Matteüs 12, 46-50: Wie is mijn familie?
Matteüs 12, 46-50 // Marcus 3, 31-35 // Lucas 12, 19-21
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1542)
Terwijl Jezus nog tegen de mensen aan het praten was, kwamen zijn moeder en zijn broers. Ze bleven buiten staan. Ze wilden Jezus spreken.
Iemand zei tegen Jezus: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten. Ze willen u spreken.’ Jezus zei tegen hem: ‘Wie is mijn moeder? En wie zijn mijn broers?’ Toen wees hij naar zijn leerlingen. En hij zei: ‘Dat is mijn moeder! Dat zijn mijn broers! Mensen die doen wat mijn hemelse Vader wil, die zijn mijn broer, mijn zus en mijn moeder.’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Op een dag toen Jezus tegen de mensen sprak,
stonden zijn moeder en broers buiten
en trachtten met Hem te spreken.
Tot iemand Hem zei:
‘Je moeder en broers staan daar buiten en willen Je spreken.’
Maar aan de persoon die Hem dit kwam zeggen zei Hij:
‘Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?’
Toen wees Hij naar zijn leerlingen en zei:
‘Dat zijn mijn moeder en mijn broers.
want mijn broer, mijn zus en mijn moeder zijn zij
die doen wat mijn Vader in de hemel wil.’
Stilstaan bij...
Broers
Er wordt nogal geheimzinnig gedaan over deze 'broers' van Jezus.
Doorgaans kent men de broers en zussen van belangrijke personen in de geschiedenis niet. Om de persoon in kwestie meer naar voren te brengen, plaatste men alle elementen die verwezen naar zijn familie op de verre achtergrond: ze zijn in de context van ondergeschikt belang.
Volgens Marcus (Marcus 6, 3) had Jezus zeker vier broers. Hij had ook zussen. Eén van die broers, Jakobus, speelde na de dood van Jezus een belangrijke rol in de gemeenschap van christenen te Jeruzalem. Hij zou de ‘brief van Jakobus’ geschreven hebben, die in de Bijbel voorkomt. Wat hij daarin schrijft lijkt veel op wat Jezus gezegd heeft. Jakobus legt er vooral de nadruk op dat men niet alleen moet zeggen dat men gelooft, maar dat men dat vooral moet laten zien in wat men doet. Wie vanuit zijn geloof leeft, gaat anders leven, zegt Jakobus. Als dat niet zo is, heeft men een dood geloof.
Bij de tekst
Betekenis
De belangrijkste zin in deze tekst is: 'Wie de wil doet van God, die is mijn broer en mijn zus en mijn moeder.’
Natuurlijk weet Jezus wel dat Maria zijn moeder is en wie zijn broers en zussen zijn. Maar met deze zin wil Hij duidelijk maken dat God onze Vader is en dat alle mensen die doen wat God wil op die manier broers en zussen van elkaar zijn.
Suggesties
Grote kinderen
VERDIEPEN
Familie
(naar: Hemel en aarde, Pasen 2003, p. 16)
Vraag aan de kinderen :
- Welke mensen zijn familie van je?
Laat de kinderen iets vertellen over hun familie.
- Hoeveel broers en zussen heb je?
- Hoe heten je vader en moeder?
(Hou hierbij rekening met nieuw samengestelde gezinnen)
Vertel dat Jezus ook familie had. Zijn vader heette Jozef, mijn moeder Maria.
Zijn vader Jozef was al gestorven toen Jezus volwassen was.
Jezus had broers en zussen.
Van vier broers kennen we de naam: Jakob, Jozef, Juda en Simon. Zie:
Dat is toch de timmerman, de zoon van Maria
en de broer van Jakobus en Joses en Juda en Simon?
Zijn zussen wonen toch hier bij ons?’ (Marcus 6, 3)
De familie van Jezus
(naar: Hemel en aarde, Pasen 2003, p. 16)
Wat bedoelt Jezus eigenlijk?
. Is zijn familie opeens zijn familie niet meer?
. Houdt hij niet meer van zijn moeder, zijn broers en zijn zussen?
Vertel dat Jezus nog steeds veel van zijn familie houdt.
- Waarom noemt Hij die andere mensen dan zijn broers of moeder, of zussen?
Laat de kinderen antwoorden bedenken.
Informeer de kinderen van het gebruik in veel landen om tegen een vriend 'broer' te zeggen, of in de kerk waar de priester de gelovigen aanspreekt met 'broeders en zusters'.
DOEN
Collage
De kinderen tekenen zichzelf. Daarna maakt de groep een collage van deze tekeningen.
Schrijf boven de collage: 'broers en zussen van Jezus'
Ga daarna even dieper in op die titel en op wat die 'wil van God' wel kan inhouden.
Familieboom
Maak je eigen familieboom.
Klik hier om je daarbij te inspireren.