Loading...
 

2e zondag door het jaar B - eerste lezing

1 Samuel 3, 3b - 10.19: De roeping van Samuel

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 403)

Samuel sliep in de tempel, dicht bij de heilige kist van de Heer. Heel vroeg in de ochtend riep de Heer Samuel. ‘Ja?’ zei Samuel, en hij liep vlug naar Eli. Hij zei tegen Eli: ‘Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?’ Maar Eli zei: ‘Ik heb je niet geroepen. Ga maar weer slapen.’ En Samuel ging terug naar bed.

Toen riep de Heer Samuel nog een keer. En weer stond Samuel op en ging naar Eli. Hij zei tegen Eli: ‘Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?’ Maar Eli zei: ‘Nee, jongen, ik heb je niet geroepen. Ga maar weer slapen.’
Samuel herkende de stem van de Heer nog niet. Want de Heer had nog nooit eerder tegen hem gesproken.
Voor de derde keer riep de Heer Samuel. En weer stond Samuel op en ging naar Eli. En weer vroeg hij aan Eli wat er was. Toen begreep Eli dat Samuel steeds geroepen werd door de Heer. Daarom zei Eli: ‘Ga weer slapen. En als je geroepen wordt, zeg dan: ‘Spreek, Heer. Ik ben uw dienaar. Ik luister.’’ Samuel ging terug naar bed.

Toen kwam de Heer naar Samuel toe. En net als de andere keren riep hij: ‘Samuel, Samuel!’ En Samuel zei: ‘Spreek, Heer. Ik ben uw dienaar. Ik luister.’ (...)

Samuel groeide op en de Heer hielp hem. De Heer liet alles gebeuren wat Samuel zei.



Dichter bij de tijd

(Naar 1 Samuel 1-3 - Bewerking: C. Leterme)

Drie jaar lang zorgde Hanna voor haar zoon.
Daarna ging ze samen met hem naar de tempel van God in Silo.
Ze ging naar de priester Eli en zei:
‘Meneer, ik ben de vrouw
die hier enkele jaren geleden tot God heeft gebeden.
Je was er toen ook.
Ik heb toen aan God gevraagd om me een zoon te geven.
En God heeft me deze Samuël gegeven.
Nu laat ik hem in de tempel wonen, bij God, zoals ik beloofd heb.’
En Samuël bleef in de tempel bij priester Eli,
die nu voor hem zou zorgen.

Priester Eli had twee zonen.
Samuël zag dat ze geen goede priesters waren.
Ze hadden geen eerbied voor God
en van de offerdieren die de mensen brachten,
namen ze de beste stukken voor zichzelf nog voor ze geofferd werden.
In de tempel hielp Samuël de priester Eli.
Elk jaar kreeg hij bezoek van zijn moeder.
Telkens nam ze als geschenk een manteltje mee
dat ze zelf gemaakt had.

Intussen was Eli erg oud geworden.
Toen hij hoorde dat zijn zonen allerlei dingen deden
die niet pasten bij een priester, zei hij:
‘Maar waarom doen jullie dat toch?
Het hele volk komt me over jullie klagen.
Jullie moeten veel meer met God rekening houden.’
Maar ze luisterden niet naar hem.
Samuël deed wel zijn best om een goed priester te worden.
Hij werd groter en hij werd graag gezien door de mensen.

Op een nacht was Eli op zijn gewone plaats gaan slapen.
Zijn ogen waren zwak geworden en hij kon niet meer zien.
De lamp van God was nog niet gedoofd.
Samuel sliep in de tempel, waar de ark van God stond.
Ineens werd Samuël wakker. Het was alsof iemand riep: 'Samuël!'
Samuel liep naar Eli en zei: ‘Hier ben ik, want je hebt me geroepen.'
Maar de oude priester antwoordde:
'Ik heb je niet geroepen. Ga maar weer slapen.'
Een tijdje nadien dacht Samuël weer dat hij geroepen werd.
Hij stond op en ging opnieuw naar Eli.
'Hier ben ik. Je hebt me toch geroepen,' zei hij.
'Maar nee,' antwoordde Eli,
'ik heb niet geroepen, mijn jongen, ga maar terug slapen.'
Zo gebeurde het nog een derde keer.
Samuël stond op, ging naar Eli en zei:
‘Hier ben ik, want je hebt me toch geroepen.
Toen begreep Eli dat Samuël de stem van God had gehoord.
Hij zei: ‘Ga maar weer slapen en als je nog eens hoort roepen,
zeg dan: ‘Spreek, God, uw dienaar luistert’
En Samuël keerde terug naar zijn gewone plekje.
Na een tijd hoorde hij roepen: ‘Samuël, Samuël’.
En Samuël antwoordde: ‘Spreek Heer, uw dienaar luistert.’
Toen werd alles duidelijk voor Samuël:
God vond het niet goed
dat de zonen van Eli zo’n slechte priesters waren.

Samuël sliep tot het morgen was.
Dan deed hij de poorten van de tempel open.
Samuël was bang om zijn visioen aan Eli te vertellen.
Eli riep: ‘Samuël, jongen, wat heeft God je ingefluisterd?
Wil je me het niet verzwijgen alsjeblief?’
Toen zei Samuël alles wat hij gehoord had, zonder iets te verzwijgen.
Eli zei: ‘Ik voel dat je in naam van God spreekt.
Hij mag doen wat Hij goed vindt.’

Na Eli beseften nog veel mensen,
dat Samuël niet alleen een priester en een goed rechter was,
maar dat hij ook geroepen was om een profeet te zijn
door wie God tot hen sprak.



Stilstaan bij …

Samuël
Laatste rechter en eerste profeet.

Heer / God
Gewoonlijk is ‘Heer ‘ een respectvolle manier om iemand aan te spreken.
De joden gebruiken het woord ‘Heer’ als ze het over God hebben. Want uit eerbied voor God willen ze de eigen naam van God niet uitspreken.

Ark van God
De ark van God was een soort kist, een koffer van acaciahout (1,25 x 0,75 x 0,75) die met goud bedekt was. Boven op de ark waren twee engelen die a.h.w. een zetel maakten waarop de onzichtbare God troonde. De ark was voorzien van ringen waar men draagstokken kon door steken, zodat men ze gemakkelijk kon opnemen en ze erg beweeglijk werd.
De ark werd het symbool van de tegenwoordigheid van de onzichtbare God. Waar de ark was, daar was God.
In de ark werden de stenen bewaard waarop de 10 woorden van God (geboden) waren geschreven.

Eli
Hogepriester in Silo, een stad die 20km ten zuiden van Sichem lag.
Toen Samuel leefde stond de ark van God in Silo.

Samuel, Samuel
Wanneer God de naam van een persoon door God tweemaal na elkaar uitspreekt, wijst dit op een bijzondere aandacht van God voor die persoon en op het feit dat God die persoon voor een bijzondere verantwoordelijkheid wil plaatsen.
Zo’n dubbele aanspreking vind je in heel veel roepingsverhalen terug.

Slechte priesters
De zonen van Eli werden slechte priesters genoemd omdat ze te vroeg het offervlees uit de pan prikten. Ze wilden niet wachten tot het deel voor God verbrand werd.
Het vlees dat in de tempel geofferd werd, bestond uit drie delen:
. een deel was bestemd voor God (bloed en vet)
. een deel was voor de priester
. een deel was voor de offermaaltijd.




Bij de tekst

De zonen van Eli

De zonen van Eli waren priester, net als hun vader. Maar terwijl ze deden alsof ze God dienden, dachten ze alleen aan zichzelf. Van het offervlees kozen ze steeds het beste voor zich - zelfs als het bestemd was voor God.
Ze oefenden een ware terreur uit onder hun volksgenoten. Hun gedrag zorgde ervoor dat God de naam kreeg even hebzuchtig te zijn als de Kanaänitische goden.

"Nu waren de zonen van Eli echte booswichten. Ze hadden geen eerbied voor Jahwe en hielden zich niet aan wat de priesters rechtens van het volk konden vragen. Liet namelijk iemand een offerdier slachten, dan kwam, als het vlees kookte, een knecht van de priester en prikte met een drietand in de pot, de pan, de ketel of de kookpot, en alles wat dan aan de vork bleef zitten eigende de priester zich toe. Dat deden ze bij alle Israëlieten die daar, te Silo, kwamen. Zelfs nog voor men het vet in rook had doen opgaan, kwam er al een knecht van de priester en zei tot degene die het offer opdroeg: 'Geef de priester vlees om te braden! Maar hij wil alleen rauw vlees, geen gekookt.' En als de man dan zei: 'Eerst behoort men toch het vet in rook te doen opgaan! Daarna kunt u zoveel nemen als u begeert' - dan zei de knecht: 'Neen, u moet het nu geven; anders neem ik het met geweld.' Deze handelwijze van de knechten was in de ogen van Jahwe een zeer ernstige zonde: de mensen verloren hun eerbied voor het offer van Jahwe."
(1Samuel 2, 12-17)



Een roepingsverhaal

Dit verhaal over Samuel is een roepingsverhaal. Het was dus niet de bedoeling van de schrijver om te schrijven over wat er precies gebeurde, wel om aan zijn lezers/luisteraars duidelijk te maken dat Samuel een echte profeet was, iemand die in naam van God sprak.
In dit roepingsverhaal vind je nog sporen van de manier waarop Samuel door God bewogen werd: de houding van de zonen van Eli, die zich als priesters misdroegen, was wellicht de aanleiding bij Samuel om na te denken over wat het betekende priester te zijn.



Spreken met beelden

Eli was bijna blind= hij heeft geen ogen meer voor de aanwezigheid van God. Wanneer Samuel geroepen wordt, 'ziet' Eli niet wat er gebeurt. Pas de derde keer gaat er een 'licht' bij hem op.
De lamp was bijna gedoofd= de godsdienstige beleving stond in Israël stelde niet veel voor.
Slapen= er niet bewust bij zijn; niet beseffen wat God aan het doen is.






Bijbel en kunst

L. DOOMER

Hanna brengt Samuël naar Eli (1700)

Lambert Doomer 1700

133 x 192 cm – olieverf op doek
Museum van schone kunsten, Orleans






Suggesties

Kleine kinderen

KENNISMAKEN MET DE TEKST UIT DE BIJBEL

God roept Samuel

Materiaal
Kopies van deze illustratie



Verloop
Vertel het verhaal over de roeping van Samuel.
Herneem het verhaal met behulp van de illustratie.
De kinderen beantwoorden de volgende vragen:
- Wat gebeurt hier?
- Wat gebeurde voordien?
- Wat zal hierna gebeuren?
Nadien kleuren de kinderen de prent.





DOEN

Knutselen

Materiaal
Gekleurd tekenpapier, gekleurde boetseerklei, watten of stof, lijm, schaar ...


Verloop
Nadat je de kinderen verteld hebt over Samuël, nodig je ze uit om het volgende werkje te maken:

Samuel

(www.http://zondagsschoolsamuel.blogspot.be)






Grote kinderen

EVEN TESTEN

Het verhaal opnieuw vertellen

Vooraf
Maak kaartjes waarop je de volgende woorden schrijft: ARK, ELI, GOD, HOREN, LUISTEREN, NACHT, PROFEET, ROEPEN, SAMUEL, STEM, TEMPEL.


Verloop
Leg de kaartjes zo in de kring dat iedereen het woord kan lezen wat erop staat. Duid één van de kinderen aan. Die vertelt het begin van het verhaal over de roeping van Samuel en neemt daarvoor een kaartje dat een woord bevat dat in dat deel van het verhaal voorkomt. Wie links zit gaat verder met het verhaal en gebruikt daarbij een woord van een ander kaartje. Telkens vertelt iemand anders uit de kring het verhaal van Samuel verder en verwerkt hierbij een woord op een ander kaartje.
Op het einde van deze activiteit wordt de creativiteit van de deelnemers steeds meer op de proef gesteld, want zij moeten in hun versie van het verhaal het woord op de overblijvende kaartjes gebruiken.



God roept Samuel

Samuel was in de tempel van Silo.
Wat is een tempel?
O Het huis van God.
O Een heilige boom.
O Een kast van goud.

In de tempel van Silo stond de ark van God.
Wat was die ark?
O Een boot die in de woestijn gevonden werd.
O Een kist waarin op twee stenen tafels stond wat God belangrijk vindt.
O Een grote kandelaar met twaalf kaarsen die herinnerden aan de twaalf zonen van Jakob.

Op een nacht hoort Samuël zijn naam.
Wat dacht hij toen?
O Ik heb gedroomd.
O Ik hoorde de wind.
O Eli heeft me geroepen.

God wil dat Samuel een profeet wordt.
Wat is een profeet?
O Iemand die zegt wat God te zeggen heeft.
O Iemand die profiteert van de mensen.
O Iemand die weet wat er binnen duizend jaar zal gebeuren.

Wat is er verrassend en onverwacht aan dit verhaal?
O Samuël vergist zich.
O God roept Samuël!
O Eli zegt telkens dat hij Samuël niet had geroepen.


God heeft Samuël geroepen. Wat zou dat woord ‘roeping’ betekenen?
Kun je ook voorbeelden geven van mensen die geroepen zijn?



Correctiesleutel
Samuel was in de tempel van Silo. Wat is een tempel?
Het huis van God.

In de tempel van Silo stond de ark van God. Wat was die ark?
Een kist waarin op twee stenen tafels stond wat God belangrijk vindt.

Op een nacht hoort Samuël zijn naam. Wat dacht hij toen?
Eli heeft mij geroepen.

God wil dat Samuel een profeet wordt. Wat is een profeet?
Iemand die zegt wat God te zeggen heeft.

Wat is er verrassend en onverwacht aan dit verhaal?
God roept Samuël!





BELEVEN

Elkaar anders leren kennen

Schrijf de volgende zinnen op kaartjes:
. Ik luister graag naar ...
. Ik ben doof voor ...
. Ik voel me blij als deze woorden hoor ...
. Ik word verdrietig als ik deze woorden hoor ...
. Ik word geraakt door de volgende woorden ...
. Ik word bang als ik deze woorden hoor ...
. ...
Leg de kaartjes omgekeerd in het midden van de kring.
Duid één van de kinderen aan. Die neemt een kaartje en vervolledigt de zin.
Geef de anderen de kans om even op het antwoord in te gaan.



TIP
Indien er meer kinderen zijn dan kaartjes, maak dan een tweede reeks van dezelfde kaartjes, maar dan met een andere kleur. Leg alle kaartjes in de kring. Spreek met de kinderen af om eerst de kaartjes van de ene kleur om te draaien en dan pas die met een andere kleur.





VERDIEPEN

Gesprek: Over slapen en wakker gemaakt worden

(C. LETERME in Samuel Opsteker, uitgeverij Averbode 2001 nr 1)

Wat is slapen eigenlijk?
Slapen is o.m. er niet bewust bij zijn.
In de Bijbel kan ‘slapen’ een beeld zijn voor: niet beseffen wat God aan het doen is.


Waarom wordt Samuel wakker gemaakt?
Wat is zo belangrijk dat hij wel vier keer 'gewekt' wordt?


Kan dit vandaag ook nog gebeuren?
Hoe zou God vandaag mensen kunnen wakker maken?
Inventariseer met de kinderen op welke manier God kan roepen.
Waar kunnen mensen het woord van God horen?



God luistert en spreekt

(K. JANSSEN in Zonnestraal, uitgeverij Averbode, 2007, nr 26, p. 10)

Bidden is je hart openen voor God. Je vertelt aan God alles wat je bezighoudt.
Schrijf eens op wat je wilt zeggen aan God ...
... over thuis
... over school
... over onze wereld
... over nog iets anders

Door te bidden voel je beter wat God van je wilt.
Denk eens na.
Wat zou God je willen zeggen over je thuis, je school en je wereld?
Bidden is praten en luisteren tegelijk!



De profeet Samuel

Op dit werkblad staan een aantal woorden uit het verhaal over de roeping van Samuel. Als al die woorden gevonden worden in het woordrooster blijft alleen de letter P over, de eerste letter van het woord ‘profeet’.

Informeer de kinderen over de betekenis van dit woord. Een profeet is een ‘woordvoerder’ van God, hij is iemand die de mensen zegt wat God aan de mensen wil zeggen.

Daarna bespreken de kinderen onder elkaar wat zij denken dat God aan de mensen te zeggen heeft. Dit noteren ze in vijf zinnen, die ze elk op een apart blad schrijven en in het lokaal ophangen.

Informeer: ook nu roept God mensen.
Omdat God geen mensenwoorden gebruikt om tot de mensen te spreken, zoekt Hij ‘woordvoerders’ die in zijn naam kunnen spreken of iets van Hem duidelijk maken.
Die worden niet allemaal geroepen om profeet te zijn, of om arts te worden, maar om als het ware zijn handen, voeten, oren en mond te zijn.
Verwijs naar de bladen waarop de kinderen schreven wat ze dachten dat God van de mensen vroeg.

Zorg voor evenveel kaartjes als er kinderen in de groep zijn. Op elk van die kaartjes schrijven ze hun naam. Op de achterkant van het kaartje noteren ze de wens van God voor een betere wereld die zij het liefst of het best denken te kunnen realiseren.





INLEVEN

Individueel

Vertel het verhaal over de roeping van Samuel.
Bezorg de kinderen nadien dit werkblad.



In groep

(C. LETERME in Samuel Opsteker, uitgeverij Averbode 2001 nr 1)

Nadat je het verhaal over de roeping van Samuel verteld hebt, verdeel je de groep in drie groepjes.
Elke groep staat stil bij een andere figuur:
1. Samuël
2. Eli
3. JHWH /God
De kinderen beantwoorden daarvoor de volgende vragen:
- Wie is hij?
- Wat doet hij?
- Wat vindt hij belangrijk?

Verdeel de grote groep nu in groepjes van drie: één kind uit de groep van Samuël, één uit de groep van Eli en één uit de groep van JHWH / God.
Laat één van deze groepjes het verhaal naspelen.


Bespreek nadien:
Voor de spelers
- Wat vond je er zelf van om Eli/Samuël/JHWH te zijn?
(of: Wat dacht je toen je ...... was?)

Voor de toeschouwers
- Zouden jullie het verhaal op dezelfde manier naspelen? Waarom?
- Zou je sommige dingen anders spelen of zeggen? Waarom?


Laat dan een ander groepje het verhaal opnieuw spelen. Bespreek het kort zoals het eerste spel.





VERTELLEN

Arts zonder grenzen

(C. LETERME, Parels van verhalen, uitgeverij Averbode 2019, p. 126)

Peter was nog niet lang afgestudeerd als arts.
Op een dag hoorde hij dat een land erg getroffen werd door een natuurramp.
Hij zag dat op tv, las erover op het internet en in kranten.
Peter was er diep door geraakt en dacht er vaak over na.

Eigenlijk is het toch niet juist, vond hij.
dat ik zoveel heb en die mensen niets,
ze hebben amper een tentzeil om onder te slapen.
Hij praatte er dikwijls over met zijn vrienden.

Toen hij op een avond met zijn beste vriend iets ging drinken,
duurde het niet lang of Peter praatte weer
over de noden van mensen elders in de wereld
en wat hij ervan zag en hoorde.

‘Zeg,’ zei zijn vriend,
‘jij praat er wel altijd over, maar waarom doe je er niets aan?
Je bent toch arts!
Je zou die mensen ginder uitstekend kunnen helpen!’

‘Ik kan toch zomaar niet naar een ander land gaan’, zei Peter.
‘Dan zie ik mijn vrienden niet meer, kan ik niet meer sporten ...
Hier heb ik alles en in die landen is er niets.’
Dat begreep de vriend van Peter wel.

‘Je zult wel moeten kiezen’, zei zijn vriend.
‘Ofwel blijf je hier en alles blijft zoals het is,
ofwel ga je naar daar en help je die mensen.’
Peter dacht er verder over na.

Een beslissing nemen was erg moeilijk.
Toch voelde hij diep in zijn binnenste:
er moet iets gebeuren.
Wat later nam hij contact op met 'Artsen zonder grenzen'.



Overweging bij dit verhaal
(naar C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 14 januari 2015, p. 1)

Wie in de Bijbel leest over de roeping van een of andere persoon, kan er zich over verbazen dat God zomaar rechtstreeks praat met de mensen en hen roept, zoals een juf of een meester op de speelplaats iets roept naar kinderen, of een papa of mama die hun kinderen naar binnen roept om te eten of om weg te gaan.
Bovendien kan het in de Bijbel gebeuren dat een engel tot de mensen spreekt in de plaats van God. Of dat God in een droom spreekt. En ook dat doet verbazen.

Zo kun je in de Bijbel lezen over de kleine Samuël die door God werd geroepen. Samuël logeerde bij de priester Eli en zag wat daar allemaal gebeurde: hij zag dat de zonen van Eli helemaal niet handelden en dachten in de lijn van hun vader en zich weinig van God aantrokken. Op een dag roept God Samuel in zijn slaap. Als Samuel uiteindelijk luistert naar wat God hem te zeggen heeft, weet hij dat hij de priester Eli moet aanspreken over zijn zonen.

Dit soort verhalen in de Bijbel wordt een roepingsverhaal genoemd. Zo'n verhaal heeft niet de zorg om precies te vertellen wat er toen precies gebeurd is, maar wil duidelijk maken dat mensen, die door God geroepen zijn, in hun leven datgene doen wat in de lijn ligt van wat God wil. En dat wat ze doen niet zomaar een ideetje van henzelf is.

God spreekt nog steeds tot mensen. Maar niet zoals mensen met elkaar spreken. Meestal herkent men achteraf dat een bijzondere kronkel in het leven te maken kan hebben met wat God met hem/haar voor ogen heeft.
Het gebeurt meestal zoals in het verhaal van 'Peter, een 'arts zonder grenzen'. Peter wordt als 'arts zonder grenzen' geroepen doorheen radio, tv internet en kranten en zijn beste vriend stimuleert hem om een keuze te maken.

Het kan boeiend zijn om het verhaal van Peter te herschrijven alsof het een verhaal uit de Bijbel was. In dat geval zou God rechtstreeks ingrijpen in het leven van Peter. Of je kunt ook het verhaal van Samuel herschrijven alsof hij nu in onze tijd leeft. Dan zal God wellicht niet voorkomen in zijn verhaal, maar wel een of ander mens.



Suggestie
Informeer de kinderen dat men het verhaal van Peter wel eens een modern roepingsverhaal zou kunnen noemen.

De kinderen vergelijken het verhaal van Peter met dat van Samuel.
- Wat is hetzelfde?
(beide personen worden ‘geroepen’)
- Wat is verschillend?
(Peter wordt geroepen via moderne media)

Geef de kinderen de opdracht om het verhaal van de roeping van Samuel opnieuw te vertellen, maar dan zoals mensen dat nu zouden doen.
Om dat te kunnen doen is het belangrijk dat ze een kijk hebben op de historische achtergrond van het verhaal: priester Eli had twee zonen die zich helemaal niet als priester gedroegen. Hij krijgt van God de opdracht om dit aan te klagen.





Jongeren

KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

God roept Samuel

Materiaal
Werkblad


Verloop
Lees /vertel het verhaal over Samuel:

De kleine Samuel hielp priester Eli in de tempel. Eli had twee zonen. Samuel zag dat ze geen goede priesters waren. Ze hadden geen eerbied voor God en ze namen de beste stukken van de offerdieren die de mensen brachten, voor zichzelf.
- Waarom doen jullie dat toch? vroeg Eli aan zijn zonen. Iedereen komt bij mij over jullie klagen.
Jullie moeten veel meer met God rekening houden.
Maar ze luisterden niet. Intussen werd Samuel groter. De mensen zagen hem graag.

Op een nacht sliep Eli op zijn gewone plaats. Zijn ogen waren zwak geworden en hij kon niet meer zien. De lamp van God was nog niet gedoofd. Samuel sliep in de tempel, waar de ark van God stond. Ineens werd hij wakker.
- Samuel!
Samuel stond op en liep naar Eli.
- Hier ben ik, je hebt mij geroepen.
- Ik heb je niet geroepen, zei de oude priester, ga maar weer slapen.
Wat later dacht Samuel weer dat hij geroepen werd. Hij stond op en ging naar Eli.
- Hier ben ik. Je hebt me toch geroepen, zei hij.
- Maar nee, antwoordde Eli, ik heb je niet geroepen, ga maar terug slapen.
Dat gebeurde nog een derde keer. Samuel stond op en ging naar Eli.
- Hier ben ik. Je hebt me toch geroepen.
Toen wist Eli dat Samuel de stem van God had gehoord.
- Ga maar weer slapen, zei hij. Als je nog eens hoort roepen, zeg dan: 'Spreek, God, uw dienaar luistert.'
Samuel keerde terug naar zijn gewone plekje.
- Samuel, Samuel! hoorde hij na een tijd.
- Spreek Heer, uw dienaar luistert, zei Samuel.

Toen werd alles duidelijk voor hem: God vond het niet goed dat de zonen van Eli zo'n slechte priesters waren. Samuel sliep tot de morgen. Dan opende hij de poorten van de tempel. Eli kwam naar hem toe.
- Samuel, wat heeft God je ingefluisterd? vroeg hij. Wil het me niet verzwijgen alsjeblief?
Toen zei Samuel alles wat hij gehoord had, zonder iets te verzwijgen.
- Ik voel dat je in naam van God spreekt, zei Eli. Hij mag doen wat Hij goed vindt.

Na Eli beseften nog veel mensen dat Samuel geroepen was om een profeet te zijn, iemand die spreekt in naam van God.

(Naar 1 Sam. 2-3; Bewerking: C.LETERME in Overhoop, januari 2012, p. 27)


Sta erbij bij stil dat dit een verhaal is, dat probeert de ervaring van Samuel weer te geven ivm de opdracht die hij in zijn leven zag.

Nodig de jongeren uit om per twee de vragen op het werkblad te beantwoorden.
Die vragen nodigen uit om de 'roeping' van Samuël te actualiseren en door te trekken in het eigen leven.





BELUISTEREN

Kari Jobe: Speak to me

Het geluid van de vele wateren
kalmeert de zee in mij.
De stem die de stilte doorbreekt
komt in mij als vuurwerk.
Ze ontvlamt in mijn hart,
de kracht van je grootheid
het respect, mijn eerbied.
Ik ben zo onder de indruk dat je tot me wilde komen,
met verwondering mag horen dat je spreekt.

Spreek tegen me … ik luister

Het geluid dat de hemel doet schudden.
Het gefluister van de wind breekt mijn remmingen
en in mij gebeurt iets wonderlijks …
Het mysterie. Je bent me dichter dan mijn eigen huid.
Je stille zachte stem zet me weer in beweging.
Ik hou me vast aan elk woord dat je zegt.
Ik leef om te horen hoe je me roept.

Spreek tegen me … ik luister

Open mijn oren zodat ik je stem kan horen
Ik wil weten wat je denkt
Ik wil weten wat je zegt
Je woorden zijn helend
Je woorden maken mijn hart vrij
Ik kijk verlangend uit.

Spreek tegen me… ik luister

Je weet wat ik nodig heb.
Je weet wat ik moet horen.
Je kunt me helpen om met mijn teleurstelling om te gaan.
Je kunt me genezen.
Je woorden zijn helend.
Ik ben zo onder de indruk dat je tot me wilde komen.
Ik ben verwonderd dat ik mag horen dat je spreekt.
Ik hou me vast aan elk woord dat je zegt.
Ik leef om te horen hoe je me roept.

Spreek tot me.

Klik hier om dit lied te beluisteren.





Overwegingen

Paul Kevers

Samuël luistert

(P. KEVERS in Samuel, uitgeverij Averbode 2001 nr 1, p. 9)

Het gaat slecht in Israël. De mensen zijn vergeten wie God is. Er is nood aan vernieuwing. In de tempel is er nog één oude priester: Eli. Zijn zonen deugen niet. Wie zal hem opvolgen? Wie zal de mensen in de toekomst over God vertellen?

Maar er is ook een kleine jongen in de tempel: Samuel. Hij doet er dienst, als een soort misdienaar. Hij is erg geboeid door wat er in de tempel gebeurt. 's Nachts kan Samuel soms niet slapen. Wat zal hij later worden? Wat moet hij doen? Het is alsof hij een stem hoort, een stem in zijn binnenste. Hij staat op en gaat naar Eli. Eli stuurt Samuël terug naar bed. Heeft Eli misschien niet door wat er aan de hand is? Of wil hij de jongen eerst nog op de proef stellen, even afwachten of het wel ernstig gemeend is? Als Samuel voor de derde keer aan Eli's bed staat, zegt Eli tegen hem: zo moet je antwoorden op de stem, jongen: 'Spreek, Heer , uw dienaar luistert'. En, luister dan ook echt. God zal je wel ingeven wat je moet doen. Misschien is God grote dingen van plan, met jou en met zijn volk Israël.
Zo gaf die oude priester Eli het geloof door aan de jonge Samuel. En de toekomst van Israël vertrouwde hij aan God toe. En ook een beetje aan Samuel.





Frans Mistiaen s.j.

Wat ik leer in deze lezing?

Eerst echt willen luisteren naar het verlangen van mijn hart
en me durven afvragen 'Wat zoek ik eigenlijk?'
en dan iemand onderweg ontmoeten
die me helpt Zijn stem te herkennen en die me zegt:
'Het is de Heer naar Wie je hart verlangt!'