De ‘tijdrit’ in Betlehem en omgeving start aan het graf van Rachel, de lievelingsvrouw van Jacob. Ze stierf bij de geboorte van Benjamin, haar tweede zoon.
Daarna wordt een grote bocht naar links gemaakt om te komen voorbij ‘de velden van de herders’ (Shepferds fields), velden die nu langzaam ingepalmd worden door een voortschrijdende bewoning. Lucas schrijft dat de herders die er tweeduizend jaar geleden hun schapen bewaakten, te horen kregen dat Jezus geboren was. Volgens de gidsen in Jeruzalem waren diezelfde velden de plaats waar Ruth, de overgrootmoeder van David, aren bijeenzocht om te kunnen eten.
Daarna gaat de rit naar de geboortekerk. Die kerk is gebouwd boven grotten. De plaats in de grot waarvan men zegt dat Jezus er geboren is, wordt aangeduid met een zilveren ster.
Van aan de kerk van de geboorte gaat de rit gedeeltelijk over de oude weg naar Jeruzalem tot bij het graf van Rachel, waar ook de aankomst is.