Loading...
 

Psalm 37

2 Foto

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Psalm 37: Keer het kwaad de rug toe

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 880-883)

Een lied van David.

Wees niet jaloers op slechte mensen,
erger je niet aan mensen die kwaad doen.
Want ze verdwijnen snel,
zoals gras dat verdort,
zoals een bloem die verdroogt.

Vertrouw op de Heer en doe wat goed is.
Dan zul je veilig leven in het land waar je woont.
Zoek je geluk bij de Heer,
want hij zal je alles geven wat je vraagt.

Laat je leiden door de Heer.
Vertrouw op hem, hij zal je helpen.
Hij zal je alles geven waar je recht op hebt.
Je zult stralen als het licht in de ochtend,
als de zon in de middag.


Wees geduldig en wacht,
wacht af wat de Heer doet.
Als het goed gaat met slechte mensen,
word dan niet kwaad.
Word niet boos, maar blijf kalm.
Maak je niet kwaad,
want woede brengt alleen maar ellende.

Mensen die vertrouwen op de Heer
zullen voor altijd in vrede leven.
Mensen die het nu moeilijk hebben,
zullen veilig wonen, voorgoed.
Zij zullen genieten en gelukkig zijn.
Maar slechte mensen zullen verdwijnen,
er blijft niets van ze over.
Nog even, en ze zijn weg.
Nog even, en ze zijn niet meer te vinden.


Slechte mensen dreigen met geweld,
ze haten iedereen die eerlijk is.
Maar de Heer lacht om hen,
hij weet dat hun einde snel komt.
Ze pakken hun zwaard,
ze grijpen hun pijl en boog.
Want ze willen arme mensen vermoorden,
mensen zonder macht,
mensen die eerlijk leven.
Maar ze worden zelf gedood,
door hun eigen zwaard,
door hun eigen pijlen.

Je kunt beter eerlijk zijn en arm,
dan slecht en rijk.
Want slechte mensen zullen alles verliezen,
maar de Heer helpt mensen die eerlijk zijn.


De Heer zorgt voor mensen die naar hem luisteren.
Hij geeft ze een land waar ze voorgoed kunnen wonen.
Hij helpt hen in moeilijke tijden.
Als er hongersnood is, hebben zij eten genoeg.

Maar de vijanden van God zullen sterven.
Ze lijken op de bloemen in het gras:
vandaag bloeien ze,
maar morgen zijn ze verdwenen.

Slechte mensen lenen dingen van anderen,
maar ze geven nooit iets terug.
Goede mensen geven graag dingen weg,
zij weten wat liefde is.

Aan goede mensen geeft de Heer geluk en vrede,
zij zullen het altijd goed hebben.
Maar slechte mensen vervloekt hij,
zij worden vernietigd.

De Heer leidt mensen die trouw zijn aan hem,
zodat ze weten wat ze moeten doen.
Ook al struikelen ze, ze vallen niet,
want de Heer houdt hen vast.


Ik ben oud, ik leef al lang.
En steeds heb ik gezien
dat de Heer goede mensen helpt.
Hun kinderen hebben altijd genoeg te eten.
Goede mensen lenen graag dingen aan anderen,
zij weten wat liefde is.
Hun kinderen zijn gelukkige mensen.

Doe dus geen kwaad, maar wees goed.
Dan zul je altijd veilig zijn.
Want de Heer heeft eerlijke mensen lief.
Hij helpt mensen die trouw zijn aan hem,
hij beschermt hen altijd.
Goede mensen zullen in vrede leven.
Zij mogen altijd veilig wonen.
Maar de kinderen van slechte mensen zullen verdwijnen,
er blijft niets van ze over.


Goede mensen spreken wijze woorden.
Wat ze zeggen, is eerlijk en goed.
Ze kennen de wet van God.
Daardoor maken ze geen fouten.

Toch zijn ze steeds in gevaar,
want slechte mensen willen hen doden.
Maar de Heer beschermt hen,
hij verdedigt hen tegen slechte rechters.

Vertrouw op de Heer en houd je aan zijn wetten.
Hij zal je belonen, je zult in vrede leven.
Maar slechte mensen worden vernietigd.
Er blijft niets van ze over.
En jij zult dat zien.


Ik heb een slecht mens gekend,
die andere mensen onderdrukte.
Zelf werd hij rijk en machtig.
Maar op een dag was hij verdwenen.
Ik zocht hem, maar ik vond hem niet.

Kijk naar goede en eerlijke mensen,
mensen die geluk en vrede zoeken.
Zij zullen lang leven.
Maar mensen die zich tegen God verzetten,
zullen verdwijnen.
Er blijft niets van ze over.

De Heer redt goede mensen,
hij beschermt hen in moeilijke tijden.
De Heer helpt hen en bevrijdt hen,
hij bevrijdt hen van slechte mensen.
Hij redt hen allemaal.
Goede mensen zijn veilig bij de Heer.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Van David.

Wees niet afgunstig op boosdoeners,
wees niet jaloers op hen die kwaad doen:
straks zijn ze verdord als gras,
verwelkt als het groen op de velden.

Vertrouw op God, doe wat goed is,
Leef veilig in het land waar je woont.
Vind je diepste geluk bij God:
Hij zal geven wat je hart verlangt.

Leg je leven in de hand van God,
bouw op Hem: Hij zal het realiseren.
Hij doet recht dagen als morgenlicht,
gerechtigheid stralen als de middagzon.

Keer je stil tot God
en kijk naar Hem uit.
Benijd de mens niet die zijn doel bereikt,
zelfs al kon die dat bekomen met een list.

Laat je woede, je razernij varen,
voed geen jaloersheid: dat brengt alleen ellende.
Want boosdoeners worden uitgeroeid
en wie hoopvol uitkeek naar God, krijgt het land.

Nog even, en weg is wie kwaad zaait.
Zoek je waar hij woont, hij is er niet meer!
Wie nederig is, zal het land krijgen
en overvloedig van de vrede genieten.

Wie kwaad is smeedt plannen tegen de rechtvaardige,
knarsetandt als hij hem gewaar wordt.
God kan om hem lachen:
Hij ziet dat zijn ondergang al gekomen is.

Wie God haat, trekt zijn zwaard, spant de boog
om weerloze en arme mensen te treffen,
om te vermoorden wie eerlijk zijn weg gaat.
Maar dat zwaard dringt door in hun eigen hart,
hun boog wordt doormidden gebroken.

De rechtvaardige is rijker aan weinig
dan vele bedriegers aan rijkdom.
De arm van wie God haat, wordt machteloos:
God zal de rechtvaardigen overeind houden.

God kent de dagen van de vrome mensen,
Hun bezit blijft voor eeuwig:
in kwade tijden worden ze niet verslagen
zelfs bij hongersnood vinden ze voedsel.

Straks gaan de haters van God ten onder,
de vijanden van God verdwijnen,
ze vergaan als bloemen op de velden,
ze gaan op in rook.

De bedrieger leent en geeft niet terug,
de rechtvaardige scheldt kwijt, vol goedheid.
Wie door God gezegend wordt, krijgt het land,
wie God vervloekt, wordt uitgeroeid.

God houdt de mens recht op zijn voeten
wanneer Hij zijn wandel graag heeft:
mocht hij vallen, dan wordt hij niet geveld,
omdat God hem opneemt bij de hand.

Van toen ik jong was tot nu ik oud ben,
nooit zag ik dat een rechtvaardige werd verlaten,
of zag ik zijn kinderen bedelen om brood.
Wie uit goedheid altijd klaar stond om te lenen,
heeft kinderen die gezegend zijn.

Keer je af van het kwaad, doe het goede:
dan zul je hier voor altijd wonen.
God staat aan de kant van het recht,
nooit laat Hij zijn getrouwen in de steek.

Ze blijven voor altijd onder zijn hoede,
maar de kinderen van wie God haat, worden uitgeroeid.
De rechtvaardigen zullen het land krijgen,
ze mogen daar altijd blijven wonen.

Uit de mond van wie rechtvaardig is, klinkt wijsheid
zijn tong spreekt wat recht is.
In zijn hart leeft de wet van God.
Daarom zet hij geen misstappen.

Zij die kwaad willen, beloeren de rechtvaardige,
en zoeken een kans om hem te doden,
maar God geeft hem niet in hun macht,
en wil niet dat ze aangeklaagd worden.

Vertrouw op God,
ga waar Hij wijst,
Hij keurt je waardig om land te bezitten:
je beleeft het verdelgen van de bozen.

Een slecht mens zag ik, een tiran,
iemand die als een sterke plant opschoot.
Iemand ging voorbij en kijk, hij was weg.
Ik zocht hem, maar hij was nergens nog te vinden.

Kijk toch eens naar wie rechtschapen is, naar wie oprecht is:
wie drager van vrede is, heeft toekomst.
Al wie de wetten van God schendt, wordt weggeveegd
de kinderen van de bozen worden uitgeroeid.

God bevrijdt wie rechtvaardig is,
Hij is hun toevlucht in tijden van nood;
God helpt hen, geeft hun uitkomst,
bevrijdt hen van hun haters, verlost hen.
Want zij zochten een schuilplaats bij Hem.



Stilstaan bij ...

In het land
Het woord dat met 'land' vertaald wordt kan veel betekenissen hebben.
. het kan verwijzen naar de aarde, de grond
. het kan het land Israël bedoelen
. het kan het familiale grondbezit aanduiden
. het kan gaan over het beloofde land.
Op dit ogenblik vermoedt men dat de schrijver van de psalm een concreet boerenbedrijf voor ogen heeft, dat het hele beloofde land vertegenwoodigt.





Bij de tekst

Acrosticon

Voor elke letter van het Hebreeuwse alfabet werd een stuk van deze psalm geschreven. Het zijn er 22. Het werd een verzameling van spreekwoorden vol wijze vermaningen en reflecties, die zeggen dat het de gelovigen uiteindelijk voor de wind zal gaan, terwijl wie niets met God wil te maken hebben, het onderspit zal moeten delven. Al lijkt het niet zo, gelovigen zullen uiteindelijk zegen en veiligheid krijgen.



Hoofdidee

Hoe moet de rechtvaardige omgaan met het leed dat hem overkomt?
Deze psalm roept op om op God te vertrouwen en niet jaloers te zijn op de zondaars.