Loading...
 

1 Korintiërs 4, 6-15

2 Honger

(Morguefile free stock photo license)


…page…

1 Korintiërs 4, 6-15: Paulus is onbelangrijk

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1807-1808)

Vrienden, ik heb jullie verteld over het oordeel dat de Heer over zijn dienaren zal uitspreken. Ik heb mezelf en Apollos als voorbeeld genoemd. Dat heb ik gedaan om jullie iets te leren. Wat ik jullie wil leren, is precies wat ik ook al eerder in deze brief schreef: jullie mogen de ene dienaar van God beslist niet belangrijker vinden dan de andere. Wie denken jullie wel dat jullie zijn? Alles wat jullie als christenen bezitten, hebben jullie van God gekregen. Jullie hebben niets van jezelf. En toch vinden jullie jezelf geschikt om dienaren van God te beoordelen!
Jullie denken dat jullie als christenen alles al hebben en alles al weten. Jullie voelen je koningen, die alles mogen! Nou, ik voel me helemaal geen koning. Het is jammer voor jullie, maar jullie zijn echt geen koningen. Anders was ik dat ook wel!
Als apostel word ik slecht behandeld door de mensen, en ik denk dat dat Gods wil is. Ik lijk wel iemand die ter dood veroordeeld is. Alle engelen in de hemel en alle mensen op aarde kunnen mijn ellende zien.
Jullie denken dat jullie als christenen heel verstandig zijn. Nou, ik ben als dienaar van Christus juist dom! Jullie denken dat jullie machtig zijn. Ik ben juist zwak! Jullie denken dat jullie belangrijk zijn. Ik ben juist totaal onbelangrijk!
Al heel lang heb ik elke dag honger en dorst, en heb ik bijna geen kleren om te dragen. Ik word geslagen, en ik heb vaak geen plek om te slapen. Ik moet heel hard werken om een beetje geld te verdienen. Ik word door mensen behandeld als afval, als vuilnis! Maar als ze me uitschelden, bid ik voor hen. Als ze me in moeilijkheden brengen, doe ik niets terug. Als ze slechte dingen over me vertellen, blijf ik vriendelijk tegen hen.
Ik wil jullie geen verdriet doen. Ik schrijf juist om jullie te waarschuwen. Want ik houd veel van jullie, zoals een vader van zijn kinderen houdt. Misschien zijn er veel meer mensen die jullie helpen om je geloof sterker te maken. Toch hebben jullie maar één vader, en dat ben ik. Want ik heb jullie als eerste het goede nieuws verteld. Door mijn werk zijn jullie in Jezus Christus gaan geloven.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Broeders en zusters,
Ik heb over mij en Apollos gesproken als een voorbeeld voor jullie.
Van mij moeten jullie leren zich te houden aan wat geschreven staat.
Jullie mogen jezelf niet belangrijk maken
door de ene persoon te verheerlijken ten koste van de andere.
Trouwens, vriend, wie vindt je zo belangrijk?
Wat heb je dat je niet kreeg?
En als alles jullie gegeven is, waarom doe je dan alsof alles van jezelf kwam?
Jullie zijn blijkbaar al verzadigd, jullie zijn al rijk,
jullie zijn al koningen zonder ons!
Ach, was het maar waar, dan was ik misschien ook koning!
Want volgens mij heeft God mij, apostel,
de minste plaats aangewezen, die van ter dood veroordeelde.
Ik ben een schouwspel geworden voor heel de wereld,
voor engelen en voor mensen:
ik ben dwaas omwille van Christus, jullie zijn zo verstandig in Christus:
ik ben zwak, jullie sterk; jullie worden geëerd, ik geminacht.
Tot op vandaag lijd ik honger en dorst, ben ik naakt, krijg ik slagen,
ben ik dakloos en mat ik mij af met handenarbeid.
Word ik bespot, ik zegen. Word ik vervolgd, ik verdraag het;
beledigingen beantwoord ik met vriendelijkheid.
Tot nu toe word ik behandeld als het uitschot van de wereld,
als het uitvaagsel van de mensheid.
Dit schrijf ik niet om jullie beschaamd te maken,
maar om jullie terecht te wijzen als mijn dierbare kinderen.
Want al hebben jullie duizend opvoeders in Christus,
jullie hebben maar één vader. Ik ben het die jullie vader geworden ben,
door het evangelie in Christus Jezus.



Stilstaan bij …

Apollos
Deze medewerker van Paulus studeerde in Alexandrië. Hij was welsprekend, kende goed de joodse schriften (Handelingen 18, 24) en predikte in Korinte.
Paulus vermeldt hem in zijn eerste brief aan de Korintiërs (1 Korintiërs 1, 12).

Opvoeders
In de tijd van Paulus waren 'opvoeders' slaven die voor de kinderen van hun meester zorgden en ze naar school begeleidden.