Loading...
 

Psalm 10

2 Leeuw

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Psalm 10: Waarom blijf je zo ver weg?

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 841-842)

Waarom bent u zo ver weg, Heer?
Waarom verbergt u zich in moeilijke tijden?
Mensen die u niet trouw zijn,
onderdrukken mensen zonder macht.
Heer, laat slechte mensen zelf de pijn voelen
die ze anderen aandoen!

Slechte mensen vinden zichzelf geweldig.
Ze zijn trots op hun rijkdom,
maar ze zijn rijk geworden door te stelen.
Intussen vervloeken ze de Heer,
ze zeggen: ‘Ik heb God niet nodig.’
Slechte mensen vinden zichzelf geweldig.
Ze denken: Er is geen God,
dus hij kan me ook niet straffen.
Alles wat ze doen, gaat goed.
Gods oordeel vinden ze niet belangrijk,
en ze lachen om kritiek van andere mensen.
Ze denken: Ik ben sterk,
er zal met mij niets ergs gebeuren, nooit.
Ze liegen en bedriegen,
ze zijn oneerlijk en gemeen.
Ze verbergen zich op stille plaatsen.
Daar kijken ze om zich heen
of ze onschuldige mensen kunnen doden.
De hele dag kijken ze rond
of ze iemand kunnen doodslaan.
Ze lijken op leeuwen, verstopt in de struiken,
klaar om andere dieren te vangen.
Zo vangen slechte mensen anderen,
zo vangen ze mensen zonder macht.
Ze duwen hen op de grond
en ze trappen hen dood.
Slechte mensen denken:
God let niet op.
Hij kijkt niet, hij ziet niets.

Kom, Heer, en help!
Vergeet zwakke en arme mensen niet.
Hoe kan het toch
dat slechte mensen geen eerbied voor u hebben?
Hoe kan het toch dat ze zeggen:
‘God straft ons niet’?
Maar u bent niet blind, God.
U ziet alle ellende en al het verdriet,
en u wilt altijd helpen.
U bent een steun voor mensen zonder macht,
u beschermt mensen voor wie niemand zorgt.
Stop de macht van slechte mensen.
Straf hen, totdat er geen kwaad meer is.
Want u bent koning voor eeuwig en altijd.
Mensen die u niet willen dienen,
jaagt u weg uit uw land.
Heer, u hoort wat arme mensen vragen.
U hoort ze, u geeft ze kracht.
U beschermt mensen die onderdrukt worden,
u helpt mensen voor wie niemand zorgt.
Niemand kan hen uit uw land wegjagen.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Waarom God, blijft Je zo onbereikbaar ver?
waarom ben Je zo verborgen in moeilijke tijden?
Door de triomf van wie boos is lijdt de arme,
en worden anderen slachtoffer van hun sluw overleg.

Wie het recht met de voeten treedt, pocht dat zijn wil triomfeert,
hij maakt woekerwinst, spot met God: God telt als niets.
Zo'n schurk verbeeldt zich heel wat: 'Hij geeft niet om vergelding!'
'Welneen! Er is geen God!' is de som van wat hij denkt.

Langs eigen wegen komt hij altijd tot zijn doel.
Jouw oordeel raakt hem niet: het gaat over zijn hoofd.
Als iemand hem te na komt valt hij briesend uit
en bij zichzelf denkt hij: 'ik val niet omver!
zo een als ik raakt nooit of nooit in nood.'

Zijn mond verwenst, liegt en bedriegt.
Zijn tong spelt misdaad en boosaardigheid.
Achter een muur ligt hij in hinderlaag,
en wordt sluipmoordenaar van wie onschuldig is.
Zijn ogen zien wel wie zich niet verweren kan!

Hij loert verdekt als een leeuw tussen struiken;
hij loert om de arme te kunnen overvallen.
Hij overvalt hem, trekt het net rondom hem dicht.
Hij houdt zich weggedrukt, hij kromt zich voor de sprong:
diep te beklagen is wie in zijn handen valt.
'God zal het echt niet merken', denkt hij in zijn hart.'
Hij laat zichzelf niet zien. Hij wordt dit nooit gewaar.'

Sta op, God! Grijp in met machtige hand, o God!
vergeet de arme niet.
Waarom mag hun kweller God verachten
en mag hij heimelijk denken: 'Hij vraagt geen rekenschap?'

Jij ziet alles: wat verdriet en moeite is heb Je gepeild,
wil Je wegen in je hand.
Wie bijna bezwijkt, vindt in Jou zijn steun.
Jij blijft een helper voor de ouderloze.

Breek de kracht van de afvallige,
vervolg zijn kwaad totdat Jij het verdwenen vindt.
God is koning voor altijd en eeuwig.
Afvalligen verdwijnen uit zijn land.

God, Jij hebt verstaan wat de onderdrukten zochten.
Jij gaf hun moed en beluisterde hen aandachtig.
Zo kom Je op voor de wezen, voor de verdrukten
zodat geen aards nietig mens hen nog schrik aanjaagt.



Stilstaan bij …

Leeuw
Dit dier dat dodelijke bedreiging oproept, wordt geassocieerd met het dodenrijk.

Arme
Al wie slachtoffer is van de macht en de gewetenloosheid van de rijken.

Arm
Beeld voor de kracht van iemand.





Bij de tekst

Acrostichon

Psalmen 9 en 10 waren oorspronkelijk één psalm. Elke twee verzen begon met een volgende letter van het Hebreeuwse alfabet.
Door de gekunstelde vorm van zo'n psalm is de logische opbouw ervan moeilijk terug te vinden.

Psalm 9 - eerste deel van de oorspronkelijke psalm - begint met een danklied.
Psalm 10 - tweede deel van de oorspronkelijke psalm - begint met een lange klacht.
In beide psalmen bevat het tweede deel gebeden van de onderdrukten.