Loading...
 

Psalm 30

2 Harp

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Psalm 30: Zing tot God met de harp

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 868-869)

Een lied van David.
Dit lied is gemaakt toen de tempel in gebruik genomen werd.

Heer, ik breng u eer.
U hebt mijn leven gered!
Daarom konden mijn vijanden niet juichen,
ze konden niet juichen over mijn dood.
Heer, mijn God, ik riep u om hulp,
en u hebt mij genezen.
Ik was al bijna dood,
het land van de dood zag ik al.
Maar u gaf mij het leven terug.

Als je trouw bent aan de Heer,
moet je voor hem zingen en hem prijzen,
want hij is heilig!
De woede van de Heer duurt kort,
maar zijn liefde duurt een leven lang!
Ook al val je ’s avonds huilend in slaap,
’s ochtends sta je juichend weer op.

Ik voelde me sterk en ik dacht:
Mij kan niets gebeuren.
U was goed voor mij, Heer,
daarom overkwam mij geen kwaad.
Maar toen u zich voor mij verborgen hield,
ging ik bijna dood van angst.

Ik roep u, Heer!
Ik smeek u: Wees goed voor mij.
U hebt niets aan mij als ik dood ben,
als ik in mijn graf lig.
Dan kan ik u niet meer prijzen,
niet meer zingen over uw trouw.
Heer, luister naar mij,
wees goed voor mij en help mij.

U hebt mijn verdriet veranderd in vreugde.
Ik huil niet meer,
maar ik ben weer vrolijk.
Heer, ik zal voor u zingen
met heel mijn hart.
God, ik zal niet zwijgen.
Ik zal u altijd prijzen!



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Een psalm.
Een lied bij de inwijding van de tempel.
Van David.

Hoog prijs ik Je, God,
want Jij hebt me gered,
Je zorgde ervoor dat mijn vijand het lachen verleerde.

God, ik riep Je in nood: Je maakte me nieuw.
God, Je deed mijn leven opstaan uit de dood,
en hield me uit het graf.

Getrouwen, eer God met zang en harp, loof zijn heilige naam.
Zijn woede duurt een ogenblik, zijn goedheid een leven lang.
De avond daalt in tranen, de morgen komt met vreugde.

Eens dacht ik, zelfverzekerd: 'Ik zal niet struikelen, nooit!'
God, ik besefte niet dat je goedheid me sterk maakte als een berg.
Maar toen Jij je gezicht afkeerde, wist ik me verslagen.

God, ik riep Je aan, smeekte om je goedheid:
'Wat win Je met mijn dood, mijn neerdalen in het graf?
Kan wat tot stof is vergaan Je loven, ooit spreken over je trouw?

God, luister naar me, wees goed voor mij. Help me, God.'
En toen veranderde Je mijn rouwgang in een reidans,
nam Je me mijn rouwkleding af en kleedde me in vreugde.

Nu zingt mijn ziel psalmen voor Jou bij de harp:
ik zwijg nooit meer.
God, Je bent mijn God. Ik zal Je altijd loven.



Stilstaan bij ...

Inwijding van de tempel
In de oorspronkelijke tekst staat 'wijding van het huis'. Doorgaans wordt hierbij gedacht aan 'het huis van God', de 'tempel'.
Concreet denkt men dan aan de inwijding van de tempel nadat Judas Makkabeüs de tempel liet reinigen. Dus wel een hele tijd na David, als men ervan uitgaat de koning David deze psalm schreef.





Bij de tekst

Historische context

Volgens het eerste vers werd psalm 30 geschreven naar aanleiding van de inwijding van de tempel in de tijd van de Makkabeeën.
Daarom roepen de woorden 'dood, droefheid, rouw, graf, tranen ...' de deportatie naar Babylon op. En roept het woord 'vreugde' het herstel op van het leven in het eigen land.