Loading...
 

Jozef - Genesis 37-47

Genesis 37 - 47: Jozef

De geschiedenis van Jozef

(Naar: C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Genesis 37-47)



Jozef, een van de zonen van Jakob

(naar Genesis 37, 1-36)

Dit is het verhaal van Jozef. Hij had elf broers. Tien waren ouder als hij. Benjamin was zijn jongste broer.

De tien grote broers van Jozef hielden niet van hem: hij was een verklikker. Als ze maar iets verkeerd deden liep Jozef naar hun vader Jakob om het te zeggen. Ze waren ook jaloers op hem omdat vader Jakob hem het liefste zag. Niet lang geleden liet vader voor Jozef een heel mooi kleed maken. Zijn broers vonden dat erg, ze wilden voor zich ook wel zo'n kleed. En er was nog iets wat ze niet graag hadden bij Jozef: hij droomde vreemde dromen, waar ze niet van hielden. Zo droomde Jozef dat de zon, de maan en elf sterren zich voor hem bogen. En Jozef zei dan: 'Die elf sterren, dat zijn jullie.' 'Dat is het toppunt' zeiden zijn broers en ze wilden niets meer met Jozef te maken hebben.

Op een dag waren zijn grote broers al van 's morgens vroeg vertrokken met de schapen om in de bergen eten voor ze te zoeken. Rond de middag zei vader Jakob tegen Jozef: 'Ga naar je broers, kijk hoe het met hen gaat en kom het me dan vertellen'.
Jozef ging er heen. Zijn broers zagen hem al van in de verte komen. 'Zie eens wie daar aankomt, onze grote dromer' zeiden ze. Toen Jozef dicht bij hen was namen ze hem vast, trokken ze hem het mooie kleed uit en werpen hem in een uitgedroogde waterput. 'Nu zijn we van hem verlost' zeiden ze. En ze keken verder om naar hun kudden terwijl Jozef diep in de droge put zat.

Een tijdje later hoorde Jozef mensen die druk praatten. Ze wilden hem uit de put helpen. Maar wat gebeurde er? Zijn broers verkochten hem aan de handelaars, waarmee ze tevoren aan het praten waren, voor twintig zilverstukken. Die namen Jozef geboeid mee met hun karavaan naar Egypte.

'Nu hebben we ons gemakkelijk van Jozef kunnen afmaken' zeiden de broers. 'Maar wat zal vader hiervan zeggen. Jozef is zijn liefste zoon.' Een van hem nam het mooie kleed en sopte het in het bloed van een schaapje dat ze gedood hadden. 'We zullen vader het kleed tonen en hem vragen: is dit misschien het kleed van uw zoon? En dan zal vader denken dat Jozef door wilde dieren is aangevallen en door hen is opgegeten.'
Toen ze 's avonds thuis kwamen en het kleed aan vader Jakob toonden was vader Jakob diep verdrietig. 'Ik zal mijn lieve zoon nooit meer weerzien! Hij is dood!' jammerde hij.

Jozefis de oudste zoon van Rachel, de liefste vrouw van Jakob. Daarom houdt Jakob meer van hem dan van zijn andere zonen en laat hij voor hem een prachtig kleed maken.
Benjaminis de jongste zoon van Jakob en Rachel, de liefste vrouw van zijn vader. Hij heeft dus dezelfde vader en moeder als Jozef. Benjamin is, net als Jozef een lievelingszoon van hun vader. Zijn moeder noemde hem Ben-Oni (= zoon van verdriet), want ze voelde dat ze ging sterven tijdens de bevalling. Maar zijn vader Jakob gaf hem de naam Benjamin (= zoon van geluk).
DroomIn de oudheid zag men dromen als een voorspelling van wat later zal gebeuren. In Egypte zag men dromen als belangrijke voortekens. In de Bijbel dragen dromen vaak een boodschap van God. Tegenwoordig worden ze gezien als een manifestatie van de diepste persoonlijkheid van een mens. In beide gevallen openbaart een droom iets waar de mens zich voordien niet bewust van was.
PutIn deze context ook het beeld van een uitzichtloze situatie.
Handelaars Handelaars reisden tussen Egypte, Mesopotamië (Nu: Irak) en Klein-Azië (nu: Turkije). Ze reisden in groep, een ‘karavaan’. Ze verkochten kostbare kruiden, geurige olie en ook mensen, die nadien als slaaf tewerk gesteld werden.
Twintig zilverlingen / zilverstukkenEen zilveren sjekel was in de tijd van Jozef geen munt, maar 8, 33 gram zilver. Dit betekende dat Jozef verkocht werd voor 166 gram zilver, dezelfde prijs als voor een slavin. (Maar Jozef was nog jong!)




Jozef, een dienaar van Potifar

(naar Genesis 39,1 - 41,45)

Terwijl vader Jakob weende en keek naar het kleed van Jozef, werd Jozef hij door de handelaars op de markt voor verkocht als een slaaf. Zo kwam hij in het huis van Potifar, een belangrijk man die werkte bij de farao, de koning van Egypte. Hij werkte er veel werk en deed het goed. Daarom zei Potifar op een dag tegen Jozef: 'Vanaf vandaag ben jij de belangrijkste dienaar in mijn huis, alle anderen moeten naar jou luisteren.'

Op een dag riep de vrouw van Potifar Jozef. Ze was verliefd geworden op hem en wilde hem dat zeggen. Jozef wist niet wat hij hoorde. Hij zei: 'Ik wil helemaal niet verliefd worden op de vrouw van mijn baas.' De vrouw werd erg kwaad en Jozef liep weg.
's Avonds zei de vrouw tegen Potifar: 'Nu moet je toch eens horen: Jozef is verliefd op mij. Dat kan toch niet, wat denkt hij wel!' Dat was gelogen, maar dat wist Potifar niet en hij stuurde Jozef naar de gevangenis.

Al vlug mocht Jozef voor de andere gevangenen mee helpen zorgen. Op een dag zei een van de gevangenen tegen hem: 'Ik had een vreemde droom. Ik droomde dat ik een wijnstok had. Daar kwamen drie ranken aan en aan die ranken kwamen druiven. Toen nam ik die druiven, perste ze en gaf ze aan de farao te drinken.'
Jozef dacht diep na. Dan zei hij: dat wil zeggen dat je binnen drie dagen uit de gevangenis mag.' En zo gebeurde: drie dagen later kwam de man vrij en mocht terug werken bij de farao, de koning van Egypte.

Twee jaar later schoot de farao wakker uit zijn slaap. Hij riep enkele mannen bij zich en zei: 'Nu had ik toch een vreemde droom. Ik droomde van zeven mooie vette koeien. Toen kwamen er zeven lelijke magere en die aten de zeven vette koeien op.' Niemand kon deze vreemde droom verklaren. Tot de wijnschenker terugdacht aan Jozef.

Jozef mocht uit de gevangenis om de droom van Farao te verklaren. Hij zei: 'Zeven jaar zal er heel veel graan zijn. Daarna zal er zeven jaar hongersnood zijn. Maar de mensen zullen niet van honger doodgaan, omdat ze zullen eten van de voorraden van de voorbije jaren.' Toen zei de farao tegen Jozef: 'Jozef, ik denk dat wat jij zegt juist is. Wil jij ervoor zorgen dat we de eerste zeven jaar al dat graan in schuren kunnen doen en dat het daarna goed verdeeld wordt?' Jozef zei: 'Dat wil ik doen, Farao.'

Farao'Farao' is de titel van de koning van Egypte. Het woord zelf betekent: groot huis of paleis. Daarmee werd niet het gebouw bedoeld, maar het instituut. Meestal waren mannen farao, een zeldzame keer waren ook vrouwen farao. Het valt op dat de Bijbel in het verhaal over Jozef alleen de titel 'farao' vermeldt en niet de persoonsnaam van de koning, waardoor dit verhaal een ahistorisch karakter krijgt.
Droom van de faraoInterpretatie van de farao: er is eerst een tijd van geluk en dan een tijd van ongeluk. Interpretatie van Jozef: dat hoeft niet zo te zijn - mijn God geeft de mensen de kans om er zelf iets op te vinden.




Jozef, de onderkoning van de farao

(naar Genesis 41, 46 - 45, 28)

Jozef werd onderkoning van Egypte. Hij zorgde ervoor dat al het graan dat er teveel was, opgeslagen werd in grote schuren. Na zeven vruchtbare jaren hield het op met regenen. Niets groeide er nog. De mensen leden honger, maar niet in Egypte. Daar zorgde Jozef voor.

Op een dag kwamen tien mannen bij Jozef. Het waren zijn tien grote broers. Hij herkende ze, maar zij herkenden hem niet. Hij zei heel nors: 'Wie zijn jullie? Ik denk dat jullie bedriegers zijn.' 'Dat zijn we niet', zeiden ze, 'we zijn tien broers die in Egypte wilden graan kopen.' Maar Jozef geloofde hen niet en zei dat ze hun jongste broer moesten meenemen om te tonen dat ze niet logen. Intussen moest één van de broers, Simeon, in de gevangenis blijven.

Verdrietig gingen de negen broers naar huis. Onderweg zeiden ze: 'Wat zal vader hiervan zeggen? Hij is zijn liefste zoon Jozef kwijt. Simeon is gevangen in Egypte en nu moet Benjamin naar Egypte ...' Thuis gekomen vertelden ze hun droevig verhaal en besloten niet direct terug naar Egypte te gaan. Maar de grond bleef droog en de voorraad raakte op. Toen zei vader Jakob: 'Jongens, ga naar Egypte, want als we er geen graan kopen dan gaan we hier allen dood van de honger.' Zo gingen ze naar Egypte samen met Benjamin. Daar werden ze hartelijk ontvangen door de onderkoning die nu niet zo nors was. Omdat Benjamin met hen mee was mocht Simeon uit de gevangenis. Toen ze al hun zakken vol hadden met graan gingen ze goedgezind naar huis.

Maar hé... wie liep daar achter hen? Een dienaar van de onderkoning. Hij zei: 'Jullie zijn dieven, jullie hebben de zilveren beker van mijn koning gepikt!' 'Dat kan niet', zeiden de broers, 'kijk maar onze bagage na.' De dienaar deed dat. Toen hij de zak graan van Benjamin opende riep hij: 'Ik heb jullie dieven genoemd en dit is het bewijs!' en hij zwaaide met de zilveren beker boven zijn hoofd. Juda, een van de broers zei: 'Als dat zo is, dan zijn we je gevangenen.' 'Neen, zei de dienaar, 'alleen de dief moet gevangen worden.' Maar Juda dacht aan zijn vader en aan het verdriet dat hij zal hebben als hij verneemt dat Benjamin in de gevangenis zit. En hij zei: 'Nee, wij gaan allemaal samen mee.'

Jozef zag al zijn broers terugkomen. Hij vernam ook dat ze hun vader geen verdriet wilden doen. Hij moest ervan wenen. 'Ik ben Jozef', zei hij. De broers keken op. 'Ik ben Jozef die jullie aan vreemdelingen verkocht hebben. Zo kwam ik in Egypte en werd ik uiteindelijk onderkoning. Ik ben niet langer kwaad op jullie. Ik denk dat God wou dat dit gebeurde zodat ik jullie nu kan helpen.' En Jozef omhelsde elk van zijn broers. Toen ze enkele dagen later naar huis wilden gaan zei Jozef: 'Zeg tegen vader Jakob dat hij naar Egypte moet komen. Hier hoef je geen honger te hebben.'

Toen vader Jakob al dit goede nieuws hoorde, maakte hij plannen om naar Egypte te gaan. Dan zou hij zijn lieve Jozef terugzien. Wat ook gebeurde.

OnderkoningJozef ontvangt zijn titel op een typisch Egyptische manier. Hij wordt met koninklijke eer behandeld en krijgt een zegelring, linnen kleren en een gouden keten.
BekerVanuit een negatieve ervaring met zijn broers wil Jozef weten hoe ze voor Benjamin zullen zijn wanneer die in gevaar verkeert: zullen ze alleen maar aan zichzelf denken of zullen ze voor hem opkomen en hem niet in de steek laten. Als Juda zegt 'Ik wil je slaaf worden' weet Jozef genoeg.






Bij de tekst

Echt gebeurd?

De verhalen vanaf Genesis 12 zijn geen 'geschiedenis' in de hedendaagse betekenis van het woord. Het zijn teksten met verschillende 'historische' wortels. Zo is het verhaal van Jozef een typisch relaas van een groep Hebreeën die naar Egypte migreerde. Het was gewoon dat nomaden naar Egypte trokken, zeker als er hongersnood was. Onder de regering van de Hyksos waren ze er welkom. Tegelijk geeft de tekst een verklaring voor de vestiging van de Hebreeën in Egypte.

Van ± 1720 tot 1550 voor Christus was het Noorden van Egypte in handen van de Hyksos, Semitische heersers (Flavius Josefus noemt ze 'herder-koningen' - een betere vertaling zou zijn: 'Heersers van de vreemde landen'). De Egyptische heersers zelf hadden zich toen in het Zuiden van het land teruggetrokken. Zo kwam het dat Jozef (lid van een Semitische herders-clan) het ver kon brengen in de Egyptische ambtenarij en dat zijn clan mocht wonen aan de Noord-Oostelijke grens van Egypte, wat ondenkbaar was onder het bestuur van een rasechte Egyptische farao.
Onder de regering van Ramses II vestigde de 19e dynastie zich terug aan de Nijldelta. Van dan af zag Egypte de Semitische bevolking aan de noord-oostelijke grens als een gevaar omdat men vreesde dat die in oorlogsjaren de kant van de tegenstanders zou kiezen. Daarom nam Egypte maatregelen voor 'geboortebeperking'.



Wijsheidsliteratuur

De verhalen van Jozef behoren tot de wijsheidsliteratuur.
In de Oudheid (o.a. in Egypte) wilde men met zo'n literatuur jongeren wijs gedrag bijbrengen om te slagen in hun leven of in hun loopbaan. Dit konden spreuken zijn maar ook verhalen. Wijs leven betekende: zich gedragen naar de wetten van de natuur van de dingen, een orde die de scheppende God in de wereld heeft gelegd.



Religieuze waarde van dit verhaal

Een beeld van God?
Dit verhaal vertelt hoe God werkt in de mensenwereld.
- niet op een spectaculaire manier:
er zijn geen speciale openbaringen of wonderen

- maar doorheen het verloop van de gebeurtenissen.
Door het 'dal' van put en slavernij wordt Jozef een zegen voor zijn volk.

- op een ondoorzichtige wijze:
God gebruikt zelfs de boze wil van de mensen om de redding van zijn volk te realiseren.

- in mensen die zich langs hun beste kant laten zien
Bijvoorbeeld: Jozef:
Hij zag voor het eerst zijn broers terug als onderkoning:

eerste reactieIk zet het hen betaald/ ik stel hen op de proef: ik laat Simon als gevangene achter.
Tweede reactieIk heb het goed met hen voor, ik geef hun het geld terug.


Hij ziet zijn broers voor de tweede keer terug:

Eerste reactieIk zet het hen betaald/ ik stel hen op de proef, hij laat zijn zilveren beker steken in de tas van Benjamin.
Tweede reactieHij heeft het goed voor met hen: hij nodigt ze uit in Egypte te komen wonen zodat ze geen honger meer hoeven te lijden.



Wanneer de dieptepunten in het verhaal meestal op rekening van mensen kunnen gebracht worden, dan zeggen de hoogtepunten ervan dat Jozef geluk heeft gehad. Dit geluk (alle goeds, volmaaktheid, heil...) komt - naar de overtuiging van Israël - van God.

Van alle tijden zagen mensen in de natuur verwijzingen naar het bestaan van God. Zo dragen scheppingsverhalen en psalmen sporen van God die door de mens in de natuur ervaren wordt.

Typisch voor de Bijbel is dat ze gebeurtenissen vertelt waarin de mens God aan het werk kan zien.
. Soms werden die zo sterk in de verf gezet dat de lezer zeker zou zien dat God aan het leven van mensen en volken een wending kan geven. (B.v. Doortocht door de Rietzee)
. Soms werden ze sober weergegeven en moet de lezer er zelf de zin in vinden. (B.v. Jozef-cyclus).





Een model voor de gelovige?
Door zijn broers verworpen en verlaten, ondervond Jozef in alle omstandigheden hoe God hem trouw bleef. De trouw van God die Jozef ervaren heeft, inspireerde hem tot een liefdevolle houding tegenover zijn broers



Relatie met het Nieuwe Testament

In een aantal opzichten lijken Jozef en Jezus op elkaar:

JOZEFJEZUS
Jozef wordt niet aanvaard door zijn broersJezus wordt niet aanvaard door Schriftgeleerden en farizeeërs
Jozef wordt verkocht als een slaaf Jezus wordt verkocht voor de prijs van een slaaf: 20 tot 30 zilverlingen
Juda Judas




Rode draden

In het verhaal van Jozef spelen kleding en dromen een belangrijke rol:

BijbeltekstenKLEDING
Genesis 37, 3-4Jozef krijgt van zijn vader een prachtig kleed dat de ogen van zijn broers uitsteekt. Jozef was namelijk de zoon van Jakob en Rachel, zijn lievelingsvrouw, die stierf bij de geboorte van hun tweede zoon Benjamin.
Genesis 37, 23-24De broers kunnen het niet zo goed vinden met Jozef en trekken hem zijn kleed uit voor ze hem in een put wierpen.
Genesis 37, 31-33De broers dopen het kleed van Jozef in het bloed van een bokje, zodat Jakob zou denken dat Jozef gedood is door een wild dier.
Genesis 39, 7-12 Wanneer de vrouw van Potifar verliefd wordt op Jozef, loopt Jozef weg en laat zijn kleed in haar handen achter.
Genesis 41, 14Jozef wordt uit de gevangenis gehaald om de dromen van de farao uit te leggen. Voordat hij naar de farao gaat, doet men hem andere kleren aan
Genesis 41, 42Het vertrouwen van de farao in zijn organisatietalent is zo groot dat hij Jozef tot onderkoning maakt. Daarvoor geeft hij hem linnen kleren, een ring en een gouden ketting.
Genesis 45, 22 Als Jozef en zijn broers zich weer met elkaar verzoend hebben, geeft Jozef hen een stel nieuwe kleren.




BijbeltekstenDROMEN
Genesis 37, 7Jozef droomde dat de schoven koren van zijn broers bogen voor zijn eigen schoof.
Genesis 37, 9Jozef droomde dat de zon, de maan en elf sterren voor hem bogen.
Genesis 40, 9-13De wijnschenker van de farao droomde over een wijnstok met drie ranken.
Genesis 40, 16-19De bakker van de farao droomde over drie broodmanden op zijn hoofd.
Genesis 41, 2-4De farao droomde over zeven mooie, vette koeien die nadien door zeven lelijke, magere koeien opgegeten werden.
Genesis 41, 5-7 De farao droomde over zeven zware prachtie aren die door zeven spichtige aren werden opgegeten.




Gelijkaardige teksten

Jozef komt terecht bij een buitenlands hof (bij de farao in Egypte) waar hij onderkoning wordt en zo zijn volk kan redden.

Zoiets gebeurt ook in het Bijbelboek Ester. Ester komt als Joods meisje bij een buitenlands hof terecht (bij koning Ahasveros van Perzië) waar ze koningin wordt en zo haar volk kan redden als Haman het wil laten doden.

De verhalen over Jozef doen ook denken aan de verhalen over Daniël: ook hij komt aan een vreemd hof terecht waar hij een belangrijke rol spelen door net als Jozef dromen uit te leggen.



Ken je taal

De benjamin zijn
De jongere broer van Jozef heette Benjamin, die de jongste zoon van Jakob was.
De jongste van een gezin of van een groep wordt daarom soms de 'benjamin' genoemd.





Bijbel en kunst

ANONIEM

Jozef wordt door zijn broers verkocht

Hortus Deliciarum, Josef Wird Von Seinen Brüdern Nach Ägypten Verkauft

uit: Hortus Deliciarum






B. DI FREDI

De dromen van Jozef (1367)

5 Bartolo

Collegiata Santa Maria Assunta, kapittelkerk in San Gimignano, Italië


Dit werk van de Italiaanse kunstschilder Bartolo di Fredi (1330-1410), maakt deel uit van een reeks fresco's die scènes uit het Oude Testament voorstellen in de linkerzijbeuk van de collegiata in San Gimignano.





Suggesties

Kleine kinderen

KENNISMAKEN MET DE TEKST UIT DE BIJBEL

Kleurvertelboek

Kopieer dit kleurvertelboek.
Vertel het verhaal met behulp van de tekst die bij de illustraties staat.
Nadien kleuren de kinderen het ‘boek’.





EVEN TESTEN

Zet in de juiste volgorde

O Zijn broers kopen graan bij Jozef.
O Jozef wordt verkocht als slaaf
O Zijn broers vinden geld in de graanzakken
O Er breekt hongersnood uit.
O Jozef is onderkoning in Egypte.
O Jozef krijgt een prachtig kleed.



Kies het juiste antwoord

(naar: Naomi, 2014 nr 4, p. 12)

Jozef is
O de oudste zoon van Jakob
O de lievelingszoon van Jakob
O de man van een zus van Jakob


Jozef krijgt
O een mooi kleed met vele kleuren
O twintig geldstukken
O zeven vette koeien


De broers van Jozef zijn
O blij voor hem
O erg jaloers
O bang


De broers besluiten om
O te klagen bij hun vader
O Jozef te eten te geven aan wilde dieren
O Jozef in een diepe put te gooien


Als er grote honger in het land komt,
O verwelkomt Jozef zijn broers en hij vergeeft hen
O stuurt Jozef hen tien zakken graan
O weigert Jozef om zijn broers nog terug te zien





Grote kinderen

EVEN TESTEN

Waar of niet waar?

O Jakob had zeven zonen.
O De oudste was Jozef.
O Hij was de lieveling van zijn vader. (WAAR)
O De broers namen Jozef gevangen. (WAAR)
O Ze verkochten hem aan de koningin van Egypte.
O Ze vertelden aan hun vader dat een beest hem had opgegeten. (WAAR)
O Jozef werd een belangrijk man. (WAAR)
O Hij zorgde ervoor dat er in het land een hongersnood kwam.
O De broers van Jozef zochten eten in Egypte. (WAAR).
O Jozef ontving hen met open armen.
O Zijn broers herkenden hem niet. (WAAR)
O Hij vroeg dat de jongste zoon Benjamin ook zou komen. (WAAR)
O maar Benjamin bleef thuis bij zijn vader.
O Om zijn broers te straffen, gaf Jozef hun slecht graan mee.
O Jozef bleef kwaad op zijn broers. Hij nam ze voor altijd gevangen.
O Op een dag vertelde Jozef aan zijn broers wie hij was. (WAAR)
O Jozef dankte God omdat hij aan zijn broers eten kon geven. (WAAR)
O De broers werden heel kwaad op Jozef.



Het verhaal herschrijven

Gooi één dobbelsteen. Het aantal ogen bepaalt met welke woorden een groep kinderen een stuk van het verhaal over Jozef schrijft:

1 JozefkleedJakobbroersdroom
2 broersputslaafverkochtgevangenis
3 Faraodroomkoeienzeven jarenonderkoning
4 hongersnoodreddenbroersblijschuur
5 JakobhongersnoodBenjaminfeestneerbuigen
6 broersdoodbangtrouwIsraël






INLEVEN

Rollenspel: het mooie kleed van Jozef

(C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode 2007, nr 7)

Een van de kinderen is Jozef.
Hij laat zijn mooie mantel zien.
- Van wie heeft hij die gekregen?

Enkele kinderen rukken het mooie kleed af.
- Hoe reageert het kind?
- Hoe is het als zo'n mooi geschenk van je wordt afgepakt?
- Ben jij ook al eens onheus behandeld?



'Lege stoel'

De kinderen leven zich in in de situatie van Jozef in de put.

Neem daarvoor een hoge doos die je aan een van de zijden open maakt. De kinderen zitten rond die halfopen, Iege doos. Ze kunnen vragen stellen aan Jozef. Het kind dat een antwoord kan geven op de gestelde vraag, gaat in de doos zitten. Op dat moment is dàt kind Jozef, die antwoord geeft aan de kinderen. Als een kind een ander antwoord op de vraag heeft neemt dat kind plaats in de doos en geeft zijn/haar antwoord. Elk antwoord dat gegeven wordt, is goed.

Nadien:
- bespreking van het aanvoelen van deze werkvorm
- voorlezen van de Bijbeltekst die aan bod kwam.





Jozef in 'bijbelin1000seconden.be'

. Genesis 37, 3-28: Jozef de dromer
. Genesis 41, 55-57 . 42, 5-7a.17-24a: Jozef herkent zijn broers
. Genesis 44, 18-21.23b-29 . 45, 1-5: Jozef zegt wie hij is
. Genesis 46, 1-7.28-30: Jakob gaat naar Egypte
. Genesis 49, 1-2.8-10: De zegen van Jakob
. Genesis 49, 29-33 . 50, 15-26: De dood van Jakob en Jozef