'Goede' week
Benaming
Deze week heet in het Latijn: ‘Grote Week’ of ‘Heilige week’. In Vlaanderen spreekt men van de 'Goede Week'. 'Goed' verwijst naar het heil (geluk) dat alle mensen krijgen door de dood en verrijzenis van Jezus.
Kenmerk
Deze week wordt gekenmerkt door heel wat bijzondere dagen:
Palmzondag
Witte Donderdag
Goede Vrijdag
Stille zaterdag - paaszaterdag
Pasen
De kerkgeschiedenis over de Goede Week
Vroeger mocht men tijdens de Goede Week (en in de daaropvolgende paasweek) geen zwaar lichamelijk werk verrichten. Er waren geen rechtszittingen en men mocht geen schulden opvragen. Gevangenen werden vrijgelaten, bestraften kregen genade en slaven werden verlost.
De Goede Week in de liturgie
A-jaar | B-jaar | C-jaar | |||||
Palmzondag | Lezingen | Lezingen | Lezingen | ||||
Witte Donderdag | Lezingen | Lezingen | Lezingen | ||||
Goede Vrijdag | Lezingen | Lezingen | Lezingen | ||||
Stille Zaterdag | Lezingen | Lezingen | Lezingen |
Suggesties
Grote kinderen
INFORMEREN
Een week met bijzondere dagen
Teken een weeklijn, een horizontale lijn met daarop de acht dagen van de Goede Week.
Koppel de bijzondere dagen aan een symbool.
Geef daar een korte uitleg bij
Palmzondag | Maandag | Dinsdag | Woensdag | Witte Donderdag | Goede Vrijdag | Stille zaterdag | Pasen |
Palmtakjes | brood/beker | kruis | paaskaars | open grot |
ONDERZOEKEN
Herinneringen aan Jezus in een kerkgebouw
(C. LETERME in Samuel opsteker, uitgeverij Averbode, 2001 nr 6)
Bezoek met de kinderen de parochiekerk op een moment dat er geen vieringen zijn.
Vertel ze het verhaal van de laatste dagen uit het leven van Jezus vanuit het meubilair dat in de kerk staat.
In elk geval kun je het volgende verwerken:
Het altaar herinnert aan de tafel waaraan Jezus samen met zijn leerlingen voor het laatst het paasfeest vierde. Aan dit altaar spreekt de priester tijdens een eucharistieviering nog steeds de woorden die Jezus doen sprak. Nl. 'Neem en eet...'
De kruisweg herinnert aan de weg die Jezus door Jeruzalem ging, na zijn veroordeling. Geef bij elk van de verschillende staties wat uitleg.
(zeker vooraf ter plaatse controleren, omdat niet elke kruisweg evenveel staties kent, en men in moderne kerken soms een abstracte uitbeelding van de kruisweg heeft. Stel jezelf en nadien ook de kinderen de vraag wat en waarom iets zo afgebeeld wordt.)
Na het verhaal bij de kruisweg, kun je samen met de kinderen vooraan in de kerk gaan zitten. Lees dan uit het evangelie het stuk voor dat de dood van Jezus vertelt (bv. Marcus 15, 33-39). Leid het in met de woorden: 'Als christenen op Goede Vrijdag in de kerk komen, beluisteren ze het volgende.'
Als de accommodatie in de kerk het toelaat kun je de kinderen een stukje rustige (instrumentale) muziek laten beluisteren. Eventueel kun je het geheel afsluiten met een passend lied.
Een bijzonder gebouw
Klik hier voor tips en suggesties bij het bezoeken van een kerkgebouw.
KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKSTEN
Met Petrus op weg naar Pasen
(Naar: Naomi, uitgeverij Averbode, 2007, nr 4)
Jezus voor het laatst aan tafel (Naar Johannes 13, 4-16)
Toen Jezus leefde, was het de gewoonte om de voeten van de bezoekers te wassen voor men aan tafel ging, want de wegen waren van zand en de mensen droegen sandalen. Als ze bij iemand kwamen, waren hun voeten vuil en moesten ze gewassen worden. Dat was meestal het werk van de dienaren. Om goed te ruiken deed men soms ook parfum op de voeten. Zo konden de mensen proper aan tafel gaan.
Het was de laatste keer dat we samen aan tafel zaten.
Plotseling stond Jezus op en deed een schort om.
Hij goot water in een kom en begon onze voeten te wassen.
Ik wist niet wat ons overkwam. Wou Jezus onze voeten wassen?
Dat kon toch niet. Jezus was een meester en geen knecht!
Toen Hij bij mij kwam, zei ik:
- Nee Heer, nooit zult U mijn voeten wassen!
- Als Ik jouw voeten niet mag wassen, hoor je niet meer bij Mij, zei Jezus.
Daar keek ik van op. Ik wou net wèl een vriend van Jezus zijn.
- Was dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd, zei ik.
Maar dat vond Jezus niet nodig.
Toen Jezus de voeten van iedereen had gewassen, deed Hij zijn schort uit en zei:
- Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb? Jullie noemen mij meester en Heer, en dat ben Ik. En toch doe ik het eenvoudige werk van een knecht: Ik was jullie voeten. Zoals Ik bij jullie deed, moeten jullie ook bij anderen doen.
Jezus is gevangen (naar Johannes 18, 15-27)
Jezus werd deze nacht gevangen genomen.
Misschien willen ze Hem wel dood doen.
En wat gaat er dan met mij gebeuren?
Iedereen weet dat ik een goede vriend ben van Jezus.
- Bent u soms een leerling van die man? vroeg een meisje.
- Neen, zei ik snel.
Ik kreeg het koud en ging me wat opwarmen bij een vuurtje.
- Bent u soms een leerling van die man, vroegen enkele mensen.
- Nee, zei ik snel.
- Maar ik heb u gezien toen ze Jezus gevangen namen, zei iemand anders.
- Dat kan niet, ik heb die man nog nooit gezien!
Ik werd heel verdrietig...
Een haan begon te kraaien.
Ik had gedaan alsof ik Jezus, mijn beste vriend, niet kende.
Jezus leeft (naar Johannes 20, 1-18)
Het was zondagmorgen, nog heel vroeg.
De dag voordien hebben we Jezus begraven.
Soldaten hadden Hem aan een kruis genageld.
Plotseling kwam Maria van Magdala aangelopen.
- Ze hebben Jezus uit het graf weggehaald, riep ze.
Samen met Johannes liep ik naar het graf.
De steen was weggerold.
Ik ging naar binnen en zag dat Jezus niet meer in het graf was.
We gingen terug naar huis.
Wat later kwam Maria opnieuw bij ons.
- Moet je horen wat er gebeurd is! Ik heb Jezus gezien!
Hij heeft mijn naam geroepen. Ik moest jullie vertellen dat Hij naar zijn Vader is.
Maria was heel blij en ik ook.
Ik dacht terug aan het lege graf.
Jezus leeft verder bij God, onze Vader.
Dat is fantastisch nieuws.
Vijf bijzondere dagen
Palmzondag
Jezus komt aan in Jeruzalem. Hij zit op een ezel. Iedereen juicht en zwaait met palmtakken. Ze leggen hun kleren op de weg. Ze doen alsof Jezus een koning is.
Ze roepen: 'Hosanna!'
Witte donderdag
De dag voor zijn dood eet Jezus samen met zijn vrienden. Jezus neemt het brood en dankt God. Hij breekt het en deelt het met zijn leerlingen. Hij zegt:
- Dit is mijn lichaam.
Daarna neemt Hij de beker met wijn, dankt God en geeft hem aan zijn leerlingen. Hij zegt:
- Dit is mijn bloed. Blijf dit doen om aan Mij te blijven denken.
Goede Vrijdag
Jezus wordt gevangengenomen door de soldaten. Hij wordt veroordeeld en moet sterven op een kruis.
De soldaten nemen Hem mee naar een berg buiten de stad. Daar wordt Hij gekruisigd tussen twee rovers. Maria, zijn moeder, en Johannes, een vriend van Hem, staan bij Hem aan het kruis.
Jezus sterft om drie uur in de namiddag. Zijn vrienden leggen Hem in een graf dat in een rots gemaakt is. Ze rollen een grote steen voor de ingang.
Stille Zaterdag
Bij de joden wordt 'zaterdag' 'sabbat' genoemd. Dan werken ze niet om veel tijd te hebben voor God en voor elkaar.
Paaszondag
Vriendinnen van Jezus gaan naar zijn graf. Daar zien ze dat de steen weggerold is. Ze gaan naar binnen en zien dat het graf leeg is. Maria van Magdala is erg verdrietig. Ze denkt dat de soldaten het lichaam van Jezus gestolen hebben.
Iemand roept:
- Maria
Ze herkent Hem. Het is Jezus. Hij leeft!
- Ga het vertellen aan de anderen, vraagt Jezus.
EVEN TESTEN
Verbind de juiste woorden met elkaar
Palmzondag | O | O | Verrijzenis | ||||
Witte Donderdag | O | O | Jezus ligt in een graf | ||||
Goede Vrijdag | O | O | Intocht in Jeruzalem | ||||
Paaszaterdag | O | O | Kruisiging | ||||
Pasen | O | O | Laatste Avondmaal |
Correctiesleutel
Palmzondag: Intocht in Jeruzalem
Witte Donderdag: Laatste Avondmaal
Goede Vrijdag: Kruisiging
Paaszaterdag: Jezus ligt in een graf
Pasen: Verrijzenis
Verbind de juiste woorden met de juiste tekeningen
Materiaal
Werkblad
Verbind de juiste woorden met de juiste teksten
Materiaal
Werkblad
Correctiesleutel
Witte Donderdag | De dag voor zijn dood eet Jezus voor de laatste keer samen met zijn vrienden. Jezus neemt het brood en dankt God. Hij breekt het om het te delen met hen en zegt: 'Dit is mijn lichaam.' Daarna neemt Hij de beker met wijn, dankt God en geeft hem aan zijn leerlingen. Hij zegt: 'Dit is mijn bloed. Blijf dit doen om aan Mij te blijven denken.' | ||||||
Goede Vrijdag | Soldaten nemen Jezus gevangen. Omdat niemand gelooft dat Hij de Zoon van God is wordt Hij veroordeeld tot de dood. Hij wordt gekruisigd tussen twee rovers. Maria, zijn moeder en Johannes, zijn vriend, staan onder het kruis. Als Jezus gestorven is, leggen zijn vrienden hem in een graf dat uitgehouwen is in een rots. Ze rolden een grote steen voor de ingang. | ||||||
Stille Zaterdag | Dat is voor de joden de laatste dag van de week. Dan rusten ze uit. | ||||||
Pasen | Vriendinnen van Jezus komen naar zijn graf kijken. Daar merken ze dat de grote steen weggerold is. Het graf is open en leeg. Maria Magdalena is bedroefd. Ze denkt: 'Het lichaam van Jezus is gestolen.' Iemand roept: 'Maria!' Ze herkent Hem. Het is Jezus. Hij leeft! 'Wil je het vertellen aan je vrienden,' vraag Jezus. |
De chronologische volgorde
Zet de volgende illustraties in de volgorde van de gebeurtenissen.
Correctiesleutel
Wat wordt wanneer herdacht?
Materiaal
Werkblad
De juiste woorden bij de juiste dagen
Schrijf de volgende woorden bij de dagen van de Goede Week waar ze bij passen:
avondmaal, brood en wijn, dood, eieren, eucharistie, hosanna, ezel, kruis, kruisweg, leven, open graf, palmtakken, vasten, verrijzenis, voeten wassen, wuiven.
Palmzondag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Pasen.
De juiste volgorde
Mogelijkheid 1
Zet de volgende zinnen in chronologische volgorde.
Zet er ook bij op welke dag die gebeurtenis herdacht wordt tijdens de Goede Week.
1. Jezus wordt in het graf gelegd
2. Jezus gaat Jeruzalem binnen
3. De vrouwen zien dat het graf leeg is
4. Jezus wast de voeten van zijn leerlingen
5. Jezus sterft aan een kruis
6. Jezus eerst voor het laatst met zijn vrienden
7. Simon van Cyrene draagt het kruis van Jezus
8. Jezus bidt in de hof van Olijven
9. Jezus wordt bij Pilatus gebracht.
Correctiesleutel
Palmzondag
2. Jezus gaat Jeruzalem binnen
Witte Donderdag
4. Jezus wast de voeten van zijn leerlingen
6. Jezus eerst voor het laatst met zijn vrienden
8. Jezus bidt in de hof van Olijven
Goede Vrijdag
9. Jezus wordt bij Pilatus gebracht.
7. Simon van Cyrene draagt het kruis van Jezus
5. Jezus sterft aan een kruis
Paaszaterdag
1. Jezus wordt in het graf gelegd
Pasen
3. De vrouwen zien dat het graf leeg is
Mogelijkheid 2
gevangen (J)
verraden (I)
veroordeeld (Z)
toegejuicht (V)
brood gebroken (R)
gebeden en gehuild (R)
begraven (S)
gekruisigd (I)
voeten gewassen (E)
kruis gedragen (E)
gevallen (N)
TIP
Schrijf de verschillende woorden op aparte kaartjes. Schrijf de overeenkomstige letters op de ommezijde van die kaartjes.
Wie de woorden in de juiste chronologische volgorde geplaatst heeft, en daarna alle kaartjes één voor één omdraait, leest het woord VERRIJZENIS
Symbolen in de Goede Week
Vul het juiste woord in: ei, licht, klokken, kruis, eieren, vuur
...............................
Je ziet mij vooral in de paastijd
en op belangrijke gebeurtenissen in het leven van iemand.
Het licht dat ik geef
doet denken aan Jezus
die het licht in de wereld wordt genoemd.
...............................
ik doe de mensen denken aan een gruwelijke dood.
Die dood is ook Jezus gestorven.
Maar drie dagen later hebben zijn leerlingen
aan alles gevoeld dat Jezus verder leefde bij God.
Sindsdien doe ik de mensen ook denken aan verrijzenis.
...............................
Kleine kinderen houden heel veel van mij,
zeker van mijn soortgenoten die ze met Pasen in het gras kunnen vinden.
Maar die kinderen weten nog niet
dat ik voor heel veel mensen hét symbool ben van het leven.
Want het begin van heel veel leven begint met ........................
...............................
Wie ons hoort op zondagmorgen en zeker met Pasen
weet dat wij goed nieuws brengen:
Jezus die gestorven was op een kruis, is verrezen.
Hij leeft verder bij God.
.................................
Mensen houden van mij, zeker als het lange tijd erg donker is geweest.
Als ik er ben, begint alles veel meer tot leven te komen.
Soms zegt men van mensen dat ze zijn zoals ik
omdat ze net als ik
de mensen zich veel beter laten voelen.
...............................
Mensen hebben mij nodig om eten klaar te maken,
om zich te verwarmen en om beter te kunnen zien.
Maar op paaszaterdag zorgt de priester ervoor dat ik er ben,
om met mij de paaskaars aan te steken.
Correctiesleutel
paaskaars
Je ziet mij vooral in de paastijd en op belangrijke gebeurtenissen in het leven van iemand. Het licht dat ik geef doet denken aan Jezus die het licht in de wereld wordt genoemd.
kruis
Ik doe de mensen denken aan een gruwelijke dood. Die dood is ook Jezus gestorven. Maar drie dagen later hebben zijn leerlingen aan alles gevoeld dat Jezus verder leefde bij God. Sindsdien doe ik de mensen ook denken aan verrijzenis.
eieren
Kleine kinderen houden heel veel van mij, zeker van mijn soortgenoten die ze met Pasen in het gras kunnen vinden. Maar die kinderen weten nog niet dat ik voor heel veel mensen hét symbool ben van het leven. Want het begin van heel veel leven begint met een ei.
klokken
Wie ons hoort op zondagmorgen en zeker met Pasen weet dat wij goed nieuws brengen: Jezus die gestorven was op een kruis, is verrezen. Hij leeft verder bij God.
licht
Mensen houden van mij, zeker als het lange tijd erg donker is geweest. Als ik er ben, begint alles veel meer tot leven te komen. Soms zegt men van mensen dat ze zijn zoals ik omdat ze net als ik de mensen zich veel beter laten voelen.
vuur
Mensen hebben mij nodig om eten klaar te maken, om zich te verwarmen en om beter te kunnen zien.
Maar op paaszaterdag zorgt de priester ervoor dat ik er ben, om met mij de paaskaars aan te steken.
DOEN
Een mozaïek
(E. GEETS en J. WOUTERS, Muzisch met Jezus, speels en creatief de jaarkring rond, Uitgeverij Averbode 2007, p. 30)
De oudste kerken werden vaak versierd met mozaïeken. Bijna alle verhalen uit het evangelie werden op mozaïeken uitgebeeld. In Italië zijn nog veel van die oude kerken te bezichtigen.
Deze mozaïek uit de San Apolinare Nuovo (Ravenna) stelt het laatste avondmaal voor.
Materiaal
- reproducties van Bijbelse mozaïeken
- gekleurd papier, grote stukken stevig karton
- potloden, scharen, lijm
Verloop
Toon de kinderen een mozaïek. Laar hen erover vertellen.
Bespreek het verhaal dat voorgesteld is.
- Wat zie je?
- Wie herken je?
- Welk verhaal wordt uitgebeeld?
Bespreek de techniek: leg uit wat een mozaïek is
Maak een grote schets van het tafereel dat je wil laten uitbeelden. (of doe dat vooraf - verschillende onderwerpen; of voor iedereen hetzelfde onderwerp)
Teken enkel de belangrijkste figuren
Knip het gekleurd papier in vierkantjes met een gepaste kleur. Plak de vlakjes netjes tegen elkaar aan. Knip bij indien nodig.
Vul ook de achtergrond met kleurige vlakjes.
Maak van de ruimte een 'museum'. Per groepje is één van de kinderen 'gids. Die legt uit wat er op de 'mozaïek' te zien is, en waar men extra moet op letten.
Palmpasen
In sommige streken van België is het de gewoonte om tijdens de Goede Week een palmpasen te maken. Al wat gebruikt wordt om een palmpasen te versieren doet denken aan de verhalen die mensen in de Goede Week vertellen over Jezus, of aan gebruiken in deze tijd van het jaar.
Verbind elk voorwerp van de palmpasen met de tekst en met de dag uit de goede week die erbij horen.
Palmzondag (palmen)
De meeste mensen spreidden hun kleren uit over de weg, anderen sneden takken van de bomen en legden die op de weg. Zowel de menigte die voor hem uit ging als die hem volgde, schreeuwde: ‘Hosanna, de zoon van David. Gezegend die komt in de naam van de Heer. Hosanna in den Hoge.’ (Matteüs 21, 8-9)
Witte Donderdag (brood)
Onder het eten nam Jezus brood, sprak de zegenbede uit, brak het, gaf het aan zijn leerlingen en zei: ‘Neem en eet, dit is mijn lichaam.’ (Matteüs 26, 26)
Goede Vrijdag (haan)
Jezus zei tot Petrus: ‘Ik verzeker je, in deze nacht, nog voordat een haan kraait, zul je me drie keer verloochenen.’ (Matteüs 26, 34)
Goede Vrijdag (kruis)
Toen ze Hem bespot hadden, trokken ze Hem de mantel uit en deden hem zijn eigen kleren weer aan. En ze leidden hem weg om hem te kruisigen. (Matteüs 27, 31)
Pasen (eieren)
Dit voorwerp heeft met het begin van het leven te maken. Christenen gebruiken het om te zeggen dat de dood niet het einde is. Het leven gaat verder, maar op een andere manier. Hiervoor gebruiken ze het woord ‘verrijzen’. Christenen geloven dat Jezus drie dagen na zijn dood verrezen is.
In een klas kun je de palmpasen geleidelijk laten maken. Vertrek van twee kruisende takken (een korte en een lange). Dit symbool komt dus eigenlijk als eerste aan bod bij het maken van een palmpasen, hoewel het verhaal van de intrede in Jeruzalem het eerst is.
Je kunt dit als volgt opvangen: 'Deze (of volgende) week is het de Goede Week. Dan herdenken christenen over de hele wereld de kruisdood van Christus. Wij gaan dat ook doen. Daarom gaan wij een palmpasen maken en versieren met voorwerpen die herinneren aan de laatste dagen van Jezus’ leven.'
Versier dit kruis samen met de kinderen met palmtakjes (takjes van een buxus), zoutbroodjes,
een haan die uit een stevig papier werd geknipt en versierd, uitgeblazen eieren die beschilderd werden...
Zo’n palmpasen kan verder nog versierd worden met linten, slingers en snoeren van aaneengeregen snoepjes (b.v. rozijnen, ongepelde pindanootjes). Deze linten kunnen de volgende kleuren hebben:
. paars - herinnering aan lijden en dood van Jezus
. geel / wit - herinnering aan de verrijzenis van Jezus
. groen - herinnert aan het leven dat het haalt op de dood.
TIPS
. Enkele voorbeelden van een palmpasen.
. Als elk kind individueel zijn eigen palmpasen maakt, kunnen ze er nadien een kleine optocht mee houden, terwijl ze een geschikt lied zingen.
. Geef een briefje mee aan de ouders met informatie bij de verschillende onderdelen van de palmpasen en de betekenis ervan.
Een groeiende paaskrans
(naar een idee van Josseline Pansaerts)
Maandag na Palmzondag
Schik op een kransvormige oasis palmtakjes (buxus) n.a.v. het verhaal over de intrede van Jezus in Jeruzalem.
Witte Donderdag
Schik op de krans witte strikjes (verwijzen naar de naam 'Witte' Donderdag) en figuurtjes (kleine broodjes, haantjes) uit brooddeeg, die je met de kinderen hebt gemaakt n.a.v. het verhaal over het laatste avondmaal (brood) en de arrestatie van Jezus (haan).
Goede Vrijdag
Sjor een kruis van twee houtjes en schik het op de krans n.a.v. het verhaal van Jezus lijden en dood.
Paaszaterdag
N.a.v. het verhaal van de graflegging van Jezus hang je over het kruis een reep witte stof (stuk laken).
Pasen
N.a.v. een van de verschijningsverhalen plaats je achter het kruis een kaars die je laat branden als symbool van de verrezen Christus - vgl. met de paaskaars.
Er kunnen ook chocolade-eitjes tussen het buxusgroen verstopt worden.
Een 'Goede-Week-Kaars'
(naar: C. LETERME in Simon Plus, uitgeverij Averbode, 2005 nr 7)
Zorg voor een stevige 'blokkaars'. Naar aanleiding van de verhalen rond de Goede Week en Pasen, breng je telkens een nieuw element op de kaars (krassen, kleuren, kleven ...):
korenaren | nav Witte Donderdag | met gemalen korenaren wordt brood gebakken – Jezus brak brood, zegende het en gaf het aan zijn apostelen... | |||||
kruis | nav Goede Vrijdag | kruisdood van Jezus | |||||
klokken | nav Pasen | roepen de mensen op de verrijzenis van Jezus te vieren in de eucharistie. | |||||
bloem | nav Pasen | (verrijzenis – nieuw leven) |
Deze kaars wordt niet meer aangestoken na Pinksteren.
Vier belangrijke dagen
Neem een blad papier en vouw het in vier. Zo bekom je vier vakken, een vak voor elke belangrijke dag in de Goede Week: Palmzondag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag, paaszaterdag.
In die vakken kan een tekening komen, of een gedicht, of ... wat met die dag te maken heeft.
Bijvoorbeeld:
. Palmzondag: palmtakken, ezel, Hosanna
. Witte Donderdag: voeten, water, brood, wijn
. Goede Vrijdag: kruis
. paaszaterdag: graf
5 voor Pasen
(Inspiratiebron: 5 voor Pasen, een interactieve tentoonstelling door vijf basisscholen van Lauwe en Rekkem (VBS Ons Kasteeltje en GBS Barthel uit Rekkem, en VBS De Stap, GBS Wonderwijzer en de basisschool GO! Ter Molen uit Lauwe), in Kerknet vrijdag 23 maart 2018 )
Werk met de kinderen creatief rond het evangelie van de volgende dagen van de Goede Week: Palmzondag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Stille Zaterdag en Pasen. Per installatie die gecreëerd wordt, is er:
. een verwijzing naar het evangelie
. iets wat de betrokkenheid met het eigen leven weergeeft
. een uitnodiging om iets te doen.
. een overheersende kleur, (een spotlicht in die kleur of gekleurde stukken stof).
. een kort gedicht (elf)
De uitwerking van de verschillende dagen wordt verdeeld over verschillende groepen in de parochie, verschillende klassen in een school, klassen over verschillende scholen…
Elke groep werkt rond één bijzondere dag.
Eerst wordt het Bijbelverhaal voorgelezen dat bij die dag past.
Daarna wordt dieper ingegaan op dat evangelie:
- Waarover gaat het?
- Wat treft ons erin?
- Hoe kunnen we dat verwoorden? (gedicht dat nadien een plaats krijgt in de installatie)
- Hoe kunnen we dat uitbeelden? (schilderij? Plaatsen van voorwerpen? Iets knutselen?)
- Hoe verwerken we de kleur van die dag in die uitbeelding?
- Hoe betrekken we de mensen die de installatie zien bij de inhoud ervan?
PALMZONDAG
. Evangelie:
de intocht van Jezus in Jeruzalem
. Installatie:
palmpasenstokken.
. Doen:
Schrijf een paaswens op een geel lintje dat vastgemaakt werd aan een palmtakje en versier ermee verder een palmpasen.
. Kleur:
groen (palmtakken!)
. Elf.
Startwoord: palmen
WITTE DONDERDAG
. Evangelie:
het laatste avondmaal
. Installatie:
tafel waarrond enkele stoelen staan. Op de tafel: een fles wijn, wat broodjes.
. Doen:
Wie aan de tafel wil meezitten neemt een sticker, schrijft er zijn/haar naam op en kleeft die op een stoel.
. Kleur:
Wit (Witte Donderdag)
. Elf.
Startwoord: ‘eten’ of ‘maaltijd’
GOEDE VRIJDAG
. Evangelie:
lijden en dood van Jezus
. Installatie:
een kruis dat volgeplakt werd met krantartikels over pijn, lijden, dood...
. Doen:
onderaan het kruis liggen keien (echte of uitgeknipt in papier). Daarop schrijft men de naam van mensen die lijden, gestorven zijn.
. Kleur:
rood (lijden)
. Elf.
Startwoord: ‘dood’ of ‘kruis’
STILLE ZATERDAG
. Evangelie:
De dode Jezus wordt begraven
. Installatie:
Het verdriet op die dag wordt voorgesteld door een grote traan in papier-maché. Op die grote traan zijn verschillende kleine tranen, waarop elk zijn/haar verdriet schreef. Er zijn ook mensen die troosten. Dit wordt uitgebeeld met een hand die de tranen opvangt.
. Doen:
neem een traan of een handje. Schrijf in de traan iets wat je verdrietig maakt. Schrijf in de hand wat of wie jou troost als je verdriet hebt.
. Kleur:
zwart of paars
. Elf.
Startwoord: ‘verdriet’.
PASEN
. Evangelie:
Het graf is leeg!
. Installatie:
Plooi meer dan duizend papieren kraanvogels. Het deurtje van de kooi staat open, de kraanvogels krijgen de kans om voluit te leven. Verdriet en angst worden door Jezus omgevormd tot Licht, Vreugde, Leven en Liefde.
. Doen:
Neem gerust een kraanvogel mee! (De makers van de installatie willen deze boodschap van Licht, Vreugde Leven en Liefde niet voor zichzelf houden.)
. Kleur:
Geel (narcissen, forsythia)
. Elf.
Startwoord: ‘leven’
VIEREN
Een kijktafel
(Geïnspireerd door: www.geloventhuis.be)
Een idee voor thuis, of in de klas als de Goede Week tijdens het schooljaar valt.
Klik hier hier om daar een idee van te hebben.