Loading...
 

Marcus 11, 1-10

Marcus 11, 1-10: De intocht in Jeruzalem

Matteüs 21, 1-11 // Marcus 11, 1-10 // Lucas 19, 28-40 // Johannes 12, 12-16



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1599-1600)

Jezus en de leerlingen kwamen in de buurt van Jeruzalem. Ze waren vlak bij de dorpen Betfage en Betanië, bij de Olijfberg. Daar stuurde Jezus twee leerlingen vooruit.
Hij zei tegen hen: ‘Ga naar dat dorp daar. Jullie zullen daar een jonge ezel zien, die staat daar vastgebonden. Er heeft nog nooit iemand op gereden. Maak hem los en breng hem hier. Misschien vraagt er iemand: ‘Wat doen jullie daar?’ Dan moet je zeggen: ‘De Heer heeft deze ezel nodig. Maar hij zal hem snel weer terugbrengen.’’
De twee leerlingen gingen naar het dorp en vonden de ezel. Hij stond buiten op straat, vastgebonden bij een deur. Ze maakten hem los. Een paar mensen die daar stonden, zeiden: ‘Wat doen jullie daar?’ De leerlingen zeiden wat Jezus hun gezegd had. Toen lieten die mensen hen met rust.

De leerlingen brachten de ezel bij Jezus. Ze legden hun jassen op de rug van de ezel, en Jezus ging erop zitten. Veel mensen legden hun jas op de weg. Anderen plukten takken met bladeren en legden die op de weg. Ze liepen voor Jezus uit en achter hem aan. Ze riepen: ‘Alle eer aan God! Leve de man die door God gestuurd is. Leve het nieuwe koninkrijk van onze voorvader David. Alle eer aan God in de hemel!’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Toen Jezus en zijn vrienden Jeruzalem naderden
in de richting van Betfage en Betanië op de Olijfberg,
zond Hij twee van zijn leerlingen uit met de opdracht:
‘Ga naar het dorp daar voor jullie.
Als je er binnengaat, is het eerste dat je zult zien een ezeltje
dat vastgebonden staat en waarop nog nooit iemand gezeten heeft.
Maak het los en breng het hier.
Als iemand je zou vragen: Wat doe je daar? zeg dan:
De Heer heeft het nodig, maar Hij stuurt het spoedig weer hier terug.”

Ze gingen weg en vonden buiten op straat een ezeltje,
dat vastgebonden was aan een deur. Ze maakten het los.
Sommige mensen uit de buurt, riepen:
‘Wat doen jullie daar, zomaar dat ezeltje losmaken?”
Ze antwoordden wat Jezus had gezegd
en de mensen lieten hen gerust.
Ze brachten het veulen bij Jezus,
legden er hun mantels overheen en Hij ging erop zitten.
Velen spreidden hun mantels uit op de weg,
anderen groene takken die ze in het veld gekapt hadden.
De mensen die Hem omstuwden, jubelden:
Hosanna! Gezegend de Komende in de naam van de Heer.
Geprezen het komende koninkrijk van onze vader David!
Hosanna in den hoge!”
Zo trok Jezus Jeruzalem binnen, naar de tempel.
Nadat Hij er alles had gezien,
keerde Hij, met de twaalf terug naar Betanië, omdat het al laat was.



Stilstaan bij ...

Jeruzalem
Religieus en politiek centrum van Palestina. Plaats waar de tempelautoriteiten en Schriftgeleerden woonden. Jeruzalem is in de evangelies de stad waar Jezus afgewezen wordt.

Betfage
(= huis van de onrijpe druiven)
Dit plaatsje lag ten oosten van Jeruzalem, langs of op de weg naar Jericho.

Betanië
(= huis van droefheid, van ellende)
Betanië ligt op 3km van Jeruzalem op de oostelijke helling van de Olijfberg.

Olijfberg
De Olijfberg, een heuvel begroeid met olijfbomen, ligt ten Oosten van Jeruzalem langs de Cedronvallei. Omdat de Olijfberg hoger ligt dan de stad, had men van daaruit een mooi zicht op de tempel.
De joden verwachtten dat de Messias zich vanuit de hemel op de Olijfberg zou openbaren.
In het boek Handelingen staat dat Jezus na zijn verrijzenis vanaf de Olijfberg opgevaren is naar de hemel.

Veulen / ezeltje
Ezels waren belangrijke dieren in de tijd van de Bijbel. Ze werden gebruikt om lasten te dragen, om erop te rijden en om er de grond mee te bewerken.
Hoewel ezels heel ver kunnen stappen, zijn ze minder snel dan paarden en daarom niet geschikt voor de oorlog.
Omdat ze eenvoudig werk verrichten, symboliseren ze nederigheid en eenvoud.

Waarop nog nooit iemand heeft gezeten
Dit betekent dat het veulen cultisch rein is en daarom geschikt is voor koninklijk gebruik.

Mantels op de weg
Dit was een oosterse gewoonte om eer te bewijzen aan koningen en aanzienlijke personen.

Hosanna
Griekse spelling van een Hebreeuws woord dat 'red nu', 'verlos ons' of ‘kom ons helpen’ betekent en als uitroep of juichkreet werd gebruikt wanneer men Jahwe / God of een hooggeplaatste persoon smeekte om zijn zegen.

Het komende koninkrijk van David
In deze titel ligt de verwachting van de joden dat Jezus het rijk van koning David zal herstellen. Iemand die met wapens de Romeinse bezetter zou verdrijven. Maar dit soort verwachtingen lost Jezus niet in.

David
David leefde zowat 1000 jaar voor Christus. Hij was de meest geliefde koning van het joodse volk. Men herinnert zijn tijd als een gouden tijd: voor het eerst zwierf het volk niet meer en had het een vaste stek gevonden.

Hoge
Hiermee wordt de hemel bedoeld, de naam voor de plaats waar God woont.





Bij de tekst

Als je dit verhaal aan kinderen vertelt...

... kun je vertellen hoe mensen wuiven met vlaggetjes, sjaaltjes, linten, bloemen ... als iemand komt, die ze verwachten en graag hebben.

... mag je ze laten aanvoelen dat Jezus niet altijd is zoals mensen over Hem denken en dromen. Jezus zit niet op een paard, een dier dat koningen draagt en wereldse macht en kracht symboliseert, maar op een ezeltje, dat zo jong is dat er nog niemand heeft op gezeten.



De verwachte Messias

De manier waarop Marcus Jezus beschrijft en de houding van de mensen bij zijn intocht in Jeruzalem, doet denken aan het binnenkomen van de lang verwachte Messias: die zou op een ezel rijden (profeet Zacharia) en zich vanuit de hemel op de Olijfberg openbaren.



Wortels in het Oude Testament

Zacharia 9, 9
'''Jubel luid, gij dochter Sion. Juich, gij dochter Jeruzalem!
"Zie, uw koning komt tot u, rechtvaardig en zegevierend;
hij is deemoedig, hij rijdt op een ezel op een veulen,
het jong van een ezelin."

Lees meer


1 Koningen 1, 38-40
"Toen gingen de priester Sadok, de profeet Natan en Benaja, de zoon van Jojada, met de Keretieten en de Peletieten op weg. Zij zetten Salomo op het muildier van koning David en leidden hem naar de Gichon. De priester Sadok liet de hoorn met olie uit de tent halen en zalfde Salomo. Toen blies men de bazuin en heel het volk riep: ‘Leve koning Salomo!’ Daarna ging heel het volk achter hem aan. Ze speelden op fluiten en gaven uitbundig uiting aan hun vreugde, zodat de grond dreunde van het rumoer."


2 Koningen 9, 13
"Terstond namen zij allen hun mantel en spreidden die op de treden van de trap voor hem uit; zij staken de bazuin en riepen: ‘Jehu is koning!'"



Kinderwijsheid

(Blog van K. JANSSEN - 30 april 2021)

Dan vraagt de voorganger aan de kinderen: ‘Waarom denken jullie dat Jezus op een ezel reed? En niet op een paard?’

Kleinzoon steekt zijn hand op. ‘Omdat hij ook al op een ezel reed toen hij in de buik van zijn mama zat’, zegt hij. Het lijkt hem niet meer dan logisch: die ezel hoort bij Jezus. Op weg naar je dood ga je wellicht niet anders dan op weg naar je geboorte. Dichtbij en tussen de mensen.





Bijbel en kunst

Icoon

De intrede van Jezus in Jeruzalem

02847 Hires

Deze rotsen verwijzen naar Judea, de bergachtige streek waarin Jeruzalem ligt.PalmboomDe poorten van de stad Jeruzalem
De apostelen die Jezus volgen. De apostel met de gele mantel en de grijze haren en baard is Petrus. Zijn rechterhand maakt duidelijk dat hij spreekt met Jezus.Jezus zit op een ezel als een koning op een troon: Zijn rode onderkleed verwijst naar zijn goddelijke natuur, zijn blauwe bovenkleed naar zijn menselijke natuur. In de nimbus achter zijn hoofd is een kruis te zien, een verwijzing naar zijn dood op het kruis. Hij rijdt naar Jeruzalem en is in gesprek met enkele apostelen. Een aantal mensen uit Jeruzalem komen Jezus tegemoet. Een paar hebben takken in de hand om mee te wuiven en Hem zo te verwelkomen in de stad.
Kinderen leggen kledingstukken op de grond om Jezus eer te bewijzen. Hier en daar liggen groene takken op de grond om Jezus te eren.



Lees meer over iconen.



Bespreek:
- Waarom zou Jezus niet voor zich uitkijken?
- Wat zou Hij zeggen tegen zijn leerlingen?
- Zouden zijn leerlingen iets tegen Hem zeggen? Wat zou dat kunnen zijn?
- Waarom zou Hij schrijlings op een ezel zitten?





A. VAN DIJCK

Intocht van Jezus Christus in Jeruzalem (1617)

Entry Of Christ Into Jerusalem By Anthony Van Dyck1

(Olieverf op doek - Institute of Art, Indianapolis)


Antoon / Antony van Dyck (1599 - 1641) was een barokschilder. Als jonge Van Dyck was hij één van de favoriete medewerkers van Pieter Paul Rubens.
In 1621 ging hij naar Italië om er de Italiaanse schilders uit de Renaissance te bestuderen.
In 1627 keerde hij terug naar Antwerpen waar hij een groot aantal meesterwerken schilderde.
De Engelse koning Karel I nodigde hem uit naar Engeland, waar hij in korte tijd erg beroemd werd. Hij werd daar in 1633 de officiële hofschilder van de koning.



Suggesties
- Vergelijk dit schilderij met een icoon over de blijde intrede van Jezus in Jeruzalem.
Op het eerste zicht heel verschillend. Toch zijn er gelijkenissen. Zie je ze?

- Kleef een kopie van dit schilderij op een flap. Daarrond schrijven de deelnemers in gedachtenballonnen wat elk van de personen op het schilderij zou kunnen denken.



É. DE SAUSSURE

Intrede van Jezus
5 Taizé

(Glasraam in de kerk van de verzoening, Taizé)


Werk van Broeder Éric, broeder in de oecumenische gemeenschap van Taizé.



Zelf een glasraam maken
Materiaal
Dik tekenpapier, een potlood, een dikke zwarte alcoholstift.
Doorschijnend gekleurd papier, cutter, Pritt.


Verloop
Teken het glasraam uit Taizé in grote lijnen over op het tekenpapier.
Overtrek deze lijnen met de dikke zwarte stift. Knip met de cutter elk wit vakje uit.
Knip uit gekleurd doorschijnend papier, dezelfde vorm als de witte stukken uit, maar dan een drietal millimeter groter.
Breng lijm aan aan de achterkant van de zwarte tekening.
Kleef hierop het gekozen gekleurde papier.
Hou af en toe het blad even tegen het licht aan om te zien of de kleuren goed gekozen werden.
Hang, wanneer alles gelijmd is, het glasraam voor een raam of een andere lichtbron.





Suggesties

Kleine kinderen

ONDERZOEKEN

Wat past bij een koning?

Materiaal
Kopieer dit werkblad voor elk kind.


Verloop
Bespreek met de kinderen wat die tekeningen voorstellen.
Daarna kleuren ze de tekeningen die volgens hen bij een koning passen.
- Waarom passen die tekeningen bij een koning ?
- Trek een kring rond de tekeningen waarvan jullie vinden dat ze passen bij Jezus.
- Waarom passen die tekeningen bij Jezus?

Vertel daarna over de intrede van Jezus in Jeruzalem.





KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Jezus wordt verwelkomd in Jeruzalem

(Bewerking: C. Leterme)

Jezus en zijn vrienden naderden Jeruzalem.
Ze stonden op de Olijfberg.
Daar zei Jezus tegen twee leerlingen:
‘Ga naar het dorp vlak voor je.
Jullie zullen daar een ezeltje vinden.
Het is vastgebonden en er heeft nog nooit iemand op gezeten.
Maak het los en breng het bij Mij.
Als iemand zegt: ‘Wat doen jullie daar? zeg dan:
“De Heer heeft het nodig. Hij zal het meteen terug brengen.”’

De leerlingen gingen weg en deden wat Jezus vroeg.
Een tijd later brachten ze het ezeltje.
Ze legden er hun mantels overheen. Jezus ging op het ezeltje zitten.
Zeer veel mensen spreidden hun mantels uit op de weg,
anderen sneden takken in het veld en legden die op de weg.
De mensen die rond Jezus liepen, riepen luid:
‘Hosanna, leve Jezus,
Gezegend is Hij die komt in de naam van God.
Hosanna, leve Jezus.’



De blijde intrede

Materiaal
. A3-bladen waarbij een grote brede horizontale strook een stuk weg voorstelt.
. Figuren (geïnspireerd op figuren in een kinderbijbel) die getekend werden op tekenpapier, ingekleurd en daarna uitgeknipt/uitgescheurd. Idem ook voor 'Jezus op een ezel'.
. tekenpapier, palmtakjes, plaklint, materiaal om te tekenen, kleuren, schilderen ...


Verloop
Vertel over de Blijde Intrede van Jezus in Jeruzalem.
Maak hierbij gebruik van de illustraties en de palmtakjes. Kleef 'Jezus op een ezel' in het midden van de weg. De andere figuren kleef je aan de rand van de weg. Eventueel kunnen apostelen Jezus volgen. Kleef palmtakjes bij de figuren aan de rand van de weg.
Vraag dan aan de kinderen om nog meer figuren aan de rand van de weg te tekenen. Eventueel kleven ze ook huizen en bomen aan de rand van de weg en tekenen ze ook zichzelf.





INLEVEN

In Jeruzalem

Materiaal
Lego en / of Playmobil (bouwblokjes - ezeltje - figuurtjes)
Takjes en blaadjes uit de tuin - stukjes stof - zand


Verloop
Vertel het verhaal over de intocht van Jezus in Jeruzalem.
Spreek met de kinderen af:
- Wie bouwt de toegangspoort tot de stad?
- Wie bouwt de huizen in de straat?
- Wie knipt 'mantels' uit uit de stukken stof?
- Wie maakt 'palmtakken' (takjes + groen)?

Lees daarna het verhaal opnieuw voor.
De kinderen tonen in hun nagebouwde stad wat er gebeurt:
. Jezus zit op een ezel, die vooruitgaat
. de mensen zwaaien met groene takken
. op de weg waar Jezus komt, worden 'manteltjes' gelegd

Beëindig deze activiteit met het zingen / beluisteren van een lied waarin het woord 'Hosanna' voorkomt.





ZINGEN

Hosanna

Zing dit lied met kinderen.





DOEN

Collage

Mogelijkheid 1
Materiaal
Kopieer de volgende bladzijde of deze tekening van Jezus op een ezel.
Palmtakjes, lapjes stof in verschillende kleuren
Plakband, lijm, kleurpotloden / stiften / ...


Verloop
Vertel eerst het verhaal over de intocht van Jezus in Jeruzalem.
Daarna krijgen de kinderen de tekening. Ze tekenen er eerst alle mensen die Jezus verwelkomen in Jeruzalem. Daarbij tekenen ze ook zichzelf.
Hoe zouden zij Jezus verwelkomen? Gebruiken ze palmtakjes, of linten, of zingen ze... (Laat hierbij alle mogelijkheden open)
Op de grond waar Jezus komt, kleven ze lapjes stof. In de handen van de mensen kleven ze een klein palmtakje.




Mogelijkheid 2
Materiaal
. palmtakjes (1 per kind)
. papier (per kind ¼ van een A4-blad)
. groot blad met in het midden een illustratie van Jezus op een ezel.
. plakband


Verloop
Geef de kinderen een palmtakje in de hand en laat ze wuiven alsof ze iemand verwelkomen.
Vertel dan het verhaal van de intocht van Jezus in Jeruzalem.
Nadien tekenen de kinderen zichzelf terwijl ze wuiven. Ze kleven een echt palmtakje op de getekende hand.
De tekeningen worden nadien geschikt op het grote blad, rond de illustratie van Jezus op een ezel.
Hang de collage nadien in het portaal van de kerk of op een centrale plaats in school.



Installatie

Materiaal
Een strook tekenpapier, waarop je een muur met kantelen schetst. Kleur die 'muur' met geelachtig oranje.
Papier en tekengerei, schaar, lijm, plaklint.
Een touw waarmee je twee zijden van de strook tekenpapier met elkaar verbindt, zodat het kan rechtstaan en men de muur goed kan zien.
Buxus, stukjes stof of gekleurd papier.
Tekening van Jezus op een ezel onderaan een strook papier. Plooi die strook papier nadien in twee plooit zodat je dit over het touw kunt schuiven en zo de indruk geeft dat Jezus op zijn ezel vooruit gaat.



Verloop
Vertel eerst het verhaal van de intocht van Jezus in Jeruzalem.

Nadien tekenen de kinderen elk iemand uit Jeruzalem. (Eventueel tekenen ze ook zichzelf)
Die figuren knippen ze uit en kleven ze op de 'muur' van Jeruzalem.
Nadien kleven ze met plaklint de buxustakjes bij die personen.
Daarna knippen ze 'manteltjes' uit stof of papier. Die 'manteltjes' of 'jassen' hoeven niet ingewikkeld te zijn. Men drapeerde vroeger daarvoor gewoon een rechthoekig stuk stof om zich heen.
Verbind de twee zijden van de muur met een touw of een strook papier zodat de bijgewerkte 'muur' op een tafel kan geplaatst worden.

Vertel dan het verhaal opnieuw en vul dit aan met elementen die de kinderen zelf aangebracht hebben. Intussen schuif je de tekening van Jezus langzaam vooruit over het touw en leggen de kinderen de jasjes op de grond neer, wanneer dat ter sprake komt in het verhaal.





Grote kinderen

ONDERZOEKEN

Palmtakjes

Materiaal
Palmtakjes


Verloop
Toon een palmtakje. Laat de kinderen erover vertellen.
- Wat zie je?
- Waar heb je nogal zo'n takje gezien?
- Wat is de kleur van het takje?
- Is er al veel groen te zien buiten?
- Weet iemand waarom er vandaag in de eucharistieviering veel mensen zo'n takjes bij hebben
(of waarom er vooraan in de kerk een mand staat met heel veel zo'n takjes, die de mensen nadien naar huis mogen meenemen)?

Vertel aansluitend het verhaal van de intrede van Jezus in Jeruzalem.

- Als mensen straks naar huis gaan met zo'n palmtakje ... weet je wat ze daarmee zullen doen?
- Als jullie straks zo'n palmtakje meenemen naar huis, wat zullen jullie er dan mee doen?
(Laat de fantasie van de kinderen de vrije loop - vraag wel na elk voorstel waarom ze dat zouden doen)


TIPS
. De gewoonte bestaat er in dat gelovigen een palmtakje steken achter een kruisbeeld.
Tegenwoordig is het wel niet meer vanzelfsprekend om een kruisbeeld in huis te hebben.
Spreek daarom met de kinderen af om bij de volgende bijeenkomst een kruisje te maken (bv. aaneen sjorren van twee stokjes) of een kruisje te kleuren (knip voordien een aantal kruisjes uit stevig karton. De kinderen kleuren ze dan zelf in. Laat dit inkleuren voorafgaan door een gesprek waarbij je stilstaat bij de gevoelens die een bepaald kleur oproepen. De kleur die elk kind het meest associeert met 'kruis' mag gebruikt worden om hun kruis in te kleuren)


. Steek na deze activiteit een palmtakje achter het kruisbeeld in het lokaal of leg het bij de kinderbijbel die je gebruikt.





KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Petrus over de intrede van Jezus in Jeruzalem

Materiaal
Onderstaande tekst, waarin je in de huid kruipt van Petrus.
Rechthoekige lappen stof die de kleding van de mensen kunnen oproepen, palmtakjes, gele linten
Eventueel:
. lied waarin het woord 'hosanna' voorkomt
. instrumentale muziek


Verloop
Stel je aan de kinderen voor als Petrus. Zeg dat je van alles zult zeggen dat de kinderen tegelijk moeten uitbeelden.
Lees de tekst voor - en geef tegelijk ook instructies aan de kinderen.

Spreek vooraf af wie de volgende personages uit de tekst zullen uitbeelden: Jezus, enkele leerlingen van Jezus (maximum 12), ezel, iemand die voor de ezel zorgt, mensen die Jezus verwelkomen.



Hallo, ik ben Petrus, ik ben een van de eerste leerlingen die Jezus geroepen heeft.
Luister eens wat er vandaag gebeurd is. Samen met de andere leerlingen van Jezus ben ik al een hele tijd samen met Jezus op stap.
(Ga samen met Jezus en zijn leerlingen op stap in de ruimte.)

We vertrokken van het meer van Galilea, waar we wonen, naar de stad Jeruzalem. Dat is de belangrijkste stad van ons land. Daar zouden we samen het paasfeest vieren. Gisteren overnachtten we in een dorpje vlakbij Jeruzalem.
(Sta stil)
Vanmorgen zei Jezus tegen twee van ons: 'Ga naar dat dorp. Jullie zullen er een ezel vinden. Maak die los en breng die naar hier. Als er iemand vraagt wat je daar doet, zeg dan: 'Jezus heeft die ezel nodig. Hij zal ze meteen terug sturen.’
(Laat 'Jezus' aan het woord. In eigen woorden herneemt de leerling die 'Jezus' speelt, de woorden van Jezus)

Die twee deden wat Jezus gevraagd had.
(Twee leerlingen gaan op zoek naar een ezel. Die 'staat' in een hoek van het lokaal.)

Wat later brachten ze de ezel bij Jezus. Ze legden er eerst hun eigen kleren over.
(Als ze met de ezel terug bij Jezus zijn leggen de leerlingen er hun 'mantels' op.)

Dan ging Jezus met de ezel naar Jeruzalem.
(Jezus neemt de teugels van de ezel in zijn handen. Hij gaat naar de plaats in de ruimte waar de mensen staan.)

Daar stonden heel wat mensen langs de kant van de weg.
(Petrus neemt het palmtakje dat in de paasboom hing.)
Al deze mensen hebben zo'n takje in hun hand.
(De mensen staan in rijen langs de weg om een erehaag voor Jezus te vormen.)

De mensen legden hun kleren op de weg. Anderen sneden takken van de bomen en legden die ook op de weg of wuifden ermee.
(De mensen en de leerlingen van Jezus zingen eventueel een lied waarin 'Hosanna' voorkomt en wuiven met palmtakjes en gele linten. Sommigen leggen hun mantel - stuk stof - op de grond, zodat Jezus erover kan stappen.)
Nodig de leerlingen uit om op het ritme van dat lied te dansen en te zwaaien met de takjes en de linten, wanneer Jezus voorbijkomt.)

Eventueel: stukje instrumentale muziek

Nu denk je misschien dat de hele stad blij was dat Jezus daar was. Maar dat was niet zo. Sommige mensen waren bang van Jezus en anderen waren zelfs kwaad op Hem. Ze vreesden dat Hij hun land zou kapot maken en ze waren niet akkoord met de manier waarop Hij over God sprak.



TIP
Je kunt het verhaal van de blijde intrede ook vertellen vanuit het standpunt van een toeschouwer.
Presenteer die persoon met een joodse naam. Bijvoorbeeld: Sara, Micha, Samuel, Myriam ...





EVEN TESTEN

Waar of niet waar?

StellingWaar of niet waar
Jezus en zijn leerlingen waren op weg naar Betlehem. (niet waar)
Jezus zei: 'Jullie zullen een ezel vinden. (waar)
Die ezel staat in de weide.' (niet waar)
Toen de leerlingen van Jezus de ezel meenamen werden ze gevangen genomen. (niet waar)
Jezus ging dan op een paard zitten. (niet waar)
De inwoners van Jeruzalem legden mantels op de plaats waar Jezus voorbij kwam. (waar)
De mensen zwegen toen Jezus voorbijkwam. (niet waar)




Invullen: Jezus, de koning

Eenvoudige opdracht
In de volgende tekst ontbreken de woorden:
intocht; Palmzondag; palmtakjes; Pasen; gelovigen; Goede Week; zegent
Vul ze in op de goede plaats.

JEZUS, DE KONING

De G..........................................., die met het feest van
P........................... is begonnen, bereidt ons voor op P............................
In de eucharistieviering op Palmzondag z........................... de priester
p........................... .
Deze takjes herinneren aan de i........................... van J........................... in J............................
Ze worden dan aan de g........................... uitgedeeld.




Moeilijker opdracht
In de volgende tekst ontbreken de woorden:
intocht; Palmzondag; palmtakjes; Pasen; gelovigen; Goede Week; zegent
Vul ze in op de goede plaats.

JEZUS, DE KONING
De ..............................................., die met het feest van
........................... is begonnen, bereidt ons voor op ............................
In de eucharistieviering op Palmzondag ........................... de priester
........................... .
Deze takjes herinneren aan de ........................... van ........................... in ............................
Ze worden dan aan de ........................... uitgedeeld.





KENNISMAKEN MET EEN NIEUW WOORD

Zegenen

Sta stil bij de volgende zin in de tekst: 'Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer.'

'Zegenen' is een woord dat niet zo vaak nog gebruikt wordt. Het betekent: 'Iets goed zeggen van iemand', iemand feliciteren.
- Van wie wordt iets goed gezegd?
Van de persoon die komt in naam van de Heer.
- Wat weten we van die persoon die komt in de naam van de Heer?
Hiermee wordt Jezus bedoeld. Mensen hebben in Hem de persoon gezien die door God (=Heer) gezonden werd.
- Wat heeft Jezus gezegd of gedaan, dat de mensen zeiden: Hij is gezegend?





SPREKEN MET BEELDEN

Stilstaan bij het verhaal

Bouw, na het vertellen, het verhaal samen met de kinderen terug op aan de hand van illustraties.

Bespreek
- Hoe rijdt Jezus Jeruzalem binnen?
- Hoe begroeten de mensen Jezus?
- Hoe zou Jezus zich gevoeld hebben bij al dit gejuich? Waarom?
- Als jij erbij was geweest, wat zou jij Jezus toeroepen? Waarom?
- Koningen werden met palmen begroet. Is Jezus dan een koning?
- Is Jezus een koning zoals wij nu koningen kennen?

Je kunt hierop verder doorgaan:
- Verandert de betekenis van dit verhaal wanneer Jezus zijn intrede op een paard zou doen?
- Welke betekenis heeft de ezel in dit verhaal?
- Was iedereen wel blij met deze intrede van Jezus? Wie niet? Waarom? (Informeer indien nodig: hogepriesters, Farizeeën en Romeinen zagen in Jezus een oproerkraaier)

Gebruik hierbij eventueel twee tekeningen: een koning te paard en Jezus op een ezel.
- Welke verschillen kun je vaststellen?
- Waarom zit Jezus op een ezel en niet op een paard?
(Jezus is geen koning die veel geld heeft; hij houdt van eenvoud)

Wie op een paard zit, zit hoog boven de mensen; Wie op een ezel zit, zit op ooghoogte van de mensen rondom.




De intrede van Jezus in Jeruzalem

Materiaal
Foto's van ezels: zwaar bepakte ezels, mensen op ezels, ezel die gras eet aan de rand van de weg.
Foto's van paarden: man op paard, paard dat hooi krijgt, generaal op een paard.
Woordkaarten: eenvoud; vrede, gezag, macht, luxe, oorlog.


Verloop
Stilstaan bij een belangrijk beeld
Jezus rijdt op een ezel de stad Jeruzalem binnen.
Toon een aantal foto's van ezels. De kinderen bespreken wat ze zien.
Toon dan een aantal foto's van paarden. De kinderen bespreken wat ze zien.
De kinderen vergelijken beide fotoreeksen met elkaar.
Toon dan de woordkaarten met daarop: 'eenvoud; vrede, gezag, macht, luxe, oorlog'
De kinderen geven een voorbeeld bij elk van de woorden.
Daarna leggen ze het verband tussen die woorden en de foto's.
- Welke woorden horen bij de foto's van de ezel?
- Welke woorden horen bij de foto's van het paard?



Stilstaan bij een illustratie

(naar: C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 5)

Materiaal
Maak gebruik van een illustratie in een kinderbijbel, of van een kleurplaat waarop Jezus op een ezel te zien is, samen met wuivende mensen.




Verloop
Toon de illustratie en overloop met de kinderen wat erop te zien is, en wat dit betekent.

Wat gebeurt er?Wat betekent dat?
De mensen wuiven met takken. (teken van welkom)
De takken waarmee ze mensen wuiven zijn groen. (teken van leven)
De mensen hebben hun kleren op de grond gelegd. (teken van waardering)
Er werden allerlei soorten mensen getekend: mannen, vrouwen, kinderen, blank, zwart, groot, klein, oud , jong ... (iedereen mag erbij!)
Jezus zit op een ezel. (beeld van eenvoud)




TIPS
. Indien je een kleurplaat gebruikt kunnen de kinderen telkens inkleuren wat er besproken werd.

. Vul eventueel de kleurplaten zelf wat aan (bv. meer palmtakken, meer types mensen)





INLEVEN

Journaal

Breng dit verhaal als een item in het journaal. Schakel bij voorbeeld over naar een reporter ter plaatse voor een interview met ooggetuigen: iemand die naar Jezus staat te wuiven, iemand die afzijdig toekijkt, één van Jezus' vrienden ... Misschien heeft de ezel ook wat te zeggen.





DOEN

Collage

Materiaal
. Groot blad papier. bv. blauw kaftpapier
. Uitvergrote illustratie van Jezus op een ezel, die je voorzichtig uitscheurt en op het blauwe papier (suggestie: kaftpapier of effen gekleurd inpakpapier) kleeft.
. Blanco papier, lijm, schaar, wasco's / stiften / kleurpotloden
. eventueel: tijdschriften


Verloop
. Vertel het evangelieverhaal.

(A)
De kinderen scheuren uit tijdschriften:
. groene repen die de palmtakken kunnen weergeven
. gezichten waarmee ze een massa mensen kunnen suggereren
(afhankelijk van de leeftijd kan er ook aandacht besteed worden aan de expressie op de gezichten)
Dit materiaal wordt gekleefd op het blauwe papier.


(B)
Daarna tekenen de kinderen zichzelf op aparte bladen. Ze scheuren die tekening voorzichtig uit, en kleven die op het blad met de illustratie van Jezus.
Ze doen dit niet zomaar! Ze denken na over de plaats waar ze zelf zouden willen staan, en waarom dat precies die plaats moet zijn.
Eventueel kun je als reporter de kinderen interviewen:
- Waarom sta je hier?
- Wat gebeurt er?
- Ben je hier speciaal naartoe gekomen?
Nadien knipt elk kind een tekstballon uit. Daarin schrijft het wat het zou roepen naar Jezus.
Deze tekstballonnen worden nadien op de collage gekleefd.


TIPS
. Uitgescheurde tekeningen geven nadien een mooier resultaat.

. Je kunt de bovenstaande activiteit ook uitsplitsen (in A en B-).



Hosanna voor Jezus

Palmtak

De kinderen knippen een palmtak uit papier.
Bespreek: Wat denk je zelf van Jezus?
De kinderen schrijven dat op hun palmtak. Ze beginnen met de woorden: Jezus, ik vind van Jou dat ...
Of ze schrijven waarom Jezus welkom is.

Breng deze palmtakken samen rond een tekening van Jezus op een ezel.
Verwijs nadien regelmatig naar wat de leerlingen op de takken geschreven hebben.

TIP
Als je over echte takjes beschikt, kun de dezelfde opdracht laten uitvoeren door de tekst op een lintje te laten schrijven.



Palmpasen maken

Klik hier voor meer informatie.





ACTEREN

Jezus komt naar Jeruzalem

(Regenboog, 3b, Pelckmans, 1995, p. 112-113 - licht gewijzigd)

OMROEPER
Dames en heren, wij schakelen nu over naar Jeruzalem, de hoofdstad van Israël, naar aanleiding van het joodse paasfeest dat daar gevierd wordt. Straks praten wij daarover hier in de studio met een hogepriester. Maar nu over naar onze reporter ter plaatse ...

REPORTER
Het is hier in Jeruzalem ongelooflijk druk. Vanuit het hele land stromen de mensen toe om het joodse paasfeest te vieren. Op het tempelplein krioelt het van het volk. Overal zijn er Romeinse soldaten die de menigte goed in het oog houden. Er kon wel eens een opstand uitbreken! Wij vragen aan enkele mensen wat er gebeurt.

JOODSE MAN 1
Ik kom uit Jericho. Ik ben deze ochtend heel vroeg vertrokken, met heel mijn gezin. Nu ga ik op het tempelplein een lammetje en bittere kruiden kopen voor het paasmaal.

JOODSE VROUW 1
Wij komen hier elk jaar. Want Pasen is een heel groot feest. Wij komen God danken omdat Mozes ons lang geleden uit de slavernij van Egypte bevrijd heeft.

JOODSE MAN 2
Ik vind het allemaal nogal overdreven. Want ons volk is nog helemaal niet vrij. Het stikt hier van de Romeinen. Pilatus is de baas!

JOODSE VROUW 2
Wij moeten veel belastingen betalen aan de Romeinen. Wie zich daartegen verzet, wordt opgepakt.

JOODSE MAN 1
Ja, het zijn droevige tijden. Maar ik blijf geloven in Jahwe. Hij zal ons niet in de steek laten.

JOODSE MAN 3
Ik geloof ook dat Hij iemand zal zenden om ons te verlossen van de Romeinen. Een Messias, een nieuwe koning zoals David! Dat was toch de droom van de profeten?

JOODSE VROUW 1
Ik heb gehoord dat Hij al op komst is. Het is een zekere Jezus van Nazaret. Hij neemt het op voor de armen en de zieken.

JOODSE MAN 2
Als die zijn kop laat zien, zullen de Romeinen Hem wel vlug te pakken hebben.

JOODSE VROUW 3
Maar als Hij de Messias is, zal onze hogepriester Hem wel beschermen.

OMROEPER
Dames en heren, wij onderbreken hier even de beelden uit Jeruzalem. In de studio hebben wij de hogepriester te gast. Wij vragen hem wat hij over Jezus van Nazaret denkt.

HOGEPRIESTER
Die Jezus is een bedrieger. Hij kan de Zoon van David niet zijn. Want dan zou Hij met een groot leger ons land bevrijden.

OMROEPER
Jezus gebruikt inderdaad geen geweld. Misschien wil Hij alleen maar dat alle mensen houden van elkaar? Dat noemt hij toch het koninkrijk van God?

HOGEPRIESTER
Die man is een gevaar voor het volk. Als de Romeinen denken dat er een nieuwe koning komt, zullen ze ons allemaal uitmoorden. Het is beter dat er één man sterft in plaats van een heel volk.

OMROEPER
Dames en heren, onze reporter in Jeruzalem meldt zopas dat er iets gebeurt bij de stadspoort.

REPORTER
Inderdaad, beste kijkers, onder grote belangstelling is Jezus van Nazaret de stad binnengekomen. Hij rijdt op een ezel. Zijn aanhangers gooien hun mantels voor Hem uit op de weg. Zij wuiven Hem met palmtakken toe als een koning. Mevrouw, wat roepen de mensen?

JOODSE VROUW 1
Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer! Gezegend de koning van Israël.

JOODSE MAN 1
Hosanna! Zoon van David

JOODSE MAN 3
Hij zal ons bevrijden, net zoals Mozes! Hij staat aan de kant van al wie arm is!

JOODSE VROUW 2
Nu zal het rijk van God beginnen. Dit wordt het mooiste paasfeest in de geschiedenis.

JOODSE VROUW 3
Kijk de hogepriester gaat het paleis van Pilatus binnen.

JOODSE MAN 2
Wat heeft hij daar te zoeken? Hij is toch zijn vijand! Ik vertrouw dit niet.

JOODSE MAN 3
Misschien zijn ze bang voor Jezus en zoeken ze bescherming.

JOODSE VROUW 2
Niemand moet bang zijn voor Jezus. Want Hij is gezonden door God.

JOODSE VROUW 3
Laten we ook naar Hem toe gaan. Hosanna! Zoon van David! Hosanna!

ALLEN
Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer!

REPORTER
Tot zover, beste kijkers, deze beelden uit Jeruzalem. De spanning loopt hier hoog op. Over enkele dagen is het paasfeest. Afwachten wat de hogepriester met Jezus van plan is. Over naar de studio.

OMROEPER
Ja, dames en heren, hier eindigt onze uitzending. Wij danken de hogepriester voor zijn medewerking. Tot kijk!





VERTELLEN

Chamor, het ezeltje

(naar een verhaal van Annemarie Hagoort)

Joël en Jirre wonen in Betanië, een dorp vlakbij Jeruzalem.
Hun vader heeft een ezel.
Die leent hij aan reizigers op weg naar Jeruzalem.
Daar verdient hij geld mee.
Maar de laatste tijd gebeurt dat niet meer.
Hun ezel heeft een veulentje gekregen.
Daardoor kan ze geen zware reizigers meer op haar rug hebben.
Joël en Jirre gaven het veulentje een naam: Chamor.
Ze zorgen er goed voor: ze aaien het en geven het extra melk.
Chamor kan niet snel genoeg groot zijn.
- Ik mag de eerste zijn die op Chamor's rug zit, joelt Joël,
want ik ben de oudste.
- Ik ben de lichtste, weet Jirre.
- Niks daarvan, zegt hun vader.
Niemand mag nog op Chamors rug zitten.
- Waarom niet? Chamor is toch bijna zo groot als zijn moeder?
- Omdat ik de rug van Chamor bewaar voor een speciaal moment.
- En wanneer is dat? roepen Joël en Jirre tegelijk.
- Dat zul je wel merken. Laat je maar verrassen.

Een paar dagen later komen er twee reizigers in het dorp.
Joël en Jirre zagen ze al lopen toen ze buiten speelden.
- Ze gaan naar ons huis. Wie zouden dat zijn?
Jorre en Jirre zien ze dat ze Chamor losmaken van het paaltje.
- Hé, roept Joël, en ze rennen op de twee mannen af.
- Wat doen jullie met onze ezel?
- Onze meester heeft hem nodig. Hij zal de ezel zeker terugbrengen. Jullie vader weet ervan.
Joël en Jirre bekijken elkaar.
Zou dit het bijzondere moment zijn waar hun vader over sprak?

Voorzichtigt lopen ze achter de twee mannen en Chamor aan.
Chamor is wat onrustig en kijkt steeds achterom.
- Kom maar naast ons lopen, zegt één van de mannen,
dan wordt het ezeltje rustiger.
Ze komen bij een groep mannen.
- Hier is de ezel, Jezus.
Eerst leggen de leerlingen van Jezus hun mantels op de ezel.
- Ga er maar op zitten, zeggen ze.
Chamor wankelt even als de man op zijn rug gaat zitten.
Joël en Jirre houden Chamor vast en aaien hem.
- Je kunt het best, Chamor, zegt Jirre.
- Waar ga je naartoe? vraagt Joël aan Jezus.
- Naar Jeruzalem, zegt Jezus.

Intussen komen er steeds meer mensen bij hen.
Ze kennen Jezus en lopen met Hem mee naar Jeruzalem.
Ze zwaaien met palmtakken en leggen hun mantels op de weg.
Alsof Hij een koning is.
Vooraan in de stoet loopt Chamor met Jezus op zijn rug.
Naast hem lopen Joël en Jirre. Ze zijn trots op hun ezeltje.
Voor het eerst heeft hij zo'n eind gelopen en het gaat nog goed ook.
Dit is het bijzondere moment waarover hun vader altijd sprak.
Chamor zou Jezus, een bijzondere persoon, naar Jeruzalem brengen.


(Jirre is een naam die afgeleid is van Jeremia; Chamor is het Hebreeuwse woord voor 'ezel')





MEDITEREN / BIDDEN

Bezinningstekst / Gebed

De kinderen schrijven een bezinningstekst of een gebed, waarvan de eerste letter van elke regel het woord Palmzondag of Hosanna vormt.



Nieuw leven

(A-D. DEROITTE, K. JANSSEN, in Zonnestraal 30-93)

Met de rustige stap van een ezeltje,
met de rustige stap van iemand die vrede wil,
zachte koning zonder geweld,
zo kom Jij terug naar Jeruzalem, Jezus.

Jij komt terug naar Jeruzalem
en de mensen haasten zich
om er voor Jou een feest van te maken.

De takken die ze van de bomen halen
golven heen en weer bij Jouw doortocht,
als een onverwachte lente.

Mantels in alle kleuren leggen ze op de grond,
als een bloementapijt in april.

Blij geroep weerklinkt,
als vogelkreten in de heldere hemel.

Voor al deze mensen, ben Jij als een lente, Jezus.
Voor al deze mensen, ben Jij als een nieuw leven.

Jij komt terug als een lente, Jezus,
in Jeruzalem en in mijn hart



Een andere koning

(I. DRIESSEN, Bidden met kinderen, Even stil, Averbode, 1999, p. 22)

Jezus,
op een ezel reed je Jeruzalem binnen.
De mensen zongen voor jou
want ze hoopten dat jij
hun machtige koning zou worden.
Je bént koning,
maar een heel andere dan zij verwachtten:
je bent de koning van de liefde,
die kiest voor kleine mensen.
De mensen van je tijd begrepen het niet.
'Hosanna' zingen ligt zo dicht bij
'Kruisig Hem' roepen...
De week die komt, willen we denken
aan de laatste dagen van je leven op aarde.
Help ons te ontdekken hoe wij, in jouw spoor,
'prinsen van liefde' kunnen worden ...




Stap voor stap

Stap voor stap gaat door Jeruzalem
Jezus op de rug van een ezelin.
Kind'ren zwaaien takken, zingen:
'Zegen voor wie komt in de naam van de Heer'!

Massa's mensen in Jeruzalem:
waarom rijdt hij niet op een prachtig paard?
Als een generaal ten strijde?
'Zegen voor wie komt in de naam van de Heer'!

Massa's mensen in Jeruzalem.
Vol verbazing zien zij deze man
Rustig op z'n ezel rijden.
'Zegen voor wie komt in de naam van de Heer'!

Stap voor stap gaat door Jeruzalem
Jezus op de rug van een ezelin.
Zullen wij de kind'ren volgen.
'Zegen voor wie komt in de naam van de Heer'!





Jongeren

MEDITEREN

'Sociale druk'


Palmzondag002

Bekijk goed bovenstaande tekening.
- Wat zie je erop staan?
- Wat heeft de tekenaar hiermee willen uitdrukken?
- Herken je dit in je eigen leven?





Overweging

Agnes Lameire

Niet zomaar een verhaal

Het verhaal over Jezus die op een ezelsveulen Jeruzalem binnenrijdt, was zeker geen onschuldig fait-divers. Joden die de boekrollen van de Bijbel door en door kenden, zagen er een zwaarbeladen messiaans teken in.
Rond de man uit Nazaret in Galilea hadden zich grote verwachtingen opgestapeld. Kwam Hij het volk bevrijden van de Romeinse bezetting? Zou Hij het rijk van koning David herstellen? En daar komt Hij waarachtig, zittend op een ezel, de Olijfberg afgereden.
Zo deed ook Salomo op bevel van zijn vader David die hem daartoe zijn eigen muildier leende. Zo was Jehu tot koning uitgeroepen en spreidden de mensen voor hem hun mantels op de grond uit.
En hoe vaak zong het volk in tempel en synagoge niet met groeiende verwachting de verzen uit psalm 118 ’ Gezegend de komende met de naam van de HEER!’

De evangelist Marcus schreef dus niet zomaar een ontroerend verhaaltje neer. Integendeel. Het steekt vol Oud-Testamentische beelden. De mensen daar langs de weg herkenden in wat zich voor hun ogen afspeelde de woorden van de profeet Zacharia: ‘Juich, Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde! Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin.’ Maar Jezus trok zwijgend naar de tempel en liet zijn blik over de reusachtige stenen glijden. Het was al laat. De duisternis viel in, de duisternis als beeld van het naderende onheil dat Hem zal treffen.
En met de niet-begrijpende twaalf keert hij terug naar zijn vrienden in Betanië.