Een soort verhaal
Enkele voorbeelden
Parabel van de verdwenen passerdoos
naar: Luc Versteylen
Er was eens een schooljaar dat op zijn einde liep
en dat schooljaar zou heel banaal op zijn einde zijn gelopen,
als daar niet in die klas de derde-laatste dag
een passerdoos was verdwenen.
Het was zo: voor de onderbreking had de eigenaar zijn passerdoos,
dat wist hij zeker, op zijn bank achtergelaten.
Na de onderbreking was ze verdwenen.
Alle vermoedens gingen in de richting van een klaskameraad,
waarvan iedereen nog wist dat hij drie jaar geleden
de fietspomp van een ander had gestolen, en daarvoor was gestraft.
Bovendien was het heel de klas ineens te binnen geschoten
dat de dader,
zo noemden zij hem alvast,
zich bij de bewuste onderbreking niet bij hen had gevoegd.
Er werd aan de klasdeur werd geklopt.
De jongen werd bij de directeur geroepen.
Nu twijfelde ook de eigenaar niet langer.
Ook de directeur twijfelde niet meer,
al was het onmogelijk
het algemeen vermoeden met feiten te bewijzen.
Dus werd de jongen niet gestraft.
Maar dàt nam de klas niet.
Hij werd onthaald op zo’n ijzig stilzwijgen
dat hij het opgaf en zijn ouders smeekte
die laatste dagen niet meer naar die school te moeten.
Ten slotte kwam het bericht dat de ouders besloten
hem definitief van school te veranderen.
Pas dàgen later, de grote vakantie was al een heel eind opgebruikt,
zei de broer van de eigenaar: ‘hier is je passerdoos terug.’
Hij had ze in de drukke examenperiode
gewoon zonder vragen geleend,
zoals broers dat wel eens meer bij elkaar doen.
De steenhouwer
Naar: ‘De parabel van de Javaanse steenhouwer’, in MULTATULI, Max Havelaar
Er was eens een man die stenen hakte uit de rots.
Dat was zwaar werk. Hij verdiende weinig en tevreden was hij niet.
De man zuchtte: ‘Was ik maar rijk.’
Er kwam een engel uit de hemel die zei: ‘Wat u wenst zal gebeuren!’
En plotseling was de man rijk.
Hij woonde in een mooi huis en had elke dag heerlijk eten en drinken.
Op een dag kwam de koning voorbij in een prachtige wagen.
Toen de man de koning zag, werd hij jaloers.
Hij zuchtte: ‘Ik wou dat ik die koning was
en ook zo’n mooie wagen had.’
Er kwam een engel uit de hemel die zei: ‘Wat u wenst zal gebeuren!’
Plotseling was de man koning en had een prachtige wagen.
Maar de zon scheen fel en brandde in het gezicht van de koning.
Hij zuchtte: ‘Ik wou dat ik de zon was, want die is machtiger dan ik!’
Er kwam een engel uit de hemel, die zei: ‘Wat u wenst zal gebeuren!’
En plotseling was hij de zon.
Maar een wolk schoof tussen de aarde en hem.
‘Ik wou dat ik die wolk was,’ riep de man.
Er kwam een engel uit de hemel die zei: ‘Wat u wenst zal gebeuren!’
En hij werd een wolk, en ging tussen de zon en de aarde staan.
De wolk regende in grote druppen op de aarde.
Toen viel de regen op een rots, maar de rots bewoog niet.
Hij werd boos, omdat de rots niet opzij ging.
Hij riep: ‘Die rots is machtiger dan ik! Ik wou dat ik die rots was!’
Er kwam een engel uit de hemel die zei: ‘Wat u wenst zal gebeuren!’
En hij werd rots.
Hij bewoog niet als de zon scheen, en ook niet als het regende.
Toen kwam er een man met een houweel en een zware hamer.
Hij hakte stenen uit de rots.
De rots dacht: ‘Die man is machtiger dan ik, want hij hakt stenen uit mij.’
Hij riep: ‘Ik wou dat ik die man was.’
Er kwam een engel uit de hemel die zei: ‘Wat u wenst zal gebeuren!’
En toen was hij een steenhouwer. Hij hakte stenen uit de rots,.
Het was zwaar werk en hij verdiende er weinig mee.
En hij was tevreden.
De bruiloft - Een Chinese parabel
C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 20
Ergens in China werd er een bruiloft gevierd.
Het bruidspaar wilde
veel mensen op hun feest.
Maar het koppel was arm.
Dus vroeg het aan elke genodigde:
‘Breng een fles wijn mee.
Bij de ingang zal een groot vat staan
waarin je jouw fles kunt leeggieten.’
Alle genodigden deden dat.
Het feest begon.
De bedienden liepen naar het grote vat,
schepten er volle kruiken uit
en schonken de glazen vol.
Groot was de verwondering
van de genodigden
toen ze merkten
dat ze water dronken.
Want iedereen had gedacht:
‘Niemand zal die ene fles water
die ik erbij doe,
bemerken of proeven.’
Nu wisten ze dat iedereen
van de ander had willen profiteren.
Toen de fluitspelers zwegen
bij het rijzen van de maan,
ging iedereen in stilte naar huis.
Wat is een parabel?
'Parabel' is afgeleid van een Grieks werkwoord (paraballoo) dat betekent: 'naast elkaar plaatsen'.
In een parabel worden twee zaken naast elkaar geplaatst en met elkaar vergeleken: een algemeen bekend gebeuren uit de natuur of het dagelijks leven (b.v. wannen van koren, zuurdeeg, vreugde bij het vinden van verloren geld, het zaaien van graan) en een waarheid die men ermee duidelijk wil maken. Door een bekend gebeuren naast een onbekend te plaatsen, probeert men het onbekende duidelijk te maken. Eens men door heeft waar het in een parabel om gaat, ervaart men een persoonlijke oproep om ermee rekening te houden in zijn manier van leven.
Een parabel is een taalvorm die niet gebonden is aan een bepaalde tijd of cultuur.
Christenen vertellen tot op vandaag parabels die door Jezus verteld werden. Deze parabels behoren nu tot het algemeen cultureel erfgoed van de mensheid en liggen aan de basis van heel wat beelden in onze taal.
Bijvoorbeeld:
zijn ‘talenten’ gebruiken
een ‘verloren zoon’ zijn
een ‘barmhartige Samaritaan’ zijn
Waarom vertelt men parabels?
Even luisteren naar twee predikanten die hetzelfde thema behandelen:
(Naar: G. 3, 14e jrg., nr. 11, nov. 1961, p. 383)
"Dierbare gelovigen, als christenen moeten wij grote aandacht hebben voor de armen uit onze samenleving. Altijd moeten wij bereid zijn om hen te helpen, ook al worden we al eens bedrogen en blijkt achteraf dat zij in feite niet helemaal zo arm waren als zij zich voordeden. De liefde immers verdraagt alles, gelooft alles en dult alles ... "
"Er was eens een bedelaar die een rijk man om een aalmoes vroeg. En de rijke gaf hem een aalmoes. De bedelaar ging met het geld naar een kroeg en dronk zich laveloos. De volgende dag kwam er een andere bedelaar bij de rijke. En ook hij vroeg hem een aalmoes. Doch de rijke zei: "Ik geef niets meer, want jullie gebruiken mijn geld toch maar om te verzuipen. Ga weg en kom niet meer aan mijn deur!" Toen is de bedelaar weggegaan. En hij is niet meer teruggekomen. Want die avond stierf hij van honger."
De belangrijkste reden waarom men een parabel vertelt, is dat een verhaal de aandacht van de toehoorders trekt. Mensen horen graag vertellen en kunnen een verhaal gemakkelijker onthouden.
Typisch voor een parabel is ook dat men de indruk heeft dat er verteld wordt over iets waar men niets mee te maken heeft. Dit spoort aan om na te denken over de bedoeling van zo’n verhaal. Wie de parabel begrijpt en erdoor geraakt is, ziet de relatie met zijn eigen leven en ervaart doorheen de parabel een oproep om zijn levenshouding te veranderen. Dit betekent dat, als een parabel goed verteld is en men erdoor geraakt is, men vanuit het verhaal uitgenodigd wordt om zijn leven een andere wending te geven.
Parabels in het Nieuwe Testament
Soorten parabels
In het Nieuwe Testament wordt het woord 'parabel' zeer breed genomen. Voorbeelden, vergelijkingen, spreuken, gezegden ... worden allemaal 'parabels' genoemd. Zo is het voor Marcus voldoende dat in Jezus' antwoord een korte vergelijking wordt gemaakt tussen de onenigheid van de satans en een verdeeld rijk of huis om te spreken van een parabel.
Exegeten zijn wel wat preciezer en onderscheiden in deze verhaalvorm vier hoofdsoorten:
. De 'gelijkenis'
Dit is een verhaal dat een dagelijks gebeuren oproept om daarmee een waarheid duidelijk te maken.
B.v. Het verloren schaap; De verloren drachme
. De parabel (in strikte zin)
Dit is een verhaal waarin buitengewone en unieke gebeurtenissen verteld worden, die niet gaan over een werkelijke gebeurtenis.
B.v. de verloren zoon; De onwillige genodigden.
. Het exempelverhaal / voorbeeldverhaal
Dit is een verhaal dat als voorbeeld tot navolging wordt gesteld.
B.v. De barmhartige Samaritaan.
. De allegorie
Dit is een verhaal waarbij elk onderdeel van het beeld zijn speciale betekenis heeft en waarbij men alleen met een sleutel alle details kan begrijpen.
B.v. Als Jezus zegt: 'Ik ben de wijnstok en gij zijt de ranken' dan is dat een beeld dat de relatie tussen Jezus en zijn leerlingen beter doet begrijpen.
Bedoeling van Jezus
Informatie over het rijk van God
Het vreemde en op het eerste zicht onbegrijpelijke element in Jezus' parabels verwijst naar de waarden en normen in het rijk van God: vrijheid, gerechtigheid, eerlijkheid, gastvrijheid, liefde ...
Jezus wil met zijn verhalen de rijkdom van dit Rijk laten kennen.
Oproep tot bekering
Jezus wil met zijn parabels de toehoorders doen nadenken over hun gedrag, zodat ze ertoe komen het te veranderen en zich te bekeren. Pas als mensen hun levensstijl wijzigen (bekeren), kan het Rijk van God gerealiseerd worden.
Verantwoording / verdediging
Dat Jezus zijn houding met een verhaal verantwoordt, is niet te zien in het verhaal zelf, maar wel in de context ervan.
Het is interessant om de parabels in het Nieuwe Testament te lezen in hun context. Heel vaak kom je zo tot een nieuwe kijk op de parabel omdat je ziet hoe die functioneert als antwoord op een concrete vraag of een actueel probleem.
Bijvoorbeeld
- Wie is mijn naaste?
- Het morren van de Farizeeën: Hij eet met tollenaars en zondaars.
De eigen geschiedenis van de parabels van Jezus
Er is een onderscheid tussen de betekenis van een parabel zoals Jezus die vertelde, zoals de traditie ze doorvertelde en zoals ze in het evangelie werd neergeschreven.
Jezus vertelde zijn parabels aan joden.
Maar in de eerste christengemeenten werden ze verteld aan christenen. Deze verandering van toehoorders leidde vaak tot een verandering van betekenis: in het licht van de verrijzenis hadden de leerlingen de neiging de gelijkenissen van Jezus een christologische betekenis toe te kennen i.p.v. een theologische betekenis.
Bijvoorbeeld:
Jezus sprak van God en zijn koninkrijk.(= theologisch)
Maar de leerlingen interesseerden zich allereerst voor Jezus Christus die dit koninkrijk inluidde. (= christologisch)
Christenen nu hebben het niet altijd gemakkelijk om de parabels van Jezus te begrijpen. Het taalgebruik en de gewoonten zijn door de eeuwen heen veranderd: wat voor de toehoorders van Jezus heel begrijpelijk was, is moeilijk voor christenen uit andere tijden en andere culturen.
Omdat de betekenis van een parabel niet altijd voor de hand ligt en duidelijk is, probeerde men te allegoriseren of te moraliseren, iets wat de evangelisten ook al deden.
Allegoriseren wil zeggen dat je het verhaal als een raadselachtig geheel van beelden beschouwt, dat wordt opgehelderd als je de juiste betekenis van elk van de beelden hebt gevonden. Een parabel begrijpen is dan te vergelijken met het oplossen van een raadsel.
B.v. : de parabel van de zaaier (Matteüs 13, 4-23).
Deze manier om de parabels te lezen werd vaak gedaan door de Kerkvaders (theologen uit de eerste eeuwen van het christendom).
Moraliseren bestaat erin een parabel uit te leggen als een les die leert hoe je over de eigen situatie moet denken. Hierbij trekt niet de toehoorder maar de verteller de besluiten uit het verhaal. Deze manier om een parabel te gebruiken lijkt vaak voor de hand liggend. Maar het moraliserend vertellen van een parabel ontkracht het verhaal en roept veel minder op tot bekering.
Bijvoorbeeld: De barmhartige Samaritaan (Lucas 10, 25-37).
Parabels vertellen
Grondig voorbereiden
Lees de parabel in zijn context
Vaak komt men tot een nieuwe kijk op de parabel omdat men ziet hoe die parabel functioneerde als een antwoord op een concrete vraag of een actueel probleem.
Bijvoorbeeld:
Wie is mijn naaste? (De barmhartige Samaritaan)
Het morren van de Farizeeën: hij eet met tollenaars en zondaars. (De verloren zoon)
Zoek de waarden in de parabel op
- Wat zegt die parabel over God, of over de relatie God/mens? (informatie)
- Tot welke houding inspireert ze? (oproep)
Respecteer de toehoorders
Houd rekening met de eigen levenservaringen
Omdat een parabel inspeelt op een concrete situatie worden de toehoorders er elk op hun manier door aangesproken vanuit hun eigen leven. Daarom is het normaal dat een parabel op verschillende niveaus een betekenis heeft die men niet allemaal ineens kunnen vatten.
Hoe jonger iemand is, hoe toegankelijker en meer algemeen menselijk het betekenisniveau van de parabel zou moeten zijn. Meestal 'ziet' men de andere betekenissen van de parabel pas als men meer levenservaring heeft en beter vertrouwd is met de Bijbel en het Bijbels taalgebruik.
TIP
Indien een parabel ervaringen veronderstelt die het kind niet kent, vertel dan die parabel niet.
Bijvoorbeeld: het morele ontwikkelingsniveau van het kind is onvoldoende uitgebouwd
Houd rekening houden met de mogelijkheid om iets te verstaan
Soms bevat een parabel elementen die onbekend zijn, omdat ze deel uitmaken van een vreemde oude beschaving.
TIPS
. Verwerk de informatie over een onbekend gegeven in de tekst, alleen als die niet te uitgebreid is. Anders riskeert men het verhaalritme te doorbreken.
. Indien men teveel moet verklaren, is dit een signaal dat de parabel wellicht niet geschikt is voor de doelgroep. Deze manier van doen mag wel niet meer aandacht opeisen dan nodig is, omdat alles erop gericht moet zijn de boodschap van de parabel zo zuiver mogelijk te laten overkomen.
Respecteer de bedoeling van de parabel
Vertel de parabel als een verhaal
Leid de parabels die Jezus verteld best altijd op dezelfde manier in.
Bijvoorbeeld:
. Ik zal je een verhaal vertellen dat Jezus vroeger zelf verteld heeft en dat bv. Marcus heeft opgeschreven.
. Dit is een verhaal van Jezus, waarin Hij ons over God vertelt.
. Dit is een verhaal dat Jezus vertelde om ons zijn Vader beter te leren kennen.
Zo voorkom je dat men een parabel beluisteren als een historisch feit (= historiseren). Verwerk hierbij, als het enigszins kan, de context waarin de evangelist de parabel heeft gesitueerd.
Let er wel voor op om geen sprookje te maken van een parabel. Want dan wordt zo'n parabel gedegradeerd tot een verhaal om te ontspannen, zodat het oproepende karakter ervan verloren gaat.
Bijvoorbeeld:
De verloren zoon; de barmhartige Samaritaan
Moraliseer niet
Dit wil zeggen dat men de parabel gebruikt om gedragingen die men belangrijk vindt, kracht bij te zetten. Zoek daarom naar werkvormen die de kans geven om zich in te leven in de parabel, zodat wie de parabel beluistert zelf kan ontdekken wat die parabel kan betekenen. Zo vermijd je om zelf de waarden in een parabel aan te praten.
Bijvoorbeeld:
Bibliodrama met de bespreking op het einde ervan.
Praat het schokkende van een parabel niet dicht
(dus niet: esthetiseren - mooier maken dan het is)
Bij het vertellen, de parabel zoveel mogelijk respecteren in zijn oorspronkelijke vorm. Vlak de scherpe, schokkende of vreemde kanten ervan niet af, omdat die vaak de mogelijkheid bieden om door te dringen tot de bedoeling van de parabel.
Bijvoorbeeld:
. Waarom verdienden de arbeiders van het 11e uur evenveel als die die al van 's morgens vroeg aan het werk zijn? (Matteüs 20, 1-15)
. Waarom weigerden de wijze bruidsmeisjes olie aan de andere meisjes? (Matteüs 25, 1-12)
Overvraag een parabel niet
Zoek niet meer achter een parabel dan ermee bedoeld werd.
Een hulpmiddel hierbij zijn de vragen:
- Welke informatie over God en zijn Rijk deelt de parabel mee?
- Welke levenshouding is daarbij geschikt?
Laat de innerlijke kracht van een parabel werken
Informeer de toehoorders niet te snel over de betekenis van de parabel, zodat ze er zelf toe komen om te ontdekken wat die parabel voor hen kan betekenen.
Vragen van kinderen
Waarom wilde Jezus met parabels de mensen het wat duidelijker maken? - Femke (10 jaar)
Jezus vertelde nogal veel parabels, waarschijnlijk omdat Hij dacht: spreken over God en over het Rijk van God ... dat is moeilijk voor de mensen. Als ik nu eens zou spreken over iets wat de mensen kennen en dat dan vergelijk met wat ze nog niet kennen, dan kunnen ze Me misschien beter verstaan.
Zo komt het dat christenen nu over God spreken als over hun vader. Want in de parabel van de verloren zoon, vergelijkt Jezus God met een vader, die elke dag uitkijkt naar zijn zoon die het huis verlaten had.
Parabels in de Bijbel
Oude Testament
Rechters 9, 6-15 | De fabel van Jotam | ||
2 Samuel 12, 7-10.13 | De kracht van een parabel | ||
2 Samuel 14, 1-24 | Verhaal van de vrouw van Tekoa | ||
Ezechiël 17, 3-10 | Gelijkenis van de arend | ||
Ezechiël 17, 22-24 | Een prachtige ceder | ||
Ezechiël 24, 1-13 | Gelijkenis van de kookpot |
Nieuwe Testament
Marcus, Matteüs en Lucas (synoptici)
Parabel / gelijkenis | Marcus | Matteüs | Lucas |
De zaaier | 4, 3-9 | 13, 3-9 | 8, 5-8 |
Het mosterdzaadje | 4, 30-32 | 13, 31-32 | 13, 18-19 |
De boze wijnbouwers | 12, 1-11 | 21, 33-44 | 20, 9-18 |
De uitbottende vijgenboom | 13, 28-29 | 24, 32-33 | 21, 29-31 |
Alleen bij Marcus
Parabel / gelijkenis | Marcus | ||
Het vanzelfgroeiende zaad | 4, 26-29 | ||
De deurwachter | 13, 34-36 |
Alleen bij Matteüs en Lucas
Parabel / gelijkenis | Matteüs | Lucas | |
Op weg naar de rechter | 5, 25-26 | 12, 58-59 | |
De spelende kinderen | 11, 16-19 | 7, 31-35 | |
De terugkerende onreine geest | 12, 43-45 | 11, 24-26 | |
Het zuurdeeg | 13, 33 | 13, 20-21 | |
Het verloren schaap | 18, 12-14 | 15, 4-7 | |
De onwillige genodigden | 22, 2-14 | 14, 16-24 | |
De dief in de nacht | 24, 43-44 | 12, 39-40 | |
De goede of slechte dienaar | 24, 45-51 | 12, 42-46 | |
De talenten | 25, 14-30 | 19, 12-27 |
Alleen bij Matteüs
Parabel / gelijkenis | Matteüs | ||
Het onkruid tussen de tarwe | 13, 24-30 | ||
De verborgen schat | 13, 44 | ||
De kostbare parel | 13, 45-46 | ||
Het visnet | 13, 47-50 | ||
De onbarmhartige dienaar | 18, 23-35 | ||
De werkers van het elfde uur | 20, 1-16 | ||
Een vader en zijn twee zonen | 21, 28-32 | ||
De tien bruidsmeisjes | 25, 1-13 | ||
Het laatste oordeel | 25,31-16 |
Alleen bij Lucas
Parabel / gelijkenis | Lucas | ||
De twee schuldenaars | 7, 41-43 | ||
De barmhartige Samaritaan | 10,30-37 | ||
De lastige vriend | 11, 5-8 | ||
De vader en zijn kind | 11, 11-13 | ||
Over een hebzuchtige boer | 12, 16-21 | ||
De wakende dienaren | 12, 35-38 | ||
De onvruchtbare vijgenboom | 13, 6-9 | ||
De gesloten deur | 13, 24-30 | ||
Gelijkenissen bij een maaltijd | 14, 8-11 | ||
De uitnodiging der gasten | 14, 12-14 | ||
De torenbouw | 14, 28-30 | ||
Het oorlog voeren | 14, 31-32 | ||
Het verloren geldstuk | 15, 8-10 | ||
De verloren zoon | 15, 11-32 | ||
De onrechtvaardige rentmeester | 16, 1-8 | ||
Lazarus en de rijke | 16, 19-31 | ||
De onnutte dienaar | 17, 7-10 | ||
De rechter en de weduwe | 18, 1-8 |
Johannes
De Geest is als de wind | Johannes 3, 8 | Eeuwig leven | |
Velden rijp voor de oogst | Johannes 4, 35-38 | ||
De goede Herder | Johannes 10, 11-18 | Jezus, de goede herder |
Onderwerpen in parabels
Vruchten
De zaaier | Marcus 4, 3-9; Matteüs 13, 3-9; Lucas 8, 5-8 | ||
Het mosterdzaadje | Marcus 4, 30-32; Matteüs 13, 31-32; Lucas 13, 18-19 | ||
Het vanzelfgroeiende zaad | Marcus 4, 26-29 | ||
De onvruchtbare vijgenboom | Lucas 13, 6-9 |
Verloren
Het verloren schaap | Matteüs 18,12-14; Lucas 15, 4-7 | ||
Het verloren geldstuk | Lucas 15, 8-10 | ||
De verloren zoon | Lucas 15, 11-32 |
Maaltijd
Gelijkenissen bij een maaltijd | Lucas 14, 8-11 | ||
Uitnodiging van de gasten | Lucas 14, 12-14 | ||
De onwillige genodigden | Matteüs 22, 2-14; Lucas 14, 16-24 |
Inzet
De tien bruidsmeisjes | Matteüs 25, 1-13 | ||
De talenten | Matteüs 25, 14-30; Lucas 19, 12-27 | ||
Het laatste oordeel | Matteüs 25,31-16 | ||
De barmhartige Samaritaan | Lucas 10,30-37 |
Bidden
De rechter en de weduwe | Lucas 18, 1-8 | ||
De Farizeeër en de tollenaar | Lucas 18, 9-14 |
Varia
De kostbare parel | Matteüs 13, 45-46 | ||
De onbarmhartige dienaar | Matteüs 18, 23-35 | ||
De boze wijnbouwers | Marcus 12, 1-11; Matteüs 21, 33-44; Lucas 20, 9-18 | ||
De werkers van het elfde uur | Matteüs 20, 1-16 | ||
Een vader en zijn twee zonen | Matteüs 21, 28-32 | ||
De twee schuldenaars | Lucas 7, 41-43 | ||
Over een hebzuchtige boer | Lucas 12, 16-21 | ||
De gesloten deur | Lucas 13, 24-30 | ||
De onrechtvaardige rentmeester | Lucas 16, 1-8 | ||
Lazarus en de rijke | Lucas 16, 19-31 |
Parabels in het liturgisch jaar
A-jaar (Matteüs)
Matteüs 13, 1-23 | 15e zondag | De zaaier | |
Matteüs 13, 24-43 | 16e zondag | Het mosterdzaadje, het onkruid tussen de tarwe, het gist in het deeg | |
Matteüs 13, 44-50 | 17e zondag | De verborgen schat; De parel; Het visnet | |
Matteüs 18, 23-35 | 24e zondag | De onbarmhartige dienaar | |
Matteüs 20, 1-16 | 25e zondag | De werkers van het elfde uur | |
Matteüs 21, 28-32 | 26e zondag | Een vader en zijn twee zonen | |
Matteüs 21, 33-43 | 27e zondag | De boze wijnbouwers | |
Matteüs 22, 2-14 | 28e zondag | De onwillige genodigden | |
Matteüs 25, 1-13 | 32e zondag | De tien bruidsmeisjes | |
Matteüs 25, 14-30 | 33e zondag | De talenten | |
Matteüs 25,31-16 | Christus Koning | Het laatste oordeel |
B-jaar (Marcus)
Marcus 4, 26-29 | Petrus en Paulus | Het vanzelf groeiende zaad | |
Marcus 13, 28-29 | 33e zondag | De uitbottende vijgenboom |
C-jaar (Lucas)
Lucas 13, 6-9 | 3e zondag veertigdagentijd | De onvruchtbare vijgenboom | |
Lucas 15, 11-32 | 4e zondag veertigdagentijd | De verloren zoon | |
Lucas 7, 41-43 | 11e zondag | De twee schuldenaars | |
Lucas 10,30-37 | 15e zondag | De barmhartige Samaritaan | |
Lucas 12, 16-21 | 18e zondag | Over een hebzuchtige boer | |
Lucas 13, 24-30 | 21e zondag | De gesloten deur | |
Lucas 14, 8-14 | 22e zondag | Gelijkenissen bij een maaltijd | |
Lucas 15, 8-10 | 24e zondag | Het verloren schaap, het verloren geldstuk | |
Lucas 16, 1-8 | 25e zondag | De onrechtvaardige rentmeester | |
Lucas 16, 19-31 | 26e zondag | Lazarus en de rijke | |
Lucas 18, 1-8 | 29e zondag | De rechter en de weduwe | |
Lucas 18, 9-14 | 30e zondag | De Farizeeër en de tollenaar |
Suggesties
Grote kinderen
INFORMEREN
Wist je dat?
. Jezus vertelde vaak parabels.
. Jezus vertelde parabels om iets duidelijk te maken.
. Parabels zijn niet echt gebeurd.
. Jezus gebruikt vaak een parabel als antwoord op vragen die aan Hem gesteld werden.
. Parabels zeggen iets over God.
. De parabels van Jezus zijn heel bekend.
. In een parabel van Jezus verneem je hoe Jezus over bepaalde zaken denkt.
EVEN TESTEN
Waar of niet waar?
. Jezus vertelde altijd een parabel na een moeilijke situatie. (NIET WAAR)
. Parabels zijn echt gebeurd. (NIET WAAR)
. Het woord parabel betekent: 'vergelijking'. (WAAR)
. Jezus was de enige persoon die parabels vertelde. (NIET WAAR)
. Parabels doen de mensen nadenken. (WAAR)
Waarom vertelde Jezus parabels?
. Hij wilde de mensen een fijne namiddag bezorgen
. Hij wilde de mensen doen nadenken over het leven in de nieuwe wereld van God
. Hij wilde de mensen informeren over hun dagelijks leven
VERDIEPEN
Dieper graven
- Waarom zou Jezus deze parabel verteld hebben?
- Met wie / wat kun je de situaties, de personen ... in de parabel vergelijken?
- Waarover heeft Jezus zijn toehoorders willen doen nadenken?
VERTELLEN
Het kleed van de waarheid
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 243)
Op een dag vroegen de leerlingen:
‘Meester,
waarom vertel je ons de waarheid
altijd in verhalen?’
‘Luister,’ zei de meester,
‘Lang geleden
ging de Waarheid naakt door het leven.
Iedereen die haar zag draaide zich om
en wilde niets met haar te maken hebben
uit angst en schaamte.
Zo kwam het
dat iedereen de Waarheid meed,
waar die ook kwam.
Op een dag ontmoette de Waarheid de Parabel.
De Parabel was prachtig gekleed.
Iedereen keek naar haar op.
De Waarheid ging naar haar toe en zei:
‘Wat moet dat heerlijk zijn
als iedereen zo naar je omkijkt….
Mijn leven is triest en eenzaam.
Iedereen draait zich om
en loopt weg als hij mij ziet.
Toen de Parabel dit hoorde zei ze:
“Hier, neem een stuk van mijn kleed
en bekleed je daarmee.”
En vanaf dat ogenblik
begroet iedereen de Waarheid met vreugde.’
Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 8 juni 2016, p. 1)
Een 'parabel' is een verhaal dat niet echt gebeurd is,
maar toch vol waarden is en de moeite waard.
Het is een verhaal dat iets wil duidelijk maken,
iets wat de kwaliteit van het leven wil verbeteren.
Parabels worden al heel lang overal ter wereld verteld.
In onze streken kent men vooral de parabels die Jezus vertelde,
zodat men verbaasd opkijkt als blijkt
dat Hij niet de enige was die op die manier vertelde.
Het is niet zeker of Jezus het verhaal hierbij gekend heeft,
maar het zou wel kunnen, want dit is al een heel oud verhaal.
Het legt uit waarom parabels verteld worden
en wat de bedoeling ervan is.
Een parabel trekt veel meer aandacht
dan het juiste en genuanceerde spreken over een waarheid.
Mensen horen nu eenmaal graag vertellen.
Bovendien kan men een verhaal gemakkelijker onthouden.
Wat apart is aan een goed vertelde parabel is:
nergens wordt duidelijk gezegd: ‘Daar gaat het om!’
Wie een parabel hoort, moet zelf op zoek gaan
naar de betekenis die er voor hem in verborgen ligt.
Zo komt het dat kinderen in een parabel vooral het verhaaltje horen
terwijl volwassenen er de relatie met hun eigen leven in zien.
Doorheen de parabel ervaren ze een uitnodiging
om hun manier van leven kritisch te bekijken en te veranderen.
Jongeren
ONDERZOEKEN
Parabels in kinderbijbels
Vooraf
Vooraleer deze activiteit te doen, heb je met de jongeren al onderzocht wat een parabel is, hoe die functioneert, wat er de bedoeling van is (zie hoger).
Zoek bij de parabel die je wilt bestuderen, drie kinderbijbels die deze parabel opnieuw vertellen.
Extra info
Vaak geven kinderbijbels een vage aanduiding van de leeftijd waarvoor de herschreven tekst bedoeld is. Met wat oefening kun je al vlug enkele kenmerken vinden.
Typisch voor kinderen van 6/7 jaar
. aandacht voor dialoog
. gebruik van de tegenwoordige tijd
. korte eenvoudige zinnen
. moeilijke woorden en situaties wordt kort in de tekst toegelicht
. relatief korte tekst
. anonieme figuren krijgen een naam
Typisch voor kinderen van 10/11 jaar
. de tekst staat dicht bij de oorspronkelijke tekst
. doorgaans lange tekst
. gebruik van de verleden tijd
. historische en geografische informatie in de tekst of in de rand ervan
. fotomateriaal en kaarten
Opdracht
Vergelijk elk van de teksten in een kinderbijbel met de originele tekst in de Bijbel.
- Zijn de doorgevoerde wijzigingen en toevoegingen verantwoord?
- Liggen ze in de lijn van wat Jezus met die parabel bedoeld heeft?
- Respecteren ze de parabel als parabel?
Formuleer daarna een besluit:
- Welke tekst is geschikt voor 6-7-jarigen; 8-9-jarigen; 10-11-jarigen?
- Welke tekst wordt beter niet gebruikt? Zeg ook waarom.
Correctiesleutel
Een kinderbijbel moet niet alleen recht doen aan de kinderen, maar ook aan de Bijbel. Daarom mag een parabel niet als een sprookje verteld worden, omdat daarbij het oproepende karakter van de parabel verloren gaat.
Hoewel een parabel oproept tot een bepaalde levenshouding, toch mag je die niet zelf zwart op wit formuleren (= moraliseren). Het zijn de kinderen die zelf de boodschap in het verhaal ontdekken.
Overwegingen
Tsjoeang-Tse
Woorden vergeten
Om vissen te vangen, gebruikt men aas.
Heeft men vissen gevangen,
dan kan men het aas vergeten.
Om konijnen te vangen gebruikt men een strik.
Heeft men de konijnen gevangen,
dan kan men de strik vergeten.
Men gebruikt woorden om hun betekenis uit te drukken.
Wordt de betekenis verstaan,
dan kunnen de woorden vergeten worden.
Waar vind ik een mens die woorden vergeet,
opdat ik met hem praten kan?
Jan Wuyts
Grote kleinkunst
Vaak wordt een parabel verteld ‘bij gelegenheid’, omdat er zich iets voordoet of iets gezegd wordt dat aanleiding geeft tot het vertellen van deze gelijkenis. Een parabel speelt zich best elders af, buiten de kring van de luisteraars. En het gaat over andere mensen. Het verhaaltje moet wel herkenbaar zijn. Maar in het verhaal gebeurt er iets verrassends, iets dat enig verzet oproept, iets dat choqueert. Het meest confronterende is wel wanneer blijkt dat de parabel wel degelijk over de luisteraars gaat. Een parabel verzinnen en vertellen is eigenlijk een vorm van grote kleinkunst.