Inhoudstabel
…page…
Het woord ‘apocrief’
‘Apocrief’ komt van het Griekse woord voor ‘verborgen’ of ‘geheim’. Met dit woord duiden christelijke Kerken geschriften aan die met de Bijbel te maken hebben, maar om een of andere reden niet opgenomen werden in de algemeen aanvaarde reeks boeken (canon) en dus verborgen moesten blijven.
Apocriefe geschriften van de Bijbel
Canon van de Bijbel
Het woord "canon" komt van een Grieks woord dat ‘richtsnoer’, ‘maatstaf’ betekent.
De canon van de Bijbel is een lijst van boeken die als gezaghebbend beschouwd worden binnen de verschillende takken van het christendom (Bijvoorbeeld: orthodox, Room-katholiek, protestants …) en dus in de liturgie voorgelezen mogen worden.
Bij de vorming van de canon spelen de volgende criteria een rol:
. apostolische traditie (de tijd van ontstaan van deze teksten ligt dicht bij het optreden van de apostelen)
. de algemeen verspreiding in de Kerken
. liturgisch gebruik
. orthodoxie (= de juiste leer): Jezus is mens en God
De kerkvaders gebruikten het woord canon in de betekenis van: een boek waaraan een goddelijke openbaring aan de basis ligt en dat normatief is voor geloof en leven.
Apocriefen van het Oude Testament
Met dit woord duiden protestantse christenen boeken aan die gezien werden als onderdeel van het Oude Testament van de Bijbel, maar uiteindelijk niet in de canon van het protestantse christendom van de Bijbel werden opgenomen. Die canon bevat de Hebreeuwse Bijbel (= alleen de Hebreeuwse teksten van het Oude Testament) en de 27 boeken van het Nieuwe Testament. Voor de Hebreeuwse Bijbel hanteerde men de volgende criteria:
. Er moest een Hebreeuwse tekst beschikbaar zijn
. Ezra accepteerde het boek.
Een tiental boeken dat niet aan die criteria voldeed en door de protestanten ‘apocriefe boeken’ worden genoemd, komen wel voor in de canon van andere kerken (Orthodoxe Kerken; Rooms-Katholieke Kerk). Die Kerken noemen deze boeken deuterocanoniek (= ‘in tweede instantie aan de canon toegevoegd’). Het gaat om:
Tobit, Judit, stukken in het boek Ester, Wijsheid van Salomo, Jezus Sirach, Baruch, Brief van Jeremia, stukken in het boek Daniël, boeken van de Makkabeeën.
Wat de Rooms-katholieken onder ‘apocriefen’ verstaan en de protestantse christenen ‘Pseudepigrafen’ noemen, zijn alle geschriften die rond het Oude Testament zijn ontstaan, meestal in joodse milieus, sommige misschien in christelijke kringen. De meeste van die geschriften zijn apocalyptisch van aard. De meeste van die geschriften zijn verloren gegaan (of vernietigd?) Soms kent men alleen de titel ervan.
Apocriefen van het Nieuwe Testament
De apocriefe geschriften van het Nieuwe Testament kunnen ingedeeld worden
naar genre: evangelies, handelingen, brieven, apocalypsen
of naar inhoud:
De kleine Jezus
In de canonieke evangelies van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes vindt men zo goed als niets over de jeugdjaren van Jezus. Deze lacune wordt opgevuld door een aantal apocriefe geschriften.
. Het Evangelie van Jacobus
. Het Kindsheidsevangelie van Thomas
Sporen van deze apocriefe geschriften zijn te vinden op iconen en in teksten van de Ko-ran: Soera 3:37,44 (het proto-evangelie van Jacobus) en Soera 3:49 (het kindsheids-evangelie van Thomas).
Apostelen / eerste christenen
Verschillende teksten hebben het over de levens van de apostelen.
Maria
Meer dan vijftig teksten bestaan uit beschrijvingen van gebeurtenissen rond Maria, de moeder van Jezus.
(losse) Woorden
Dit zijn verzamelingen van gezegdes en korte gelijkenissen (logia), zonder verhaalstruc-tuur.
. Het evangelie van Thomas, waarin 114 uitspraken staan die aan Jezus toegeschreven worden
. Het evangelie van Filippus, dat waarschijnlijk geschreven werd door een leerling van Valentinus.
Gnostische teksten
Sommige teksten hebben de vorm van een uiteenzetting of een dialoog waarin Jezus kennis uiteenzet, terwijl zijn leerlingen daar vragen over stellen.
Bijvoorbeeld:
. Het evangelie van Maria Magdalena, bekend van het boek ‘De Da Vinci Code’ van Dan Brown
. Het evangelie volgens Judas
Joods-christelijke evangelies
Dit gaat om een verzameling evangelies van christenen, die een sterke verbondenheid kenden met het jodendom en de joodse wetten volgden.
Hun geschriften werden slechts bewaard als verspreide logia binnen de kritische com-mentaren van de groepen of de personen (kerkvaders) die hen destijds bestreden.
Kenmerken
Veel apocriefe geschriften zijn veel verhalender, legendarischer en fantastischer dan de geschriften die in de canon werden opgenomen.
Om extra gezag te geven aan die teksten werden ze vaak toegeschreven aan belangrijke personen (b.v. apostelen) Deze manier van doen wordt pseudepigrafie genoemd.
Een geheel?
De apocriefe geschriften van de Bijbel vormen geen eenheid. Ze zijn verspreid in de tijd en in de ruimte en bestaan in veel talen. Ze getuigen van de grote diversiteit die in de eerste eeuwen van het christendom aanwezig was. Men vond of ontdekte ze in de woestijn, in bibliotheken, in citaten …