Loading...
 

Marcus 15, 16-41

Marcus 15, 15-41: Lijden en dood van Jezus 

Marcus 15, 16-47 // Matteüs 27, 27-61 // Lucas 23, 26 – 23, 34, Lucas 23, 35-43, Lucas 23, 44-49 // Johannes 19, 1-37



De tekst

Dichter bij de tijd

(naar: C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Marcus 14, 1 - 15, 47)

Omdat Pilatus het volk tevreden wilde stellen, liet hij Barabbas vrij.
Hij liet Jezus geselen en gaf de opdracht om Hem te kruisigen.
De soldaten namen Jezus mee in het paleis.
Daar deden ze een purperen mantel om zijn schouders,
en ze vlochten een krans van doornen om die op zijn hoofd te zetten.
Dan begonnen ze Hem te groeten: ‘Gegroet, koning van de Joden!’
Ze sloegen Hem met een stok op het hoofd,
spuwden Hem in het gezicht,
en knielden voor Hem neer om Hem te huldigen.
Toen ze zo de spot met Hem gedreven hadden,
namen ze Hem de purperen mantel af,
deden Hem weer zijn eigen kleren aan
en brachten Hem naar buiten om Hem te kruisigen.
Onderweg kwamen ze Simon van Cyrene tegen.
Hij kwam net van zijn akker. Ze bevalen: ‘Draag zijn kruis!’
Jezus moest naar Golgota, een heuvel buiten Jeruzalem.
Daar wilden ze Hem wijn met mirre geven, maar Jezus wilde dat niet.
Ze kruisigden Hem om 9 uur 's morgens en dobbelden om zijn kleren.
Het opschrift met de reden van zijn veroordeling luidde:
‘Koning van de Joden.’
Samen met Hem kruisigden ze twee bandieten,
één rechts en één links van Hem.
Voorbijgangers schudden hun hoofd en riepen:
‘Ha, Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt,
red jezelf en kom van het kruis af.’
Ook de hogepriesters en de Schriftgeleerden spotten:
‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf kan Hij niet redden!’
‘Messias, koning van Israël,
kom nu maar van het kruis af, dan zullen we geloven!’
Ook de bandieten die samen met Hem gekruisigd zijn,
maakten beledigende opmerkingen.
's Middags viel er een duisternis over het hele land.
Om drie uur riep Jezus luid: ‘Eloi, Eloi, lema sabachtani?’
Dat is in het Nederlands:
Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij in de steek gelaten?
Sommigen die dat hoorden, zegden: ‘Hoor, Hij roept Elia!’
Een van hen rende weg, doopte een spons in wijn,
stak die op een rietstok en wilde Hem te drinken geven.
‘Eens zien of Elia Hem van het kruis komt halen,’ zei hij.
Maar Jezus slaakte een luide kreet, en gaf de geest.
Wanneer een honderdman zag dat Hij zo stierf, zei hij:
‘Inderdaad, die man was de Zoon van God.’
Op een afstand stonden enkele vrouwen.
Ze volgden Hem al van in Galilea en zorgden voor Hem.
Toen het avond was ging Jozef van Arimatea naar Pilatus en vroeg:
‘Kan ik het lichaam van Jezus krijgen?’
Pilatus keek verbaasd op.
Hij vroeg aan een honderdman: ‘Is die Jezus nu al dood?’
Toen hij hoorde dat Jezus gestorven was, gaf hij het lijk aan Jozef.
Die kocht een linnen doek, nam Hem van het kruis af
en wikkelde Hem in het linnen.
Hij legde Hem in een graf dat in een rots was uitgehouwen
en rolde een steen voor de ingang.
Twee Maria’s keken toe waar Hij werd neergelegd.



Stilstaan bij …

Geselen
Zo'n gesel bestond meestal uit gevlochten lederen riemen. Daarin waren ijzeren balletjes en scherpe botsplinters gevlochten.
Wanneer de gesel de huid raakte maakten de balletjes diepe blauwe plekken of kneuzingen. De volgende slagen van zo'n gesel deden de blauwe plekken openbarsten. De scherpe botsplinters sneden diep in het vlees.

Pretorium
Dit was in oorsprong de tent van de pretor in het leger. Later was het de ambtswoning van de gouverneur in Romeins bezet gebied.

Koning van de joden
Dé reden om Jezus ter dood te veroordelen was er één van godsdienstige aard. Omdat de hogepriesters en de oudsten wisten dat ze met een religieus argument geen indruk zouden maken op de Romein Pontius Pilatus, zegden ze dat Jezus had gezegd dat Hij de koning der joden was. De politieke gevolgen van zo’n titel wekten wel de aandacht van Pilatus.

Kruisigen
Het kruisigen was een straf die afkomstig was uit het Oosten. Romeinen pasten die toe op staatsgevaarlijke misdadigers. Dat de mensen de kruisdood vroegen aan Pilatus kan erop wijzen dat ze in Jezus een gevangene van de Romeinen zagen, helemaal niet een Messias, want die had hen van die Romeinen moeten verlossen.
Cicero schreef over de kruisiging als 'de wreedste en walgelijkste van alle straffen'.
De kruisdood werd in 313 na Chr. door keizer Konstantijn afgeschaft.

Simon van Cyrene
Bewoner van Cyrene, de hoofdstad van Cyrenaïca, een Griekse kolonie in Libië. Daar was een vierde van de bevolking jood.

Golgota
(Aramees = schedel; Latijn = calva)
De naam schedel kan ontleend zijn aan de vorm van de heuvel, maar kan ook herinneren aan een legende die vertelt dat daar de schedel van Adam begraven ligt.

Met mirre gemengde wijn
Mirre gaf volgens Plinius aan de wijn een scherpe en wat bittere smaak die verdovend werkte.

Bandieten
Volgens de 'Acta Pilati' heetten die bandieten Dysmas en Gistas.

Redden
Verwijzing naar de betekenis van de naam ‘Jezus’: ‘God redt’.

Zesde uur / 's Middags
Dit uur komt overeen met de middag, het moment van de dag waarop de zon het hoogst aan de hemel staat.

Duisternis
Beeldende taal om de dood of om de verlatenheid van iemand aan te geven.
Beeld voor het feit dat met Jezus' dood het licht en de hoop voorgoed verloren schijnen te gaan. Hiertegenover staat dat met Pasen 'de zon op is' (Marcus 16, 2)

Negende uur / drie uur
Komt overeen met drie uur in de namiddag.

Mijn God, waarom hebt U mij in de steek gelaten?
Dit zijn de beginwoorden van psalm 22.

Elia
(Hebreeuws = Mijn God is JHWH)
Heel het leven van de profeet Elia was een afwijzen van de afgodendienst en het centraal stellen van JHWH. Elia werd aangeroepen als helper in hopeloze gevallen.

Voorhangsel van de tempel
Dit voorhangsel was een zwaar gordijn dat het heilige der heiligen van de tempel afsloot. Het was uit één stuk geweven. Alleen de hogepriester mocht eens per jaar het Allerheiligste betreden. Dat het voorhangsel scheurt, betekent dat het jodendom met de tempel als heiligdom heeft afgedaan: God is toegankelijk geworden voor iedereen, in Jezus heeft Hij zich voor allen kenbaar gemaakt.
Apocriefe evangelies (evangelies die niet behoren tot de vier officiële evangelies die in het Nieuwe Testament te vinden zijn) vertellen dat Maria als meisje werkzaam was in de tempel en het garen spon waarmee het voorhangsel van de tempel geweven werd. Een aantal iconen die de boodschap van de engel aan Maria uitbeelden, tonen Maria die deze rode wol spint.

Honderdman
Een honderdman was een Romeinse legeraanvoerder die het bevel uitoefende over honderd soldaten. Meestal was hij een gewone soldaat, die door zijn veldheer bevorderd was, omdat hij moedig of trouw was.
In het Nieuwe Testament vertegenwoordigt de honderdman de niet-joden. Zo onderstreept hij het belang van Jezus voor alle mensen.

Zoon van God
In de mond van een niet-jood kan dit misschien gelezen worden als: ‘Hij was echt een goed mens’.

Jozef van Arimatea
Jozef van Arimatea was lid van de Hoge Raad. Hij liet Jezus’ lichaam begraven in het graf dat hij voor zichzelf had laten maken. Blijkbaar waren niet alle leden van de Hoge Raad tegen Jezus.

Lijkwade / Linnen doek
Misschien was dit een windsel dat tot honderden meters lang kon zijn en waarin de dode werd gewikkeld (te vergelijken met de mummies in Egypte).

Graf
Veel graven waren uitgehouwen in de rotsen of in een rotsachtige bodem. Dat kon in de eigen tuin zijn, in de omgeving van het huis of buiten de stad of het dorp.
Burgers die eigen grond bezaten lieten vaak in de rotsen van hun veld of tuin een grafkamer inrichten, waar zij en hun familieleden na hun dood op een rustbed konden worden bijgezet. Na het bijzetten van een dode, werd de opening van de rots door een zware steen afgesloten.
In de middeleeuwen is men begonnen het graf van Jezus af te beelden als een stenen kist.

Steen
Voor de opening van een graf liep een geul waarin een zware ronde steen (groter dan een molensteen) werd gerold, die de opening nauwkeurig kon afsluiten. Omdat er een lichte helling was in die gleuf, was een kleine steen nodig om de grote op zijn plaats te houden.





Bijbel en kunst 

P. DELLA FRANCESCA

Kruisiging
(C. LETERME, Echt tov 5, Rondom Pasen, uitgeverij Pelckmans, 2013)

Piero Della Francesca (1420-1492) was een Italiaans kunstenaar uit de vroege Renaissance. Typisch voor zijn werk is zijn aandacht voor perspectief.

Francesca

Men vermoedt dat het schilderij 'De kruisiging' deel uitmaakte van een groot altaarstuk, maar zeker is dat niet. Het zou geschilderd zijn tussen 1454 en 1469 en wordt nu bewaard in New York (Frick Collection)



Het bovenste deel van het schilderij heeft een gouden achtergrond die het goddelijke weergeeft. Daarin is ook Jezus te zien.

In het onderste deel, die de wereld van de mensen weergeeft, zijn er vier groepen mensen:
. Aan de voet van het kruis: de soldaten die dobbelen om de kleren van Jezus.

Toen de soldaten Jezus hadden gekruisigd, verdeelden ze zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar er was ook nog de lijfrok: die was naadloos, van bovenaf uit één stuk geweven. Daarom zeiden ze tegen elkaar: ‘Die mogen we niet stukscheuren; laten we hem liever onder elkaar verloten.’ Zo moest het Schriftwoord in vervulling gaan dat zegt: Ze hebben mijn kleren onder elkaar verdeeld, en om mijn kleding hebben ze gedobbeld. Dit hebben de soldaten inderdaad gedaan.
Johannes 19, 23-24 / Schriftwoord: psalm 22


. Links van het kruis op het schilderij, een groep wenende vrouwen die Maria ondersteunen, met aan de andere kant van het kruis de apostel Johannes als tegenhanger van deze groep.

''Intussen stonden bij het kruis van Jezus zijn moeder, de zuster van zijn moeder, Maria de vrouw van Klopas, en Maria van Magdala. Jezus zag zijn moeder, en bij haar de leerling van wie Hij hield. Toen zei Hij tegen zijn moeder: ‘Vrouw, daar is nu je zoon.’ Vervolgens zei Hij tegen de leerling: ‘Daar is je moeder.’
Johannes 19, 25-26


. Links en rechts: twee groepen Romeinse soldaten te paard. Bij de rechtse groep wijst een Romeins soldaat naar het kruis.

Toen de honderdman die tegenover Hem stond, zag dat Hij op deze manier de geest gaf, zei hij: ‘Inderdaad, die man was de Zoon van God.
Marcus 15, 39



Verschillende figuren op het schilderij hebben een aureool op hun hoofd. Dat ziet er op dit schilderij uit als een gele schijf. De personen met zo'n aureool worden gezien als heiligen, mensen met een bijzondere uitstraling in hun leven.

De man met de rode helm die naar Jezus wijst is een honderdman. Dat was een Romeinse legeraanvoerder die aan het hoofd stond van honderd soldaten.

Het kruis is eigenlijk een marteltuig. De Romeinen kruisigden vooral slaven en niet-burgers als ze veroordeeld werden voor moord, roof en verraad. Vaak geselde men eerst de veroordeelde. Daarna dwong men die om de dwarsbalk naar de strafplaats te dragen. Daar werd hij aan de dwarsbalk gebonden of genageld en opgehesen aan een paal. Wie gekruisigd werd, stierf een erg pijnlijke dood. Keizer Constantijn schafte de kruisdood af in 313 na Christus.

Op de achtergrond van dit schilderij zie je heuvels. Ze stellen het landschap voor buiten Jeruzalem: heuvels die schaars begroeid zijn.




Beeldmeditatie
- Wat zie je op dit schilderij?

- Wie is die vrouw (wijzen naar Maria)
- Waarom valt ze bewusteloos?

De man met de rode mantel is de apostel Johannes. Hij staat alleen.
- Waarom zouden de andere apostelen er niet bij zijn?

- Wie is die man met de rode helm op een paard?
- Waarom wijst hij naar de man op het kruis?
- Wat zou hij willen zeggen?

Boven het hoofd van sommige mensen zie je een goudgele schijf.
- Wat zou de kunstenaar daarmee willen zeggen?

- Waarom hebben die bomen geen bladeren?
Wel vreemd als je weet dat de man op het kruis in de lente gestorven is.

- Wat doen die soldaten aan de voet van dat kruis?
- Wat vind je daarvan?





M. CHAGALL

Witte Kruisiging (1938)
12 White Crucifixion Chagall

Art Institute of Chicago, USA


Marc Chagall schilderde de gekruisigde Jezus als een jood: Hij heeft een joodse gebedsmantel om als lendendoek, zijn doornenkroon werd een hoofddoek.

Omdat dit werk geschilderd werd in 1938, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, verbindt Chagall de gekruisigde Jezus met de vervolgde Joden in die tijd: rechts gaat een synagoge in vlammen op, er zijn Joodse figuren die vluchten, een moeder beschermt haar kind, een torarol wordt weggegooid, er zijn oprukkende soldaten, een dorp brandt, aartsvaders wenen samen met Rachel.
Zo wordt Jezus in dit werk het symbool van alle lijden dat rondom Hem te zien is.

Marc Chagall (1887-1985), een Frans kunstschilder van Joods-Wit-Russische afkomst, werd zelf het slachtoffer van antisemitisme in Sint-Petersburg: hij vluchtte naar Parijs. Hij schilderde dit werk als reactie op de vele vormen van jodenvervolging in zijn tijd.



Merk op_
. De baan van licht waarin het kruis staat.
. De vorm van het kruis: een paal met daarboven een dwarsbalk.
. De blauwe figuur met een bordje om de hals (linksonder). Aanvankelijk schreef Chagall daarop 'Ich bin ein Jude', maar later overschilderde hij dat om zijn werk een meer universeel karakter te geven.
. Het witte licht dat uit de torarol komt.





Suggesties

Jongeren

SPREKEN MET BEELDEN

Fano

3 Fano
Deze illustratie is van Fano, een Spaans illustrator.

Het zware houten kruis dat Jezus draagt verdeelt de illustratie diagonaal in twee.
Voor christenen verwijst een kruis naar het lijden en de dood van Jezus. Zijn lijden en dood waren het gevolg van zijn manier van spreken en handelen vanuit een unieke relatie tot God, die Hij zijn Vader noemde.

De sfeer in beide helften is totaal anders:
. Onder het kruis loopt Jezus gebukt. Zijn hele houding weerspiegelt de last die het kruis voor Hem betekent. Zijn ogen zijn dicht. Hij zegt niets, kan het ook niet!

.Op het kruis werden zes figuurtjes getekend. Hun dynamische levendigheid contrasteert met de gebogen houding van Jezus. Op het eerst zicht zijn het kinderen, maar het derde figuurtje heeft grijze haren en kan een oma zijn. Misschien vertegenwoordigen ze de mensen.

Dat kruis (symbool van de consequente levenshouding van Jezus in wat Hij zei en deed), geeft de mensen de kans om bij God te komen, die door een wolk gesymboliseerd wordt (God is net zo ongrijpbaar als een wolk dat is).