Loading...
 

Lucas 6, 12-19

2 Twaalf

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Lucas 6, 12-19: Jezus kiest twaalf apostelen

Matteüs 10, 1-4 // Marcus 3, 13-19 // Lucas 6, 12-19



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1627)

Kort daarna ging Jezus naar een berg om tot God te bidden. Hij bleef er de hele nacht.
De volgende dag riep Jezus zijn leerlingen bij zich. Hij koos er twaalf uit, en noemde hen ‘apostelen’. De twaalf apostelen waren: Simon, die hij ook Petrus noemde, en zijn broer Andreas. Verder Jakobus, Johannes, Filippus, Bartolomeüs, Matteüs, Tomas. En ook Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon de Zeloot. Ten slotte nog Judas, de zoon van Jakobus, en Judas Iskariot. Deze Judas Iskariot heeft later Jezus verraden.

Samen met zijn twaalf apostelen ging Jezus de berg weer af. Hij bleef staan op een veld. Daar waren veel van zijn leerlingen bij elkaar gekomen. Er was ook een grote groep andere mensen. Die kwamen uit alle delen van Judea, uit Jeruzalem en ook uit het gebied bij Tyrus en Sidon. Ze waren gekomen om naar Jezus te luisteren en om door hem te worden genezen. Iedereen probeerde Jezus aan te raken. Want ze wisten dat hij de macht had om hen beter te maken. Jezus maakte alle zieken beter, ook de mensen die last hadden van kwade geesten.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

In die dagen ging Hij naar het gebergte om te bidden
en bracht heel de nacht door in gebed tot God.
Bij het begin van de dag riep Hij zijn leerlingen bij zich
en koos er twaalf uit, die Hij de naam van apostel gaf:
Simon, aan wie Hij de naam Petrus gaf, en zijn broer Andreas,
Jakobus, Johannes, Filippus, Bartolomeüs,
Matteüs, Tomas, Jakobus de zoon van Alfeüs,
Simon die de ‘Zeloot’ werd genoemd,
Judas, de broer van Jakobus en Judas Iskariot, die een verrader werd.

Samen met zijn vrienden daalde Jezus af naar een vlakte.
Daar waren heel veel leerlingen van Hem,
en ook veel mensen uit Judea en Jeruzalem,
en uit Tyrus en Sidon, twee steden aan de kust.
Zij waren gekomen om Hem te horen spreken
en om van hun ziekten genezen te worden.
Ook zij die geplaagd werden door onreine geesten werden genezen.
Al die mensen probeerden Hem aan te raken,
want er ging van Hem een kracht uit, die iedereen genas.



Stilstaan bij …

Leerling
Iemand die in de leer is bij iemand, die iemand volgt om iets bij te leren.
Protestantse kinderbijbels gebruiken hiervoor het woord ‘discipel’. Nogal wat kinderbijbels gebruiken het meer neutrale en toegankelijke ‘vriend’.

Twaalf
Twaalf is het symbool van het volk van God. Het getal verwijst naar de twaalf stammen van Israël, in de Bijbel de nakomelingen van de twaalf zonen van Jakob, die ook Israël genoemd wordt.

Apostel
(= Grieks woord: ‘gezondene’)
Vanaf de zending door Jezus worden twaalf van zijn leerlingen apostel genoemd. Voordien noemde men ze leerling.
Merk op hoe bont dit gezelschap van twaalf apostelen is. Ze hebben Joodse en Griekse namen. Ze hebben verschillende beroepsactiviteiten: vissen, tol heffen in opdracht van de Romeinen, in het verzet zijn tegen de Romeinen …

Daalde
Omdat Jezus afdaalt naar een vlak terrein om zijn leerlingen toe te spreken, wordt deze redevoering de ‘vlakterede’ genoemd.
Merk op dat Jezus in het evangelie volgens Matteüs een berg opging en daarna ongeveer dezelfde woorden sprak. Die rede is bij Matteüs bekend als de ‘bergrede’. Wellicht vond Matteüs het belangrijk om Jezus vanop een berg te laten spreken, omdat hij zo duidelijker kon laten zien dat Jezus net als Mozes was.

Tyrus
De stad Tyrus ligt nu in Libanon aan de kust van de Middellandse zee, ten Noorden van het vroegere Palestina.

Sidon
De stad Sidon ligt 35 km ten noorden van Tyrus.





Suggesties

Kleine kinderen

DOEN

Kleuren

Vertel dat de mensen graag naar Jezus kwamen luisteren: Hij vertelde verhalen die hen deed nadenken over hun manier van leven en Hij zei hun wat in de ogen van God belangrijk was.

Jezus Op De Berg
De kinderen kleuren deze tekening. Eventueel kunnen ze er zichzelf ook bij tekenen en iedereen die ze er graag bij zouden willen zien.

Klik hier voor een bladvullende tekening.





Grote kinderen

VERDIEPEN

De vrienden van Jezus

C. LETERME in Simon Plus 2003, nr 9

Maak vooraf kaartjes waarop je telkens één van de volgende woorden schrijft: Jezus, Zacheüs, melaatse, zondige vrouw, Nicodemus, Bartimeüs, vrouw uit Samaria. Zorg voor een groot blad papier (flap) en enkele stiften.

Vraag aan de kinderen:
- Waarom is iemand je beste vriend?
- Kan iedereen je beste vriend zijn?
- Kennen jullie de beste vrienden van Jezus?
(Verwacht niet dat de kinderen al deze namen kennen.)

Leg het kaartje met de naam Jezus in het midden van de flap. De kinderen noteren rond dat kaartje de namen van de apostelen. Leg dan, rond deze namen, omgekeerd de kaartjes met de andere namen. (Maak een keuze tussen de kaartjes in functie van de tijd en de mogelijkheden van de kinderen) Zeg dat Jezus nog meer vrienden had. Draai één voor één een kaartje om en laat de kinderen vertellen wat ze over die persoon weten. Zorg ervoor dat je zelf bij elke persoon een verhaal kunt vertellen. Verwerk in je verhaal ook de informatie i.v.m. de appreciatie van die persoon bij andere mensen.


Zacheüs (Lucas 19, 1-10)
Een tollenaar vroeg tol voor het gebruik van wegen en bruggen (vgl met: 'péage' in Frankrijk), of bij het binnengaan van het land of een stad. Hij deed dit in opdracht van de Romeinen, die Palestina binnengevallen waren en bezetten. Daarom hielden de joden niet van tollenaars. Bovendien vroegen ze te veel geld.
Voor Jezus is een tollenaar ook een mens.


__Melaatse man (Marcus 1, 40-45)
Toen Jezus leefde was melaatsheid een verzamelnaam voor besmettelijke huidziekten. Om zich hiertegen te beschermen moesten melaatsen op een aparte plaats wonen, ver van de gezonde mensen. De joden zegden toen dat melaatsheid de ergste straf was die God kon geven. Daarom noemden ze melaatsen ‘zondaar’.
Maar Jezus raakt een melaatse aan en laat hem toe terug als een gezonde mens te leven.


Bartimeüs (Marcus 10, 46-52)
Toen Jezus leefde waren er veel blinden. Fel zonlicht, gebrek aan lichaamsverzorging, armoede en ondervoeding waren er de oorzaak van. Het lot was van blinden was hard: ze moesten bedelen om in leven te blijven. Men dacht toen dat blind zijn een straf was van God voor een zonde van de blinde of van zijn ouders.
Maar Jezus dacht daar anders over.


Zondige vrouw (Lucas 7, 36-50)
Toen Jezus leefde, probeerden de joden zo weinig mogelijk contact te hebben met zondaars, mensen die de joodse wetten niet onderhielden.
In de parabel van de verloren zoon vertelt Jezus dat God van zondaars blijft houden.
In het verhaal van de zondige vrouw wordt duidelijk dat liefde belangrijker is dan zonde.


Nicodemus (Johannes 3, 1-3)
Farizeeërs wilden dat iedereen de wet zou goed mogelijk zou onderhouden. Daarom herschreven ze die wetten in nauwkeurige voorschriften. Wie de wet en de voorschriften niet onderhield was voor hen een zondaar. Tussen de eerste christenen en de farizeeërs waren heel wat spanningen.
Jezus had verschillende vrienden onder de farizeeërs.


Vrouw uit Samaria (Johannes 4, 1-9)
Voor de Joden waren de Samaritanen geen echte Joden. De Joodse wetten zegden dat ze onrein waren. Daarom mocht men ze niet aanspreken of een gebruiksvoorwerp aanraken dat hen toebehoorde.
Jezus ‘schokt’ zijn vrienden wanneer Hij een Samaritaan als voorbeeld stelt in de parabel van de 'barmhartige Samaritaan'.



De twaalf apostelen

In dit stukje evangelie worden de namen van de twaalf apostelen vermeld.
Een gelegenheid om stil te staan bij die namen die nog steeds gebruikt worden.
- Herkennen de kinderen de oude namen van de apostelen in de namen die nu aan kinderen gegeven worden?
Bouw deze activiteit op rond dit blad.





BELEVEN

Genees zieken ...

De kinderen maken een lijst van terreinen waar hulp nodig is.
(bv. bij zieken, kinderen die gepest worden...)
Daarnaast vullen ze in wat ze zelf kunnen doen.





Overweging

Rob Moens, Dominicaan, Genk

Genezen

In dit evangelie horen we hoe Jezus zijn apostelen, en ons dus ook, zendt om zieken te genezen. We zijn natuurlijk geen dokters. Zij bestrijden de ziekte van buitenaf met medicatie en therapieën. Wij kunnen zieken helpen om zich van binnenuit weer op te richten, om midden in het lijden een weg te vinden waardoor ze levenskracht krijgen om het leven nog te omhelzen. Zieken kunnen zich anders en beter voelen wanneer ze verlost worden van angst, wanhoop of eenzaamheid. Liefdevolle zorg, steun en bemoediging kunnen daar veel aan doen.