Loading...
 

Matteüs 18, 12-14

T Kaiser YmR9vxymJA8 Unsplash

Foto van T. Kaiser in Unsplash


…page…

Matteüs 18, 12-14: Over een verdwaald schaap

Matteüs 18, 12-14 // - // Lucas 15, 3-7



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1637)

Jezus zei: ‘Stel dat iemand honderd schapen heeft, maar hij raakt er één kwijt. Wat zal hij dan doen? Hij laat de 99 andere schapen in de heuvels achter. En hij gaat op zoek naar dat ene schaap dat hij kwijt is. En als hij het vindt, dan is hij blij. Luister goed naar mijn woorden: Dat ene schaap maakt hem gelukkiger dan alle andere schapen die hij niet kwijt was.
Zo is het ook met jullie Vader in de hemel. Hij wil niet één gelovige kwijtraken.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Wat denken jullie?

Wanneer een man honderd schapen heeft
en een daarvan verdwaalt,
laat hij dan niet de negenennegentig alleen in de bergen
om op zoek te gaan naar het verdwaalde?
En als hij het vindt,
echt waar Ik zeg jullie,
dan zal hij voor dat ene schaap meer blij zijn
dan voor de negenennegentig
die niet verdwaald waren.

Zo ook wil jullie Vader in de hemel niet
dat een van deze kleinen verloren gaat.



Stilstaan bij …

Schapen
Voorzien in de behoefte aan melk, kaas, vlees en huiden voor de kleding. Van de wol werden jassen en mantels gemaakt.
Ze werden ook als offer gebruikt.

Honderd schapen
Een kudde van honderd schapen was in Palestina een middelmatig grote kudde. De herder ervan kon zich nog een huurling / knecht veroorloven.

Zoeken
De profeet Ezechiël zag in het handelen van de herder het beeld van wie God is:
‘Het verdwaalde dier zal Ik zoeken, het verlaten dier terughalen,
het gewonde dier verbinden, het zieke dier sterken.’

(Ezechiël 34, 16)





Bij de tekst

Spreken met beelden

Herders zorgden voor schapen, geiten, en soms ook voor kamelen. Een herder had verschillende taken:
. Hij moest zorgen voor voldoende eten en drinken voor zijn kudde
. Hij moest de kudde beschermen tegen wilde dieren.
. Hij moest zorgen dat de dieren niet gestolen werden door rovers
. Hij moest de dieren veilig begeleiden.

In de Bijbel worden leiders en koningen soms vergeleken met herders: op dezelfde manier moesten ze goed zorgden voor hun volk. Ook wordt het beeld van de herder regelmatig gebruikt om over God te spreken. Bijvoorbeeld:
. Psalm 23
. Jeremia 31, 10
. Johannes 10, 11-18



Schuld?

Was het schaap verdwaald? Was het weggelopen?
Door daar niets over te zeggen maakt Jezus duidelijk dat niet iedereen die 'verloren' raakt, daar zelf schuldig aan is, en doet Hij zijn luisteraars anders kijken naar 'zondige' mensen.





Bijbel en kunst

ARCABAS

Het verloren schaap

Arcabas Verloren Schaap

Een kind van acht jaar zei bij het zien van dit schilderij: 'Die herder is zo tevreden dat hij zijn schaap heeft teruggevonden, dat zijn hoofd ontploft en de hemel in zijn hoofd binnengaat.'





D. OSSINGA

Het verloren schaap

Ossinga

Dit brandglas (Goede Herderkerk - Leeuwarden) werd gemaakt door het atelier Bogtman te Haarlem, naar een ontwerp van schilderglazenier Dick Osinga (Leeuwarden). Het glas hiervoor komt uit dezelfde fabriek waar ook de bekende Russisch-Joodse kunstenaar Marc Chagall zijn glas haalde.





Suggesties

Kleine kinderen

KENNISMAKEN MET DE PARABEL

Een schaap verdwaald

Vertel:
Een herder heeft honderd schapen.
Hij zorgt goed voor zijn dieren.
's Avonds ziet hij dat hij een schaap tekort heeft.

- Wat zal de herder nu doen?
De kinderen tekenen wat zij denken dat de herder doet.
Bespreek de verschillende mogelijkheden met de kinderen.
Vertel het vervolg van het verhaal:

De herder gaat overal op zoek.
Als hij het schaap gevonden heeft,
legt hij het op zijn schouders.
Hij danst blij naar huis.



Ga in op de betekenis van deze parabel:
God is als de eigenaar van de honderd schapen.
Hij vindt ieder mens belangrijk, Hij is met iedereen begaan.
De kinderen tekenen een herder die vol blijdschap terugkomt.





INLEVEN

Bibliodrama

Leef jezelf in als ‘herder’. Maak dit aan de kinderen duidelijk door een hoed op te zetten of een stok in de hand te nemen. Nodig ze uit om schaap te spelen en mee te stappen naar de weide. Ga op stap in het lokaal en laat de schapen drinken aan een rivier en eten van het malse gras in de weide.
Spreek één kind aan dat zich mag verstoppen.
Ga terug naar de kring (de stal) met alle schapen. Tel ze. Leef je in in de angst van de herder als hij merkt dat er een schaapje weg is.
Laat alle schapen in de stal en ga op zoek naar het verloren schaapje. Het schaapje dat achterblijft mag met belletjes rinkelen, het geblaat nadoen en de herder ‘roepen’.
Als je het schaapje vindt krijgt het een knuffel en draag je het terug naar de andere schapen in de stal. De herder en alle schapen zijn blij!


TIP
De kinderen zullen dit een aantal keer willen spelen. Laat telkens een ander kind het ‘achtergebleven schaapje’ spelen.
Laat de kinderen ervaren dat ze er allemaal bij horen, dat er grote vreugde is wanneer ze er allemaal zijn.



Tafelpoppenspel

Vooraf
Zorg voor net zoveel schaapjes (watten / wol) als er kinderen zijn + één schaapje waar de begeleider voor zorgt.
Zorg voor een herder (staande figuur met een stok in de handen en eventueel een herdershond erbij.
Zet een tafel klaar. Plaats een struik op de tafel, of iets wat daarvoor kan doorgaan.
Maak op de tafel een 'stal': een omheining waarbinnen de schaapjes bijeen zijn.


Verloop
Ga samen met de schaapjes op weg.
De herder loopt vooraan om de weg te wijzen,
of achteraan om te zien of alle schaapjes wel bijeen blijven.
Eerst telt de herder hoeveel schaapjes er zijn.
De herder zegt aan de schaapjes: 'Blijf dicht bij elkaar.'
Eén schaapje huppelt steeds achter en blijft overal kijken.
De herder stapt steeds verder en verdwijnt met de andere schapen. Maar dat ziet het schaapje niet.
Plotseling merkt het dat het alleen is achtergebleven.
- Hallo? Waar zijn jullie? roept het.
Jullie zijn toch niet zonder mij weggegaan? Kom me halen!
Het schaapje is verdrietig en bang.
Huilend verstopt het zich achter een struik.
De herder komt tevoorschijn met de andere schaapjes.
Hij telt ze en ontdekt zo dat Iny ontbreekt.
De herder gaat zoeken. Hij zoekt en zoekt en zoekt …
tot hij het schaapje gevonden heeft. ‘Daar ben je, mijn klein schaapje!’
Wat zijn ze blij!
De herder, het schaapje dat verloren was en de andere schaapjes!
Nu legt de herder het schaapje op zijn schouders. Dat is fijn!
Samen gaan ze terug naar de stal.



TIP
In een kleine groep kunnen de kinderen hun eigen schaapje zelf verplaatsen.
In een grote groep doen enkele kinderen dat. Hierbij kun je een beurtrol voorzien.





BELEVEN

Verloren!

Verstop een schaapje of een andere knuffel in het lokaal.
Vertel dat schaapje verloren is. Laat de kinderen het schaapje zoeken.
Als ze het schaapje gevonden hebben, troosten ze het.





SPELENDERWIJS

Zoek het verloren schaapje

Materiaal
Klik hier voor een blad met doolhof.
Gewoon potlood, kleurportloden.


Verloop
Vertel over een herder die honderd schapen had en er één kwijt was ...
Na het verhaal tekenen de kinderen eerst zichzelf onderaan het doolhof.
Nu zijn zij de redder die op zoek gaat naar het schaapje.
De kinderen zoeken de weg in het doolhof met een gewoon potlood.
Daarna kleuren ze de weg die naar het schaapje leidt.





VERTELLEN

Nijntje

Jasper krijgt van papa en mama een kartonnen doos.
Wat zat daar in: een konijntje!
Samen met papa timmert hij een stevig hok in elkaar.
Jasper helpt om de planken te zagen, te meten, te passen
en hij geeft de spijkers aan.
Jasper neemt nog wat strooisel en wat voer en legt het in het hok.
Dan gaat hij naar de kartonnen doos en neemt het konijntje eruit.
Hij wil er mee spelen, maar Nijntje loopt weg!
Jasper loopt het achterna en vangt het.
Hij bekijkt Nijntje langs alle kanten.
Het springt wat rond en Jasper doet dat na.

Mama roept: 'Jasper, GSM van Micky. Hij wil je iets vragen'
Jasper neemt de GSM: 'Hallo, Micky.
Weet je, ik heb een konijntje gekregen.
Papa en ik hebben er een hok voor gemaakt.
Wil je Nijntje ook zien?' Dat wil Micky wel.
Jasper legt de GSM neer en rent de tuin in naar zijn konijntje.

Maar waar is Nijntje?
Jasper begint te zoeken. Onder de struiken, in de voortuin...
Misschien onder de dennetjes achter in de tuin of tussen de bomen.
Nergens ziet hij Nijntje.
Hij gaat op het gras zitten en is heel verdrietig.
Het is zijn eigen domme schuld.
Hij had Nijntje maar in een doos moeten zetten.

Plotseling voelt hij iets zachts aan zijn hand.
Hij kijkt op en ziet Nijntje. Hij neemt het diertje op
en steekt het blij omhoog in de lucht.
Micky komt net aan. Jasper vertelt hem het hele verhaal.
Ook Micky is blij dat hij zijn konijntje heeft weergevonden.



Sam is verloren

(C. LETERME e.a., Zes kruiken wijn, Standaard educatieve uitgeverij, p. 52-53)

Volgende week begint de school.
Dan mag Lien naar de eerste klas. Daar is ze erg blij om.
Samen met papa en mama gaat ze naar de stad
om een grote boekentas te kopen.
Want als je leert lezen en schrijven,
moet je ook boeken naar huis meenemen.

Sam mag ook mee.
Hij winkelt graag, daarom zingt hij de hele tijd in de auto
tot mama een parkeerplaats heeft gevonden.
Even laten zijn ze in een heel groot warenhuis
op de afdeling waar de boekentassen staan.
Er zijn heel veel boekentassen, grote en kleine
en in allerlei kleuren.

Papa en mama bekijken al die boekentassen
en ook Lien kijkt heel goed mee,
want het wordt haar eerste echte boekentas,
en dat is niet niks!
Dan ziet papa een klein boekentasje en hij denkt:
dat zou niet iets voor Sam zijn.
Maar waar is Sam?
Papa kijkt waar mama is - die kijkt naar de boekentassen,
maar Sam is er niet bij.
Dan ziet papa Lien: 'Heb jij Sam gezien?'
'Nee papa, ' zegt ze.
Papa kijkt overal rond: nergens is Sam te zien.
Dan vraagt hij aan mama of zij Sam heeft gezien.
'Nee,' zegt mama, 'ik dacht dat Sam bij jou was.'

Misschien is Sam wel op straat. Papa loopt vlug de winkel uit.
Maar ook daar is Sam niet te zien.

Ondertussen is mama naar de andere kant van de winkel gegaan,
ze kunnen Sam nergens vinden.
Papa en mama zijn nu erg ongerust.
Wat kan er toch gebeurd zijn? waar is Sam nu?
Niemand denkt nog aan de boekentas.
Papa en mama weten niet goed wat ze moeten doen.
En Lien wordt een beetje verdrietig.
Dan zegt een stem uit de luidspreker:
'Kleine jongen wacht op zijn ouders aan de kassa.'
Papa, mama en Lien lopen tussen al de rekken door naar de kassa.
Daar zit Sam bovenop de kassa.
Hij praat heel lief en rustig met een juffrouw van de winkel.
Wat zijn papa en mama blij:
ze waren zo bang geweest dat er iets ergs met Sam was gebeurd...

Nu mag Sam papa niet meer loslaten
- want papa wil zijn lieve Sam nog niet kwijt.



Waar ben je?

(Lichte bewerking van een verhaal in: TOV 1e leerjaar, p. 182)

Sander is blij. Hij mag met zijn mama naar de speeltuin.
Wat neemt Sander mee?
Een emmer met daarin zijn schep en harkje en Piep, zijn liefste knuffel.

Daar is de speeltuin.
- Kom Piep, we gaan glijden op de glijbaan.
Sander neemt Piep goed vast.
Roetsss... wat gaat de glijbaan snel.
Sander moet heel hard lachen. Het kriebelt in zijn buik.

- Hé, daar is de zandbak.
Kom Piep, we maken een diepe put.
Sander begint meteen te scheppen.

- Nu ga ik klimmen, zegt Sander.
Piep blijft alleen achter.
Is Sander hem vergeten?
Sander wil helemaal naar boven klimmen.
Wanneer hij er bijna is, wordt hij heel bang.
Hij houdt zich goed vast, zodat hij niet kan vallen.
Hij durft niet nog hoger te klimmen.
Piep is ook bang.
Hij ligt daar zo alleen in de zandbak.
Maar gelukkig is Sander al terug beneden.
Nu komt hij me vast halen, denkt Piep.
Maar Sander loopt de zandbak zo voorbij en gaat schommelen.
Eerst probeert hij dat alleen, maar dat lukt niet.
Mama komt hem even duwen.
- Kom, nu hebben we genoeg geschommeld.
We gaan naar huis, zegt mama.
- Neen, zegt Sander, ik wil nog op de wip.
Ik ben nog niet klaar met spelen.
Sander kijkt boos naar mama.
- We komen zeker nog eens terug, zegt mama.
Dan geeft Sander een hand aan mama
en samen stappen ze naar de auto.

Piep ziet dat.
Hij wordt erg bang. Straks wordt het koud en donker.
En Sander zal ook niet kunnen slapen zonder Piep.
Wanneer Sander aan de auto komt, denkt hij aan Piep.
Hij laat mama's hand los en loopt naar de zandbak.
- Kom Sander, het is echt tijd om naar huis te gaan, roept mama boos.
Maar Sander hoort mama niet. Hij is al bij de zandbak.
- Hé Piep, ben je hier nog aan het spelen?
Kom maar mee, mama wacht op ons. We moeten naar huis.
Wat is Piep blij dat Sander hem niet vergeten is.





DOEN

Witte en zwarte ’pompon’-schaapjes

Ponpomschaap

Materiaal
Zwarte en witte wol (voor zwarte en witte schaapjes), wiebelogen (of knoopjes, of draad waarmee je oogjes kunt borduren), dikke naald waar verschillende draden wol door kunnen, witte en zwarte vilt, schaar, karton, textiellijm.



Werkwijze
Knip twee cirkels met een diameter van 6,5cm uit een stuk karton. Knip een ronde opening in het midden van beide cirkels. Maak deze opening niet te klein.
Wikkel de wol zo gelijkmatig mogelijk rond de kartonnen schijven. Doe dit zo lang tot het gat in het midden goed vol is. Gebruik hiervoor een dikke naald. Knip dan de wol tussen de twee kartonnetjes. Houd daarvoor je duim stevig op de wol en verplaats je duim voorzichtig tijdens het knippen.
Neem twee draden wol en trek die tussen de twee cirkels door. Trek ze stevig aan en knoop goed vast. Trek dan voorzichtig de kartonnen cirkels uit de pompon of scheur ze open. Knip de pompon bij zodat die mooi rond wordt.
Knip dan een schapenkopje uit vilt. Plak er met textiellijm twee oogjes op (of naai er twee kleine knoopjes op of borduur twee oogjes met draad). Plak het kopje op de pompon.
Maak vier pootjes van stevig karton. Plak die daarna vast onder het schaapje.



TIPS
. Zoek op het internet hoe je pompons kunt maken.
. Je kunt je voor het kopje ook inspireren op dit schaapje:
Tekening Schaapje






Grote kinderen

KENNISMAKEN MET DE PARABEL

Een herder had honderd schapen

Vertel over een herder, over de schaapskooi, over de gevaren....
Vertel hoe de herder zich verdedigt t.o.v. wilde dieren
(slinger en steentje)
Vertel dat herders hun schapen kennen - en dat ze ze elke avond tellen.
Herders leven bij hun schapen, overnachten buiten of in een grot of stal.

Vertel over een herder die honderd schapen heeft. Hij is bezorgd om zijn dieren ... 's Avonds ontdekt hij dat er een schaap achterbleef.
- Wat denk je dat die herder nu doet?





OP STAP

Een herder en zijn schapen

Neem contact met www.kempvzw.be om de mogelijkheid te onderzoeken voor een kennismaking met schapen en hun herders.