Matteüs 4, 18-22: Jezus roept leerlingen
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1525)
Op een dag liep Jezus langs het Meer van Galilea. Daar zag hij twee broers: Simon, die ook wel Petrus genoemd wordt, en Andreas. Het waren vissers. Ze gooiden hun netten uit in het water. Jezus zei tegen hen: ‘Kom, ga met mij mee. Ik zal jullie leren om mensen te vangen in plaats van vissen.’ Meteen lieten ze hun netten liggen, en ze gingen met Jezus mee.
Een eindje verder zag Jezus twee andere broers: Jakobus en Johannes. Hun vader heette Zebedeüs. Ze zaten in hun boot netten te repareren, samen met hun vader. Toen Jezus de twee broers riep, gingen ze meteen met hem mee. Ze lieten hun vader in de boot achter.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Op een dag liep Jezus langs het meer van Galilea.
Daar zag Hij twee broers:
Simon, die later Petrus genoemd werd, en Andreas.
Ze wierpen hun net uit in het meer, want het waren vissers.
Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg Me,
Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’
Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem.
Verderop zag Jezus nog twee broers: Jakobus en Johannes
Ze zaten in hun boot met hun vader Zebedeüs.
Ze waren bezig met het klaarmaken van de netten.
Jezus riep hen.
Meteen lieten ze de boot en hun vader achter en volgden Hem.
Stilstaan bij …
Het meer van Galilea
Het Meer van Galilea ligt in het Noorden van Israël. Het is het laagst gelegen zoetwatermeer ter wereld (210m onder de zeespiegel). Het is een heel groot meer: ongeveer 150 km2.
Dit meer heeft nog twee andere namen: het meer van Genesaret en het meer van Tiberias.
Petrus
(Grieks = steen; Frans: pierre)
Dit is de naam die Jezus gaf aan Simon, zijn eerste leerling, een visser uit Betsaïda. Jezus vond hem duidelijk een ‘kei’ van een man. Matteüs, Marcus en Lucas vertellen dat hij die naam kreeg, toen hij in Jezus de Messias erkende.
Petrus was de belangrijkste in de groep van de apostelen. In de derde eeuw noemde men hem de eerste paus. Rond het jaar 67 stierf hij de marteldood onder keizer Nero.
Andreas
(Griekse = de mannelijke, de moedige)
Andreas was afkomstig van Betsaïda, aan de noordkust van het Meer van Galilea. Hij was een leerling van Johannes de Doper. Later sloot hij zich aan bij Jezus. Hij was het die zijn broer Petrus met Jezus in contact bracht. Beide waren ze vissers.
Vissers
Soms denkt men dat de vissers van Galilea simpele mensen waren. In werkelijkheid kenden ze hun wereld en dreven handel zowel in hun eigen land als ver daarbuiten. Ze visten meestal in familieverband, met soms enkele knechten als extra hulp. Overdag herstelden ze de netten en de boten en 's nachts voeren ze uit om te vissen. Ten minste zeven van Jezus' leerlingen waren vissers.
Vissers van mensen
Wie meewerkt aan het werk van Jezus, vist mensen op uit hun eenzaamheid, hun armoede, hun ellende.
Roepen
Normaal koos iemand die iets wilde leren zelf de leraar bij wie hij in de leer wilde gaan, of de school waar hij zich wilde inschrijven. Maar Jezus koos zelf de mensen die Hij iets wilde leren.
Bij de tekst
Een roepingsverhaal
Bijbel en kunst
Schilderkunst
BUONINSEGNA
De roeping van de apostelen Petrus en Andreas (1308)
Dit paneel maakte deel uit van de Maestà, een tweezijdig retabel in de kathedraal van Siena.
Bijzonder aan dit werk is dat de figuren zeer menselijk werden uitgebeeld: onder de kleding herkent men de contouren van het menselijk lichaam. Dit was ongewoon in de tijd waarin het werd geschilderd.
Suggestie
Bekijk eerst heel goed dit schilderij van Duccio di Buoninsegna (1255-1318)
- Wat zie je?
- Wie zie je?
- Wat doen ze?
Lees het evangelie voor van deze zondag.
Bekijk dit kunstwerk opnieuw. Stel er dezelfde vragen bij:
- Wat zie je?
- Wie zie je?
- Wat valt op?
- Naar wie kijken de apostelen?
- Wat zou iedereen zeggen?
L. BLOMME
Vissersroeping
Op dit werk van Luc Blomme staan vier vissers aan de oever van het meer van Galilea. Het zijn mannen met handen als schoppen en met voeten die stevig op de grond staan. Ze kijken alle vier in dezelfde richting.
Wie de evangelietekst kent die aan de basis ligt van dit werk, weet dat ze naar Jezus kijken, naar Hem toegaan en hun boten zullen achterlaten.
Suggestie
Bekijk eerst heel goed dit schilderij van Luc Blomme.
- Wat zie je?
- Wie zie je?
- Wat valt op?
Ga eens staan zoals die mensen.
- Wat gaat door je heen als je zo gaat staan?
- Naar wie kijken die mensen?
- Wat zouden die mensen met hun houding willen duidelijk maken?
- Wat willen ze met hun handen zeggen?
Lees het evangelie voor van deze zondag.
Bekijk dit kunstwerk opnieuw. Stel er dezelfde vragen bij:
- Wat zie je?
- Wie zie je?
- Wat valt op?
- Naar wie kijken de apostelen?
- Wat zouden ze met hun houding willen duidelijk maken?
- Wat willen ze met hun handen zeggen?
- Welke houding zou jij genomen hebben?
Doe deze houding eens voor.
Heb aandacht voor de manier waarop je je handen houdt.
Laat de anderen zeggen wat je met je houding uitdrukt.
Zeg daarna wat je met je houding hebt willen uitdrukken.
Suggesties
Kleine kinderen
BELEVEN
Activiteiten rond horen / luisteren
De kinderen maken het heel stil. Open het raam (of de deur). De kinderen luisteren een poos aandachtig naar alle geluiden buiten. Daarna vertellen ze over wat ze gehoord hebben. Bijvoorbeeld:
. vogels die fluiten
. een auto die remt
. een overvliegend vliegtuig.
Richt nadien de aandacht op geluiden in het lokaal. Bijvoorbeeld:
. ademen
. zuchten
. hoesten
. schuifelen met de voeten.
De kinderen vertellen wat ze gehoord hebben.
Vertel:
. Een mama zegt: 'Ik ben zo moe. Ik geraak niet door mijn werk.'
Cindy speelt verder;
Thijs gaat mama helpen;
Koen kijkt op en gaat naar buiten
Wie heeft moeder gehoord? / Wie heeft naar haar geluisterd?
. Tom heeft zijn kleurpotloden vergeten en weent.
Koen deelt zijn potloden met Tom;
Stijn en Lode kleuren verder
Wie heeft Tom gehoord? / Wie heeft naar hem geluisterd?
De kinderen denken na over de vraag: Naar wie luister ik?
'Luisteren' ze ook naar Jezus?
De kinderen merken op dat dit luisteren iets anders is dan de twee voorbeelden.
Ze zeggen wat ze van Jezus te horen krijgen.
Er zijn drie manieren van luisteren:
ofwel hoort men de boodschap niet
ofwel hoort men het wel, maar doet men niets
ofwel reageert men op de boodschap
DOEN
Tekenen
Suggestie 1
De kinderen tekenen een net vol vissen.
Suggestie 2
Vertel: Niet alleen Petrus, Andreas, Jacobus en Johannes volgen Jezus. Na hen volgen nog acht mensen Jezus. Nu noemen we die mensen apostelen.
De kinderen tekenen Jezus en twaalf apostelen.
Suggestie 3
Zorg voor een net en een blauw papier/doek voor op de bodem. Alle kinderen tekenen een vis. Nadien mogen ze hun vis in het net hangen (= ze willen zich laten 'vangen' door de woorden van Jezus). Wie daar nog niet aan toe is, mag zijn vis op het blauwe papier van de bodem kleven.
Grote kinderen
VERDIEPEN
Gesprek
(na het voorlezen / vertellen van het evangelie)
Jezus roept vissers om Hem te volgen.
- Wat doen ze?
- Wat zou jij doen als Jezus jou roept?
- Petrus, Andreas, Matteüs, en nog negen anderen werden de vrienden van Jezus.
- Wie zijn jouw vrienden?
- Wat moet je doen om een echte vriend te zijn?
- Wat moet je doen om een vriend van Jezus te zijn?
- Moet je dan naar Jezus horen? of naar Hem luisteren?
- Zijn er nu ook nog vrienden van Jezus?
Natuurlijk! Kijk maar eens om je heen.
Je zult merken dat er veel mensen zijn die proberen te leven zoals Jezus.
Daarom zijn zij vrienden van Jezus.
- Ken jij vrienden van Jezus?
- Ken je mensen die ook vandaag Jezus willen volgen?
- Hoe kun je dat zien?
- Ben jij ook een vriend van Jezus?
- Is het moeilijk of gemakkelijk om een vriend van Jezus te zijn?
- Als je Jezus wilt volgen, wat zou jij dan doen?
(thuis, op school, sportclub, jeugdbeweging ...)
Mensen worden 'geroepen'...
(C. LETERME, Samuel WB 2009, nr 6)
Materiaal
Werkblad
Verloop
Vertel eerst over de roeping van enkele leerlingen van Jezus.
Sta daarna stil dat ieder van ons ook geroepen wordt op verschillende terreinen.
Doe dit met behulp van het werkblad.
Sta daarna stil bij de 'roeping' van de kinderen zelf.
INLEVEN
Lege stoel 1
(Bibliodrama)
Vertel het evangelieverhaal.
In de kring staan twee 'lege' stoelen. Op de ene stoel 'zit' Jezus, op de andere Simon. (Plaats een kaartje met de naam Jezus op de ene stoel, en Simon op de andere stoel)
De kinderen kunnen Jezus en daarna Simon allerlei vragen stellen n.a.v. het verhaal dat daarnet voorgelezen of verteld werd.
Indien de kinderen deze werkvorm niet kennen, stel je zelf als voorbeeld een vraag in de richting van de stoel waarop Jezus 'zit'. Vraag dan aan de kinderen om te luisteren of ze Jezus die vraag horen beantwoorden. Daarna komen ze achter de stoel staan om het 'gehoorde' antwoord te formuleren. Bij de eerste keer, ga je zelf achter de stoel staan en formuleer je jouw eigen antwoord. Daarna vraag je of de kinderen soms nog een ander antwoord hoorden (Dus niet: of ze een ander antwoord 'denken')
De volgende vragen dienen als voorbeeld. Gebruik ze als eerste vraag, of als reserve voor het geval de kinderen te oppervlakkige vragen beginnen te stellen of geen inspiratie meer hebben. Bijvoorbeeld:
- Jezus, waarom heb jij Simon uitgekozen?
- Jezus, zou jij Simon ook kiezen als hij geen visser was?
- Simon, vond je het niet erg om zomaar je boot achter te laten?
- Simon, zou je voor iemand anders ook je boot achterlaten?
- Simon, waarom wil je een vriend van Jezus worden?
Bespreek nadien de ervaringen van de kinderen bij dit spel.
Lees Matteüs 4, 12-23, Marcus 1, 14-20 of Lucas 5, 1-11 voor om af te sluiten.
Merk op dat Jezus niet vraagt: 'Andreas, wat kun jij goed?'
Hij vraagt ook niet dat iemand iets speciaal moet kunnen om Hem te volgen.
Al zijn vrienden zijn verschillend. Hij stelt geen voorwaarden.
Ook vandaag mag iedereen vriend van Jezus zijn.
Men hoeft niet in iets de beste te zijn.
Men mag voor Jezus zijn wie men is.
Lege stoel 2
(Bibliodrama)
Vooraf
Zet vier stoelen klaar. Op elk van die stoel leg je een kaartje met daarop de naam van de figuur die op de stoel 'zit': JEZUS, SIMON, JACOBUS en JOHANNES, MENSEN.
Verloop
Vertel eerst het verhaal uit het evangelie. Stel nadien de volgende vragen:
. Vraag voor Jezus:
- Wat wil je zeggen met: 'Ik zal jullie vissers van mensen maken.
. Vraag voor Simon:
- 'Waarom liet je je netten in de steek?'
. Vraag voor Jacobus en Johannes:
- Waarom besloten jullie om Jezus te volgen?
. Vraag voor de mensen:
- Waarom lopen jullie Jezus achterna?
De kinderen beantwoorden de vragen door achter de lege stoel te staan die bij de figuur hoort aan wie de vraag gesteld wordt.
Geef nadien de kinderen de kans om te verwoorden wat ze hierbij ervaren/gevoeld hebben.
Lees daarna het evangelie voor zoals volwassenen dat in de kerk beluisteren. (Het is nl. belangrijk dat de kinderen door hebben dat de 'bijbel' een belangrijk boek is voor volwassenen, en geen alternatief sprookjesboek. De bijbel is wel niet altijd heel gemakkelijk geschreven, het is trouwens een oud boek uit een andere cultuur. Daarom hebben mensen het eenvoudiger geschreven, en mooi geïllustreerd, zodat kinderen er nu reeds wat aan kunnen hebben.)
VERTELLEN
Uit het dagboek van Petrus de visser
"Vandaag ben ik dus gestopt met te vissen!
Gelukkig maar, want ik ving toch nooit erg veel!
Ik ben natuurlijk niet zomaar achter die Jezus gaan lopen.
Ik had al veel van Hem gehoord.
Volgens mij krijgt hij in ons land nog heel wat te vertellen.
Het lijkt me verstandig een beetje bij Hem in de buurt te blijven.
Wat mijn schoonmoeder betreft, die is weer helemaal beter!
Ze zorgt en is weer druk in de weer.
Echt iets voor vrouwen, om alsmaar voor anderen te zorgen.
Daar zou ik ziek van worden.
Om te onthouden:
toch eens aan die Jezus vragen wat hij bedoelt
met 'visser van mensen worden'.
Mijn broer Andreas zegt:
'Dat betekent dat wij mensen moeten redden
uit het water van de dood, uit zeeën van ellende.'
Die kan het mooi vertellen,
maar ik heb niet zo'n zin in al dat zorgen.
Ik ben mijn schoonmoeder niet!"
Uit het dagboek van Petrus, die vroeger Simon werd genoemd
Vandaag heb ik iets vreemds meegemaakt.
Ik was met mijn broer de netten aan het uitgooien.
Toen riep Jezus van Nazaret iets tot ons.
Ik verstond Hem eerst niet goed.
Toen hoorde ik dat Hij zei:
- Kom met me mee, ik zal maken
dat je vissers van mensen wordt.
Ik wist niet wat Hij wilde zeggen
met die 'vissers van mensen'.
Ik heb het dan maar aan mijn broer gevraagd.
Die moest ook even nadenken en zei toen:
- Mensen kun je vergelijken met vissen.
Zoals vissen zwemmen in het water,
zo kunnen mensen in zeeën van ellende leven.
En dan zouden wij die mensen
uit hun ellende moeten vissen.
En dat kunnen wij doen,
wanneer wij de goede boodschap brengen.
Petrus
BELUISTEREN
Er loopt een man die helpers zoekt
Klik hier voor een lied over Jezus die zijn leerlingen roept.
EXTRA
Klik hier voor suggesties als je wilt stilstaan bij wat een roepingsverhaal is.
Jongeren
ONDERZOEKEN
Volgen
(naar P. van der Vorst in 'Daily Gospel, Christian Art.Today’ - 13 januari 2020)
Wat betekent het Jezus te volgen?
Is het hetzelfde als iemand volgen op Twitter of Instagram?
Elke dag kunnen we er korte, eigenzinnige, leuke, tot nadenken stemmende berichten 'volgen'.
Jezus volgen betekent niet alleen Hem bijhouden of Hem regelmatig controleren zoals we dat doen op sociale media. Integendeel, de oproep om Hem te volgen is een oproep tot volledige loyaliteit, gehoorzaamheid en vertrouwen.
MEDITEREN
De uitverkorene
(Naar: JORDAN, in Paroles à vivre, Editions CRJC Liège p. 90)
Geachte heer,
Onze bijzondere dank voor het toevertrouwen
van de cv's van twaalf mannen
die u uitgezocht heeft
om vertrouwensposten te bekleden
in uw nieuwe organisatie.
Nadat we hen hebben doorgelicht
kwamen we tot de volgende bevindingen:
Simon Petrus is emotioneel instabiel,
ten prooi van allerlei kuren in zijn humeur.
Andreas is niet in staat
om verantwoordelijkheid op te nemen.
De broers Jacobus en Johannes,
plaatsen persoonlijk belang
boven toewijding voor de gemeenschap.
Tomas heeft neiging om alles in twijfel te trekken,
wat het enthousiasme in de groep kan belemmeren.
Matteüs staat op de zwarte lijst van de
'Commissie van Jeruzalem voor eerlijkheid in het zakenleven'.
De andere Jacobus en Taddeüs
hebben de neiging om alles zwart-wit te zien.
Beide hebben een hoge score
op de schaal van het depressieve.
Van de twaalf kandidaten is er maar één
die bekwaam is en zin heeft voor initiatief.
Hij legt vlot contact en is goed in zaken.
Hij heeft relaties in de hoogste kringen.
Wij adviseren u daarom om Judas Iskariot te kiezen.
Hij is erg gemotiveerd, zit vol ambitie
en deinst niet terug voor verantwoordelijkheden.
Met vriendelijke groeten
EXTRA
Klik hier voor suggesties als je wilt stilstaan bij wat een roepingsverhaal is.
Overweging
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Volg!
(nieuwsbrief@bijbelgenootschap.nl: 1 juni 2024)
Welke drie mensen volg jij het meest op sociale media? En wie volgen jou? Online elkaar volgen doen we nog niet zo lang, maar offline gebeurt dat al eeuwen. Ook in de tijd van Jezus was dat heel gewoon. Vooral bekende leraren, rabbi’s genoemd, hadden volgelingen. In die tijd betekende ‘volgen’ wel letterlijk tijd met iemand doorbrengen en achter die persoon aan gaan. Stel je voor dat jij echt zou meegaan met de mensen die je op sociale media volgt. Zou je ze dan nog steeds volgen? Jezus had veel volgelingen. Twaalf van hen waren door Hem zelf uitgekozen. In de Bijbel worden ze ‘leerlingen’ genoemd. In dit Bijbelgedeelte vallen een paar dingen op. Jezus nodigt mensen uit om Hem te volgen en ze twijfelen geen moment, maar gaan direct met Hem mee. Je zou misschien verwachten dat Jezus invloedrijke mensen uitkiest, een soort influencers. Maar Hij kiest heel gewone mensen uit, vissers, zonder status of speciale vooropleiding. Hij gelooft in deze mensen. Om Jezus te volgen hoef je blijkbaar niet bijzonder te zijn. Maar als je Hem volgt, gebeurt er wel iets bijzonders. In vers 19 zegt Jezus dat als deze mensen Hem volgen ze niet langer vissers zullen zijn, maar ‘vissers van mensen’. Door Hem te volgen zullen ze dus veranderen. Ze zullen van betekenis worden voor de mensen om hen heen.
Marc Gallant, trappist (Orval)
Het Rijk der Hemelen (2014)
Onder het wandelen treft Jezus Andreas en Simon aan, die hij reeds in de omgeving van de Doper had ontmoet (cf. Johannes 1,40-42). Jonge mannen dus die niet honkvast waren, en bovendien nog vissers, lieden die zich op de golven durfden wagen, terwijl de Joden toch niet zoveel zeemansbloed in zich hadden. Juist het type mannen dat paste bij zijn project!
Simon is een Joodse naam, maar de naam ‘Andreas’ is Grieks. Jezus begint zijn actie in een midden waar er een goede culturele integratie is tussen judaïsme en hellenisme, normaal voor de kuststreek van het meer waar de mensen meer open zijn en de contacten vol verscheidenheid. Er schetst zich reeds een openheid naar een kosmopolitische missie die het kader van Israël zal overstijgen.
Beide broeders zijn van het vissersdorp Betsaïda (Johannes 1,44), maar ze hebben een huis te Kafarnaüm (Marcus 1,29), waar Jezus logeerde. En ongetwijfeld, zoals alle rabbi's verdienden Jezus en zijn leerlingen hun brood met hun handenarbeid tussen twee missiesessies door. Dat begrensde enigszins hun actie tot de streek van hun arbeidsplaats, in afwachting dat een groep vrouwen uit gegoede middens voor hen zou zorgen (Lucas 8,3).
“Kom achter mij”. Jezus roept zijn leerlingen met de uitspraak die de verhouding typeert tussen de rabbi en zijn leerlingen. Om Jezus achterna te gaan moet men vele dingen achterlaten. Maar Jezus voegt daar onmiddellijk aan toe: “ik zal van jullie mensenvissers maken”. Jezus volgen werpt je zomaar midden de mensen om ze naar God te brengen. Als Lucas deze uitdrukking gebruikt zal hij preciseren en het werkwoord ‘zôgreô’ gebruiken, dat betekent: ‘levend vangen’ (Lucas 5,10). Mensen vangen opdat ze zouden leven. En om echt te leven moeten ze vrij zijn.