Loading...
 

Woordenlijst J

.

Jakob

Deze zoon van Isaak en Rebekka was de derde aartsvader in Israël.
De twaalf stammen van Jakob, die ook Israël genoemd wordt, werden naar zijn twaalf zonen genoemd.



Jakobus

Broer van Jezus.
In de eerste christelijke gemeente was Jakobus een belangrijke figuur. Hij werd de 'rechtvaardige' genoemd en schreef wellicht ‘de brief van Jakobus’.


Jaffa

Jaffa was een havenstad in Palestina, die nu een geheel vormt met Tell Aviv.



Jahwe

(= ‘Ik ben die Ik ben’, ‘Ik zal er zijn’: je kunt op Me rekenen)
Mozes vernam de naam van God: ‘Jahwe’, toen hij God ontmoette in een brandend braambos.



.

Jeremia

Deze profeet werd geboren rond 650 voor Christus. Zijn vader Chilkia behoorde tot een priesterfamilie uit Anatot (in het stamgebied van Benjamin, aan de rand van de woestijn, een zevental km ten noordoosten van Jeruzalem.) Als kind was hij getuige van de godsdienstvervolging onder de koningen Manasse en Amon.
Jeremia vestigde zich later als een onafhankelijk man, die rijk genoeg was om te kunnen leven zonder zorg voor zijn inkomen: hij bezat grond en kon er zelfs bij kopen. Hij bleef ongehuwd, wat ongewoon en onsympathiek was in die tijd.
Hij trad op als profeet onder de regeringen van Josia, Jojakim en Sedekia.



Jericho

De stad Jericho ligt in Judea, aan de westkust van het Jordaandal, in een waterrijke oase, ongeveer 16 km ten noorwesten van de Dode Zee. In en rond Jericho wonen al 11.000 jaar lang mensen.
Toen Jezus leefde was het een drukke handelsplaats.




Jeruzalem

(= stad ven vrede)
Religieus en politiek centrum van Palestina. Plaats waar de tempelautoriteiten en de Schriftgeleerden woonden.
De stad zoals Jezus die kende, werd in 70 na Christus door de Romeinse keizer Titus veroverd en verwoest. De tempel ging toen in de vlammen op en werd nooit meer herbouwd.
Jeruzalem is nu zowel voor joden als voor christenen en islamieten een belangrijke stad.



Jesaja

(Hebreeuws = God redt. Zelfde betekenis als de naam Jezus)
Jesaja is een bekende en belangrijke profeet uit het Oude Testament, die leefde rond 735 voor Christus. Hij riep de mensen op zich tot God te keren, zich te bekeren. Hij verzette zich tegen de grote tegenstelling die er was tussen arme en rijke mensen. Hij is ook bekend om zijn woorden van hoop en troost. Hij zag in zijn dromen hoe zijn volk ronddwaalde in het donker, maar hij zag ook uiteindelijk een helder licht schijnen.
In zijn teksten over de Messias zagen christenen later voorspellingen van de komst van Jezus Christus.
Hij leefde in een gewelddadige tijd. Het Zuidrijk Juda, waar hij woonde, dreigde verpletterd te worden door de grootmachten van zijn tijd. In zijn ogen was vrede een toestand waarbij mensen naar het woord van God leven (= gerechtigheid) en rechtvaardig met hun medemensen omgaan.




Jezus
(Hebreeuws = Jahwe is redding; God zal bevrijden)
Jezus is de Latijnse vorm de Hebreeuws naam Jesjoea of Jozua. Matteüs legt de naam ‘Jezus’ verder uit: ‘Hij zal zijn volk redden uit de zonden’.



Jezus Christus

De kortst mogelijke samenvatting van wat christenen geloven: Jezus is de Christus, de Messias.
‘Jezus’ verwijst dan naar de mens, een man die van Nazaret was, een historisch aanwijsbaar persoon.
‘Christus (Messias)’ plaatst Hem in de lijn van de verwachtingen van de joden toen.



.

Johannes de doper

(Johannes = ‘God is genadig’)
Zoon van de priester Zacharias en zijn vrouw Elisabet.
Johannes was een prediker die leerlingen om zich heen verzamelde en mensen doopte. Hij werd gevangen genomen en gedood, omdat hij kritiek had op de levenswijze van koning Herodes.



Jom Kipoer

Jom Kipoer is de Grote Verzoendag bij de joden. De joden bidden dan dat ze spijt hebben over wat ze verkeerd deden in het voorbije jaar. De hele dag eten ze niets en gaat de hele familie naar de dienst in de synagoge. Na het vasten en bidden, beginnen ze met een propere lei aan het nieuwe jaar.
Toen de tempel van Jeruzalem er nog was, was Jom Kipoer de enige dag in het jaar waarop de hogepriester, gekleed als een gewone priester, het Heilige der Heiligen binnenging om te pleiten voor het volk van God.


Jona

(Jona = huisduif)
Profeet die zou opgetreden zijn in het Noordrijk, tijdens de regering van Jerobeam II (achtste eeuw voor Christus 783-743)
Jona verpersoonlijkt het volk Israël uit de tijd na de ballingschap toen het erg op zichzelf teruggeplooid leefde, de wil van God ontliep en niet kon begrijpen dat God andere volkeren net zozeer bemint als Israël.
Dat Jona drie dagen en nachten doorbracht in de buik van een vis, zag Jezus als het beeld van zijn dood en opstanding (Matteüs 12, 39-40)



Jood

Oorspronkelijk betekende het woord ‘jood’: iemand die behoort tot de stam Juda. Later werd dit woord gebruikt voor alle afstammelingen van Israël (= Jakob, de derde aartsvader).
In het evangelie volgens Johannes heeft ‘jood’ een negatieve bijklank: Johannes maakte geen verschil tussen de mensen die jood zijn en de joodse religieuze machthebbers.
Op dit ogenblik is het de naam voor alle mensen die tot het jodendom behoren. De bewoners van het huidige Israël worden Israëli’s genoemd.



Jordaan

(= afdalen, naar beneden stromen)
De Jordaan is de langste en belangrijkste rivier in Palestina. Ze stroomt via het meer van Galilea naar de Dode Zee, een afstand van 113 km in vogelvlucht. Maar omdat de rivier zo sterk kronkelt, is de afstand over de rivier wel tweemaal zo lang.
Johannes doopte in de Jordaan, een rivier, op de plaats waar het volk Israël zou doorgetrokken zijn bij zijn intocht in het beloofde land.



Josia

(‘= De Heer helpt’)
Josia werd koning toen hij acht jaar oud was, nadat zijn vader door zijn eigen dienaars werd vermoord. Over zijn vader Amon en zijn grootvader Manasse wordt verteld dat ze ontrouw waren aan God en ervoor zorgden dat het volk verkeerde dingen deed en andere goden vereerde. Josia trad in de voetstappen van zijn overgrootvader Hizkia en zijn voorvader David, volgens het boek Koningen de beste koningen die ooit over Juda regeerden.
Na de regering van Josia ging het snel bergaf met het koninkrijk Juda: de Babyloniërs veroveren Jeruzalem en voerden een groot deel van de bevolking in ballingschap.



Jozef

(‘Moge God er nog meer aan toevoegen’)
Hij was een timmerman. Behalve in het begin van het evangelie van Matteüs, wordt in de evangelies zo goed als niet over Jozef gesproken. Men vermoedt dat hij al overleden was toen Jezus in het publiek optrad. Dit gaf Matteüs de kans om duidelijker over Jezus als zoon van God te schrijven.


Jozua

(= God is redding)
Jozua is de opvolger van Mozes. Onder zijn leiding trokken de Israëlieten het Beloofde Land binnen.
Eén van de boeken in het Oude Testament werd naar hem genoemd.



.

Jubeljaar

In Israël bestond de gewoonte om elk vijftigste jaar (= zevende sabbatjaar) de akkers onbebouwd te laten, de lijfeigenen hun vrijheid te geven en de schulden kwijt te schelden. Dit werd beschouwd als een voorafbeelding van de tijd van de Messias.
Het is helemaal niet zeker dat er ooit zo’n jubeljaar heeft plaatsgevonden.



Juda

(= dank God)
Juda was de vierde zoon van Jakob en Lea en een stiefbroer van Jozef.
Toen Jozef door zijn broers in de put werd gegooid, wilde hij Jozef als slaaf verkopen. Maar hij was ook bereid om slaaf te worden in plaats van Benjamin, zijn jongste stiefbroer.
Juda werd de stamvader van de stam Juda, één van de twaalf stammen van Israël, die de belangrijkste werd. Koning David hoorde ook bij deze stam.
Naar hem werd later het Zuid-Rijk Juda genoemd. Zijn naam ligt aan de basis van het woord ‘jood’.



Judas

Twee apostelen van Jezus heetten Judas:
. Judas die ook Taddeüs genoemd werd,
. Judas Iskariot (= iemand uit Keriot, een stadje in Judea).
‘Iskariot’ zou ook kunnen betekenen: Sicariër, terroristische sluipmoordenaar. Sicariërs begaven zich nl. in de menigte, vooral tijdens de drukte van de grote feesten, met onder hun kleren een korte dolk, waarmee ze joodse aristocraten vermoordden die ze verraders noemden omdat ze samenwerkten met de Romeinen. Judas Iskariot had vermoedelijk contacten met die verzetsstrijders. Misschien wilde hij Jezus overleveren aan de hogepriesters, omdat hij in Hem teleurgesteld was. Want Jezus riep niet op tot een strijd tegen de Romeinen, zoals de meeste joden dat van de Messias verwachtten.
Er bestaat ook een ‘evangelie van Judas’. Dit evangelie wordt zo genoemd, om de aparte plaats die Judas in dit evangelie heeft.



Judea

Deze bergachtige en weinig vruchtbare streek bevond zich in het zuiden van Israël / Palestina. Daar bevond zich de hoofdstad Jeruzalem, de belangrijkste stad voor de joden, die ze zagen als het centrum van de wereld.



Juk

Een juk is een soort houten plank die men over de schoft of het hoofd van de dieren legt/vastbindt, om ze te kunnen beheersen bij het ploegen, het voorttrekken van een kar ... Ook mensen gebruiken een juk om gemakkelijker gewicht te kunnen dragen.
In de bijbel is een juk vaak het beeld van onderwerping, onderdrukking en slavernij.
Voor de joden was een juk ook de uitleg die een rabbi gaf aan de wet van Mozes. Wie leerling van zo'n rabbi werd, zei: 'Ik neem zijn juk op mijn schouder'. Als Jezus zegt dat zijn juk zacht is, zegt Hij eigenlijk: 'De uitleg die ik geef van de wet van Mozes is mild.



Julius

Julius was een honderdman over een afdeling van keizerlijke troepen (de cohors Augusta), die Paulus als arrestant naar Rome moest brengen. Hij was buitengewoon vriendelijk voor Paulus.