Loading...
 

Matteüs 7, 15-20

2 Vijgenboom

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Matteüs 7, 15-20: Kijk naar de vruchten

Matteüs 7, 15-20 // Lucas 6, 43-45



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1531)

Pas op voor valse profeten. Ze lijken goed, maar ze zijn slecht. Ze lijken zo onschuldig als schapen, maar ze zijn zo gevaarlijk als wolven. Je kunt valse profeten herkennen aan hun slechte daden.
Het is net als met bomen. Je kunt geen druiven of vijgen plukken van een doornstruik. Een goede boom geeft goede vruchten, een slechte boom geeft slechte vruchten. Een goede boom kan geen slechte vruchten geven, en een slechte boom kan geen goede vruchten geven. Alle bomen zonder goede vruchten worden omgehakt en in het vuur gegooid.
Je kunt dus aan iemands daden zien of hij goed is of slecht.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Let op voor valse profeten,
mensen die naar jullie komen in schaapskleren,
maar die van binnen roofzuchtige wolven zijn.
Je zult ze kennen aan hun vruchten.
Je plukt toch ook geen druiven van doornstruiken
of vijgen van distels?
Zo draagt elke goede boom goede vruchten
en een zieke boom slechte vruchten.
Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen,
Net zoals een zieke boom geen goede vruchten kan dragen.
Elke boom die geen goede vruchten voortbrengt,
wordt omgehakt en in het vuur geworpen.
Dus aan hun vruchten zul je ze kennen.



Stilstaan bij …

Profeten
Dit waren charismatisch begaafde personen. Maar sommigen konden het beter uitleggen dan doen: hun daden lagen niet in het verlengde van wat ze zegden.





Bij de tekst

Betekenis

Jezus lijkt het te hebben over bomen,
maar gebruikt de kennis die de mensen hebben
over bomen en hun vruchten
om hem te waarschuwen
voor mensen met slechte bedoelingen.





Suggestie

Jongeren

De appelboom

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode 2007, p. 189)

Lang geleden was er eens een grote appelboom.
Een kleine jongen ging er elke dag bij spelen.
Maar de jongen werd groter.
Op een dag, kwam hij bij de boom.
‘Kom je met me spelen?’ vroeg de boom.
‘Ik speel niet meer met bomen,’ zei de jongen,
‘Ik wil speelgoed, en ik wil geld om dat te kopen.’
‘Pluk mijn appels en verkoop ze, zodat je geld hebt,’ zei de boom.
De jongen plukte alle appels van de boom.
Later kwam hij weer terug.
‘Kom je met me spelen?’ vroeg de boom.
‘Ik moet nu werken voor mijn gezin’ antwoordde hij,
‘We hebben een huis nodig. Kun je me helpen?’
‘Zaag mijn takken af om er een huis mee te bouwen’, zei de boom.
De jongen deed dat.
Op een warme zomerdag kwam hij terug naar de boom.
‘Kom je met me spelen?’ vroeg de boom.
‘Boom, ik word ouder en wil me wat ontspannen.
Kun jij me een boot geven?’
‘Gebruik maar mijn stam om er een boot van te maken,’ zei de boom.
Dat deed de jongen.

Jaren later bezocht hij nog eens de boom.
’Het spijt me jongen, ik heb geen appels meer.’ zei de boom.
‘Ik kan geen appels meer eten,
want ik heb geen tanden meer,’ zei de jongen.
‘Ik heb ook geen boomstam meer
waar je in kunt klimmen,’ zei de boom.
‘Ik ben te oud geworden om nog te klimmen,’ zei de jongen.
‘Ik heb alleen nog stervende wortels,’ zei de boom,
‘Ik heb niet veel meer nodig,’ zei de jongen,
‘alleen een plek om uit te rusten.
Ik ben moe geworden na al die jaren.’
‘Kom maar bij me zitten en rust!’ zei de boom,
‘Oude boomwortels zijn gemaakt om op te leunen en uit te rusten.’



Overweging
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 6 mei 2015, p. 1)

Mensen die iets willen duidelijk maken, gebruiken vaak beelden uit de natuur of uit het dagelijks leven. Ze doen dat omdat mensen met die natuur en het dagelijks leven vertrouwd zijn. En omdat iets wat vertrouwd is, gemakkelijker te begrijpen is dan een abstracte uitleg. Dat is ook de reden waarom Jezus zoveel parabels heeft verteld.

Het verhaal hierbij heeft het uiteindelijk niet over een boom. Bomen kunnen niet spreken! De persoon die dit verhaal voor het eerst vertelde, heeft waarschijnlijk iets willen zeggen over de relatie tussen ouders en kinderen. Net zoals de boom zich bij elke vraag van het kind afvraagt hoe hij die vraag kan beantwoorden, zo proberen ouders in elke fase van hun leven zich vanuit hun mogelijkheden in te zetten voor het welzijn van hun kinderen.

Vertelde die eerste verteller dat om de kinderen op te roepen oog te hebben voor de inzet van hun ouders? Wilde hij onrechtstreeks de ouders aanmoedigen om alles te doen voor hun kinderen? Wilde hij de ouders met dit verhaal waarderen voor hun inzet? Of dacht de verteller bij dit verhaal aan opvoeders in het algemeen?

Vele vragen waar dit verhaal geen antwoord op geeft. Maar dat is nu net wat zo'n verhaal bijzonder maakt. Wie men ook is, men kan door het verhaal aangesproken worden in zijn eigen situatie, in zijn zorgen en gevoelens, zodat men ertoe komt zijn leven op een andere manier te bekijken en op een betere manier te gaan leven en beleven.