermoedt ergens in het huidige noordwesten van Jordanië of het zuidoosten van Syrië/Israël. De Jabbok zou een natuurlijke grens geweest zijn en een beperkt voor water gezorgd hebben, belangrijk voor het voortbestaan van de inwoners en hun vee, ondanks de onvruchtbaarheid van het land.



Over de naam Lo-Debar

De naam betekent letterlijk: ‘geen weide’, ‘geen woord’ of ‘geen communicatie’ (afhankelijk van de vertaling van het Hebreeuwse "Lo" = "niet" en "Debar" = "weide" of "woord") en suggereert dat Lo-Debar waarschijnlijk een arme, afgelegen of onbeduidende plaats was.
De naam roept onvruchtbaarheid en stilte op, een beeld voor isolatie en verlatenheid, niet alleen fysiek, maar ook spiritueel en emotioneel,
Deze afgelegen plek paste in verhalen die het hebben over een toevluchtsoord of een schuilplaats.



Actuele situatie

Waar Lo-Debar precies lag, is niet meer te achterhalen. De meest actueel aangeduide locaties zijn:

. Tel Dover (Khirbet ed-Duweir) bij de monding van de rivier de Yarmouk.
Gesticht als een versterkte nederzetting in de ijzertijd.

. Khirbet Umm ed-Dabar in de Jordaanvallei.





Wetenswaardigheden

Mefiboset en Lo-Debar

Mefiboset, zoon van Jonathan en kleinzoon van Saul, woonde in Lo-Debar bij Machir, de zoon van Ammiël. Mefiboset werd kreupel als kind en leefde in vergetelheid, omdat Saul en Jonathan, zijn grootvader en vader, gestorven waren.
Toen koning David iemand zocht uit het huis van Saul aan wie hij goedheid kon bewijzen omwille van zijn vriendschap met Jonathan, hoorde hij dat Mefiboset nog leefde en in Lo-Debar verbleef. Daarom liet hij hem ophalen naar Jeruzalem, waar hij hem de landgoederen van zijn grootvader Saul teruggaf en liet eten aan de koninklijke tafel.



Een gettostad

Een getto is in moderne termen een aparte, vaak armoedige wijk waar mensen wonen die sociaal of economisch gemarginaliseerd zijn.
Als men Lo-Debar een ‘gettostad’ noemt, dan typeert men die stad als:


. Plaats van vergetelheid of ballingschap
Mefiboset, een kleinzoon van Saul, leefde verborgen en vergeten in Lo-Debar. Hoewel van koninklijke afkomst, verviel hij door omstandigheden (de dood van zijn vader Jonathan, zijn handicap, en het koningschap van David) tot een marginaal leven waarbij hij niet meer meetelde in de maatschappij, letterlijk en figuurlijk verlamd was, en leefde zonder identiteit en toekomst.


. Plaats van armoede en uitsluiting
‘Lo-Debar’ kan vertaald worden als:
. ‘Geen weide’, dus geen voedsel, geen welvaart.
. ‘Geen woord’, dus geen communicatie, geen stem, geen perspectief.
Dit suggereert een plek waar armoede heerste, zowel fysiek als sociaal, en waar mensen geen invloed of toekomst hadden.





Lo-Debar in de Bijbel

Oude Testament

2 Samuël 9, 4
“David vroeg: ‘Is er nog iemand van de familie van Saul in leven? Omwille van Jonatan zou ik hem een gunst willen bewijzen.' Nu had de familie van Saul een dienaar die Siba heette. Hij werd bij David ontboden en de koning vroeg hem: ‘Bent u Siba?' Hij antwoordde: ‘Om u te dienen.' Daarop vroeg de koning: ‘Is er nog iemand van de familie van Saul in leven? Ik zou hem een uitzonderlijke gunst willen bewijzen.' Siba antwoordde de koning: ‘Ja, er is nog een zoon van Jonatan in leven. Hij heeft ongelukkige voeten.' De koning vroeg: ‘Waar woont hij?' Siba antwoordde: ‘In het huis van Makir, de zoon van Ammiël, in Lo-Debar.' Daarop liet de koning hem halen uit het huis van Makir, de zoon van Ammiël, in Lo-Debar.”
Lees meer

Lo-Debar was volgens de Bijbel de woonplaats van Machir, een tijdgenoot van koning David. Daar vond Mefiboset, die kreupel was, een veilig onderkomen na de dood van zijn grootvader koning Saul en zijn vader Jonatan, een goede vriend van David.
Toen David Mefiboset vond in Lo-Debar, bracht hij hem naar Jeruzalem en gaf hem al het land terug dat aan Saul toebehoorde. Mefiboset mocht regelmatig aan de tafel van de koning eten.


2 Samuël 17, 27
“Toen David te Machanaim aangekomen was, kwamen daar Sobi, de zoon van Nachas, uit Rabba in het land van de Ammonieten, Makir, de zoon van Ammiël, uit Lo-Debar, en Barzillai, de Gileadiet uit Rogelim, met rustbedden, schalen en aardewerk, tarwe en graan, meel en geroosterd koren, bonen en linzen, geroosterd graan, honing en boter, schapen en runderen. Ze boden dat David en zijn leger aan, want ze dachten: ‘Het leger zal in de woestijn wel hongerig zijn geworden en uitgeput en dorstig.'”

Machir ondersteunde David in zijn vlucht naar Gilead.
Dit verhaal onderstreept de functie van de afgelegen plaats Lo-Debar als toevluchtsoord voor wie de politieke onrust van die tijd wilden ontvluchten.