Matteüs 21, 1-11: De intocht in Jeruzalem
Matteüs 21, 1-11 // Marcus 11, 1-10 // Lucas 19, 28-40 // Johannes 12, 12-16
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1557)
Jezus en de leerlingen kwamen in de buurt van Jeruzalem. Ze waren vlak bij het dorp Betfage bij de Olijfberg. Daar stuurde Jezus twee leerlingen vooruit.
Hij zei tegen hen: ‘Ga naar dat dorp daar. Jullie zullen daar meteen twee ezels zien, een moeder met haar jong. Ze staan vastgebonden. Maak ze los en breng ze bij mij. Misschien vraagt er iemand wat jullie daar doen. Zeg dan: ‘De Heer heeft deze ezels nodig.’ Dan zullen ze de ezels meteen aan jullie meegeven.’
Dat moest zo gebeuren, want één van de profeten heeft gezegd: «Luister, inwoners van Jeruzalem! Jullie koning komt eraan. Hij is vriendelijk. Hij rijdt op een ezelin en haar jong.»
De twee leerlingen gingen naar het dorp. Ze deden wat Jezus gezegd had. Ze brachten hem de ezelin en haar jong. Ze legden jassen op de rug van de ezels, en Jezus ging erop zitten.
Veel mensen legden hun jas op de weg. Anderen haalden takken van de bomen en legden die op de weg. Ze liepen voor Jezus uit en achter hem aan, en ze riepen: ‘Alle eer aan God! Leve de Zoon van David! Leve de man die door God gestuurd is! Alle eer aan God in de hemel!’
Zo kwam Jezus in Jeruzalem aan. Iedereen in de stad praatte erover. De mensen vroegen zich af: ‘Wie is die man?’ 11De mensen die met Jezus meegegaan waren, zeiden: ‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Jezus en zijn vrienden naderden Jeruzalem.
Toen ze op de Olijfberg opklommen, in de richting van Betfage,
zei Jezus tegen twee leerlingen:
‘Ga naar het dorp vlak voor je.
Daar zullen jullie een ezelin vinden.
Ze is vastgebonden en er staat een veulen bij.
Maak ze los en breng ze bij Me.
Als er iemand iets van zegt, zeg dan:
“De Heer heeft ze nodig.
Hij zal ze meteen terug sturen”.’
Dit gebeurde omdat een profeet had gezegd:
“Zeg aan de dochter van Sion: Zie, je Koning komt tot bij je.
Hij is zachtmoedig en zit op een ezel,
op een veulen, het jong van een lastdier.
De leerlingen gingen weg en deden wat Jezus vroeg.
Wat later brachten ze de ezelin en het veulen.
Ze legden er kleren overheen.
Jezus ging op de ezelin zitten.
Zeer veel mensen spreidden hun mantels uit op de weg,
anderen sneden twijgen van de bomen en legden die op de weg.
De mensen die voor Jezus uit liepen
en de mensen die Hem volgden, riepen luid:
‘Hosanna, leve Jezus, de Zoon van David.
Gezegend is Hij die komt in de naam van de Heer.
Hosanna in den hoge.’
Toen Jezus Jeruzalem binnentrok, was iedereen enthousiast.
De mensen vroegen: “Wie is dat?”
Men antwoordde: ‘Dit is de profeet Jezus uit Nazaret in Galilea.’
Stilstaan bij ...
Jeruzalem
Religieus en politiek centrum van Palestina. Plaats waar de tempelautoriteiten en Schriftgeleerden woonden. Jeruzalem is in de evangelies de stad waar Jezus afgewezen wordt.
Olijfberg
De Olijfberg, die wellicht begroeid was met olijfbomen, ligt ten Oosten van Jeruzalem langs de Cedronvallei. Omdat de Olijfberg hoger ligt dan de stad, had men van daar uit een mooi zicht op de tempel. De joden verwachtten dat de Messias zich vanuit de hemel op de Olijfberg zou openbaren.
Betfage
(= huis van de onrijpe druiven)
Dit plaatsje lag ten oosten van Jeruzalem, langs of op de weg naar Jericho.
Profeet
(Grieks = ‘spreken voor of in naam van een ander’)
Een profeet spreekt in naam van God. Als hij goed nieuws brengt, verwoordt hij beloften van zegen en geluk. Als hij een concrete situatie aanklaagt, roept hij op om die te veranderen, en om te keren vanuit Gods droom over de wereld.
Hier verwijst Matteüs naar de profeet Zacharia, die optrad rond het jaar 520 voor Christus, kort nadat er een einde kwam aan de Babylonische ballingschap. Hij doet dat omdat hij wil aantonen dat hij in Jezus de vervulling zag van de verwachtingen in het Oude Testament: Jezus gaat Jeruzalem binnen als de koning die trouw is aan God, en het recht van de armen en verdrukten beschermt. Een koning die men meer aan zijn goedheid herkent dan aan zijn grootheid. Een nederige koning op een ezel.
Sion
Naam van een van de bergen waarop Jeruzalem is gebouwd. Later bedoelde men met Sion de berg waarop de tempel werd gebouwd. Nog later werd Sion een andere naam voor Jeruzalem.
Ezel
Onder invloed van Zacharia 9, 9 (‘Zie, uw koning komt naar u toe, hij is rechtvaardig en zegevierend; hij is nederig, hij rijdt op een ezel, op een veulen, het jong van een ezelin’) voegt Matteüs aan de ezelin een veulen toe.
Wellicht bedoelde Zacharia ‘het jong van een ezelin’ en niet: ‘een ezelin én een veulen’.
Mantels op de weg
Deze oosterse gewoonte was een eerbewijs aan koningen en aanzienlijke personen, een manier om te tonen dat men hen respecteerde.
Misschien wel te vergelijken met het uitrollen van een rode loper.
Twijgen van de bomen
Misschien zijn de takken die zij op de weg leggen een verwijzing naar het Loofhuttenfeest, dat de bescherming van God herdenkt tijdens de tocht door de woestijn.
Hosanna
Griekse spelling van een Hebreeuws woord dat 'red nu' of ‘kom ons helpen’ betekent en als uitroep of juichkreet werd gebruikt wanneer men Jahwe of een hooggeplaatste persoon smeekte om zijn zegen.
De woorden ‘Hosanna, ... gezegend Hij die komt in de naam des Heren’ uit het begin van het grote dankgebed in de eucharistieviering, vinden hier hun inspiratiebron.
Zoon van David
In deze titel ligt de verwachting van de joden dat Jezus het Rijk van koning David zal herstellen. Iemand die met wapens de Romeinse bezetter zou verdrijven. Maar dit soort verwachtingen lost Jezus niet in. Dat het publiek Jezus erkent als 'Zoon van God' maakt de overheid misnoegd.
Hoge
Hiermee wordt de hemel bedoeld, de naam voor de plaats waar God woont.
Bij de tekst
Als je dit verhaal aan kinderen vertelt ...
... kun je vertellen hoe mensen wuiven met vlaggetjes, sjaaltjes, linten, bloemen ... als iemand komt, die ze verwachten en graag hebben.
... mag je ze laten aanvoelen dat Jezus niet altijd is zoals mensen over Hem denken en dromen. Jezus zit niet op een paard, een dier dat koningen draagt en wereldse macht en kracht symboliseert, maar op een ezel ...
Historische achtergrond
De joden verwachtten een politieke Messias: iemand die met wapens de Romeinse bezetter zou verdrijven.
Betekenis
Dit verhaal vormt een groot contrast met de gebeurtenissen die volgen. Het wil dat men anders denkt over de grootheid van Jezus: een grootheid die niet van politieke aard is, maar die voortkomt uit de kracht van Gods liefde.
Liturgie van Palmzondag
Op Palmzondag wordt het evangelie van Jezus' intocht gelezen bij de wijding van de palmtakken. Nadien trekt de gemeenschap processiegewijs de kerk binnen. Dan gebeurt metterdaad wat in elke eucharistieviering wordt gezongen of gebeden. 'Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in den hoge!'.
De ezel
In de tijd van Jezus was een ezel net zo gewoon als een auto nu. Omdat Palestina bergachtig was, was het voor heel wat mensen, armen en rijken, een groot gemak dat ze op een ezel konden zitten. Zo moesten er niet de hele weg te voet afleggen. Een ezel was toen het vervoermiddel van eenvoudige mensen.
Maar ezels zijn ook sterk: ze kunnen heel wat lasten dragen. Ze werden zelfs gebruikt op het land om een ploeg te trekken, of om het graan te dorsen.
Ze werden nooit gebruikt voor de jacht of voor de oorlog.
Omdat een ezel maar een kwart nodig heeft van de gerst die een paard per dag eet, konden ook arme gezinnen een ezel hebben.
Allen de rijken en de Romeinen die Palestina bezetten, konden een paard betalen. Wie te paard reed, was toen een machtig man of zelfs een koning.
In de Bijbel is een ezel het beeld van nederigheid en kwetsbaarheid en verwijst het naar de Messias. Wie op een paard zit, troont boven op de mensen, maar wie op een ezel zit, steekt nauwelijks boven de mensen uit. (paard: beeld van macht en gezag)
Wortels in het Oude Testament
1 Koningen 1, 38-40
"Toen gingen de priester Sadok, de profeet Natan en Benaja, de zoon van Jojada, met de Keretieten en de Peletieten op weg. Zij zetten Salomo op het muildier van koning David en leidden hem naar de Gichon. De priester Sadok liet de hoorn met olie uit de tent halen en zalfde Salomo. Toen blies men de bazuin en heel het volk riep: ‘Leve koning Salomo!’ Daarna ging heel het volk achter hem aan. Ze speelden op fluiten en gaven uitbundig uiting aan hun vreugde, zodat de grond dreunde van het rumoer."
De manier waarop de intocht van Jezus in Jeruzalem beschreven wordt, herinnert aan de manier waarop Salomo als nieuwe koning in Jeruzalem werd ingehaald.
2 Koningen 9, 13
De leerlingen en vele andere mensen brengen aan Jezus koninklijke eer door hun mantels op de ezelin en op de weg te leggen. Hiermee tonen ze dat ze hun bescherming zoeken bij deze vredeskoning op een ezel.
Zacharia 9, 9
'Jubel luid, gij dochter Sion. Juich, gij dochter Jeruzalem!
Zie, uw koning komt tot u, rechtvaardig en zegevierend;
hij is deemoedig, hij rijdt op een ezel op een veulen,
het jong van een ezelin.'
Matteüs beschreef de intocht van Jezus in Jeruzalem in het licht van deze profetie omdat hij in Jezus de vervulling zag van de verwachtingen in het Oude Testament: Jezus ging Jeruzalem binnen als de koning / Messias die trouw is aan God en het recht van de armen en verdrukten beschermt. Een koning die men meer aan zijn goedheid herkent dan aan zijn grootheid. Een nederige koning op een ezel.
Dat de evangelist die twee ezels vermeldt, terwijl Jezus toch maar op één ezel kan zitten onderstreept dat Jezus voor hem de letterlijke verwezenlijking is van wat de profeet Zacharia zegt.
De Schriftgeleerden herkenden die tekst. Maar voor hen was Jezus niet de Messias, omdat:
. Hij het in hun ogen niet nauw neemt met de wet van Mozes (Hij heeft meer aandacht voor de geest van de wet, dan voor de letter ervan)
. Hij over God spreekt als over zijn Vader (in hun ogen een godslastering)
MAAR
Jezus trad helemaal niet op als de zachtmoedige koning uit die profetie. Van meet af aan maakte hij duidelijk dat hij kwam om orde op zaken te stellen. Hij ging naar de tempel en hield er, nogal hardhandig, grote schoonmaak. Volgens Johannes 2, 15 gebruikte hij een bezem als zweep om de verkopers en sjacheraars af te tuigen. 'Dit huis moet een huis van gebed zijn. Weg! Jullie hebben er een rovershol van gemaakt!'
Bijbel en kunst
Schilderkunst
Icoon
De intrede van Jezus in Jeruzalem (einde 15e eeuw)
Rotsen. Ze verwijzen naar Judea, een bergachtige streek | Van de boom worden groene takken gesneden om Jezus als koning te eren. | Poorten van de stad Jeruzalem |
Apostelen. De apostel met het gele bovenkleed en de grijze haren en baard is Petrus. | Jezus zit op een ezel als een koning op een troon. Zijn rode onderkleed verwijst naar zijn goddelijke natuur. Zijn blauwe bovenkleed verwijst naar zijn menselijke natuur. In de nimbus achter zijn hoofd is een kruis te zien. In zijn linkerhand draagt hij een rol, die verwijst naar het evangelie. Hij rijdt richting Jeruzalem. De ezel waarop Hij zit is een symbool van nederigheid. | Een aantal mensen met kinderen komt uit Jeruzalem Jezus tegemoet. |
Kinderen leggen kledingstukken op de grond om Jezus eer te bewijzen. Verspreid op de grond liggen groene takken om Jezus te eren. |
Lees meer over iconen.
Bespreek:
- Waarom zou Jezus niet voor zich uitkijken?
- Zou Hij iets zeggen tegen zijn leerlingen? Wat zou dat kunnen zijn?
- Zouden zijn leerlingen iets tegen Hem zeggen? Wat zou dat kunnen zijn?
- Waarom zou Hij schrijlings op een ezel zitten?
C. GOSEY
De intrede van Jezus in Jeruzalem
(C. LETERME, Echt Tov 3, Rondom Pasen, handleiding, uitgeverij Pelckmans 2013, p. 8)
Christopher Cosey bouwde deze icoon op zoals de meeste iconen die de intocht afbeelden van Jezus in Jeruzalem.
Links wordt een berg afgebeeld met bomen en bloemen. Een mogelijke verwijzing naar het groene Galilea waar Jezus vandaan is.
Rechts wordt een stadsmuur afgebeeld, een verwijzing naar de stad Jeruzalem waar Jezus naartoe gaat. Aan de poort komen de bewoners Jezus verwelkomen met palmen.
In het midden staat een boom waaruit kinderen takken snijden.
Links onder staan de leerlingen van Jezus. De man met de witte haren en witte baard op de eerste rij, is Petrus. Hij wijst naar Jezus alsof Hij wil zeggen: om Hem is het te doen.
Midden onderaan zit Jezus op een ezel, alsof Hij op een troon zit. Dit herinnert aan wat de profeet Zacharia over een Messias zei (Zacharia 9, 9-10)
Er wordt een parasol boven het hoofd van Jezus gehouden. Een parasol dient om te beschermen tegen de felle zon, maar op deze icoon is het vooral een uiting van waardering voor iemand. Ook het leggen van kleding waar de ezel voorbijgaat en het zwaaien van wierook zijn daar uitingen van.
Het aureool om het hoofd van Jezus verwijst naar zijn uitstraling.
Beeldmeditatie
(C. LETERME, Echt Tov 3, Rondom Pasen, handleiding, uitgeverij Pelckmans 2013, p. 15)
- Wie zie je op deze icoon?
- Wat gebeurt er?
- Vertel / Lees het verhaal dat erbij hoort.
- Wat dragen de meeste mensen in hun hand?
- Zie je iemand die iets anders draagt? Weet je wat dat is?
- Heb je dat al eens in het echt gezien?
- Wat doen de kinderen op deze icoon?
- Wat willen ze hiermee duidelijk maken?
Links staan de leerlingen van Jezus.
- Hoeveel zie je er?
Vooraan staan twee leerlingen, van wie je de rechterhand kunt zien.
- Wat doen ze met hun rechterhand?
- Wat zouden ze daarmee willen zeggen?
- Waarom denk je dat?
- Wie denkt dat ook? Wie denkt iets anders? Waarom?
Achter Jezus loopt een leerling met een parasol.
- Waarom zou die dat doen?
Rechtsboven zie je een poort.
- Wat wil de kunstenaar met die poort uitbeelden?
Om het hoofd van Jezus is een stralenkrans, maar niet om het hoofd van de andere mensen op deze icoon.
- Wat zou de kunstenaar hier volgens jou mee willen zeggen?
- Wie denkt dat ook? Wie denkt iets anders? Waarom?
GIOTTO
Intocht van Jezus Christus in Jeruzalem (1305-06)
De compositie van deze fresco staat nog sterk onder invloed van de Byzantijnse traditie. Links staan de leerlingen van Jezus. Ze staan dicht tegen elkaar, als een hechte groep en houden de mensen uit Jeruzalem goed in de gaten, want ze hadden van Jezus vernomen dat men Hem in Jeruzalem wou arresteren en doden.
(Let op de achterdochtige houding van Petrus - met geel bovenkleed)
Rechts staan de bewoners van Jeruzalem, een groep vol beweging en actie. Een paar zijn in bomen geklommen om takken af te breken. Een man legt zijn mantel op de grond. Twee trekken hun bovenkleed uit, iemand zwaait met een palmtak.
Giotto di Bondone (ca. 1267-1337), een Italiaanse schilder die leefde in Firenze, is bekend om zijn vernieuwing in de schilderkunst: anders dan de gestileerde manier van schilderen in de Byzantijnse schilderde hij mens en natuur realistisch. Mensen kregen eigen trekken. Hij probeerde ook hun emoties weer te geven.
Suggesties
- Vergelijk dit schilderij met een icoon over de blijde intrede van Jezus in Jeruzalem.
Op het eerste zicht heel gelijkend. Zie je ook wat er verschilt?
- Kleef een kopie van dit schilderij op een flap. Daarrond schrijven de deelnemers wat elk van de personen op het schilderij kan denken.
Suggesties
Kleine kinderen
ONDERZOEKEN
Wat past bij een koning?
Materiaal
Kopieer dit werkblad voor elk kind.
Verloop
Bespreek met de kinderen wat die tekeningen voorstellen.
- Kleur de tekeningen die volgens jullie bij een koning passen.
- Waarom vinden jullie dat die tekeningen bij een koning passen?
- Trek een kring rond de tekeningen waarvan jullie vinden dat ze passen bij Jezus.
- Waarom vinden jullie dat die tekeningen bij Jezus passen?
Vertel daarna over de intrede van Jezus in Jeruzalem.
KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST
De blijde intrede
Materiaal
. A3-bladen waarbij een grote brede horizontale strook een stuk weg voorstelt.
. Figuren (geïnspireerd op figuren in een kinderbijbel) die getekend werden op tekenpapier, ingekleurd en daarna uitgeknipt/uitgescheurd. Idem ook voor 'Jezus op een ezel'.
. tekenpapier, palmtakjes, plaklint, materiaal om te tekenen, kleuren, schilderen ...
Verloop
Vertel over de intrede van Jezus in Jeruzalem. Maak hierbij gebruik van de illustraties en de palmtakjes. Kleef 'Jezus op een ezel' in het midden van de weg. De andere figuren kleef je aan de rand van de weg. Eventueel kunnen apostelen Jezus volgen. Kleef palmtakjes bij de figuren aan de rand van de weg.
Vraag aan de kinderen om nog meer figuren aan de rand van de weg te tekenen. Eventueel kunnen huizen en bomen aan de rand van de weg gekleefd worden. De kinderen tekenen ook zichzelf.
DOEN
Collage
Materiaal
Kopieer deze bladzijde of deze tekening van Jezus op een ezel.
Palmtakjes, lapjes stof in verschillende kleuren
Plakband, lijm, kleurpotloden / stiften / ...
Verloop
Vertel eerst het verhaal over de intocht van Jezus in Jeruzalem.
Daarna krijgen de kinderen de tekening. Ze tekenen er eerst alle mensen die Jezus verwelkomen in Jeruzalem. Daarbij tekenen ze ook zichzelf.
- Hoe zouden ze Jezus verwelkomen? Gebruiken ze palmtakjes, of linten, of zingen ze ... (Laat hierbij alle mogelijkheden open)
Op de grond waar Jezus komt kleven ze lapjes stof. In de handen van de mensen kleven ze een klein palmtakje.
Installatie
Materiaal
Een strook tekenpapier, waarop je een muur met kantelen schetst. Kleur die 'muur' met geelachtig oranje.
Papier en tekengerei, schaar, lijm, plaklint.
Een touw waarmee je twee zijden van de strook tekenpapier met elkaar verbindt, zodat het kan rechtstaan en men de muur goed kan zien.
Buxus, stukjes stof of gekleurd papier.
Tekening van Jezus op een ezel onderaan een strook papier. Plooi die strook papier nadien in twee zodat je die over het touw kunt schuiven om zo de indruk te geven dat Jezus op zijn ezel vooruit gaat.
Verloop
Vertel eerst het verhaal van de intocht van Jezus in Jeruzalem.
Nadien tekenen de kinderen elk iemand uit Jeruzalem. (Eventueel kunnen ze ook zichzelf tekenen)
Deze figuren knippen ze uit en kleven ze op de 'muur' van Jeruzalem.
Nadien kleven ze met plaklint de buxustakjes bij die personen.
Daarna knippen ze 'manteltjes' uit stof of papier. Die 'manteltjes' of 'jassen' hoeven niet ingewikkeld te zijn. Men drapeerde vroeger daarvoor gewoon een rechthoekig stuk stof om zich heen.
Verbind de twee zijden van de muur met een touw of een strook papier zodat de bijgewerkte 'muur' op een tafel kan geplaatst worden.
Vertel dan het verhaal opnieuw en vul aan met elementen die de kinderen zelf aangebracht hebben. Intussen schuif je de tekening van Jezus langzaam vooruit over het touw en leggen de kinderen de jasjes op de grond neer, wanneer dat ter sprake komt in het verhaal.
Grote kinderen
ONDERZOEKEN
Palmtakjes
Materiaal
Palmtakjes
Verloop
Toon een palmtakje. Laat de kinderen erover vertellen.
- Wat zie je?
- Waar heb je nogal zo'n takje gezien?
- Wat is de kleur van het takje?
- Is er al veel groen te zien buiten?
- Weet iemand waarom er vandaag in de eucharistieviering veel mensen zo'n takjes bij hebben
(of waarom er vooraan in de kerk een mand staat met heel veel zo'n takje, die de mensen nadien naar huis mogen meenemen)?
Vertel aansluitend het verhaal van de intrede van Jezus in Jeruzalem. (zie hoger)
- Als mensen straks naar huis gaan met zo'n palmtakje ... weet je wat ze daarmee zullen doen?
- Als jullie straks zo'n palmtakje meenemen naar huis, wat zullen jullie er dan mee doen?
(Laat de fantasie van de kinderen de vrije loop - vraag wel na elk voorstel waarom ze dat zouden doen)
TIPS
. Gelovigen steken gewoonlijk een palmtakje achter een kruisbeeld.
Tegenwoordig is het niet meer vanzelfsprekend om een kruisbeeld in huis te hebben.
Spreek daarom met de kinderen af om bij de volgende bijeenkomst een kruisje te maken (bv. aaneen sjorren van twee stokjes) of een kruisje te kleuren (knip voordien een aantal kruisjes uit stevig karton. De kinderen kleuren ze dan zelf in. Laat dit inkleuren voorafgaan door een gesprek waarbij je stilstaat bij de gevoelens die een bepaald kleur oproepen. De kleur die elk kind het meest associeert met 'kruis' wordt gebruikt om hun kruis in te kleuren)
. Steek na deze activiteit een palmtakje achter het kruisbeeld in het lokaal of leg het bij de kinderbijbel die je gebruikt.
KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST
Petrus over de intrede van Jezus in Jeruzalem
Materiaal
Onderstaande tekst, waarin je in de huid kruipt van Petrus.
Rechthoekige lappen stof die de kleding van de mensen kunnen oproepen
Eventueel:
. lied waarin het woord 'hosanna' voorkomt
. instrumentale muziek
Verloop
Stel je aan de kinderen voor als Petrus. Zeg dat je van alles zult zeggen dat de kinderen tegelijk moeten uitbeelden.
Lees de tekst voor - en geef tegelijk ook instructies aan de kinderen.
Spreek vooraf af wie de volgende personages uit de tekst zullen uitbeelden: Jezus, enkele leerlingen van Jezus (maximum 12), ezel, iemand die voor de ezel zorgt, mensen die Jezus verwelkomen.
Hallo, ik ben Petrus, ik ben een van de eerste leerlingen die Jezus geroepen heeft.
Luister eens wat er vandaag gebeurd is. Samen met de andere leerlingen van Jezus ben ik al een hele tijd samen met Jezus op stap.
(Ga samen met Jezus en zijn leerlingen op stap in de ruimte.)
We vertrokken van het meer van Galilea, waar we wonen, naar de stad Jeruzalem. Dat is de belangrijkste stad van ons land. Daar zouden we samen het paasfeest vieren. Gisteren overnachtten we in een dorpje vlakbij Jeruzalem.
(Sta stil)
Vanmorgen zei Jezus tegen twee van ons: 'Ga naar dat dorp. Jullie zullen er een ezel vinden. Maak die los en breng die naar hier. Als er iemand vraagt wat je daar doet, zeg dan: 'Jezus heeft die ezel nodig. Hij zal ze meteen terug sturen.’
(Laat 'Jezus' aan het woord. In eigen woorden herneemt de leerling die 'Jezus' speelt, de woorden van Jezus)
Die twee deden wat Jezus gevraagd had.
(Twee leerlingen gaan op zoek naar een ezel. Die 'staat' in een hoek van het lokaal.)
Wat later brachten ze de ezel bij Jezus. Ze legden er eerst hun eigen kleren over.
(Als ze met de ezel terug bij Jezus zijn leggen de leerlingen er hun 'mantels' op.)
Dan ging Jezus met de ezel naar Jeruzalem.
(Jezus neemt de teugels van de ezel in zijn handen. Hij gaat naar de plaats in de ruimte waar de mensen staan.)
Daar stonden heel wat mensen langs de kant van de weg.
(Petrus neemt het palmtakje dat in de paasboom hing.)
Al deze mensen hebben zo'n takje in hun hand.
(De mensen staan in rijen langs de weg om een erehaag voor Jezus te vormen.)
De mensen legden hun kleren op de weg. Anderen sneden takken van de bomen en legden die ook op de weg of wuifden ermee.
(De mensen en de leerlingen van Jezus zingen eventueel een lied waarin 'Hosanna' voorkomt en wuiven met palmtakjes en gele linten. Sommigen leggen hun mantel - stuk stof - op de grond, zodat Jezus erover kan stappen.)
Nodig de leerlingen uit om op het ritme van dat lied te dansen en te zwaaien met de takjes en de linten, wanneer Jezus voorbijkomt.)
Eventueel: stukje instrumentale muziek
Nu denk je misschien dat de hele stad blij was dat Jezus daar was. Maar dat was niet zo. Sommige mensen waren bang van Jezus en anderen waren zelfs kwaad op Hem. Ze vreesden dat Hij hun land zou kapot maken en ze waren niet akkoord met de manier waarop Hij over God sprak.
TIP
Vertel het verhaal van de intrede van Jezus vanuit het standpunt van een toeschouwer.
Presenteer die persoon met een joodse naam. Bijvoorbeeld: Sara, Micha, Samuel, Myriam ...
EVEN TESTEN
Waar of niet waar?
Jezus en zijn leerlingen waren op weg naar Betlehem. | niet waar | |
. Jezus zei: 'Jullie zullen een ezel vinden. | waar | |
. Die ezel staat in de weide.' | niet waar | |
. Toen de leerlingen van Jezus de ezel meenamen werden ze gevangen genomen. | niet waar | |
. Jezus ging dan op een paard zitten. | niet waar | |
. De inwoners van Jeruzalem legden mantels op de plaats waar Jezus voorbij kwam. waar | ||
. De mensen zwegen toen Jezus voorbijkwam. | niet waar |
Of:
Jezus vraagt aan een twee leerlingen om ezels voor Hem te halen. | waar | |
De leerlingen geven aan Jezus een kroon om op zijn hoofd te zetten. | niet waar | |
De man van wie de ezels zijn, wil de ezels zo snel mogelijk terug. | niet waar | |
Johannes legt een deken op de rug van de ezel. | niet waar | |
De mensen leggen hun mantels op de weg waar Jezus loopt. | waar | |
De mensen snijden takken van de bomen. | waar | |
De mensen applaudisseren voor Jezus. | niet waar | |
De mensen versieren de weg waarop Jezus gaat met bloemen. | niet waar | |
De mensen roepen: ‘Leve Jezus, de Zoon van David.’ | waar |
Invullen: Jezus, de koning
Eenvoudige opdracht
In de volgende tekst ontbreken de woorden:
intocht; Palmzondag; palmtakjes; Pasen; gelovigen; Goede Week; zegent
Vul ze in op de goede plaats.
JEZUS, DE KONING
De G..........................................., die met het feest van
P........................... is begonnen, bereidt ons voor op P............................
In de eucharistieviering op Palmzondag z........................... de priester
p........................... .
Deze takjes herinneren aan de i........................... van J........................... in J............................
Ze worden dan aan de g........................... uitgedeeld.
Moeilijker opdracht
In de volgende tekst ontbreken de woorden:
intocht; Palmzondag; palmtakjes; Pasen; gelovigen; Goede Week; zegent
Vul ze in op de goede plaats.
JEZUS, DE KONING
De ..............................................., die met het feest van
........................... is begonnen, bereidt ons voor op ............................
In de eucharistieviering op Palmzondag ........................... de priester
........................... .
Deze takjes herinneren aan de ........................... van ........................... in ............................
Ze worden dan aan de ........................... uitgedeeld.
KENNISMAKEN MET EEN NIEUW WOORD
Zegenen
Sta stil bij de volgende zin in de tekst: 'Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer.'
'Zegenen' is een woord dat niet zo vaak nog gebruikt wordt. Het betekent: 'Iets goed zeggen van iemand', iemand feliciteren.
- Van wie wordt iets goed gezegd?
Van de persoon die komt in naam van de Heer.
- Wat weten we van die persoon die komt in de naam van de Heer?
Hiermee wordt Jezus bedoeld. Mensen hebben in Hem de persoon gezien die door God (=Heer) gezonden werd.
- Wat heeft Jezus gezegd of gedaan, dat de mensen zeiden: Hij is door God gezonden?
- Wat weten we van dat rijk dat zal komen?
Jezus spreekt over dit rijk als het rijk van God.
SPREKEN MET BEELDEN
Stilstaan bij het verhaal
Bouw, na het vertellen, het verhaal samen met de kinderen terug op aan de hand van illustraties.
Bespreek
- Hoe rijdt Jezus Jeruzalem binnen?
- Hoe begroeten de mensen Jezus?
- Hoe zou Jezus zich gevoeld hebben bij al dit gejuich? Waarom?
- Als jij erbij was geweest, wat zou jij Jezus toeroepen? Waarom?
- Koningen werden met palmen begroet. Is Jezus dan een koning?
- Is Jezus een koning zoals wij nu koningen kennen?
Je kunt hierop verder doorgaan:
- Verandert de betekenis van dit verhaal wanneer Jezus zijn intrede op een paard zou doen?
- Welke betekenis heeft de ezel in dit verhaal?
- Was iedereen wel blij met deze intrede van Jezus? Wie niet? Waarom? (Informeer indien nodig: hogepriesters, Farizeeën en Romeinen zagen in Jezus een oproerkraaier)
Gebruik hierbij eventueel twee tekeningen: een koning te paard en Jezus op een ezel.
- Welke verschillen kun je zien?
- Waarom zit Jezus op een ezel en niet op een paard?
(Jezus is geen koning die veel geld heeft; hij houdt van eenvoud)
Dit gebeuren wordt nu nog gevierd. De mensen krijgen dan in de kerk gewijde groene takjes (Deel ev. palmtakjes uit). Hoe wordt dit feest genoemd (Palmzondag)? Dit is de eerste dag van de goede week.
Vergeet niet na deze activiteit een palmtakje te steken achter het kruisbeeld in de klas.
De intrede van Jezus in Jeruzalem
Materiaal
Foto's van ezels: zwaar bepakte ezels, mensen op ezels, ezel die gras eet aan de rand van de weg.
Foto's van paarden: man op paard, paard dat hooi krijgt, generaal op een paard.
Woordkaarten: eenvoud; vrede, gezag, macht, luxe, oorlog.
Verloop
Stilstaan bij een belangrijk beeld
Jezus rijdt op een ezel de stad Jeruzalem binnen.
Toon een aantal foto's van ezels. De kinderen bespreken wat ze zien.
Toon dan een aantal foto's van paarden. De kinderen bespreken wat ze zien.
De kinderen vergelijken beide fotoreeksen met elkaar.
Toon dan de woordkaarten met daarop: 'eenvoud; vrede, gezag, macht, luxe, oorlog'
De kinderen geven een voorbeeld bij elk van de woorden.
Daarna leggen ze het verband tussen die woorden en de foto's.
- Welke woorden horen bij de foto's van de ezel?
- Welke woorden horen bij de foto's van het paard?
Stilstaan bij een illustratie
(naar: C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 5)
Materiaal
Maak gebruik van een illustratie in een kinderbijbel, of van een kleurplaat waarop Jezus te zien is op een ezel samen met mensen die met palmen wuiven. Op de grond liggen klederen.
Verloop
Toon de illustratie en overloop met de kinderen wat erop te zien is, en wat dit betekent.
De mensen wuiven met takken. (teken van welkom)
De takken waarmee ze mensen wuiven zijn groen. (teken van leven)
De mensen hebben hun kleren op de grond gelegd. (teken van waardering)
Er werden allerlei soorten mensen getekend: mannen, vrouwen, kinderen, blank, zwart, groot, klein, oud , jong. (iedereen mag erbij!)
Jezus zit op een ezel. (beeld van eenvoud)
TIPS
. Indien je een kleurplaat gebruikt kunnen de kinderen telkens inkleuren wat er besproken werd.
. Vul eventueel de kleurplaten zelf wat aan (bv. meer palmtakken, meer types mensen)
INLEVEN
Bibliodrama (foto)
Wat is het belangrijkste moment van het verhaal. Beeld dit uit.
De kinderen nemen een plaats in.
Interview daarna de kinderen individueel:
- Wie ben jij?
- Waarom koos je voor deze figuur?
Bibliodrama (lege stoel)
Petrus of Jezus zitten op de 'lege stoel'.
DOEN
Collage
Materiaal
. Groot blad papier. bv. blauw kaftpapier
. Uitvergrote illustratie van Jezus op een ezel, die je voorzichtig uitscheurt en op het blauwe papier (suggestie: kaftpapier) kleeft.
. Blanco papier, lijm, schaar, wasco's / stiften / kleurpotloden
. eventueel: tijdschriften
Verloop
. Vertel het evangelieverhaal.
(A)
De kinderen scheuren uit tijdschriften:
. groene repen die de palmtakken kunnen weergeven
. gezichten waarmee ze een massa mensen kunnen suggereren
(afhankelijk van de leeftijd kan er ook aandacht besteed worden aan de expressie op de gezichten)
Dit materiaal wordt gekleefd op het blauwe papier.
(B)
Daarna tekenen de kinderen zichzelf op aparte bladen. Ze scheuren die tekening voorzichtig uit, en kleven die op het blad met de illustratie van Jezus.
Ze doen dit niet zomaar! Ze denken na over de plaats waar ze zelf zouden willen staan, en waarom dat precies die plaats moet zijn.
Eventueel kun je als reporter de kinderen interviewen:
- Waarom sta je hier?
- Wat gebeurt er?
- Ben je hier speciaal naartoe gekomen?
Nadien knipt elk kind een tekstballon uit. Daarin schrijft het wat het zou roepen naar Jezus.
Deze tekstballonnen worden nadien op de collage gekleefd.
Hosanna voor Jezus
De kinderen knippen een palmtak uit papier.
Bespreek: Wat denk je nu zelf van Jezus?
De kinderen schrijven dat op hun palmtak. Ze beginnen met de woorden: Jezus, ik vind van jou dat...
Of ze schrijven waarom Jezus welkom is.
Breng deze palmtakken samen rond een tekening van Jezus op een ezel.
Verwijs nadien regelmatig naar wat de leerlingen op de takken geschreven hebben.
TIP
Als je over echte takjes beschikt, kun de dezelfde opdracht laten uitvoeren en laat je de tekst op een lintje schrijven.
Palmpasen maken
Klik hier voor meer informatie.
ACTEREN
Jezus komt naar Jeruzalem
(Regenboog, 3b, Pelckmans, 1995, p. 112-113 - licht gewijzigd)
OMROEPER | Dames en heren, wij schakelen nu over naar Jeruzalem, de hoofdstad van Israël, naar aanleiding van het joodse paasfeest. Straks praten wij daarover met een hogepriester, hier in de studio. Maar nu over naar onze reporter ter plaatse... | |
REPORTER | Het is hier in Jeruzalem ongelooflijk druk. Vanuit het hele land stromen de mensen toe om het joodse paasfeest te vieren. Op het tempelplein krioelt het van het volk. Overal houden Romeinse soldaten de menigte goed in het oog. Er kon wel eens een opstand uitbreken! Wij vragen aan enkele mensen wat er gebeurt. | |
JOODSE MAN 1 | Ik kom uit Jericho. Ik ben deze ochtend heel vroeg vertrokken, met heel mijn gezin. Nu ga ik op het tempelplein een lammetje en bittere kruiden kopen om het paasmaal te houden. | |
JOODSE VROUW 1 | Wij komen hier elk jaar. Want Pasen is een heel groot feest. Wij komen God danken omdat Mozes ons lang geleden uit de slavernij van Egypte bevrijd heeft. | |
JOODSE MAN 2 | Ik vind het allemaal nogal overdreven. Want ons volk is nog helemaal niet vrij. Het stikt hier van de Romeinen. Pilatus is de baas! | |
JOODSE VROUW 2 | Wij moeten veel belastingen betalen aan de Romeinen. Wie zich daartegen verzet, wordt opgepakt. | |
JOODSE MAN 1 | Ja, het zijn droevige tijden. Maar ik blijf geloven in Jahwe. Hij zal ons niet in de steek laten. | |
JOODSE MAN 3 | Ik geloof ook dat Hij iemand zal zenden om ons te verlossen van de Romeinen. Een Messias, een nieuwe koning zoals David! Dat was toch de droom van de profeten? | |
JOODSE VROUW 1 | Ik heb gehoord dat Hij al op komst is. Het is een zekere Jezus van Nazaret. Hij neemt het op voor de armen en de zieken. | |
JOODSE MAN 2 | Als die zijn kop laat zien, zullen de Romeinen Hem wel vlug te pakken hebben. | |
JOODSE VROUW 3 | Maar als Hij de Messias is, zal onze hogepriester Hem wel beschermen. | |
OMROEPER | Dames en heren, wij onderbreken hier even de beelden uit Jeruzalem. In de studio hebben wij de hogepriester te gast. Wij vragen hem wat hij over Jezus van Nazaret denkt. | |
HOGEPRIESTER | Die Jezus is een bedrieger. Hij kan de Zoon van David niet zijn. Want dan zou Hij met een groot leger ons land bevrijden. | |
OMROEPER | Jezus gebruikt inderdaad geen geweld. Misschien wil Hij alleen maar dat alle mensen houden van elkaar? Dat noemt hij toch het koninkrijk van God? | |
HOGEPRIESTER | Die man is een gevaar voor het volk. Als de Romeinen denken dat er een nieuwe koning komt, zullen ze ons allemaal uitmoorden. Het is beter dat er één man sterft voor het hele volk .. | |
OMROEPER | Dames en heren, onze reporter in Jeruzalem meldt zopas dat er iets gebeurt bij de stadspoort … | |
REPORTER | Inderdaad, beste kijkers, onder grote belangstelling is Jezus van Nazaret de stad binnengekomen. Hij rijdt op een ezel. Zijn aanhangers gooien hun mantels voor Hem uit op de weg. Zij wuiven Hem met palmtakken toe als een koning. Mevrouw, wat roepen de mensen? | |
JOODSE VROUW 1 | Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer! Gezegend de koning van Israël. | |
JOODSE MAN 1 | Hosanna! Zoon van David | |
JOODSE MAN 3 | Hij zal ons bevrijden, net zoals Mozes! Hij staat aan de kant van al wie arm is! | |
JOODSE VROUW 2 | Nu zal het Rijk van God beginnen. Dit wordt het mooiste paasfeest in de geschiedenis. | |
JOODSE VROUW 3 | Kijk de hogepriester gaat het paleis van Pilatus binnen. | |
JOODSE MAN 2 | Wat heeft hij daar te zoeken? Hij is toch zijn vijand! Ik vertrouw dit niet. | |
JOODSE MAN 3 | Misschien zijn ze bang voor Jezus en zoeken ze bescherming. | |
JOODSE VROUW 2 | Niemand moet bang zijn voor Jezus. Want Hij is gezonden door God. | |
JOODSE VROUW 3 | Laten we ook naar Hem toe gaan. Hosanna! Zoon van David! Hosanna! | |
ALLEN | Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer! | |
REPORTER | Tot zover, beste kijkers, deze beelden uit Jeruzalem. De spanning loopt hier hoog op. Over enkele dagen is het paasfeest. Afwachten wat de hogepriester met Jezus van plan is. Over naar de studio. | |
OMROEPER | Ja, dames en heren, hier eindigt onze uitzending. Wij danken de hogepriester voor zijn medewerking. Tot kijk! |
VERTELLEN
Floris en het palmtakje
(naar J. DE MEYERE in Simon, 2002 nr 6, p. 11)
Floris liep samen met zijn oma op straat.
Plotseling zag Floris een takje liggen.
Hij schopte het van de stoep.
- Wat doe je? riep oma. Dat is een palmtakje!
Floris keek verbaasd op. Toen begon oma te vertellen.
- Palmtakjes worden al heel lang gebruikt.
Bij de Romeinen kreeg de winnaar van een wedstrijd een palmtak.
En toen Jezus op zijn ezel in Jeruzalem aankwam,
zwaaiden alle mensen naar Hem met takken.
Op Palmzondag worden in de kerk palmtakjes gewijd.
De mensen nemen ze mee
en steken zo'n takje achter een kruisbeeld.
Floris raapte het palmtakje op en keek er aandachtig naar.
- Dit takje neem ik mee naar huis.
Ik zal het naast mijn mooie boek over Jezus leggen.
ZINGEN / BELUISTEREN
Palmpasen
Tekst en melodie: Elly en Rikkert Zuiderveld
Van de CD's: 'Weet je dat de lente komt' en 'De steen is weg'
Wij zwaaien met takken
en pakken de kleden
en spreiden ze uit op de straat,
waar zachtjes en nederig
Jezus de Vredevorst
langs de wegen gaat.
Wij zwieren met palmen,
met bloemen en halmen,
en sieren de straten voor Hem.
Hij komt op een ezeltje,
Jezus de Vredevorst,
in Jeruzalem
Hosanna! Hosanna!
TIPS
. Klik hier om dit lied te beluisteren.
. Wanneer het refrein gezongen wordt, kunnen de kinderen met palmtakjes wuiven en 'Hosanna' meezingen.
’Comment ne pas te louer?
Lied van de Kameroense priester Aurélien Saniko, die al jarenlang in België woont. Sinds het lied viraal op Tiktok ging, kende het een wereldwijd succes.
Klik hier om dit vrolijke lied te beluisteren en mee te zingen.
(Tekstgegevens afkomstig van: Musixmatch; alleen voor niet-commercieel gebruik)
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer, Seigneur Jésus
Comment, comment
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer, Seigneur Jésus
Comment, comment
Quand je regarde autour de moi
Je vois ta gloire
Seigneur Jésus, je te bénis
Comment ne pas te louer, Seigneur Jésus
Comment, comment
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer, Seigneur Jésus
Comment, comment
Quand je regarde autour de moi
Je vois mes frères
Seigneur Jésus, merci pour eux
Comment ne pas te louer, Seigneur Jésus
Comment, comment
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer, Seigneur Jésus
Comment, comment
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer, Seigneur Jésus
Comment, comment
Merci Seigneur
Comment, comment, comment
Sois béni Jésus
Comment ne pas te louer, comment
J'ai des soucis et j'ai aussi des peines
Je vais voir le saint Dieu pour qu'il panse mes plaies
Le regard des gens, non ne m'intéresse pas
C'est dans l'amour que Dieu me jugera
En lui j'ai la foi
Son amour pour moi
En lui j'ai la foi
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer
Comment ne pas te louer, Seigneur Jésus
Comment, comment
MEDITEREN / BIDDEN
Bezinningstekst / Gebed
De kinderen schrijven een bezinningstekst of een gebed, waarvan de eerste letter van elke regel het woord Palmzondag, palmtakje of Hosanna vormt.
Nieuw leven
(A-D. DEROITTE, K. JANSSEN, in Zonnestraal 30-93)
Met de rustige stap van een ezeltje,
met de rustige stap van iemand die vrede wil,
zachte koning zonder geweld,
zo kom Jij terug naar Jeruzalem, Jezus.
Jij komt terug naar Jeruzalem
en de mensen haasten zich
om er voor Jou een feest van te maken.
De takken die ze van de bomen halen
golven heen en weer bij Jouw doortocht,
als een onverwachte lente.
Mantels in alle kleuren leggen ze op de grond,
als een bloementapijt in april.
Blij geroep weerklinkt,
als vogelkreten in de heldere hemel.
Voor al deze mensen, ben Jij als een lente, Jezus.
Voor al deze mensen, ben Jij als een nieuw leven.
Jij komt terug als een lente, Jezus,
in Jeruzalem en in mijn hart
Een andere koning
(I. DRIESSEN, Bidden met kinderen, Even stil, Averbode, 1999, p. 22)
Jezus,
op een ezel reed je Jeruzalem binnen.
De mensen zongen voor jou
want ze hoopten dat jij
hun machtige koning zou worden.
Je bént koning,
maar een heel andere dan zij verwachtten:
je bent de koning van de liefde,
die kiest voor kleine mensen.
De mensen van je tijd begrepen het niet.
'Hosanna' zingen ligt zo dicht bij
'Kruisig Hem' roepen...
De week die komt, willen we denken
aan de laatste dagen van je leven op aarde.
Help ons te ontdekken hoe wij, in jouw spoor,
'prinsen van liefde' kunnen worden...
Stap voor stap
Stap voor stap gaat door Jeruzalem
Jezus op de rug van een ezelin.
Kind'ren zwaaien takken, zingen:
'Zegen voor wie komt in de naam van de Heer'!
Massa's mensen in Jeruzalem:
waarom rijdt hij niet op een prachtig paard?
Als een generaal ten strijde?
'Zegen voor wie komt in de naam van de Heer'!
Massa's mensen in Jeruzalem.
Vol verbazing zien zij deze man
Rustig op z'n ezel rijden.
'Zegen voor wie komt in de naam van de Heer'!
Stap voor stap gaat door Jeruzalem
Jezus op de rug van een ezelin.
Zullen wij de kind'ren volgen.
'Zegen voor wie komt in de naam van de Heer'!
Jongeren
BELUISTEREN
Stef Bos
Dit lied komt uit 'In een ander licht', een project waarmee Stef Bos in opdracht van de NCRV twaalf liederen maakte over Bijbelse figuren.
Ik zie de afstand
In jouw ogen
Jij doet alsof ik niet besta
Wij hebben zij aan zij gestreden
Nu staan wij tegenover elkaar
Het is te laat
Om te bepalen
Wie welke fouten
Heeft gemaakt
De rechter heeft zich
Teruggetrokken
En deze zaak
Verjaard verklaard
We hebben elk een kant gekozen
Dat is de prijs van de gewoonte
De val van vanzelfsprekendheid
Jij ziet alleen nog
Wat je zien wilt
Als je naar mij kijkt
Het is misschien
De loop der dingen
Want elk vuur
Wordt ooit geblust
Ik voel hoe wij
Elkaar ontwijken
Wij wachten op
De Judaskus
Overwegingen
Kolet Janssen
De rode loper voor Jezus
(K. JANSSEN in de blog van de auteur, 2 april 2023)
Er is een passage in de Bijbeltekst over de intocht van Jezus in Jeruzalem die me altijd tegen de borst heeft gestuit. Met name waar er verteld wordt dat de mensen hun jassen op de weg legden waarover Jezus aankwam.
In mijn lange leven als moeder en grootmoeder heb ik juist een automatisme aangekweekt voor het oprapen van jassen. Achteloos neergegooide jassen van kinderen die na schooltijd dringend naar het toilet moesten en daarna gingen spelen. Van de verwarming afgevallen natgeregende jassen. Van de kapstok afgevallen exemplaren. Zelfs nu nog, als ik op een school een lezing ga geven, raap ik op weg naar een klas vaak gedachteloos gevallen jasjes van de grond en hang ze weer op hun plek.
Wat moet ik met mensen die hun jassen op de grond leggen om er een man overheen te laten lopen? Een man die bovendien op een ezel zit, met gegarandeerd vuile poten, die met een beetje pech de jassen blijvend beschadigt?
Ik lees in De bijbel in 1000 seconden dat die jassen een soort van rode loper moeten voorstellen. Dat zet me aan het denken. In mijn leven heb ik een paar keer over een rode loper mogen lopen. Dat is me altijd bijgebleven. Het is een heel bijzonder moment: je voelt je meer dan welkom, verbonden met wie erbij is, gewaardeerd om wie je bent.
Doen we dat op Palmzondag ook met Jezus? Laat ik hem echt binnen in mijn leven? Is hij helemaal welkom? Ook als het me niet goed uitkomt? Als het wat ongemakkelijk is om naar hem te luisteren? Kan ik, zoals hij, in elke mens een kind van God zien? Dat is nog een heel stuk moeilijker dan mijn jas op de grond leggen…
Het juichen van Palmzondag klinkt altijd een beetje vals, omdat we al weten wat er de komende dagen zal volgen. Toch wil ik er dit jaar wat langer bij stilstaan. Want pas als ik Jezus van harte binnenlaat in mijn leven, kan het echt Pasen worden.
Ik zal zoals elk jaar in elke kamer een palmtakje ophangen en Gods zegen vragen over alles wat er daar zal gebeuren. Mijn jas laat ik gewoon aan de kapstok hangen. Maar ik steek vastberaden een palmtakje tussen de deur van mijn hart. Zodat die een heel jaar lang niet zomaar kan dichtvallen.
Pastoor Bert Mom
Het ezels(b)ruggetje
Van oudsher was een ezel het aangewezen vervoermiddel in onherbergzame streken. De grijze langoren vinden hun weg zelfs over smalle bruggetjes. Daar komt dan ook de naam “ezelsbruggetje” vandaan. Wij bedoelen daarmee een woord of zinnetje, waardoor je moeilijke onderwerpen kunt onthouden.
Op het feest van Palmpasen wordt ons als het ware een gelovig ezelsbruggetje aangereikt. Het verhaal van Jezus die de stad Jeruzalem binnentrekt, kan ons helpen om te onthouden hoe zijn weg verloopt.
Het eerste ezelsbruggetje is een ezelsruggetje. Jezus zit niet hoog te paard, zoals de koningen en heersers van die tijd, maar Hij rijdt op een ezeltje de stad in. Hiermee volgt Hij het voorbeeld van de wijze koning Salomo die vele eeuwen daarvoor hetzelfde rijdier koos. En net zoals bij koning Salomo, juicht het volk Hem toe: “Hosanna, gezegend is de koning naar ons hart, die in eenvoud komt!”
Het tweede ezelsbruggetje is de palmtak, waarmee ooit de kinderen van Jeruzalem naar Jezus wuifden. Tijdens de Palmpasenviering ontvangen de kerkgangers een palmtakje dat lang groen blijft. Het is een teken van hoop, want wie de weg van Jezus volgt mag hopen op zijn kracht en zegen.
Het is een goed gebruik om het palmtakje thuis achter het kruis te steken, daarmee komen we bij het derde ezelsbruggetje. Ook het kruis hoort bij Palmzondag, wanneer het lijdensverhaal verteld wordt en de kinderen een kruis versieren. (...)