Inhoudstabel
…page…
Johannes 4, 43-54: Jezus geneest een erg zieke zoon
Matteüs 8, 5-13 // Lucas 7, 1-10 // Johannes 4, 43-54
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1680)
Na twee dagen ging Jezus verder, hij ging naar Galilea. Hij had zelf ooit gezegd dat een profeet in zijn eigen land niet met respect behandeld wordt. Maar toen hij in Galilea kwam, werd hij hartelijk ontvangen. Want de inwoners van Galilea hadden gezien wat Jezus op het Paasfeest in Jeruzalem gedaan had. Ze waren daar zelf bij geweest.
In Galilea ging Jezus weer naar Kana. Dat was de plaats waar hij van water wijn gemaakt had.
Er was daar een man uit Kafarnaüm die in dienst was van de koning. Zijn zoon was erg ziek. De man hoorde dat Jezus uit Judea naar Galilea gekomen was. Hij ging naar hem toe en zei: ‘Ga alstublieft mee naar Kafarnaüm om mijn zoon beter te maken. Anders zal hij sterven!’
Maar Jezus zei: ‘Wat is dat toch met jullie? Jullie geloven alleen als je wonderen ziet!’ De man zei: ‘Heer, ga toch mee, voordat mijn zoon sterft!’ Jezus zei tegen hem: ‘Ga naar huis, je zoon leeft!’ De man geloofde wat Jezus zei, en ging naar huis.
Onderweg kwamen zijn dienaren hem tegemoet. Ze zeiden: ‘Uw zoon leeft!’ De man vroeg: ‘Op welk moment is hij beter geworden?’ Ze zeiden: ‘Gistermiddag om één uur. Toen was de koorts opeens weg.’ Dat was precies het moment waarop Jezus tegen de man gezegd had: ‘Je zoon leeft!’ De man begreep wat er gebeurd was en ging in Jezus geloven, samen met zijn familie en zijn dienaren.
Dat was het tweede wonder dat Jezus in Galilea deed. Het gebeurde nadat hij uit Judea teruggekomen was.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Na twee dagen ging Jezus naar Galilea, want Hij had zelf gezegd,
dat een profeet in zijn eigen vaderland niet gerespecteerd wordt
In Galilea werd Hij gastvrij ontvangen door de Galileeërs,
want ze hadden gezien,
wat Hij in Jeruzalem op het feest had gedaan,
omdat ze zelf ook op dat feest waren.
Zo ging Hij in Galilea naar Kana,
waar Hij van water wijn had gemaakt.
Daar was een man die in dienst van de koning werkte.
Zijn zoon lag zwaar ziek in Kafarnaüm.
Toen hij hoorde dat Jezus uit Judea naar Galilea was gekomen,
ging hij naar Hem toe en vroeg:
‘Wil je alsjeblief meekomen om mijn zoon te genezen?
Hij ligt op sterven.’
‘Als je geen wondertekenen ziet,’ zei Jezus tegen hem,
’dan geloof je niet.’
Maar de man zei: ‘Heer, kom toch vooraleer mijn kind sterft!’
Toen zei Jezus: ‘Ga maar, je zoon leeft.’
De man geloofde wat Jezus hem zei en ging weg.
Zijn dienaren kwamen hem al onderweg tegemoet
om te zeggen dat zijn kind leefde.
Toen hij vroeg wanneer zijn zoon beter was geworden, zeiden ze:
‘Gisteren ging de koorts weg op het zevende uur.’
Toen besefte de vader,
dat dat het moment was waarop Jezus zei: ‘Je zoon leeft.’
Hij zelf en heel zijn gezin geloofden.
Hiermee deed Jezus opnieuw een teken
toen Hij uit Judea naar Galilea kwam.
Stilstaan bij …
Feest
Hiermee bedoelt Johannes het paasfeest waarover hij schreef in Johannes 2, 23.
Kana
Kana was in Galilea een gehucht ten Noord-Oosten van Nazaret, in een heuvelachtig gebied.
Dienaar van de koning / een man in dienst van de koning
Iemand die in dienst was bij koning Herodes Antipas, de tetrarch van Galilea.
Kafarnaüm
Kafarnaüm, de woonplaats van Jezus, was een drukke vissersstad, gelegen aan de oever van het meer van Galilea aan de grens van het grondgebied van Antipas en van Filippus.
Wondertekenen
Het verwijt van Jezus dat men niet gelooft zonder wondertekenen, is een algemeen verwijt tegen de Galileërs.
Zevende uur
Dit is één ‘uur’ na de middag.
Toen Jezus leefde was een uur niet zestig minuten zoals dat nu is, maar het twaalfde deel van het zichtbare deel van de dag. De middag, het zesde uur, was het moment waarop de zon het hoogst aan de hemel stond.
Bij de tekst
Gelijkenissen
Dit verhaal over de genezing van de zoon van een dienaar van de koning vertoont veel gelijkenissen met de genezing van de dienaar / zoon van een honderdman: Matteüs 8, 5-17 // Lucas 7, 1-10.
Geloven
Johannes legt er in deze tekst sterk de nadruk op dat de man tot geloof komt, alleen op basis van het woord van Jezus.