Huisvrouw
Wie?
Dit was iemand die als echtgenote en/of moeder verantwoordelijk was voor het huishouden en de zorg voor het gezin.
Haar werk?
In de tijd dat de Bijbel geschreven werd, was het werk van een huisvrouw een werk zonder einde. Hoewel ‘huisvrouw’ als beroep niet bestond omdat het o.m. niet bezoldigd was, toch was de inbreng van huisvrouwen onmisbaar voor het functioneren van de maatschappij waarin ze leefden.
Voedsel klaarmaken | De huisvrouw was verantwoordelijk voor het bereiden van maaltijden voor haar gezin. Ze maalde meel om brood mee te bakken (dat kostte haar zowat drie uur per dag), ze ging water halen bij de bron, ze kookte eten … |
Kleding maken | Ze spon garen, verfde het met plantaardige en/of dierlijke stoffen, weefde er stof van en maakte er kleding mee voor haar gezin, en soms ook om te verkopen. |
Landbouw | Ze hielp mee bij het bewerken van de grond. Ze kweekte groente en fruit en hielp bij de oogst. Ze verzorgde dieren. |
Kinderen opvoeden | Ze speelde een belangrijke rol bij de opvoeding van jonge kinderen en gaf hen culturele en religieuze waarden door. |
Multitasking
Huisvrouwen waren toen (net zoals nu) meesters in het ‘multitasken’. Bijvoorbeeld:
Het maken van manden en het weven kon samen gaan met de zorg voor jonge kinderen.
Garen spinnen konden ze doen terwijl ze naar de bron / put gingen om water te halen.
Bijbel
Oude Testament
De ideale huisvrouw
Spreuken 31, 10-31
"Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Haar waarde gaat die van koralen ver te boven! Het hart van haar man vertrouwt op haar en het zal hem aan winst niet ontbreken. Ze brengt hem geluk, geen ongeluk, alle dagen van haar leven. Ze zoekt zorgvuldig wol en linnen uit en doet ermee wat haar handen aangenaam vinden. Ze is als het schip van een koopman en haalt van verre haar voedsel. Ze staat op terwijl het nog nacht is en deelt leeftocht uit aan haar gezin en geeft haar dienstmaagden het deel dat hen toekomt. Ze slaat het oog op een akker en koopt die, van de vrucht van haar handen plant ze een wijngaard. Ze omgordt haar lenden met kracht en maakt haar armen sterk. Ze merkt dat haar ondernemingen slagen: 's nachts gaat haar lamp niet uit. Ze strekt de handen uit naar het spinrokken en houdt de weefspoel in haar vingers. Ze opent haar hand voor de behoeftige en strekt haar armen uit naar de misdeelde. Ze vreest voor haar gezin geen sneeuw, want heel haar gezin is in scharlaken gekleed. Ze vervaardigt dekens; Ze is in byssus en purper gekleed. Haar man is vermaard in de poorten, als hij daar zetelt met de oudsten van het land. Ze vervaardigt linnen kleren en verkoopt ze; ze levert gordels aan de koopman. Kracht en luister zijn haar gewaad en ze ziet lachend de komende dag tegemoet. Ze opent haar mond en ze spreekt wijsheid; van haar tong komen lieflijke lessen. Ze gaat de gangen van haar gezin na en eet haar brood niet in ledigheid. Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig, haar man staat op en roemt haar: ‘Veel vrouwen hebben zich wakker gedragen, maar jij overtreft ze alle!' Bevalligheid is bedrieglijk, schoonheid vluchtig, maar een vrouw die Jahwe vreest, moet geroemd worden. Bejubelt haar om de vrucht van haar handen en roemt haar in de poorten om haar werken."
Lees meer
Deze tekst prijst de huisvrouw voor haar vele werk en toewijding.
Ze is niet alleen heel praktisch, maar heeft ook morele en spirituele kwaliteiten.
Huisvrouwen en hun werk
Genesis 18, 6
“Abraham ging haastig de tent in naar Sara en zei: `Neem gauw drie schepel fijn meel, kneed het en bak er koeken van.'”
Lees meer
Sara, de vrouw van Abraham en moeder van Isaak, krijgt de opdracht om voor eten te zorgen en koeken te bakken.
Ruth 2, 2
“Ruth, de Moabitische, zei tot Noomi: ‘Ik zou wel naar het land willen gaan om ergens achter een maaier, die mij dat toestaat, aren te lezen.’ Noomi antwoordde: ‘Doe dat, mijn dochter.’”
Lees meer
Ruth, een Moabitische vrouw die weduwe werd, trouwde later met Boaz en werd zo de overgrootmoeder van koning David. Het boek Ruth beschrijft dat ze op de velden van Boaz aren leest (verzamelt) als voedsel voor zichzelf en haar schoonmoeder Noomi.
1 Samuel 2, 9
“Zijn moeder maakte elk jaar een manteltje voor hem en bracht dat voor hem mee, als zij met haar man het jaarlijkse offer kwam opdragen.”
Hanna, de moeder van de profeet Samuel, vertrouwde haar lang verwachte zoontje Samuel toe aan de priester Eli. Elk jaar maakte ze een manteltje voor hem.
1 Koningen 17, 13
“Elia antwoordde: ‘Vrees niet, ga naar huis en doe wat je van plan bent, maar maak van het meel en de olie eerst een broodje voor mij en breng me dat. Voor jezelf en je zoon kun je daarna zorgen.’”
Lees meer
Een weduwe uit Sarefat zal brood bakken voor de profeet Elia.
2 Koningen 4, 8-10
“Op zekere dag kwam Elisa langs Sunem. Daar woonde een welgestelde vrouw, die hem met aandrang uitnodigde, bij haar te komen eten. En iedere keer dat hij in het vervolg daar in de buurt kwam, ging hij daar eten. Daarom zei de vrouw tot haar man: ‘Luister eens, ik heb gemerkt dat de man die altijd bij ons aankomt, een heilige man Gods is. Laten we op ons huis een kleine kamer voor hem metselen en er een bed, een tafel, een stoel en een lamp in zetten; als hij dan bij ons aankomt, kan hij daar zijn intrek nemen.'”
Lees meer
Een welgestelde vrouw uit Sunem ontvangt de profeet Elisa gastvrij. Ze zorgt ervoor dat hij voedsel krijgt en onderdak.
Nieuwe Testament
Huisvrouwen en hun werk
Marcus 1, 29-31
“Zodra Jezus uit de synagoge kwam, ging Hij met Jakobus en Johannes naar het huis van Simon en Andreas. De schoonmoeder van Simon lag met koorts te bed; zij spraken Hem aanstonds over haar. Hij ging naar haar toe, pakte ze bij de hand en deed haar opstaan: zij werd vrij van koorts en bediende hen.”
Lees meer
Zodra de schoonmoeder van Petrus genezen is door Jezus, begint ze Hem en zijn vrienden meteen te bedienen (= voor eten en drinken zorgen).
Johannes 4, 6-7
“Daar bevond zich de bron van Jakob en vermoeid van de tocht ging Jezus zomaar bij deze bron zitten. Het was ongeveer het zesde uur. Toen een vrouw uit Samaria water kwam putten zei Jezus tot haar: ‘Geef Me te drinken.’”
Lees meer
Een belangrijke taak voor vrouwen bestond erin water te halen.
Lucas 10, 40
“Marta werd in beslag genomen door de drukte van het bedienen, maar ze kwam er een ogenblik bij staan en zei: 'Heer, laat het U onverschillig, dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg haar dan dat ze mij moet helpen.'”
Lees meer
Marta, de zus van Maria en Lazarus, wordt getypeerd als een gastvrouw die druk in de weer is om haar gasten goed te verzorgen.
Lucas 15, 8
“Of welke vrouw die tien drachmen bezit en een drachme verliest, steekt niet een lamp aan, veegt het huis en zoekt zorgvuldig totdat ze het vindt?”
Lees meer
Schoonmaken.
Suggesties
Grote kinderen
ONDERZOEKEN
Huisvrouw / Sarefat
De groep kinderen wordt verdeeld in een paar aantal groepen.
De kinderen bestuderen in die kleine groepen de informatie over huisvrouwen of die over Sarefat.
Daarna formuleren ze vragen die ze als interviewer zouden stellen op basis van die informatie.
Die vragen noteren ze op een papier (= vragenlijst).
Die vragenlijsten worden daarna voorgelegd aan de groep(en) die het ander onderwerp bestudeerde. Die andere groepen formuleren de antwoorden op die vragen op basis van het materiaal dat op de website te vinden is.
Om af te sluiten worden de vragen gesteld door leden van de ene groep en beantwoord door de leden van de andere groep.
TIPS
.
De meest interessante vragen en de antwoorden erop, worden opgenomen in de krant: 'De RONDE van de BIJBEL'.
.
Mogelijke vragenlijst:
- Waarin bestaat je werk als huisvrouw?
- Word je daarvoor betaald?
- Wanneer heb je vakantie?
- Ken je Elia? Wie is hij? Waarom kwam hij naar Sarefat?
- Waarom wilde je zomaar het laatste meel dat je had, gebruiken om voor hem een brood te bakken?
VERTELLEN
Moederhanden
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode 2007, p. 136)
‘Jullie moeten tegen morgen een opstel maken met als titel:
Moederhanden,’ zei de meester.
Hij gaf geen verdere uitleg,
alleen vertelde hij kort
wat een moeder allemaal deed.
De week nadien las de meester het opstel voor
van een meisje uit die klas.
Ze had geschreven:
‘Moederhanden...
Met de ene hand maakt moeder eten.
Met de andere houdt zij de Bijbel op haar schoot.
Met de andere herstelt ze vaders kleren.
Met de andere kookt ze.
Met de andere kamt zij mijn haar, voor ik naar school ga...’
‘Met de andere ... met de andere ...’ lachte de meester.
De andere kinderen in de klas giechelden.
‘Zeg meisje, je moeder is toch geen duizendpoot.
Zoveel handen!
Hoeveel heeft zij er eigenlijk?’
‘Twee,’ zei het meisje,
‘twee voor vader,
en voor elk van de zeven kinderen ook twee,
dat maakt veertien ...
Dan voor de keuken, de dieren en de tuin telkens twee,
dat zijn er zes.
Twee voor arme mensen, dat zijn er weer twee.
En twee voor God, als ze bidt ...,
dat zijn in ’t geheel zesentwintig moederhanden...’
Niemand giechelde nog.
Ook de meester lachte niet meer.
De rekening
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode 2007, p. 138)
Een jongen moest steeds maar karweitjes opknappen thuis.
Op een dag dacht hij:
‘Ik schrijf een rekening voor mijn moeder’
REKENING
- voor het halen van een brood: ......................
- om brieven naar de post brengen: ......................
- voor andere boodschappen: ......................
- voor hulp bij het afwassen: ......................
Achter elke regel schreef hij de som geld
die hij ervoor wilde hebben.
Toen legde hij die rekening op tafel
naast het bord van zijn moeder.
Zijn moeder zei niets.
’s Avonds vond de jongen het geld bij zijn bord.
Maar naast het geld
had zijn moeder er ook een rekening bij gelegd:
REKENING
Al elf jaar lang:
- voor al het eten dat je kreeg: .......0..euro.......
- voor de verzorging toen je ziek was: .......0..euro.......
- voor de hulp bij het huiswerk: .......0..euro.......
- voor het wassen van je kleren: .......0..euro.......
- voor de troost als je verdrietig was: .......0..euro.......
De jongen werd stil toen hij de rekening las.
Hij gaf het geld stilletjes aan zijn moeder terug.