Matteüs 8, 23-27: Jezus stilt de storm
Matteüs 8, 23-27 // Marcus 4, 35-41 // Lucas 8, 22-25
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1533)
Daarna stapte Jezus in de boot. Zijn leerlingen gingen met hem mee. Opeens begon de grond onder het meer te bewegen. De golven werden zo hoog dat de boot bijna onder water verdween. Maar Jezus lag te slapen in de boot.
De leerlingen gingen naar hem toe en maakten hem wakker. Ze riepen: ‘Heer, red ons! We verdrinken!’ Jezus zei: ‘Waarom zijn jullie zo bang? Is jullie geloof dan zo klein?’
Jezus ging staan, en hij sprak streng tegen de wind en het water. Toen werd het water helemaal rustig.
De leerlingen waren erg verbaasd. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Zelfs de wind en het water doen wat hij zegt. Wat is dit voor iemand?’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Toen Jezus in de boot stapte, volgden zijn leerlingen Hem.
Opeens begon de grond onder het meer te bewegen,
zodat de golven over de boot sloegen.
Maar Jezus lag te slapen.
Zij gingen naar Hem toe en maakten Hem wakker:
‘Heer, red ons, wij vergaan!’ riepen ze.
Hij zei: ‘Waarom zijn jullie bang,
Hebben jullie dan zo’n klein geloof?’
Toen stond Hij op,
sprak streng tegen de wind en het water.
Het water werd helemaal rustig.
De mensen zeiden verbaasd:
‘Wat voor iemand is dat toch?
Zelfs de wind en het water luisteren naar Hem.’
Stilstaan bij ...
Meer
Het meer van Galilea is ervoor bekend dat dat de wind plotseling kan opsteken en vanaf de omringende bergen terug op het meer valt, waardoor het water opgejaagd wordt. Als de wind gaat liggen, wordt het meer weer rustig en kalm.
Bij de tekst
Een wonderverhaal
... informeert over God en zijn Rijk
Jezus maakt duidelijk dat het kwaad niet het laatste woord heeft.
Hij is nabij, ook in allerlei angsten, al lijkt het of Hij slaapt.
... roept op
om hulp aan mensen in nood te bieden.
Klik hier voor meer info over wonderverhalen.
Wortel in het Oude Testament
Anderen staken op schepen in zee,
om handel te drijven op de onmetelijke wateren.
Ook zij hebben Jahwe's werken aanschouwd,
in de kolken zijn wonderen.
Hij sprak: en er stak een stormwind op,
die zwiepte de golven omhoog;
zij vlogen op naar de hemel, ploften neer in de diepten,
en vergingen van angst;
zij rolden en tuimelden, als waren zij dronken,
en al hun zeemanschap was tevergeefs.
Maar zij riepen Jahwe aan in hun nood,
en Hij verloste hen van hun angsten:
Hij bedaarde de storm tot een bries,
en de golven legden zich neer;
wat waren zij blij, toen het kalm was geworden,
en Hij hen naar de verbeide haven geleidde!
Laat hen Jahwe voor zijn goedheid dan danken,
en voor zijn wonderen voor de kinderen der mensen:
Hem in de volksgemeente roemen,
Hem in de raad der oudsten prijzen!
(Psalm 107, 23-32)
Psalm 107 lijkt het grote voorbeeld te zijn van de evangelisten bij het schrijven over de storm op het meer. Maar de psalm heeft het over God. Een manier om de nauwe relatie tussen God en Jezus duidelijk te maken.
Eigenheden in de tekst van Matteüs
. Jezus ligt niet op een kussen te slapen. Dit zou moeilijk kunnen als hij zojuist schreef dat de Mensenzoon nergens zijn hoofd kan op laten rusten (Matteüs 8, 20).
. De roep van de leerlingen in de boot lijkt op een gebed: 'Heer, red ons, wij vergaan!'.
. Matteüs schrijft niet over een stormwind. Hij heeft het erover dat het meer hevig in beroering raakt. Hij gebruikt daarvoor het Griekse woord 'seismos' dat gewoonlijk gebruikt wordt om de verschrikkingen op het einde van de tijd weer te geven.
. Op het eind schrijft Matteüs: 'De mensen stonden verbaasd ...'. Wellicht heeft hij het dan niet meer over de leerlingen van Jezus in de boot, maar over de volgelingen van Jezus voor wie hij schrijft. Wat gebeurd is met de leerlingen in het bootje zal ook met hen gebeuren.
Het meer van Galilea
Dit meer is nu bekend onder de naam ‘Meer van Kinneret’. ‘Kinneret is afgeleid van het Hebreeuwse ‘kinnor’, wat ‘harp’ betekent. Een verwijzing naar de vorm van het meer’ en ook naar de stad Kinneret, die zich vroeger in het Noorden van het meer bevond.
Het Nieuwe Testament gebruikt voor dit meer verschillende namen:
Matteüs en Marcus hebben het over het 'Meer van Galilea', waarmee ze verwijzen naar de landstreek waarin het meer ligt. Lucas heeft het over het 'Meer van Gennesaret'. Johannes noemt dit meer het 'Meer van Tiberias', genaamd naar de stad die Herodes Antipas, zoon van de beroemde koning Herodes de Grote, op de oever van het meer bouwde ter ere van zijn Romeinse beschermheer.
Bijbel en kunst
J. BRUEGHEL de Oude
Jezus in de storm (1596)
Dit schilderijtje van Jan Bruegel (1568 - 1625), ook gekend als de Fluwelen Breughel, roept de hevigheid op van de storm in een landschap dat duidelijk geïnspireerd is aan wat hij kende in zijn land en in Italië. Midden deze explosie van natuurgeweld ligt Jezus te slapen.
REMBRANDT van Rijn
Christus in de storm op het meer van Galilea (1633)
Dit is het enige zeegezicht dat bekend is van de Nederlandse kunstschilder Rembrandt (1606 – 1669).
Het werd op 18 maart 1990 gesstolen uit het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston door dieven die zich voordeden als politieagenten. Tot op vandaag is het niet teruggevonden.
S. KÖDER
Klik hier om een zicht te krijgen op het schilderwerk van Sieger Köder samen met de tekst waardoor het geïnspireerd is.
Midden het geweld van de storm, ligt Jezus in stralend wit te slapen.
Suggestie
Bespreek:
- Wat gebeurt er op dit schilderij?
- Wat doen de personen die er op staan?
Het zijn vier mogelijke reacties op de storm:
(slapen (niets doen), om hulp roepen, in actie komen, handelen zonder echt vooruit te komen)
Lees dan de Bijbeltekst voor die bij dit schilderij aansluit.
- Waar zou jij jezelf plaatsen op dit schilderij? Waarom?
Suggesties
Kleine kinderen
SPREKEN MET BEELDEN
Storm
- Wat is storm?
- Heb je dat al eens meegemaakt?
Als het stormt is het water heel wild.
In het land van Jezus waren er veel vissers.
Ze gingen met hun boten op een groot meer.
Als het stormde kon het voor hen heel gevaarlijk zijn.
Dan werden ze bang.
Ontdek dit met de kinderen
door samen naar een illustratie over storm te kijken
(B.v. van Kees De Kort).
Vergelijk met andere situaties waar men angstig bij wordt.
Hierdoor wordt de storm het beeld
voor wat de mens in zijn bestaan bedreigt.
Zo kunnen kinderen het feit dat Jezus de storm stilt,
gemakkelijker in zijn diepere betekenis aanvoelen.
BIDDEN
Storm
(Bijlage bij zonnekind voor de leerkracht 2008, nr 16)
Lieve Jezus,
Soms stormt het in mijn leven.
Dan ben ik boos, bang of verdrietig.
Gelukkig is er meestal iemand
die naar mij luistert.
Dan word ik weer rustig.
Ook bij Jou word ik rustig, lieve Jezus.
Dank je omdat Jij bij mij bent.
Amen
VERTELLEN
Bie boe bang in het donker
S. DE PARMENTIER, L. MAES Van Antje Anders tot Zoë Zoentje, Averbode 2012
Mies en Keuntje liggen in bed.
Keuntje kan niet slapen. Het is veel te donker.
'Mies, daar bij het raam. Kijk dan, daar kronkelt een slang.
Mies! Help!' schreeuwt Keuntje.
Mies knipt het licht aan.
'Maar Keuntje toch, het is het gordijn.
Het raam staat open en de wind laat het gordijn heen en weer waaien.
Komaan, slaap nu maar.'
Mies knipt het licht uit.
Keuntje staart in het donker.
'Oei, daar in de hoek. Daar ligt een monster.
Een groot monster met glinsterogen.
Mies! Een monster, daar in de hoek!' gilt Keuntje.
Mies knipt het licht aan.
In de hoek ligt helemaal geen monster.
Het is de schaduw van een knuffel van Keun.
Mies knipt het licht uit.
Het is pikdonker in de kamer.
Keuntje kreunt.
'Mies, ik vind het zo eng in het donker. Ik ben bang.'
Mies zucht. Ze stapt uit bed en steekt een klein lampje aan.
'Ziezo', zegt ze.
'Ik steek een lichtje voor je aan. Nu hoef je niet meer bang te zijn.'
Keuntje kijkt tevreden de kamer rond.
Met een lichtje is hij helemaal niet bang.
'Welterusten, Mies.'
'Slaap lekker, Keuntje!'
'Ik ben niet meer bang, Mies.'
'Goeienacht, Keuntje.'
De glijbaan is leuk
S. DE PARMENTIER, L. MAES Van Antje Anders tot Zoë Zoentje, Averbode 2012
Keuntje klimt op de glijbaan.
Mies wil ook op de glijbaan.
'Kom dan, Mies!' roept Keuntje.
Voorzichtig klimt Mies de trap op.
Keuntje glijdt ondertussen joelend naar beneden.
Mies zucht. Ze is een beetje bang.
Stapje voor stapje klautert ze naar boven.
'Pfff... wat is die glijbaan hoog.'
Keuntje wacht beneden.
'Kom maar Mies, ik vang je wel op!'
Mies aarzelt.
'Komaan, je hoeft niet bang te zijn', moedigt Keuntje aan.
Mies gaat zitten.
Ze duwt zich voorzichtig af en glijdt omlaag.
Het voelt een beetje eng in haar buik.
Het voelt alsof er duizend kriebeltjes in haar buikzitten.
Mies is beneden. Keuntje vangt haar op.
'Ik wil nog eens! De glijbaan is leuk!' lacht Mies.
DOEN
Bootje van papier
De kinderen knutselen hun eigen bootje van papier. (klik hier voor de werkwijze)
Op een apart blad tekenen ze Jezus en een groep leerlingen.
Dit knippen ze uit en kleven ze in het bootje.
Daarna vertellen ze het verhaal opnieuw met het bootje in de hand.
Grote kinderen
ONDERZOEKEN
Angst
Schrijf het woord 'ANGST' op een blad en leg dat in het midden van de kring. Vraag aan de kinderen:
- Wanneer heb je angst / schrik?
(oorlog, ziekten, dood, sommige personen, ruzie ...)
Angst en moed in het nieuws
Neem het nieuws van die morgen (ev. krant, foto's) op en laat het de kinderen beluisteren.
- Vind je in deze berichten iets terug van ‘angst’ en ‘de moed verliezen’?
KENNISMAKEN MET EEN BIJBELTEKST
Inleiding bij het vertellen van dit evangelieverhaal
(bron onbekend)
Veel mensen geloofden in Jezus, ze wilden zijn Weg volgen,
ze sloten zich aan bij zijn vrienden.
Eerst joodse mensen in Jeruzalem, later ook anderen,
in Klein-Azië en Griekenland, tot Rome toe.
Maar ook zij kregen tegenstand, zoals Jezus.
Ze werden uit de synagogen uitgesloten,
ze moesten vluchten uit hun eigen stad en voor hun eigen familie.
In Rome liet keizer Nero veel christenen
kruisigen, verbranden, door leeuwen verscheuren.
De christenen werden bang:
ze voelden zich als in een klein bootje
midden in de storm van vervolging.
Zij vroegen zich af waarom God dit toeliet en zeiden:
'Heer, raakt het Je niet dat we vergaan?
Dan zei Petrus tegen deze angstige mensen:
'Waarom zijn jullie zo bang?'
Hoe is het mogelijk dat ge nog geen geloof bezit? Zo was Jezus niet!'
Om hen te helpen en aan te moedigen
vertelde Petrus hen hoe Jezus door zijn rustig vertrouwen op God
alle stormen overwon.
Hij vertelde hen het verhaal van de storm op het meer.
Marcus nam dit verhaal op in zijn evangelie.
Na de hemelvaart van Jezus voelden zijn leerlingen zich verlaten.
Hun grote droom was stuk.
Al het mooie dat Jezus had gezegd en gedaan, leek voorbij.
Petrus en Johannes waren veroordeeld
en opgesloten in de gevangenis.
De leerlingen mochten niet meer over Jezus praten!
In Rome liet keizer Nero veel christenen
kruisigen, verbranden, door leeuwen verscheuren.
Wat moesten ze nu aanvangen?
Net of ze in een put zaten en er niet uit raakten.
Waar haalden ze weer kracht?
Toen vertelden ze elkaar telkens weer het volgende verhaal ...
Vertel sober of lees voor tot aan de vraag:
'Meester, kan het Je niet schelen dat wij vergaan?'.
Zoek samen met de kinderen
naar het verband met het hun eigen ervaringen.
Vertel het vervolg van de Bijbeltekst.
EVEN TESTEN
Stellingen
(Kaat Donckers 2000)
Jezus maakt in het verhaal duidelijk dat je nooit alle hoop moet opgeven in je angst. | (Juist) |
Als we zeggen dat het stormt in ons leven willen we hiermee zeggen dat het buiten heel hard regent, dondert en bliksemt. | (Fout) |
Als er buiten een zware storm is, is er veel kans dat er schade is, en zijn we diep in ons hart wel een beetje bang | (Juist) |
BELEVEN
In de put
Nadat je zelf een eigen verhaal verteld hebt over 'moed verliezen', 'in de put zitten', schrijven / tekenen de kinderen hun eigen ervaringen op en spreken erover met de anderen.
(Kinderen vertellen vlugger iets over zichzelf wanneer de begeleider dat zelf ook doet)
VERDIEPEN
Sterke verhalen
. Wanneer vertellen mensen sterke verhalen over iemand?
(Als ze het hebben over iemand bijzonder, speciaal...
Soms is iemand zo bijzonder en de moeite waard om als voorbeeld te volgen, dat dit niet meer met gewone woorden uit te leggen is.
Dan beginnen mensen te overdrijven om te zeggen hoe fantastisch en ideaal die iemand wel is. )
. Wat wil Marcus hier zeggen over Jezus?
(Hij is iemand die je volledig kunt vertrouwen, zelfs in de moeilijkste omstandigheden.)
. Wat kunnen die moeilijke omstandigheden voor ons zijn?
. Kunnen we van Jezus verwachten dat Hij ons met een wonder zal helpen?
(Zoals een sportman zich sterk voelt door de steun van zijn supporters, zo mag elk van ons zich gesteund weten door Jezus, ook als alles tegen slaat.
Om duidelijk te maken hoezeer Jezus ons vertrouwen waard is, vertelt Marcus een verhaal dat zo geweldig is, dat alle twijfels wel moeten verdwijnen.)
Collage
(naar C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 4)
Materiaal
Foto's over storm en de gevolgen van storm - of: dit werkblad
Repen papier, bij voorkeur: verschillende kleuren blauw en groen.
Stift, lijm
Groot blad papier
Papieren om bootjes uit te maken (klik hier voor de werkwijze)
Verloop
Toon allerlei foto's over storm en de gevolgen van storm.
- Wat roept dat bij jullie op?
Noteer die woorden met viltstift op repen papier.
Neem dan een voor een de repen in je hand en lees voor wat er op staat.
Bv. schrik.
- Kunnen we ook schrik hebben als het niet stormt?
Noteer deze situaties op nieuwe repen papier.
(Of geef telkens een ander kind de opdracht om dit op een reep papier te schrijven.)
Doe zo verder tot alle woorden op de repen aan bod kwamen.
Naar het einde van deze activiteit heb je repen papier met daarop: de gevoelens bij storm en de situaties waarbij deze gevoelens ook voorkomen. (En die dus eigenlijk helpen om dit verhaal te actualiseren, dichter bij de kinderen te brengen)
De kinderen maken een bootje met wit papier, schrijven daar hun naam op en kleuren het eventueel.
Kleef de repen papier heel onregelmatig op de onderste 3/4 van het blauwe blad. Maak de storm nog 'heviger' door maar een paar punten van de repen met lijm vast te maken, zodat ze 3-dimentionaal iets van een storm oproepen. De kinderen kleven daarna hun bootje op de plaats die zij daarvoor uitkiezen. Ze kunnen zich hierbij eventueel laten leiden door de woorden die op de repen staan.
Lees om te besluiten het verhaal dat Lucas over de storm schreef nog eens voor.
VERTELLEN
God, waar was U?
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode 2007, p. 17)
Ik droomde eens dat ik samen met God wandelde langs het strand.
Tegen de lucht tekenden zich delen van mijn leven af.
Voor elk deel waren er twee paar voetafdrukken in het zand:
een paar van mezelf en een paar van God.
Terwijl ik naar die voetstappen keek,
zag ik een stuk van de weg
waar maar één paar voetstappen stond afgedrukt.
Ik zag ook dat dit het moeilijkste
en verdrietigste moment uit mijn leven was.
Ik zei: ‘God, ik heb gezien
dat er op het moeilijkste moment van mijn leven
maar één paar voetstappen is
en U hebt me nog zo beloofd, dat U altijd bij me zou zijn!
Ik begrijp niet dat U me juist op dat moment alleen liet.’
God zei: ‘Maar lieve kind, ik hou van je en zal je nooit verlaten.
In jouw momenten van strijd en lijden,
waar je maar één paar voetstappen zag, daar was het...
dat Ik jou heb gedragen.’
(Naar een Iers verhaal)
Bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 20 juni 2018, p. 1)
Op een dag gaat Jezus met zijn leerlingen in een boot op het meer van Galilea.
Niet ongewoon, want veel van zijn leerlingen waren vissers op dat meer.
Het was ook de gemakkelijkste manier om naar de overkant van het meer te gaan.
Dat het begon te stormen was ook niet ongewoon op dat meer.
Tot op vandaag kan het temperatuurverschil tussen de oevers en de heuvels,
een wind doen ontstaan die op het meer valt en storm veroorzaakt.
Maar die wind kan even snel terug gaan neerliggen,
zodat het meer weer rustig en kalm wordt,
alsof er niets gebeurd is.
Jezus blijkt er nogal gerust in te zijn: Hij slaapt achteraan in de boot.
Maar zijn leerlingen zijn één en al schrik.
De boot raakt vol water en zij vrezen ieder moment te verdrinken.
Meer dan dertig jaar later, schreven de evangelisten hierover.
Hun lezers, de eerste christenen, hadden vaak het gevoel
dat Jezus, hoewel Hij verrezen was, hen in de steek had gelaten.
Net als in het verhaal hierbij:
de twee voetsporen maken de mens duidelijk
dat God naast hem loopt en dus met hem begaan is.
Maar bij het zien van maar één voetspoor denkt de mens:
'Zie, God heeft mij verlaten.
Vanaf dat moment moet ik het alleen redden.'
Dat was het wat de leerlingen van Jezus tijdens de storm aanvoelden.
Maar dan komt het onverwachte antwoord van God:
'Toen jij dacht dat Ik je in de steek liet, op dat moment heb Ik je gedragen.'
Dat hebben de leerlingen in de boot toen ook ervaren.
Ze dachten dat Jezus er maar wat bij lag te slapen,
maar met één woord tot de wind werd duidelijk hoe Hij met hen begaan was.
BIDDEN
Jij bent er
(Katia Van Cleynenbreughel in Samuel nr 4, 2012, p. 16)
God,
Soms voel ik me groot
en sterk als een berg,
niks of niemand
die me wat kan maken.
Soms voel ik me klein
en angstig
voor het onweer en de storm
voor geruzie van grote mensen
en zoveel dingen op tv.
Soms ben ik ook
bang voor mezelf,
omdat mijn woorden vuisten worden
en ik ze niet kan stoppen.
Dan gaat mijn hart tekeer
en lijkt het alsof
de wereld mij overspoelt.
Daarom,
als ik alleen ben
praat ik met Jou, God.
Jij doet het tij keren,
de storm bedaart.
Mijn hoofd en hart
worden weer kalm als de zee.
Want ik weet dat Jij er bent.
Overwegingen
Onbekend
Wat is het meest wonderbaar?
- Het mirakel waarbij Jezus eens in zijn leven een storm op het meer van Genezaret gestild zou hebben?
- Het wonder dat eeuwenlang miljoenen mensen in Jezus Christus geloofd hebben als in degene die de stormen van hun persoonlijk leven en van de wereld tot bedaren kan brengen?
Kolet Janssen
Het stillen van de storm
(Kerknet, zondag 21 januari 2018 - 19:13)
‘Wat waaide het hard vannacht, hè’, zeg ik tegen Ganem, mijn Irakese poetsman. Een praatje over het weer is altijd een goede ijsbreker.
‘Ja’, lacht hij, ‘veel lawaai! Mijn vrouw wakker, helemaal in paniek. Ik zeg: rustig maar, je bent niet in Irak!’
Ganem lacht voluit. De rondvliegende en vallende dingen buiten hadden zijn vrouw heel even terug gekatapulteerd naar een tijd en een plek vol dreiging en angst. Een tijd toen hij haar niet kon geruststellen door haar even in zijn armen te nemen en helemaal wakker te maken. Nu kan dat wel en dat is dus de reden dat hij zo moet lachen om de storm.
Het is maar een storm. Niet meer dan wat wind.
Morgen ruimen we op wat er is weggewaaid. Zelf zitten we veilig binnen. Er gebeurt niets onherroepelijks. Wat beschadigd is, wordt hersteld. Er is de overheid en er zijn verzekeringen. Als je niet de pech hebt dat er een boom op je auto valt, heeft het nauwelijks gevolgen voor je leven.
Dat moet voor Ganem ooit heel anders zijn geweest. Als je leeft in een land waar je je niet veilig kunt voelen. Waar je niets kunt doen om je kinderen in vrede te laten opgroeien. Waar het ergste elk ogenblik kan gebeuren.
Voor Ganem en zijn gezin is de storm gestild. Ze werken hard om hier een leven uit te bouwen en dat lukt behoorlijk. Elke week leert hij een paar woorden bij. Vorige week was het ‘wasdraad’. Hij doet het allemaal met de glimlach. Ook al is de storm in zijn hoofd niet verder dan een winderige nacht.
Jezus stilde ooit de storm op het meer toen zijn vrienden bang waren.
Ook wij kunnen op vele kleine manieren de storm stillen in het hoofd van al die mensen die hier zijn aangespoeld. We weten niet wat ze hebben meegemaakt en ze kunnen het vaak niet zomaar vertellen. Maar als de angst heel even weer opduikt, als er een harde klap klinkt van een doos die omvalt of een onverwachte knal van een bromfiets, of als er een onbegrijpelijk formulier in hun bus valt, rekenen ze ook op ons om hen gerust te stellen.
Samen kunnen we ervoor zorgen dat iedereen zich veilig kan voelen. Dan is de storm echt gestild.