Loading...
 

Johannes 19, 25-27

2 Kruis

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Johannes 19, 25-27: ‘Dat is je moeder’

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1712)

Bij het kruis van Jezus stonden vier vrouwen. Het waren zijn moeder Maria en haar zus, en verder Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala.
Jezus zag zijn moeder. En naast haar zag hij de leerling van wie hij veel hield. Toen zei Jezus tegen zijn moeder: ‘Hij is nu uw zoon.’ En tegen zijn leerling zei hij: ‘Zij is nu jouw moeder.’ Vanaf dat moment zorgde die leerling voor Maria.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder,
de zuster van zijn moeder,
Maria, de vrouw van Klopas,
en Maria uit Magdala.

Toen Jezus zijn moeder zag
en naast haar
de leerling die Hij graag had,
zei Hij tegen zijn moeder:

Vrouw, dat is je zoon.’
Vervolgens zei Hij tot de leerling:
‘Dat is je moeder.’

En van dat ogenblik af
nam de leerling haar bij zich in huis.



Stilstaan bij …

Maria van Magdala
Een belangrijke vrouwelijke volgelinge van Jezus, die vermoedelijk uit Magdala afkomstig was. Zij was het die aan de leerlingen de verrijzenis van Jezus meedeelde.
Lees meer

‘Vrouw, zie daar je zoon’
Wanneer een vrouw weduwe werd, kreeg de oudste zoon de opdracht om voor haar te zorgen.
In dit geval zou het kunnen dat Jezus deze opdracht doorgeeft aan Johannes.