Inhoudstabel
…page…
Psalm 49: In de dood kan men niets meenemen
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1637)
Een lied van de Korachieten. Voor de zangleider.
Volken op aarde, luister.
Bewoners van de wereld, luister goed.
Mensen met macht en gewone mensen,
armen en rijken,
luister allemaal goed!
Wijze woorden wil ik spreken,
waar ik goed over nagedacht heb.
Wijze lessen heb ik geleerd.
Nu vertel ik ze door in mijn lied.
Ik ben niet bang als er gevaar dreigt.
Ik ben niet bang als mijn vijanden mij kwaad doen.
Zij denken dat hun geld hen helpt,
ze laten graag zien hoe rijk ze zijn.
Maar ze kunnen niemand beschermen tegen de dood,
zichzelf niet en een ander niet.
Ze kunnen het leven niet van God kopen.
Want een leven is te duur,
niemand kan dat betalen, nooit.
Geen mens kan altijd blijven leven.
Iedereen gaat dood en wordt begraven.
Iedereen zal sterven,
alle wijze en alle domme mensen.
Ze moeten alles achterlaten.
Het graf is voor altijd hun huis.
Daar wonen ze voorgoed,
ook al zijn ze nog zo rijk.
Al hebben ze nog zo veel geld,
ze gaan dood, net als de dieren.
Dan wordt het donker om hen heen.
Zo gaat het met mensen
die denken dat ze alles zelf kunnen.
Zo gaat het met mensen
die domme dingen zeggen
en denken dat ze wijs zijn.
Zij gaan allemaal naar het land van de dood.
Ze zijn onderweg naar hun graf,
naar de plaats waar ze niemand meer zijn,
en waar niets van ze overblijft.
Maar God zal mijn leven beschermen.
Hij haalt mij weg uit het land van de dood.
Wees niet bang als iemand steeds rijker wordt,
als hij veel meer heeft dan jij.
Bij zijn dood kan hij niets meenemen.
Zijn rijkdom gaat niet mee in zijn graf.
Misschien is hij wel trots op zijn succes
en wenst iedereen hem geluk.
Maar hij gaat dood, net als zijn voorouders.
Hij zal het daglicht nooit meer zien.
Een mens met veel geld, maar zonder verstand,
is niet meer dan een dier dat doodgaat.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Voor de koorleider. Van de Korachieten.
Een psalm.
Luister naar mijn woorden, alle volken,
luister allemaal, bewoners van de wereld,
gewone mensen en belangrijke,
rijken en armen zonder onderscheid.
Wat mijn mond zegt is wijsheid,
inzicht spreekt in mijn hart:
ik neig mijn oor om te leren,
en onthul mijn geheim bij de citer.
Ik ben niet bang in donkere dagen
als de sluwheid van boosdoeners me omringt.
Ze vertrouwen op hun machtig bezit,
en beroemen zich op hun overvloed.
Weet: niemand kan zich daarmee vrijkopen,
of kan ooit aan God zijn losprijs betalen.
De prijs voor zijn leven is te hoog,
en is onvoldoende voor de eeuwigheid.
Kan een mens soms voor eeuwig voortleven,
en nooit de kuil van het graf zien?
Iedereen ziet: wijze mensen sterven,
en wie dwaas is en dom komt ook aan zijn einde.
Hun bezit komt in handen van anderen.
Het graf wordt hun blijvend huis,
hun woning van generatie op generatie,
ook al gaven ze hun naam aan domeinen!
De mens blijft niet wonen in zijn rijkdom:
als een dier komt hij aan zijn einde.
Zo loopt het af met wie op zichzelf vertrouwt,
zo vergaat het wie graag zijn mond roert.
Zij dalen als schapen in de afgrond,
de dood was hun herder.
Regelrecht zonken ze in de groeve,
waar hun lichaam zal vergaan in het huis van de dood.
Maar God zal me bevrijden uit de greep van het dodenrijk:
Hij neemt me tot zich.
Wees niet bang wanneer iemand erg rijk wordt
en zijn huis in belang toeneemt:
niets daarvan neemt hij mee bij zijn dood,
zijn glorie gaat hem niet achterna.
Ook al prijst een mens zich gelukkig met zijn leven,
oogst hij roem omdat hij welvarend werd,
hij komt in de kring van zijn voorouders,
die nooit meer het zonlicht zullen zien.
Een mens die rijk is, maar zonder inzicht
is als een dier dat aan zijn einde komt.
Stilstaan bij …
Korachieten
Dit waren tempelzangers. Een twaalftal psalmen werd voor hen gemaakt, om te zingen in de tempel of wanneer de koning ging strijden. Ze worden ook ‘zonen van Korach’ genoemd, naar de man die in opstand kwam tegen Mozes en Aäron, toen de Israëlieten veertig jaar door de woestijn trokken vanuit Egypte naar het Beloofde Land Kanaän. Omdat Korach uit de stam Levi was, was het normaal dat zijn zonen / nageslacht later in de tempel te Jeruzalem zouden dienen, want dit was voorbehouden aan de stam Levi. Psalm 49 is een van de twaalf psalmen die toegeschreven zijn aan de zonen van Korach.
Bij de tekst
Betekenis
Een wijs persoon hoeft zich niet onzeker te voelen tegenover een rijke dwaas. Want niemand kan eeuwig leven kopen.
’Wijsheid’-psalm
Een ‘wijsheid’-psalm wijst de weg om Gods zegen te kunnen ontvangen: wie doet wat God graag heeft, krijgt het ware geluk. Wie daar niet voor kiest is verloren.
Dit zijn de ‘wijsheid’-psalmen in het boek ‘Psalmen’: 1, 49, 73, 112, 127, 128, 133.