Wat is een engel?
Het woord 'engel'
‘Engel’ komt van een Grieks woord dat 'bode', 'boodschapper' betekent. Een engel brengt dus een boodschap. In een religieuze context treedt er een engel op telkens als God iets wil 'zeggen' aan de mensen (‘Engel des Heren’). Zo leggen de engelen de band tussen God ver weg en de wereld van de mens.
Kracht
Tijdens en na de Babylonische ballingschap evolueerde de joodse godsdienst steeds meer naar een monotheïsme (geloof in één God). Daardoor werd de afstand tussen God en de mens steeds groter.
Omdat bij de joden de nood ontstond om de krachten die zij in het leven ondervonden te personifiëren, begonnen ze over engelen te spreken. Hiervan zijn nog sporen te zien in het Nieuwe Testament.
Hoe zien engelen eruit?
Vooraf
De visuele voorstelling van engelen vindt vooral zijn oorsprong in:
. de gevleugelde wezens uit de cultuur van de Sumeriërs, de Perzen en de Babyloniërs.
. de Griekse voorstellingen van de geniën, de viktoriën en Eros.
Vleugels
In de Bijbel staat nergens iets over het uiterlijk van engelen. Het is onder invloed van de Byzantijnse kunst dat engelen met vleugels werden afgebeeld. Zo konden kunstenaars tonen dat engelen in verbinding staan met God en met grote snelheid de boodschap van God (boven in de hemel) willen brengen aan de mens.
Hedendaagse engelen worden nog altijd met vleugels afgebeeld.
Maar zo’n engel blijkt nu ook gebruik te maken van een gsm / mobieltje om de boodschap door te geven …
Het idee voor deze zandstenen engel (1,25 meter hoog) kwam van beeldhouwer Ton Mooy, die samen met zijn medewerkers voor de restauratie van de kathedraal 25 nieuwe engelenbeelden maakte.
Witte kleren
Doorgaans dragen engelen witte kleren. Die wijzen erop dat ze komen uit het verblindend licht van God.
Soorten engelen
Serafijnen / Serafs / Serafim
Serafijnen worden voorgesteld met zes vleugels. Die bedekken hun gelaat en voeten uit eerbied voor God. Hun naam komt van een woord dat ‘branden’ betekent.
Ik zag de Heer, gezeten op een hoge en verheven troon. De sleep van zijn mantel vulde heel de tempel. Serafs stonden boven Hem, elk met zes vleugels: twee om het gelaat te bedekken, twee om de voeten te bedekken, twee om te vliegen. Zij riepen elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig is de Heer. Heel de aarde is vol van zijn heerlijkheid.’ Ik zei: ‘Wee mij! Ik ben verloren! Ik ben een mens met onreine lippen, en ik heb met eigen ogen de koning, de HEER van de machten gezien!’ Eén van de serafs vloog op mij af met een gloeiende kool. Hij raakte er mijn mond mee aan en sprak: ‘Zie, nu dit uw lippen heeft aangeraakt, is uw zonde verdwenen.’ Dan hoorde ik de stem van God: ‘Wie zal Ik zenden, wie zal in onze naam gaan?’ Ik antwoordde: ‘Hier ben ik, zend mij.’
(Naar Jesaja 6, 1-8)
Cherubijnen / Kerubs
Cherubijnen, de ‘lijfwacht’ van de God van Israël, werden aanvankelijk voorgesteld in half menselijke, half dierlijke gedaante.
. Ze bewaakten de weg naar de boom van het leven:
Daarom verwees de HEER God hem uit de tuin van Eden, en moest hij de grond gaan bebouwen waaruit hij was genomen. Hij verjoeg dus de mens uit de tuin, en aan de oostkant van de tuin van Eden plaatste Hij de kerubs en de vlam van het wentelend zwaard, om de weg naar de boom van het leven te bewaken.
(Genesis 3, 23-24)
. Ze werden afgebeeld op het verzoendeksel van de Ark van het Verbond:
U moet ook een verzoendeksel maken van zuiver goud, tweeëneenhalve el lang, anderhalve el breed. Maak ook twee kerubs, in goud gedreven, aan de beide uiteinden van de dekplaat, één kerub aan het ene uiteinde en één aan het andere, in reliëf. De vleugels van de kerubs moeten naar boven uitgestrekt zijn, zodat zij het verzoendeksel bedekken. De kerubs moeten met hun gezicht naar elkaar toe gekeerd staan, hun gezicht moet op het verzoendeksel gericht zijn.
Plaats het verzoendeksel bovenop de ark en leg in de ark de verbondsakte neer die Ik u geven zal. Daar zal Ik naar u toe komen, boven het verzoendeksel; vanaf de plaats tussen de beide kerubs die op de ark met de verbondsakte staan zal Ik u alle opdrachten voor de Israëlieten meedelen.
(Exodus 25, 17-22)
Aartsengelen
Het woord 'aartsengel' komt uit het Grieks en betekent: opperboodschapper.
Na de Babylonische ballingschap dacht men binnen het Jodendom dat er onder de engelen een hiërarchie bestond. Daarin stonden bovenaan de aartsengelen. De bekendste zijn Michaël, Gabriël en Rafaël.
Merk op dat hun namen eindigen op ‘el’, een verwijzing naar God (‘El’ komt van ‘Elohim’, een naam voor God).
MICHAËL | GABRIËL | RAFAËL | |
Betekenis van de naam | = Wie is als God? | = Man van God | = God geneest. |
Wie? | Aanvoerder van de hemelse legers die de duivel en zijn helpers (het kwaad) aanvallen en overwinnen. | Kondigt de geboorte aan van Johannes de Doper en van Jezus. | Begeleidt Tobias op reis, bevrijdt Sara van boze geesten en geeft Tobias de gal van een vis, die zijn vader van blindheid geneest. |
Attributen / Hoe te herkennen? | Met vleugels en in gevechtskledij met banier, zwaard of lans. | Met vleugels en een lelie in de handen. Op iconen draagt hij een boodschappersstaf. | Met vleugels, in gezelschap van Tobias, met wandelstok, veldfles en reistas of met een vis. |
Bijbel: Oude Testament | Boek Daniël (drie maal) | Boek Daniël (8,16 en 9,21): Gabriël legt visioenen uit. | Tobit |
Bijbel: Nieuwe Testament | Brief van Judas; Apokalyps 12, 7-12a | Lucas 1, 5-25; Lucas 1, 26-38 | / |
In de Rooms-katholieke Kerk worden de aartsengelen gevierd op: 29 september.
Als het op die dag mooi weer is, spreekt men van een ‘michielszomer’, een verwijzing naar de aartsengel Michaël.
Engelbewaarders / Beschermengelen
De Rooms-katholieke Kerk zegt dat iedere gelovige beschermd en geholpen wordt door een engel (beschermengel / engelbewaarder) vanaf de geboorte tot zijn dood.
Die heilige Engelbewaarders viert de Kerk op 2 oktober.
Merk op
Niet alleen vroeger sprak men over engelen. Ook nu zijn er mensen die zeggen dat ze in contact kwamen met engelen, vaak in levensbedreigende situaties waaruit ze op wonderlijke wijze gered werden. Een engel wordt dan bijvoorbeeld ervaren als "mens" die stoffelijk aanwezig is en hulp of ondersteuning biedt en even later plotseling (in het niets) verdwijnt.
Islam
Mikaïl (= Michaël)
wordt slechts één keer vermeld in de Koran.
In de islam dicht men hem verschillende krachten en handelingen toe: hij is vriendelijk, leidt de groei van wezens naar volmaaktheid, beheerst regen en wind, geeft geluk, voedsel of zelfs kennis ...
Djibriel (= Gabriël)
is de belangrijkste engel in de islam.
Door zijn stem openbaarde God zich aan de profeet Mohammed en dicteerde de Koran. Gabriël begeleidde de profeet op zijn reis naar de hemel, hel en Jeruzalem.
Israfil (= Rafaël)
is de engel die drie keer op een bazuin zal blazen:
. een eerste keer om de vernietiging van de wereld aan te kondigen
. een tweede keer om de doden te wekken op de dag van de opstanding
. een derde keer om het begin van het Laatste Oordeel te melden.
Engelen en kunst
Schilderkunst
F. BOTTICINI
Drie Aartsengelen met Tobias
Werk van de Italiaanse kunstschilder Francesco Botticini (1446 - 1498) uit de vroege Renaissance. Hij werkte in Firenze.
M. TOSINI
Aartsengelen
Werk van de Italiaanse kunstschilder Michele Tosini (1503–1577) die werkte in Firenze.
Suggestie
Onderzoek:
Wie is wie? Wie zijn de drie afgebeelde engelen?
Hoe kun je ze herkennen?
Vertel het verhaal dat bij hun afbeelding hoort.
Beeldhouwkunst
A. GORMLEY
Angel of the North (1998)
De Britse kunstenaar Antony Gormley (1950 - ) maakte dit enorme beeld dat op een heuvel staat in het landschap bij Gateshead in Engeland.
N. SCHMIDT
De éénvleugelige
Dit bronzen beeld van de Deense kunstenaar Nis Schmidt staat naast de kerk van de abdij van Averbode.
Bij het maken van dit werk werd de kunstenaar geïnspireerd door een citaat van paus Johannes Paulus II in het boek 'Gott und die Welt', waarin de auteur Peter Seewald een aantal gesprekken met kardinaal Joseph Ratzinger bundelt:
‘Geloof en rede zijn de twee vleugels waarmee de mens zich optilt om de waarheid te zoeken. Misschien kan hij niet meer vliegen net omdat men die ene vleugel – het geloof – heeft afgebroken. Met de andere, de rede, kan men veel bereiken maar daarmee alleen opstijgen tot de dragende inzichten van het mens zijn lukt niet meer.’
Overweging
(C. Leterme, 2020)
Een engel zonder hoofd en maar één vleugel
kun je moeilijk nog een engel noemen.
Met maar één vleugel kan hij niet meer vliegen
en zonder hoofd
kan hij niet spreken, horen noch zien,
zodat hij zijn boodschap niet kan brengen.
Je kunt op veel manieren naar dit beeld kijken.
De kunstenaar ging ervan uit
dat twee vleugels staan voor geloof en rede.
Omdat bij veel mensen
geloof er vaak niet meer aan te pas komt
kreeg deze figuur maar één vleugel.
Maar het beeld zelf heeft ook een boodschap,
los van de kunstenaar en zijn inspiratiebron.
Die engel met maar één vleugel en zonder hoofd,
roept elke voorbijganger op
om zelf het hoofd van die engel te zijn
en de boodschap van God te brengen.
En heeft de engel zelf een vleugel tekort,
een fiets, een auto kan veel goed maken.
Bovendien heeft de engel beide voeten nog.
Ze staan stevig op een granieten sokkel.
Zo maakt hij zonder woorden duidelijk
dat zijn boodschap stevige ‘wortels’ heeft.
Vertellen over engelen
Kinderen hebben nog nooit een engel gezien, maar hun papa, mama, juf of meester evenmin. Daarom kun je overwegen niet meer over die engelen te spreken. Maar dan wordt bijvoorbeeld het verhaal over de aankondiging van de geboorte van Jezus een verhaal over een gewoon jongentje ergens in Palestina.
Dus toch?
Het woord engel komt van een Grieks woord dat ‘boodschapper’ betekent. Een engel komt dus een boodschap brengen. Wat een engel te zeggen heeft… daar komt het op aan. Dat is het belangrijkste.
Trouwens - in de hele Bijbel is de aanwezigheid van een engel een soort oranje knipperlicht in de tekst. Elke engel wil zeggen: mensen hebben in het gebeuren dat hier verteld wordt, de aanwezigheid van God ervaren.
Omdat het belangrijk is dat kinderen deze betekenis met engelen associëren doe je er goed aan met zorg uit te kijken naar voorstellingen van engelen: niet naïef en ook niet overdreven realistisch. Ze moeten iets oproepen van God zelf van wie ze de boodschapper zijn.
Ken je taal
Engelengeduld | = erg geduldig | ||
Iemand is een engel | = iemand is erg goed, lief, behulpzaam | ||
Iets is alsof er een engeltje op je tong pist | = iets lekker vinden | ||
Mensen zijn geen engelen | = mensen hebben gebreken | ||
Een reddende engel | = iemand die hulp biedt |
Suggesties
Grote kinderen
BELEVEN
Engelenspel
(voor thuis, catechesegroep, klasgroep, jeugdbeweging ...)
Doe alle namen van de 'groep' in een doos. Iedereen trekt een naam en zal tijdens een dag / een week een 'engel' zijn voor de persoon die die naam heeft: extra vriendelijk en geduldig.
Na die dag / die week probeert men te raden wie zijn engel was.
DOEN
Een hemel vol engelen
Materiaal
Velg van een fiets (of een ijzerdraad die in een cirkelvorm geplooid werd), wit lint, draad, wit tekenpapier, schaar, schrijfgerei, lijm.
Vooraf
Wikkel een wit lint rond de velg. Maak aan die velg vier touwen vast van gelijke lengte. De uiteinden ervan neem je samen om er een knoop in te leggen. Zo kun je de velg ophangen.
Verloop
De kinderen knippen eerst engelen uit het tekenpapier. Ze knippen ook kaartjes waarop ze schrijven ze voor welke waarden Jezus staat: liefde, vriendschap, vrede, rechtvaardigheid, goedheid, aandacht, zorg...) Ze kleven elk van die kaartjes bij een hand van een engel.
Aan elk van die engelen maken ze een draad vast van een verschillende lengte. Daarna worden die engelen met de draden aan de velg vastgemaakt, die opgehangen wordt.
Slinger van engelen
Met behulp van dit werkblad kun je een 'engelen-slinger' maken. Geef dit werkje een inhoudelijke meerwaarde door op de buik van de engel een strook papier te kleven die je langs beide kanten wat krult. Daarop werd een boodschap, of een woord (bv. vrede), of een wens, of ... geschreven.
VERTELLEN
Het wonder
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 29)
Twee boeren reden met volgeladen karren.
Het had de laatste tijd veel geregend
en de wegen waren vol modder.
De karren bleven steken.
Eén van de boeren
viel op zijn knieën in de modder,
en vroeg aan God:
‘Help me hieruit alstublieft!’
Hij bad zonder ophouden.
Intussen was de andere boer druk in de weer.
Hij trok aan zijn ezel,
duwde tegen de kar,
zocht stukken hout, bladeren en aarde bij elkaar,
legde die voor de wielen van de kar
en vloekte tegen de sterren op.
Toen gebeurde een wonder.
Een engel daalde neer uit de hemel.
Tot hun grote verrassing
begon die de vloekende boer te helpen.
De man was er helemaal door in de war en zei:
‘Neem me niet kwalijk,
ik denk dat je je vergist.
Jouw hulp is vast en zeker
voor mijn vriend bestemd,
want hij heeft het hardst gebeden.’
Maar de engel zei:
‘Helemaal niet,
God helpt diegene
die zelf ook zijn best doet.’
(Toegeschreven aan de Braziliaanse bisschop Helder Camara)
De extra maand
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 140)
Er was eens een rijk man, die heel gierig was.
Op een dag stierf hij.
Hij kwam in een kamer met uitzicht op de hel en de hemel.
Niets lag er, zelfs niet het kleinste kruimeltje brood.
Hij riep een engel en vroeg:
‘Waarom word ik zo slecht behandeld?’
De engel zei:
‘Omdat je jou niet voorbereid hebt tijdens je leven.’
De man zei:
‘Maar daar heeft niemand me ooit iets van gezegd!
Mag ik misschien nog een maand langer leven
om me hier beter op voor te bereiden.’
De engel zei:
‘Goed. Je mag nog een hele maand langer leven.’
Zo kwam de oude gierige man terug op aarde.
Hij begon alle soorten voedsel klaar te maken.
Aan zijn kok vroeg hij
om heel veel droge koekjes te bakken.
Maar de arme kok
liet er een paar van verbranden.
Toen de rijke man hem begon uit te schelden,
klopte er een bedelaar aan de deur.
Omdat het de laatste dag was,
van de maand die hij langer mocht leven,
maakte de rijke man voor het eerst in zijn leven een groot gebaar:
hij gaf de bedelaar één van de verbrande koekjes.
Wat later kwam hij terug in de kamer
met uitzicht op de hel en de hemel.
Daar vond hij in een hoek het verbrande koekje
dat hij aan de bedelaar had gegeven.
(Naar een verhaal uit Marokko)
Drie mannen en een engel
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 215)
Er waren eens drie mannen:
een melaatse, een kale en een blinde.
Allah wilde hen testen en stuurde een engel.
Die engel ging naar de melaatse en vroeg:
‘Wat wil je het liefste?’
‘Een mooie huid en een goede gezondheid,’ zei de melaatse.
De engel streek over het lichaam van de man,
en onmiddellijk was hij genezen.
‘Ik zal je ook rijk maken,’ zei de engel,
en hij gaf hem een zwangere kameel.
Daarna ging de engel
naar de kale man en de blinde man.
Ook zij kregen een goede gezondheid
en een zwangere kameel.
Korte tijd nadien kregen de dieren jongen
en na enige jaren waren de drie mannen rijk.
Toen stuurde Allah de engel terug naar het dorp.
Hij ging naar de man die melaats was geweest en zei:
‘Ik ben een arme man op weg naar huis,
maar ik kan niet verder als Allah en jij mij niet helpen.
In naam van Allah die jou heeft gezegend
met een mooie gave huid en rijkdom, vraag ik jou
om een kameel, zodat ik naar huis kan rijden.
De man antwoordde:
‘Ga weg, ik heb het druk, ik heb niets om aan jou te geven.’
De man die vroeger kaal was geweest reageerde ook zo.
Maar de man die vroeger blind was zei:
‘Ik ben niet vergeten wat Allah voor mij deed.
Neem zoveel je wilt.’
De engel antwoordde:
‘Je mag al je rijkdom houden. Ik wil niets van jou.
Allah is tevreden over jou,
maar de andere twee zal Hij hun rijkdom weer ontnemen.’
(Naar een moslimverhaal)
De geleerde en de arbeider
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 260)
Er waren eens een geleerde en een arbeider
die in hetzelfde huis woonden.
De geleerde stond elke dag vroeg op
om te bidden en de bijbel te bestuderen.
De arbeider stond elke dag vroeg op om te gaan werken.
Hij had geen tijd om te bidden.
Als de arbeider de geleerde zag, zuchtte hij diep.
Op de lippen van de geleerde zweefde een lichte spot.
Na vele jaren stierven ze allebei.
In de hemel vroeg een engel aan de geleerde:
‘Wat heb je in je leven gedaan?’
Met enige hoogmoed en trots zei hij:
‘Ik heb alle dagen van mijn leven mijn Schepper gediend,
de bijbel bestudeerd en gebeden.’
‘Maar,’ klonk het in de achtergrond,
‘hij keek met minachting neer
op zijn buurman, een arbeider.’
Dan legde de engel op een weegschaal
aan de ene kant zijn studie en gebed
en op de andere kant zijn minachting voor de arbeider.
De minachting deed de weegschaal in zijn nadeel doorslaan.
Toen vroeg de engel aan de arbeider:
‘Wat heb jij in je leven gedaan?’
‘Ik heb hard gewerkt om mijn gezin te kunnen voeden,’ zei hij;
‘Ik had geen tijd om te bidden en de bijbel te bestuderen.’
‘Maar,’ klonk het in de achtergrond,
‘als hij zijn geleerde buurman zag, zuchtte hij.’
Dan legde de engel op de weegschaal aan de ene kant zijn zuchten,
en aan de andere kant, zijn tekort aan tijd
om te bidden en in de bijbel te lezen,
Het zuchten deed de weegschaal in zijn voordeel doorslaan.
(Naar een joods verhaal)
Een aparte engel
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 357)
Bwito zag er anders uit dan de andere kinderen,
want hij kwam uit Afrika.
Nu wilde de juf met haar klas een kerstspel spelen
en Bwito wilde de engel zijn
die aan de herders vertelt dat Jezus geboren is.
Marian, die zelf engel wilde spelen, zei:
‘Een jongen kan geen engel zijn!’
‘Dat kan wel,’ riep Bwito, ‘ik heb nog nooit gehoord
dat engelen vrouwen of mannen zijn.’
‘Maar ze zien er niet zwart uit,’ riep Marian,
‘ze hebben blonde haren en lieve stemmen.’
De volgende dag zei Bwito:
‘Mijn papa zegt dat in de bijbel nergens staat
hoe engelen eruit zien en wat voor stem ze hebben.’
‘Dat is zo,’ zei de juf, ‘jouw papa heeft gelijk.’
Om te zaak te beëindigen, besloot ze om er om te loten.
Bwito won en Marian mocht met het engelenkoor zingen.
Op een dag kwam Bwito op de repetitie
met de linker arm in het gips.
Hij had geprobeerd om vanaf het garagedak te leren vliegen.
Maar zijn landing mislukte en hij brak zijn arm.
Marian zei: ‘Nu kan Bwito geen engel meer zijn, hè?’
Maar Bwito zei: ‘Mijn mama zegt dat het is niet belangrijk is
of een engel zijn armen kan uitstrekken.
Het komt op de boodschap aan!’
Dat jaar had de engel zwart kroeshaar, en zijn linkerarm in het gips.
Bwito zei luid:
‘Schrik niet, want ik heb een goede boodschap voor u,
een grote vreugde voor het hele volk.
Vandaag is in de stad van David uw Redder geboren.
Hij is de Messias, de Heer.’
Toen de mensen hem hoorden wisten ze
dat niemand een betere engel kon zijn.
(Naar een Duits verhaal)
Dit verhaal toont op een speelse manier wat een engel is: iemand die in naam van God een boodschap brengt. Wat een engel te zeggen heeft, is belangrijker dan hoe hij eruitziet. Misschien kun je samen met de kinderen opzoeken welke verhalen ze uit de Bijbel kennen waarbij een engel optreedt. Laat ze eens extra letten op wat de engel zegt.
De goede boodschap
(C. LETERME, Parels van verhalen, uitgeverij Averbode 2019, p. 21)
Kerstmis was voorbij, zodat het terug gewoon winter werd.
Daarom moest de kerstversiering opgeruimd worden.
Zo kwam een papieren engel bij het oud papier terecht.
Zijn glansrol leek voorgoed voorbij.
Gelukkig vond een kind de engel
en hing hem het jaar nadien op boven in de kerstboom.
De engel was heel blij om terug plaats te krijgen
tussen de vele versieringen in de boom.
Maar toen keek hij naar beneden.
Hij zag een vervallen huisje
met een man, een vrouw en een kindje.
Net figuren in een speelgoeddoos.
Opeens schrok de engel.
Boven het huisje was er een engel, net als hij
Een engel met dezelfde vleugels
en met hetzelfde lint in zijn hand.
Nu kon hij voor het eerst lezen
wat er op dat lint in zijn handen stond:
'Eer aan God in de hemel,
en vrede op aarde voor de mensen van wie Hij houdt.'
Ik draag een boodschap in mijn handen,
dacht de engel blij.
Ik draag in mijn handen een schat,
die niemand mij kan afpakken.’
Vier jaar later kwam de engel op een vuilnisbelt terecht.
Maar het lint in zijn handen bleef hij stevig vasthouden.
Iedereen mocht weten dat hij uitverkozen was
om de goede boodschap van God te dragen.
(Naar een verhaal van Godfried Bomans)
Suggestie
Laat een foto van je maken waarbij je vrede wenst.
Dit kun je op veel manieren doen:
. door het symbool van vrede weer te geven et je handen
. door het woord vrede op een papier te schrijven en voor je te houden
. door ...
Print je foto een aantal keren uit. Kleef die op een kaartje en verstuur die met een kerstboodschap op de ommezijde. Verstuur je kaartje dan als kerstwens naar ...
Overwegingen
Leni
Een engel
Kolet Janssen
Vele engelen
(Kerknet, 17 november 2018)
Engelen zitten meestal ergens aan de rand van je blikveld, bijna buiten beeld. Een winkelbediende die echt moeite doet om te vinden wat ik zoek. Een postbode die mijn te grote envelop netjes achter mijn geranium verstopt, zodat ik hem vind maar niemand anders. Een kleinzoon die je heel even een inkijkje in zijn gedachten geeft. Een zorgzame huisgenoot of buur.
En dan dat hele peloton engelen dat werkt in rust- en ziekenhuizen. Altijd gericht op het helpen en ondersteunen van mensen, elke dag opnieuw. Ik begrijp dat het om allerlei redenen zwaar kan zijn om in de zorgsector te werken, maar aan de collega’s kan het niet liggen, want dat zijn bijna allemaal engelen.
Vleugels (1)
(Kerknet, 4 oktober 2020)
Deze week vierden we het feest van de drie aartsengelen: Michael, Rafael en Gabriel. Zoals dat vaak gaat bij engelen, passeerden ze bijna geruisloos. Michael, de strijder tegen het kwaad. Rafael, de gids en heler. Gabriel, de brenger van goddelijk nieuws. Een politieman, een stadsgids met een EHBO-diploma en een postbode. Of een sociaal werkster, een lerares, een verpleegster en een journaliste. En nog zoveel meer.
Engelen zijn nooit veraf. In de speeltuin zie ik een mama die een ruzie tussen twee kindjes aanpakt. De plooien worden gladgestreken, de kinderen spelen verder. Een man gooit wat verdwaalde glasscherven in de vuilnisbak. Een oma geeft een kusje op de knie van een gestruikelde kleinzoon. Een meisje vertelt over een mooi verhaal dat ze leest. Een oudere broer laat de wip met zijn kleine broertje aan de overkant heel voorzichtig landen. Een papa wijst zijn dochter hoe ze veilig op de hoge glijbaan kan klimmen. Twee vriendinnen vertellen elkaar over lief en leed.
Strijden tegen het kwaad, de weg wijzen en beschermen, elkaar goed nieuws vertellen. We kunnen het allemaal. Het geeft me vleugels om het te zien gebeuren. Niet van die imposante engelenvleugels zoals op de oude schilderijen. In blauw en rood en goud. Eerder een stel kleine, praktische vleugeltjes, volledig opklapbaar, niet groter dan mijn schouderbladen. Precies groot genoeg om af en toe van geluk een eindje de lucht in te springen. Soms is de hemel heel dichtbij.
Vleugels (2)
(Kerknet februari 2022)
Op een nacht droomde ik dat ik vleugels had. Geen minuscule cherubijnenvleugeltjes, maar grote, openwiekende vlerken. Ze waren vergeetmenietjesblauw met een zalmroze rand.
Eerst moest ik de nieuwe spieren op mijn schouderbladen nog leren gebruiken. Dus in het begin plooide ik mijn nieuwe vleugels nog wat harkerig en onwennig open, maar dat ging snel beter. Binnen de kortste keren vloog ik zwierig door de lucht, over bossen en meren. Alles was prachtig.
Mijn hart barstte bijna van geluk en verwachting. ‘Ik ben een engel!’ juichte ik.
Toen hoorde ik een stem.
‘Het is niet omdat je vleugels hebt, dat je een engel bent. Ook duivels en gieren hebben vleugels.’
Ik maakte een noodlanding ergens in een boomtop en plooide mijn vleugels om me heen. Er waren kale takken en er lag een dode vogel op de grond. Mijn overmoed gleed langs de stam naar beneden.
En dan opeens zat ik niet langer in een boomtop, maar op de rand van de stoep. Het was koud en ik voelde me een beetje draaierig. Er zaten alleen armen in de mouwen van mijn winterjas.
Een gezicht kwam in mijn blikveld. Een jonge vrouw met donkere krulletjes. ‘Gaat het, mevrouw?’ vroeg een stem. Ze legde haar hand op mijn arm.
Toen besefte ik het opeens haarscherp. Ik glimlachte.
Een engel herken je niet aan zijn vleugels, maar aan zijn uitgestoken handen.
Engelen in ‘bijbelin1000seconden.be’
Brengen een boodschap
Genesis 18, 1-10a: | Aankondiging van de geboorte van Isaak | ||
Lucas 1, 5-25: | Aankondiging van de geboorte van Johannes de Doper | ||
Lucas 1, 26-38: | Aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria | ||
Matteüs 1, 18-24: | Aankondiging van de geboorte van Jezus aan Jozef | ||
Lucas 2, 1-14: | Aankondiging van de geboorte van Jezus aan de herders | ||
Matteüs 28, 1-10 // Marcus 16, 1-7 // Lucas 24, 1-12: | Jezus is tot leven gewekt |
Helpen
Het boek Tobit: | De engel Rafaël zorgt voor Tobit | ||
Handelingen 12, 1-11: | Een engel maakt Petrus vrij uit de gevangenis |
Verbinden hemel en aarde
Genesis 28, 10-22: | In een droom ziet Jakob een ladder die de hemel met de aarde verbindt en waar engelen opstijgen en afdalen. |
Bewaken / beschermen
Genesis 3, 9-24: | Engelen bewaken het paradijs | ||
Psalm 91, 11-12 | God stuurt zijn engelen naar jou. Waar je ook gaat, ze zullen je beschermen en dragen. |