Loading...
 

Matteüs 17, 1-9

Matteüs 17, 1-9: Jezus op de berg 

Matteüs 17, 1-9 // Marcus 9, 2-10 // Lucas 9, 28b-36



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1550-1551)

Zes dagen later ging Jezus een hoge berg op. Petrus mocht met hem mee, en ook de broers Jakobus en Johannes. Boven op de berg waren ze alleen. De leerlingen zagen dat Jezus veranderde. Zijn gezicht begon te stralen, net als de zon. En zijn kleren werden zo wit als een helder licht.
Opeens zagen de leerlingen Mozes en Elia. Die waren met Jezus aan het praten. Petrus zei tegen Jezus: ‘Heer, het komt goed uit dat wij hier zijn! Als u wilt, maken we hier drie hutten: één voor u, één voor Mozes, en één voor Elia.’ Terwijl Petrus dat zei, kwam er een stralend lichte wolk boven hen. En uit die wolk klonk Gods stem, die zei: ‘Hij alleen is mijn Zoon. Mijn liefde voor hem is groot. Luister naar hem!’
Toen de leerlingen dat hoorden, lieten ze zich voorover op de grond vallen. Ze waren erg bang. Jezus kwam naar hen toe. Hij raakte hen aan en zei: ‘Sta op. Jullie hoeven niet bang te zijn.’ Toen de leerlingen opkeken, zagen ze niemand meer, behalve Jezus.
Jezus vertelt dat Elia al gekomen is
Jezus en de drie leerlingen gingen weer van de berg af. Jezus zei: ‘Jullie mogen nu nog niet vertellen wat je gezien hebt, aan niemand. Want eerst moet de Mensenzoon opstaan uit de dood.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Zes dagen later ging Jezus,
samen met Petrus en de broers Jakobus en Johannes,
boven op een hoge berg. Daar waren ze alleen.
Jezus veranderde voor hun ogen van gedaante:
zijn gelaat begon te stralen als de zon
en zijn kleed werd glanzend als het licht.
Opeens verschenen Mozes en Elia, die met Hem praatten.
Toen zei Petrus tegen Jezus: ‘Heer, het is goed dat we hier zijn.
Als Je wil zal ik hier drie hutten opslaan,
een voor Jou, een voor Mozes en een voor Elia.’
Hij was nog niet uitgesproken
of een lichtende wolk overschaduwde hen.
Uit die wolk klonk een stem:
Dit is mijn Zoon, de Welbeminde,
in wie Ik mijn behagen heb gesteld.
Luister naar Hem.’
Toen de leerlingen dat hoorden,
wierpen ze zich neer ter aarde,
aangegrepen door een hevige vrees.
Maar Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei:
‘Sta op en wees niet bang.’
Toen ze hun ogen openden, zagen ze alleen nog Jezus.
Bij het afdalen van de berg zei Hij:
Spreek hier met niemand over,
voordat de Mensenzoon uit de dood is opgestaan.’
Toen vroegen de leerlingen aan Jezus:
‘Waarom zeggen de Schriftgeleerden dat eerst Elia moet komen?’
En Jezus antwoordde:
'Inderdaad, Elia zal komen om alles te herstellen.
Ik zeg jullie zelfs: Elia is reeds gekomen,
maar ze hebben hem niet erkend,
maar naar willekeur met hem gehandeld,
zoals ook de Mensenzoon van hen te lijden zal hebben.’
De leerlingen begrepen dat hij over Johannes de Doper sprak.



Stilstaan bij …

Zes dagen
Een herinnering aan Exodus 24, 16 (‘De heerlijkheid van Jahwe rustte op de Sinaï en de wolk bedekte de berg, zes dagen lang. Op de zevende dag riep Hij Mozes, vanuit de wolk.’)?

Petrus, Jakobus, Johannes
Petrus, Jakobus en Johannes zijn de namen van de drie belangrijkste leerlingen. Zij waren het ook die Jezus, aan de vooravond van zijn dood, vergezelden in de Olijfhof (Matteüs 26, 37).

Hoge berg
Plaats waar de hemel de aarde schijnt te raken en zo het beeld voor de ontmoeting tussen God en mens. Daarom werden / worden er veel heiligdommen opgetrokken op bergen en heuvels.
Indien er in een streek geen bergen waren, bouwde men er kunstmatige 'bergen'. Bijvoorbeeld: ziggurat / toren van Babel.
In de Bijbel is de berg de plaats waar God zich laat kennen: Mozes (Sinaï / Horeb), Elia (Sinaï / Horeb).
Merk op dat Matteüs en geen van de andere evangelisten de naam van de berg vermeldt. Het is pas vanaf de tijd van Origines - rond 250 na Christus – dat men vertelt dat de verheerlijking van Jezus gebeurde op de berg Tabor, een 411 m hoge berg die eenzaam ligt in de vlakte van Jizreël, op ongeveer 16 km ten zuidwesten van het meer van Galilea.

Mozes
(= uit het water gered)
Mozes vertegenwoordigt de wet. Volgens de traditie was hij de schrijver van de eerste vijf boeken van de Bijbel, waarin de wet staat van de joden. Die wet kennen christenen verkort als de ‘tien woorden / geboden’.
In de lijn van de betekenis van zijn naam werd hij niet alleen zelf uit het water gered, maar leidde hij ook de Israëlieten uit Egypte door de Rietzee / Rode Zee naar het beloofde land.

Elia
(= Hebreeuws: Mijn God is Jahwe)
Vertegenwoordigt de profeten. Heel zijn leven was een afwijzen van de afgodendienst en het centraal stellen van Jahwe, geheel in de lijn van de betekenis van zijn naam.
De terugkeer van de profeet Elia (of een andere profeet) zou de komst van de Messias aankondigen.

Elia en Mozes
. De aanwezigheid van Mozes en Elia maakt duidelijk dat Jezus in de traditie staat van de Tora en de Profeten, hij is de Messias.
. Men verwachtte de terugkeer van Mozes en Elia bij de komst van het koninkrijk van God.
. Merk op dat Matteüs Mozes eerst vermeldt. Voor hem was Jezus de nieuwe Mozes.

Hut / Tent
Een hut / tent is een voorlopige woning, die in de Bijbel doet denken aan de tocht naar het Beloofde Land en aan het Loofhuttenfeest, dat die tijd in de woestijn herdacht.
De tent, de tabernakel, is in de Bijbel ook het symbool van de nabijheid van God bij zijn volk. Een nabijheid die niet plaatsgebonden is.

Wolk
Verwijst naar de geheimzinnige, ongrijpbare, overweldigende aanwezigheid van God.
Die wolk doet ook denken aan de veertigjarige tocht van de Israëlieten door de woestijn, waarbij God zijn volk leidde met een wolk (vgl. Exodus 33, 9-10)

Vrees
Ontzag, eerbied, respect, eerder dan schrik hebben voor iets/iemand.
Hiermee verwoordt de Bijbel de normale reactie van de mens als hij God te ‘zien’ krijgt.

Dit is mijn Zoon
In Jezus kan men God zien en horen. In Hem kan men de aanwezigheid van God aanvoelen.
Die woorden zijn een herhaling van de woorden die uitgesproken werden bij het doopsel van Jezus.

‘Luister naar Hem’
Dit wordt de opdracht voor elke christen: informeer je over de boodschap van Jezus en handel ernaar!

Niemand vertellen …
Jezus wil niet dat men over Hem denkt als over de zegevierende Messias. Pas wanneer duidelijk is dat Jezus als Messias door de dood naar de opstanding gaat, mag men dat doen. Want dan pas kan men Hem in het juiste licht zien.





Bij de tekst

Spreken met beelden

BeeldenBetekenis
BergIn de Bijbel de plaats waar God zich laat kennen, waar mens en God elkaar ontmoeten.
WolkVerwijst naar de geheimzinnige, ongrijpbare, overweldigende aanwezigheid van God.
TentSymbool van de nabijheid van God bij zijn volk.
Licht / witKenmerk van de sfeer van God.




Wortels in het Oude Testament

. De opbouw van deze tekst lijkt op teksten uit het Oude Testament, vooral Daniel 10, 1-12.
Zie: een man, licht en schittering, stem, vrees bij de zieners, het bevel om op te staan.

. Ook in de gebeurtenissen op de Sinaï zijn er wortels. Vooral in Exodus 24: drie personen die bij naam genoemd worden, berg, wolk, angst, stem, zes dagen.



Mozes en Elia

Merk op:

MOZESELIA
Mozes stierf aan de rand van het Beloofde Land. Niemand kent zijn graf tot op vandaag (Deuteronomium 34, 6)Elia is naar de hemel gevaren in een wagen van vuur met paarden van vuur (2 Koningen 2, 11). Zijn graf werd nooit gevonden (2 Koningen 2, 17)


Dat men hun graven niet vond, is een manier om te zeggen dat hun woorden niet zullen ‘sterven’.
In die context krijgen het lege graf van Jezus en zijn hemelvaart een bijzondere betekenis.



Loofhuttenfeest (Soekot)

Voor het Loofhuttenfeest maken de joden in hun tuin een ‘soeka’, een hut, die versierd wordt met bloemen en fruit. Tijdens het feest, dat zeven dagen duurt, verblijven ze zoveel mogelijk in die soeka. Want op die dag herdenken de joden dat ze in tenten woonden toen ze door de woestijn trokken. Ook God was aanwezig in een tent: de 'Tent van het Verbond'. In het Latijn is ‘tent’: ‘tabernaculum’. Dit woord leeft voort in het woord ‘tabernakel’, de naam van het kistje waarin geconsacreerde hosties bewaard worden die de sacramentele aanwezigheid van Christus weergeven.



God

De profeten, de wolk en de stem zijn drie manieren waarop God in deze tekst vertegenwoordigd is.
De profeten zijn zijn 'woordvoerders' die Hij stuurde.
De wolk is het symbool van zijn onaanraakbare aanwezigheid.
De stem is het middel waarmee God zich het meest direct uit.





Bijbel en kunst

THEOFANES de Griek

Gedaanteverandering van de Heer

Transfiguration By Feofan Grek From Spaso Preobrazhensky Cathedral In Pereslavl Zalessky (15th C, Tretyakov Gallery).jpeg

Theofanes de Griek schilderde deze icoon rond 1400.
Op het eerste zicht is ze opgebouwd als een stripverhaal. Halfweg de icoon zie je links, in het klein: Jezus die met zijn drie leerlingen de berg Tabor opgaat, en rechts: Jezus die met zijn leerlingen die berg terug afgaat. Centraal, in het groot, staat het gebeuren op de berg.


Maar een icoon kun je ook lezen als theologie in beelden:

Bovenaan de icoon met gouden achtergrond: de weergave van het 'hemelse'.
Onderaan de icoon met de drie bergen: de weergave van het aardse.


Op een berg die zacht groen kleurt: dé kleur van leven, staat Jezus.
Hij staat er tussen Elia (met wijzend gebaar naar Jezus - te vergelijken met het gebaar van Johannes de Doper op iconen) en Mozes (met 'boek' in de hand: de 'tafels' waarop de tien geboden staan).
Mozes vertegenwoordigt 'de wet' en Elia 'de profeten', twee belangrijke delen van de joodse bijbel (Het derde deel - de geschriften - handelt over de toepassing van de eerste delen)
Jezus draagt een stralend wit kleed (wit + goud). Een manier om de verheerlijkte / verrezen Christus voor te stellen. Hij heeft in zijn linkerhand een schriftrol vast en heft zijn rechterhand op in een spreekgebaar, dat ook te interpreteren is als een zegening.
Het mandorla, de lichtzone achter Jezus, stelt God voor. De kern ervan is zwart, want God is niet te kennen. Jezus stapt als het ware uit het mandorla naar de mensen toe: Hij is het zichtbare 'beeld' van God op aarde. Drie stralen die vanuit het mandorla vertrekken, raken de drie apostelen aan.


Onderaan liggen Petrus, Jakobus en Johannes op de grond. Ze waren de eerste leerlingen die Jezus volgden.
Petrus (links, met geel gewaad) doet het voorstel om drie tenten / hutten te bouwen. Zijn hand omhoog is het teken van iemand die het woord vraagt om te spreken)
Johannes lijkt te mediteren over het gebeuren. Maar zijn hand aan de kin kan ook het antieke gebaar van verbazing / ongeloof zijn.
Jakobus beschermt zich voor het verblindend licht.
Het zijn drie manieren waarop mensen met het bovennatuurlijke kunnen omgaan: in actie schieten, mediteren, verblind zijn en niet goed weten wat ermee aan te vangen.





L. BOWMAN

Werk van de Amerikaanse kunstschilder Lewis Bowman

Merk op dat het figuratieve bijna helemaal losgelaten wordt om des te meer de ‘verheerlijking’ weer te geven. Daarvoor gebruikt de schilder vooral geel en wit. Kleuren die ‘licht’ weergeven en het ‘goddelijke’. In de witte vlekken kun je Jezus, Mozes en Elia terugvinden. In de blauwe toetsen zijn enkele leerlingen te herkennen.




Bespreek
Van de drie figuren die met wit gesuggereerd zijn, is de middelste het grootst en het meest wit.
- Wie zou de schilder ermee willen voorstellen?
- Waarom zou hij Jezus als de belangrijkste voorstellen? (Hij had de drie figuren even groot kunnen schilderen)

Naast de centrale grote witte figuren zijn er twee kleinere figuren geschilderd. Ze stellen Mozes en Elia voor.
- Wat weet je van Mozes en Elia?
- Waarom zijn ze belangrijk?
- Waarom is Jezus belangrijk?

Met wat moeite zijn er in de blauwe penseeltrekken enkele leerlingen te zien.
- Waarom zou de schilder de leerlingen van Jezus zo weinig concreet weergegeven hebben?
- Hoe zou de schilder jou moeten schilderen mocht je dit gebeuren zelf meegemaakt hebben?
(verward, nieuwsgiering, verbaasd, ongelovig, bevreesd …)


Belangrijk
Bovenstaande vragen zijn vooral bedoeld om te reflecteren, om over na te denken.
Op de meeste vragen kan dan ook geen juist antwoord gegeven worden. Behalve de vraag over het belang van Mozes en Elia.





Suggesties

Kleine kinderen

DOEN

Kleuren

Kleurplaat





Grote kinderen

VERDIEPEN

Hoogtepunten en dieptepunten

(inspiratie: J. BRUGMAN, Prettige zondag!, Kinderwoorddiensten voor het jaar B, Gooi en sticht - Baarn, 1993, p. 42-45)

Jezus maakte in zijn leven hoogtepunten en dieptepunten mee. Wat op de berg gebeurde is een hoogtepunt.
- Ken je ook dieptepunten in het leven van Jezus?
- Geef een voorbeeld van een hoogtepunt en een dieptepunt in jouw leven?

- Kennen jullie Mozes en Elia?
- Wie zijn ze en wat deden ze?
Op een berg zie je de dingen vaak veel beter.
- Wat ontdekten de leerlingen op de berg over Jezus?

Jezus straalt van geluk.
- Kun jij je voorstellen waarom?
(Verbondenheid met zijn Vader, dicht bij de hemel waar Hij thuishoort)

- Maken jullie wel eens situaties mee die zo fijn waren dat je ze altijd zou willen vasthouden?
- Zou het goed zijn als je dat deed? Voordelen? Nadelen?



Aan de hand van Fano

Fano Transfig Kl

Fano, een Spaans kunstenaar, maakte bovenstaande illustratie nav de gedaanteverandering van Jezus.

Lees of vertel het evangelie van deze dag.
(drie apostelen zagen Jezus tussen Mozes en Elia. Ze hoorden een stem uit een wolk zeggen: 'Dit is mijn welbeminde zoon')
Traditioneel wordt dit gebeuren, dat vooral verteld wordt om de betekenis van Jezus en zijn relatie tot God te verwoorden en te verbeelden, voorgesteld zoals dat op iconen gebeurt (zie hoger).
Fano doet dat anders.

Mogelijke vragen bij het bekijken van de illustratie:
- Wat zie je op deze illustratie?
('Tabor'; figuur met driehoek achter zijn hoofd; figuur die uit het kleed van de grote figuur komt, drie mannen met baarden die naar het gebeurde kijken)

- Wie zou de kunstenaar willen voorstellen met de figuur met de driehoek achter zijn hoofd?

- Wat zou Fano willen zeggen met de 'uitgeknipte figuur'?
(de witte figuur is 'uit hetzelfde hout gesneden' als de grote figuur)

- Wat zouden de drie mannen met baarden vooral zien?
(Jezus; ook de band tussen Jezus en God)

Bezorg de kinderen de illustratie hieronder:

Fano Transfig Tek

Ze tekenen bij elk van de figuren op het blad een tekstballon, waarin ze schrijven wat die persoon denkt of zegt.





DOEN

Over bergen en dalen

De kinderen tekenen op een vel papier bergen en dalen. Ze schrijven/of tekenen bovenop de berg ervaringen uit hun leven die ze als hoogtepunt ervaren. In het dal schrijven ze wat ze als dieptepunten ervaren. Als je een golvende lijn ziet, blijkt dat het leven van mensen bestaat uit hoogtepunten en dieptepunten.





MEDITEREN

De berg opgaan

(H. Braecke)

Wie de berg opgaat,
zich in stilte terugtrekt
en zich dicht bij God mag weten en voelen,
krijgt uitzicht op wat komen moet.
Dit doet opstaan
om naar anderen toe te gaan
en Gods droom samen waar te maken.





Jongeren

SPREKEN MET BEELDEN

Een tekst vol symboolgeladen woorden

BERG
Plaats waar de hemel de aarde schijnt te raken en zo het beeld voor de ontmoeting tussen God en mens. In de Bijbel is de berg de plaats waar God zich laat kennen: Mozes (Sinaï / Horeb); Elia (Sinaï / Horeb); Jezus (Tabor)
Veel kerken en heiligdommen liggen op de top van een berg.
Waar in de natuur geen bergen voorkwamen, bouwde men gebouw dat een berg suggereerde: toren van Babel (Ziggurat); piramide ...


WIT
Kenmerk van de sfeer van God.
In veel godsdiensten verwijst 'wit' naar het goddelijke. (witte stralenkrans; witte kledij ...)


TENT
Symbool van Gods nabijheid bij zijn volk. (vgl tabernakel)
De tabernakel was de tent waarin het joodse volk tijdens de uittocht uit Egypte de ark van het verbond bewaarde. Overal waar ze gingen, ging die tent mee. God ging (letterlijk) samen met zijn volk. Later werd dit woord gebruikt voor het kluisje (het tabernakel) waarin geconsacreerde hosties worden bewaard. Soms herinnert de vorm aan de buitenkant nog aan een tent, soms de stoffen afwerking van het kastje binnenin.


WOLK
Verwijst naar de geheimzinnige, ongrijpbare, overweldigende aanwezigheid van God.
Een wolk van wierook kan dit geheimzinnige, ongrijpbare oproepen.


MOZES
Mozes (Egyptisch = uit het water gered)
Vertegenwoordigt de wet. In de lijn van de betekenis van zijn naam leidde hij het joodse volk uit Egypte door de Rode Zee naar het beloofde land.


ELIA
Elia (Hebreeuws = Mijn God is Jahwe)
Vertegenwoordigt de profeten. Heel zijn leven was een afwijzen van de afgodendienst en het centraal stellen van Jahwe.


ZOON
In Jezus kan men God zien en horen. In Hem kan men de aanwezigheid van God aanvoelen.
Zo de vader, zo de zoon
Een aardje naar zijn vaartje


SLAAP
Er niet bij zijn, niet beseffen wat God aan het doen is.
Maar ook: kennen vanuit het onderbewuste, komen tot een klare kijk op een zaak.





VERDIEPEN

Wat Henry Martinn vertelt

Henry Martinn maakte deze illustratie.
Lees eerst de Bijbeltekst die erbij hoort.
- Herken je de figuren die afgebeeld werden?
- Hoe maakt de kunstenaar het 'verblindend licht' duidelijk?
- Hoe maakt hij duidelijk dat de wolk 'spreekt'?
- Wat voegt hij toe aan de tekst?
(Let op de bolhoed)
- Wat zouden de drie figuren uit de voorgrond denken?
(Houd rekening met hun houding, kleding en gelaatsuitdrukking)





Overwegingen

Jan Wuyts pr.

Wie is Jezus? (2017)

Tot voor kort vond ik telkens een uitvlucht om niet over dit evangelie te hoeven preken. Ik had het daar moeilijk mee. Tot ik moest voorgaan bij de kruisoplegging van de vormelingen. Hadden ze in die parochie toch dit evangelie van de gedaanteverandering gekozen. Breng dit verhaal maar bij jonge gasten van twaalf jaar. Deze uitdaging verplichtte mij tot op het bot uit te zoeken waar dat vreemde verhaal eigenlijk op slaat.

Voor alle duidelijkheid en om vluchtwegen te vermijden: de gedaanteverandering is een antwoord op de vraag: 'wie is Jezus?' Dit pad blijven we behandelen. De rest is naast de kwestie.
Het tijdstip waarop die vraag gesteld werd, is belangrijk. Die vraag over Jezus werd gesteld na al wat de apostelen en de eerste christenen hadden meegemaakt: zijn korte leven tussen hen, zijn lijden, zijn dood; na Pasen de ervaring van zijn levende aanwezigheid. De vraag leefde sterk: wie was die man eigenlijk? Er is met Hem blijkbaar veel meer aan de hand dan met gewone stervelingen, zoals wij. Wat was dat ‘meer’, wat was er anders? Joden maken dan geen psychologisch profiel om Jezus’ persoonlijkheid te beschrijven. Joden vertellen dan een verhaal. En als ze meer willen vertellen dan wat iedereen kan zien en horen, dan vertellen ze een droom. En daar kunnen ze alle wegen mee uit. In een droom kan alles gebeuren. De eerste lezing vertelde zulke droom van een zekere Daniël. De apostelen kenden die droom. Ze hebben daar waarschijnlijk aan gedacht, toen ze de droom van Daniël op Jezus toepasten. In het boek Daniël wordt die droom een visioen genoemd. Dit betekent dat de droom een visie bevat op iets waar we alleen met onze zintuigen niet bij kunnen.

Het verhaal, het visioen zit knap ineen. Eerst wordt gezegd wanneer het gebeurde, wie van de partij was en waar het zich afspeelde. En dan gebeuren er vreemde dingen die alleen in een droom voorkomen. Jezus’ gezicht straalt als de zon en zijn kleren worden wit als licht. Plots staan Mozes en Elia - figuren uit een eeuwenver verleden - met Hem te praten. Een stoorzender, Petrus, onderbreekt de droom. Toch gaat die verder in een tweede toneel. ‘De schaduw van een stralende wolk (!)’ schuift over het trio en de wolk blijkt zoals in sprookjes een sprekende wolk te zijn. Eerst is er wat te zien, dan is er ook wat te horen. De wolk wijst als het ware naar Jezus en zegt: ‘Die hoort bij Mij, Ik ben erg blij om Hem. Jullie doen er goed aan naar Hem te luisteren.’ En plotseling, zoals het kwam, zo verdwijnt het hele tafereel. Zo gaat dat met dromen. Jezus stelt hen op hun gemak. Hij vraagt wel: ‘Wat jullie gezien en gehoord hebben, houd dat voor u, want niemand zal jullie geloven.’

Dit visioen moest dus een antwoord geven op de vraag: wie was, wie is Jezus ten diepste? Het wijst op twee aspecten van Jezus’ diepste wezen. Zijn ware gedaante is de gedaante van God. Hij is meer dan een zeer bijzondere man, een geweldig voorbeeld. Hij is beeld van God, Johannes zegt: woord van God. In Hem spreekt God zich uit, in Hem drukt God zich uit. Een tweede aspect in dit visioen is dat God zich uitspreekt in een mens die volop deel uitmaakt van de menselijke geschiedenis. Jezus staat in de rij van grote religieuze figuren, van wie er twee model staan, Mozes en Elia, mensen die naast zoveel anderen aan het fenomeen religie heel eigen kleuren hebben gegeven. Die twee aspecten komen tenslotte nogmaals samen in de goddelijk stem uit de wolk: ‘In deze mens heb ik het gezien, luister naar Hem.’

Wie is Jezus? Jezus is niet slechts een van de vele bevlogen figuren die religies hebben voortgebracht. In Hem licht God op unieke wijze op. Hij is tevens honderd procent een mensenkind. Ook wij mogen, met Jezus als grote broer, Gods dochters en zonen zijn, zijn kinderen, en nog wel zijn geliefde kinderen.



Frans Mistiaen s.j.

Wees niet bang een mens te worden naar Gods hart!

Jezus beleefde op de berg een Godsontmoeting.
Daar mocht Hij nog eens ervaren
welke Zijn eigen zending, Zijn persoonlijke roeping was.
Helemaal in de lijn van de grote godsmannen van de joodse traditie
- Mozes, de leider van het volk en Elia, de grootste profeet -
was Hij zeker ‘Bemiddelaar’ was tussen Jahweh-God en de mensen.
Maar de stem uit de wolk maakte Hem bewust
dat Zijn roeping nog unieker was dan die van Zijn voorlopers,
dat Hij niet alleen Bemiddelaar was tussen de mensen en God,
maar dat Hij de “Zoon” van de “Vader” was.
En daarmee worden twee belangrijke accenten gelegd:
nl. dat God een “liefhebbende” God is
en dat Jezus door deze God “ten diepste wordt bemind”.
Dat is de kern van Jezus' en ook van onze gelovige ervaring:
wij ervaren ons door God bemind
zoals een Vader zijn geliefd kind bemint!
Niet bespied, niet beoordeeld, niet opgevorderd tot onderdanigheid,
maar op de eerste plaats zielsgeliefd, hartelijk bemind.
Dat is de meest fundamentele christelijke ervaring.
"Ik ben een beminnenswaardige mens!
God laat mij voelen dat ik de moeite waard ben om bemind te worden,
en daardoor in staat ben om zelf te beminnen."
In onze relatie tot God moeten wij dus geen schrik hebben
voor een ontzagwekkende, verre, veeleisende Meester,
maar mogen wij onze aanhankelijkheid en dankbaarheid tonen
tegenover een mens-nabije en hartelijke Vader,
die wij mogen beminnen als liefhebbende zonen en dochters

Liefde en dwang gaan niet samen.
In onze gewone menselijke relaties niet,
en ook in de christelijke geloofsrelatie niet.
Ons geloof is geen geloof uit verplichting, omdat het zou moeten
vanwege de Almachtige, of vanwege de Kerk,
of vanuit een druk van de groep.
Als wij geloven, dan geloven wij
uit dankbaarheid voor het gratis liefdesaanbod
van een God die Vader wil zijn
en wiens liefhebbende zonen en dochters wij,
uit zelfgekozen vrije wederliefde, willen worden.
Jezus zegt ons dus vandaag:
"Wees niet bang om Gods aanwezigheid te ervaren in uw leven,
want Hij heeft een hart voor u!"

Die stem van God klinkt vanuit de wolk op de berg,
zoals zij klinkt vanuit ons eigen binnenste
en zij zegt ons ook vandaag nogmaals:
"Dit is Mijn welbeminde Zoon. Luister naar Hem!"
Gods stem verplettert dus niet, maar nodigt allen uit te luisteren.
Jezus heeft ervaren dat het Zijn taak was, als Zoon,
aan zoveel mogelijk mensen te laten aanvoelen
dat de stem van die uitnodigende God van Liefde ook hoorbaar was
in de eerlijkste verlangens van elk mensenhart,
in de diepste betrachtingen van elke cultuur.
Daarom zag Hij het stilaan meer en meer als Zijn opdracht
toch naar Jeruzalem te trekken, naar het centrum van het land,
als symbool van de openheid naar allen,
om aan heel het volk, ja, aan heel de wereld en aan iedereen,
datzelfde duidelijk te maken: "Mensen, gij wordt bemind!
Gij zijt de moeite waard geliefd te worden
en gij hebt een hart om te beminnen!
Wat er ook gebeurd is, wat er ook gebeurt,
in uw hart zit de mogelijkheid om op het leven te antwoorden
niet uit slaafse onderdanigheid of dwang,
maar als vrije mensen, met wederliefde."

Jezus zegt ons dus vandaag ook:
"Wees niet bang voor Gods stem, want Hij dwingt u niet,
maar Hij nodigt u uit en spreekt uw vrijheid aan!"

Na de top-ervaring worden, zowel Jezus als wij, van de berg
terug naar beneden, naar de vallei van ons alledaagse taken gezonden.
En - wij moeten ons geen illusies maken -
daar kronkelt een moeilijke weg.
De weg van een doodgewoon mensenleven
is immers getekend door de dagelijkse strijd
tégen het kwade, vóór het goede,
tégen onze gemakzucht en zelfzucht,
vóór grotere waarachtigheid en hechtere verbondenheid.
Die weg zal Jezus voeren naar die andere berg, Calvarie.
Ook onze weg wordt, doorheen vallen en opstaan
onvermijdelijk een weg die alleen doorheen strijd en lijden
voert naar de heerlijkheid.
Bij dat verder trekken,
hebben wij als enige betrouwbare Gids alleen Jezus.
"Toen de leerlingen hun open opsloegen,
zagen zij niemand meer dan alleen Jezus."
Hij is betrouwbaar omdat in Hem
God Zelf als Tochtgenoot mee stapt.
Door Jezus’ liefdeskracht wordt onze levensweg
een weg met Gods hulp, een weg naar écht leven.

Jezus zegt ons dus ook nog:
"Wees er ook niet bang voor
onderweg God als Tochtgenoot te ervaren!"

Vanuit Zijn top-ervaring op de berg
herhaalt Jezus tot ieder van ons vandaag:
"Wees niet bang!
Wees niet bang voor Gods aanwezigheid in uw leven,
want Hij heeft, zoals een Vader, een hart voor u, !
Wees niet bang voor Gods stem in uw ziel,
want Hij spreekt uw vrijheid aan!
Wees niet bang voor Gods kracht op uw weg,
want Hij voert u naar echt leven!
Wees niet bang
om een man of vrouw te worden naar Gods hart!"



Marc Galant, trappist (Orval)

Een nieuw perspectief (2017)

Het is van belang de lijn te zien in de omstandigheden die geleid hebben tot de gedaanteverandering.
Jezus bevindt zich in een ongemakkelijke situatie. Enerzijds beantwoordt zijn zending aan een verwachting: er is volkstoeloop om naar Hem te luisteren, vertrouwvol komt men tot Hem met de zieken (Matteüs 15, 29-31), en het enthousiasme bereikt zijn hoogtepunt bij de broodvermenigvuldiging (Johannes 6, 15).

Anderzijds verwekt Jezus een groeiende vijandigheid in het milieu van Schriftgeleerden en farizeeën. De leidende kaste der Sadduceeën heeft zelfs reeds vanuit Jeruzalem onderzoekers gestuurd om bezwarende bewijzen tegen Hem te verzamelen (Matteüs 15,1). Als Jezus verneemt dat Johannes de Doper, die zelf ook de massa bijeen kreeg, terechtgesteld werd (Matteüs 14, 13), verlaat hij het land om zich in veiligheid te brengen in de streek van Caesarea van Philippus, bij de bronnen van de Jordaan, in de huidige Golan. Jezus is overigens toch ook wel wat ontmoedigd omdat de massa de kern van zijn boodschap niet echt begrijpt, en Hem neemt voor de reïncarnatie van een of andere profeet (Matteüs 16, 14).

Daar, in de eenzaamheid en het gebed, doorziet Jezus de mislukking van zijn zending. Hij voorziet reeds zijn aanhouding en terechtstelling. Maar Hij is beslist om de zending die de Vader Hem heeft toevertrouwd door te zetten. Hij begint meteen zijn leerlingen voor te bereiden op het perspectief van zijn aanhouding en dood. De aankondiging van zijn passie (Matteüs 16, 21 v.) veroorzaakt echter een crisis bij zijn apostelen die Jezus’ defaitisme niet zien zitten, juist nu zijn populariteit op een hoogtepunt staat. Petrus probeert Jezus tot andere gevoelens te brengen, maar hij wordt bars afgescheept met een ‘weg, achter mij, Satan’ (Matteüs 16, 23).

In een zware communicatiecrisis is samen spreken misschien niet meer mogelijk, maar men kan nog altijd samen bidden. Jezus neemt zijn drie intieme getrouwen met zich mee om te gaan bidden. Bidden is lichtgevend. In het gebed kunnen we mislukking aanvaarden, en dit aanvaarden maakt een innerlijke gedaanteverandering mogelijk die toelaat de mislukking te boven te komen. Om het verhaal te brengen van die centrale ervaring in Jezus’ zending, wijkt Matteüs niet af van zijn symbolische voorstelling van Jezus als de tweede Mozes. De gelijkenis met de ervaring van Mozes op de Sinaï is sprekend. Mozes brengt er drie gezellen mee (Exodus 24, 9, vgl. Mt 17, 1). ‘Zes dagen later’ (Exodus 24, 16, vgl. Matteüs 17, 1), ontvangt hij de openbaring van God, en maakt hij een transfiguratie door (Ex 43,29).
Jezus kent een identieke ervaring. In het gebed ontvangt hij zijn situatie te kunnen aanvaarden, en zich erover met “Mozes en Elias” te onderhouden.