Loading...
 

Matteüs 23, 27-32

C. Leterme Israël 2012

Foto © Chantal Leterme (2012)


…page…

Matteüs 23, 27-32: Als witgekalkte graven

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1563)

Wetsleraren en farizeeën, wat zijn jullie schijnheilig! Jullie lijken goede mensen, maar van binnen zijn jullie slecht. Jullie lijken op een graf met een mooie witte steen aan de buitenkant. Maar alles wat in dat graf ligt, is onrein: de botten van de doden. Zo is het ook met jullie. Aan de buitenkant lijken jullie op eerlijke mensen. Maar van binnen zijn jullie schijnheilig en slecht. Daarom zullen jullie gestraft worden.

Wetsleraren en farizeeën, wat zijn jullie schijnheilig! Jullie maken prachtige monumenten voor de profeten en de goede mensen van vroeger. En jullie zeggen: ‘Stel dat wij vroeger geleefd hadden. Dan hadden we niet meegedaan met onze voorouders, die de profeten vermoord hebben.’ Jullie stammen dus af van mensen die de profeten vermoord hebben. Dat zeggen jullie zelf. Ga dan ook maar door met het slechte gedrag van jullie voorouders. Dan komt de straf vanzelf.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Foei, Schriftgeleerden en Farizeeën, schijnheiligen!
Je lijkt op gekalkte graven.
Die zien er wel mooi uit van buiten,
maar van binnen zitten ze vol doodsbeenderen en allerlei vuil.
Zo zie je er ook uit voor de mensen
van buiten als oprechte mensen,
maar van binnen vol schijnheiligheid en onrecht.

Foei, Schriftgeleerden en Farizeeën, schijnheiligen!
Je bouwt graven voor de profeten,
versiert grafmonumenten van heiligen en zegt:
'Moesten we leven in de tijd van onze voorouders,
dan waren we niet medeplichtig aan de moord op de profeten.'
Als je zo spreekt, getuig je tegen jezelf
en zeg je dat je zonen bent van profetenmoordenaars.
Nu dan, maak de maat van je voorouders maar vol!



Stilstaan bij …

Moord op de profeten
Rond het begin van de jaartelling zei men vaak dat de profeten uit het Oude Testament vervolgd werden en de marteldood stierven.
(Te vergelijken met de apostelen die Jezus uitstuurde, waarvan – behalve Johannes, de evangelist – gezegd en geschreven werd dat ze vervolgd werden en de marteldood stierven.)





Bij de tekst

Betekenis

Uiteindelijk gaat het bij Jezus niet om Farizeeën of Schriftgeleerden, maar om mensen die het woord van God wel horen, maar er niet naar handelen.
Hij roept op: doe zelf wat je aan de mensen zegt.



Witgekalkte graven

Toen Jezus leefde werden, voordat de grote bedevaarten naar Jeruzalem plaatsvonden, de graven in de lente witgekalkt. Dat deed men niet alleen om ze mooi te maken, maar ook om aan te geven dat ze er waren. Een niet witgekalkt graf, kon in het landschap opgaan, zodat iemand die niet vertrouwd was met de streek, zich niet realiseerde dat daar een graf was. Door dicht te komen bij een graf, kon men ongewild onrein of ritueel onrein worden.

De binnenkant van die graven was eenvoudig en onversierd. Daar lagen de menselijke stoffelijke overschotten, die voor wetsgetrouwe joden onrein waren.

Door de Farizeeën te vergelijken met graven, maakte Jezus duidelijk dat ze van binnen aan het vergaan waren, terwijl ze er aan de buitenkant netjes bleven uitzien.



Ken je taal

De maat is vol
Letterlijk: een meetinstrument gebruiken om iets precies af te wegen.
Figuurlijk: er genoeg van hebben.





Suggestie

Jongeren

VERTELLEN

De nieuwe keizer

(Bewerking: C. Leterme)

Op een dag riep de keizer alle jongeren uit zijn rijk naar de hoofdstad.
De keizer zei: 'Als ik sterf, wordt een van jullie de volgende keizer.
Mijn dienaren zullen je een magisch zaadje geven.
Plant het, verzorg het en kom er over een jaar mee terug.
Dan zal ik weten wie het waard is om de volgende keizer te zijn.’

Elke jongere nam het zaadje mee en haastte zich ermee naar huis.
Ook Ling. Hij plantte het zaadje en gaf het elke dag water.
Maar het zaadje ontkiemde niet. Intussen schepten al zijn vrienden op
over de grote en mooie planten die uit hun zaadjes groeiden.
Maar Ling kon niets tonen van zijn inspanningen en schaamde zich.

Na een jaar was Ling bang om terug te keren naar het paleis.
Maar zijn moeder hield vol dat hij moest gaan.
De keizerlijke binnenplaats stond vol jonge mensen
die prachtige bloemen, struiken en zelfs kleine bomen droegen.
Toen Ling dat zag, wilde hij zich verstoppen.

De keizer kwam, maar leek niet onder de indruk van de vele planten.
Toen hij Ling zag, zei hij tegen de bewakers: ‘Breng hem bij me!’
Iedereen lachte met hem en met de pot vol aarde, zonder plant.
Ling vreesde voor zijn leven
want het zaadje dat hij kreeg, had niet gebloeid.

Toen riep de keizer: ‘Dit is de nieuwe keizer!
Vorig jaar gaf ik iedereen geen magisch zaadje,
maar een steentje. Niemand kon er iets uit laten groeien.
Jij alleen had de moed en eerlijkheid om zonder plant te komen.
Daarom ben jij geschikt om keizer te worden! "

(Naar William Bausch, The Story Revealed, 2013. p.113)