Marcus 6, 45-52: Jezus loopt op water
Matteüs 14, 22-33 // Marcus 6, 45-52 // - // Johannes 6, 16-21
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1590)
Jezus zei tegen de leerlingen dat ze naar de boot moesten gaan. Ze moesten alvast naar de overkant varen, naar de plaats Betsaïda. Jezus ging niet mee. Hij stuurde de mensen naar huis. Toen iedereen weg was, ging Jezus een berg op om te bidden.
Het werd nacht. De boot was midden op het meer. Hij kwam bijna niet vooruit. De leerlingen roeiden wel hard, maar ze hadden tegenwind. Jezus stond op de berg. Hij zag dat de leerlingen het moeilijk hadden. Aan het einde van de nacht liep hij over het water naar de boot. Toen hij de boot voorbij wilde gaan, zagen de leerlingen hem op het water lopen. Ze dachten dat het een geest was, en schreeuwden het uit van schrik. Alle leerlingen zagen hem en ze waren vreselijk bang.
Maar Jezus zei: ‘Rustig maar, ik ben het. Jullie hoeven niet bang te zijn.’ Jezus stapte bij hen in de boot, en het hield op met waaien. De leerlingen waren stomverbaasd. Ze hadden het wonder van het brood en de vis niet begrepen. Ze leken wel blind.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Na de broodvermenigvuldiging zei Jezus tegen zijn leerlingen:
‘Stap in de boot en vaar naar de overkant, naar Betsaïda.
Ik zal de mensen hier wel wegsturen.’
Nadat Hij afscheid genomen had van de mensen,
beklom Hij de berg om er te bidden.
Tegen de avond was de boot midden op het meer,
en was Hij alleen aan land.
Hij zag dat de leerlingen door de felle tegenwind
nauwelijks vooruitkwamen, hoe hard ze ook roeiden.
Tegen het einde van de nacht liep Hij over het meer naar hen toe,
en Hij wilde hen voorbijlopen.
Toen zijn leerlingen Hem over het water zagen lopen,
dachten ze dat Hij een spook was en ze schreeuwden het uit.
Ze hadden Hem allemaal gezien en panikeerden.
Maar Hij sprak hen meteen aan: ‘Kalm! Ik ben het, wees niet bang.’
Hij stapte bij hen in de boot. De wind ging liggen.
Zijn leerlingen waren helemaal de kluts kwijt.
Ze hadden niets begrepen van wat er met de broden was gebeurd,
omdat hun hart daar niet open voor stond.
Stilstaan bij …
Boot
Later werd een boot het beeld van de Kerk, van een grote of kleine geloofsgemeenschap.
Betsaïda
Dorp aan de noordzijde van het Meer van Galilea. Lees meer
Meer
Met dit meer wordt het meer van Galilea bedoeld. Een meer dat een belangrijke rol speelde in het leven van Jezus en van zijn volgelingen.
Lees meer over dit meer.
Water
Water is zowel een symbool van leven als van dood (en afgeleid daarvan van een leven dat bijna geen leven meer is: zware ziekte, tegenslag, ruzie, misverstand, wantoestand, geloofstwijfel ...)
‘Lopen op water’ is een beeld voor het beheersen van het kwade. Dat Jezus op het water loopt, wil dus zeggen dat Hij alles wat doodt, onder de voet loopt, er meester over is. In die zin is dit verhaal een paasverhaal: Jezus geeft nieuw leven want de dood heeft geen vat op Hem.
Ik ben het
Herinnert aan Exodus 3, 12.14: 'Ik ben er voor u.'
Deze woorden maken de nauwe relatie tussen Jezus en God duidelijk.
Wees niet bang / vrees niet
Wordt vaak gezegd als God of een engel een mens toespreekt om hem een taak of een zending te geven.
Bij de tekst
Herinneringen aan het Oude Testament
'Ik ben'
.'Ik ben er voor u.' (Exodus 3, 12.14)
'Hij wilde voorbijgaan'
. Tijdens de tiende plaag gingde engel des Heren, die alle eerstgeborenen van de Egyptenaren doodt, sparend de huizen van de Hebreeën voorbij. (Exodus 11, 12)
. Tijdens de uittocht uit Egypte, smeekte Mozes tijdens een hevige roepingscrisis, dat Jahweh zelf zou komen.
Jahwe kwam voorbij. (Exodus 33, 34)
. De profeet Elia, die een depressief moment kent, wordt aangemoedigd, wanneer Jahwe aan hem voorbijging. (1 Koningen 19)
'Voorbijgaan' betekent in het Oude Testament: God toont dat Hij er is als hulp, steun, aanmoediging en troost.
Als Jezus voorbijgaat, betekent dat dat Hij zich openbaart zoals God dat deed in het Oude Testament. Hieruit blijkt zijn grote betrokkenheid op God.
Een wonder verhaal
Deze tekst van Marcus wordt een wonderverhaal genoemd.
Klik hier voor meer info over dit type verhalen.
Suggestie
Jongeren
VERTELLEN
Als op vaste grond
(C. LETERME, Parels van verhalen, uitgeverij Averbode 2019, p. 9)
Een broeder wilde naar het Jetavana,
de plaats waar boeddhistische monniken bijeenkomen.
's Avonds kwam hij aan bij de oever van de rivier Aciravati.
De schipper had zijn boot al op de oever getrokken
om naar de prediking te gaan luisteren.
Omdat de broeder geen boot zag om over te varen,
ging hij, vol blijde gedachten aan Boeddha,
het water van de rivier op.
Zijn voeten zonken niet in het water: hij ging als op vaste grond.
Maar toen hij in het midden van de rivier de golven zag,
werden zijn blijde gedachten aan Boeddha zwakker
en begonnen zijn voeten te zinken in het water.
Hij dacht opnieuw vol vreugde aan Boeddha
en ging verder op het water.
Zo kwam hij in het Jetavana.
Hij groette de meester en zette zich naast hem neer.
De Meester sprak hem vriendelijk aan en vroeg:
'Beste broeder,
niet te veel moeilijkheden gehad bij het naar hier te komen?'
De broeder antwoordde:
'Heer, omdat ik vol blijdschap aan Boeddha dacht,
ging ik op het water alsof ik op vaste grond ging.'
Toen zei de Meester:
'Broeder, jij bent niet de enige die een vaste grond vond,
door te denken aan de eigenschappen van de Boeddha,
ook vroeger vonden broeders vaste grond
te midden van de oceaan, toen hun boot vernield was,
door aan de goede eigenschappen van de Boeddha te denken.'
(Uit de Dzjataka, verhalen en fabels over Boeddha)
Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 9 augustus 2017, p. 1)
Als we het verhaal hierbij lezen, zeggen we al vlug:
‘Dat kan niet! Mensen kunnen niet op water gaan’
en we leggen het opzij om het te vergeten.
Maar dit verhaal is gemakkelijk meer dan tweeduizend jaar oud
en al die tijd heeft er blijkbaar niemand moeite gedaan
om het opzij te leggen en te vergeten.
Wat is er dan aan de hand met dit verhaal?
In de Bijbel staat een gelijkaardig verhaal.
Op een dag wandelde Jezus op het water.
De enen zeggen: ‘Dat kan niet!’
Anderen zeggen: ‘Dat is een mirakel’!
Toch wordt het verhaal verder verteld
en legt men het niet opzij om het te vergeten.
Wat is er aan de hand met dat verhaal?
Beide verhalen worden het best niet benaderd met de vraag:
‘Wat is er precies gebeurd?’
Maar met de vraag:
‘WAAROM heeft men dit verhaal verteld?’
Het verhaal uit het boeddhisme
wil gelovigen duidelijk aanmoedigen
om vol vreugde te denken
aan de goede eigenschappen van Boeddha.
Dit geeft hun vaste grond in hun leven,
ook als er zich moeilijkheden voordoen.
Het verhaal over Jezus wil christenen
iets over Hem duidelijk maken.
Water is niet alleen iets wat levensnoodzakelijk is,
het roept ook dood op: in water kan men verdrinken.
Als Jezus op water gaat,
wordt duidelijk dat Hij boven de dood staat.
Volkswijsheid
Geen wonder!
Twee toeristen komen bij het meer van Genezaret.
Ze willen naar de andere kant varen.
Op de oever staat een visser die dat wil doen.
Hij vraagt daar 200 sjekel (ongeveer 40 euro) voor.
- Dat is veel te veel, zeggen de toeristen.
- Maar dit is wel het meer waarover Jezus te voet heeft gewandeld!
- Geen wonder! Als het toen ook al zo duur was!