Rode draad in de lezingen
In de Bijbel wordt de band met God ervaren als 'leven' en het ontbreken, verstoren, opschorten ervan als 'dood', als 'niet voluit leven'.
1e lezing | Het volk Israël leefde als slaaf onder de farao. Maar de profeet Jesaja roept in naam van God om daar niet langer meer aan te denken en uit te zien naar de toekomst waarin God iets nieuws begint. |
Tussenzang | Psalm 126 is dé psalm die ommekeer zingend en dankend verwoordt: laten we lachen en juichen van vreugde, want de dood die deel was van ons leven, maakte plaats voor 'voluit leven'! |
2e lezing | In een brief aan de christenen van Filippi, betrekt Paulus de dood en de verrijzenis van Jezus op zijn eigen leven. |
Evangelie | Door een overspelige niet te veroordelen, geeft Jezus haar een nieuw leven. Jezus zegt dus niet alleen wat men moet doen, Hij doet ook wat Hij zegt en geeft levenskansen (zie de beeldende taal in de parabels van de twee voorbije zondagen: de onvruchtbare vijgenboom en de verloren zoon). |
Extra
. Veertigdagentijd
. Lezingen tijdens de 5e week van de veertigdagentijd