Loading...
 

Woordenlijst S

.

Sabbat

(Hebreeuws woord dat vermoedelijk ‘zevende dag’ betekent)
Bij de joden is dit dé dag van dankbaarheid om wat God geschapen heeft. Net zoals God bij het scheppen van hemel en aarde de zevende dag rustte, werken de joden niet op sabbat. Een verplichting die in meer dan 360 wetten werd omschreven.
Omdat Jezus vaak weinig rekening hield met die wetten, konden de farizeeërs moeilijk in Hem de Messias zien. In hun ogen was Hij een zondaar.



Sadduceeën

De Sadduceeën vormden een politieke en religieuze partij die een tijd lang veel invloed had in het Sanhedrin (Joodse rechtbank ten tijde van Jezus) en veel aanhangers had in rijke priesterfamilies. Zowel politiek als godsdienstig gezien waren ze conservatief. Ze kenden weinig sympathie bij de gewone mensen omwille van hun vriendschapspolitiek met de Romeinse bezetter. Ze hielden zich uitsluitend aan de vijf boeken van Mozes (de geschreven wet), die ze meestal letterlijk lazen.
Lucas schrijft dat ze niet geloven in de verrijzenis.
Sinds het jaar 70, toen de tempel verwoest werd, zijn er geen Sadduceeën meer.



Salem

(= vrede)
Men neemt aan dat met Salem de stad Jeruzalem aangeduid werd.



Salome

Volgens Flavius Josephus, een joods historicus, werd Salome geboren in 15 na Christus. Ze was de dochter van Herodes Filippus en Herodias. Toen Herodias scheidde van Herodes Filippus om te trouwen met Herodes Antipas, ging Salome met haar moeder mee naar Palestina, waar ze als vijftienjarige danste voor een hoog gezelschap danste en volgens de Bijbel als waardering het hoofd van Johannes de doper zou gevraagd hebben.
In 29 na Christus werd ze uitgehuwelijkt aan haar oom Filippus, tetrarch over de Joodse gebieden ten noordoosten van het meer van Galilea. Ze kregen geen kinderen.
Na zijn dood in 34 na Christus hertrouwde ze met haar neef Aristobulus van Chalkis, de zoon van haar oom Herodes, de koning van Chalkis. Samen kregen ze drie kinderen: Herodes, Agrippa en Aristobulus .
Salome stierf voor 61 na Christus.



Salomo

(= de vreedzame. In die naam kan men het Hebreeuwse woord voor vrede, ‘sjalom’ herkennen)
Met Salomo wordt de zoon van David en Batseba bedoeld. Tijdens zijn heerschappij werd de eerste tempel te Jeruzalem gebouwd.
Hij was niet alleen bekend om zijn wijsheid maar ook om zijn grote rijkdom.



.

Samaria

Gebied tussen Judea en Galilea. Vijandelijk gebied voor de Joden.
Zowel Galileeërs als Judeeërs vonden dat de Samaritanen geen echte Joden waren. Samaritanen waren de gemengde bevolking van Samaria. Bij de Assyrische ballingschap (722) vervingen de Assyriërs de gedeporteerde Joden door groepen vreemdelingen die ze van elders aanvoerden (2 Koningen 17, 24 vv). Die vermengden zich met de achtergebleven joden. Toen de Judeeërs na de Babylonische ballingschap (560) teruggekeerden erkenden ze hen niet en betrokken hen ook niet bij de heropbouw van de tempel van Jeruzalem.
De Samaritanen vormden een eigen cultische gemeenschap rond een eigen tempel op de berg Gerizim. Ze aanvaardden alleen de Pentateuch (de vijf eerste boeken van de Bijbel als hun Heilige Schrift. Toen Jezus leefde, werden ze door de joden
- omwille van hun permanente onreinheid (=zondaars)
- omwille van hun eigen religieuze tradities die ze onaanvaardbaar vonden.
"Het water van de Samaritanen is nog onzuiverder dan het bloed van een varken' Erger konden zij hun afkeer niet uitdrukken. Wanneer de pelgrims van Galilea op jaarlijkse bedevaart naar Jeruzalem gingen, maakten ze een grote omweg om niet door Samaria te moeten.



Samaritanen

In 721 voor J.C. werd Israël ingenomen door de Assyriërs. De actieve bevolking werd verbannen. Ouderen, vrouwen en kinderen bleven achter. Vele vrouwen huwden met de bezetter en kregen er kinderen van. Wanneer de gedeporteerde joden na jaren terugkwamen uit hun ballingschap, verafschuwden ze deze 'Samaritanen' als slechte gelovigen.
Rechtgelovige joden wilden niets met hen te maken hebben. Het woord ‘Samaritaan’ was een scheldnaam.
Ten tijde van Jezus was de omgang tussen joden en Samaritanen door nauwkeurige voorschriften geregeld. Zo werden hun vaten als onrein beschouwd en was het de joden verboden er gebruik van te maken.
Als joden uit Galilea naar Judea reisden, maakten ze een omweg door de Jordaanvallei om Samaria te vermijden.



Sandalen

In de Romeinse tijd droegen de soldaten en gegoede burgers sandalen: een zool van leder of hout, die met een riem aan de voet was bevestigd. In huis, in de tempel en op heilige plaatsen trok men de sandalen uit.



Sara

(= vorstin)
Halfzus en vrouw van Abraham. Sara heette aanvankelijk Sarai. Volgens de Bijbel was ze tien jaar jonger dan Abraham en onvruchtbaar. Toen ze oud was, werd ze de moeder van Isaak.
Zij stierf in Hebron en werd begraven in de spelonk van Makpela, die Abraham van de Hethieten kocht.



Sarefat / Sarepta

Sarefat / Sarepta was een stad in Fenicië, ten zuiden van Sidon. De stad lag in het gebied waar de Baäl vereerd werd, de Kanaänietische vergoddelijking van de natuur.



Saul

(Hebreeuws = de afgebedene, de gevraagde)
De eerste koning van Israël. Hij regeerde rond 1030-1015.
De Bijbel beschrijft hem als iemand die zijn omgeving wantrouwde. Hij pleegde zelfmoord.
Zijn dochter Mikal was getrouwd met David.



.

Schaapskooi

Deze ‘kooi’ was een ruimte binnen muren van opgehoogde stenen van één meter hoog in de vorm van een cirkel, die vaak gebouwd werd tegen rotsen waarin grotten of holen waren. Zo’n kooi had maar één toegang. De herder ging er met gespreide benen in staan om de dieren te tellen, terwijl ze onder hem door de kooi in liepen. Dan ging hij in de toegang zitten, zodat de schapen niet meer uit de kooi konden. Zo vormde hij a.h.w. een levende deur. In zo’n schaapskooi werden meerdere kudden bijeengebracht. De volgende dag volgden de dieren hun eigen herder op het horen van zijn stem.



Scheidingsbrief

Dit is een brief waarmee een man kon scheiden van zijn vrouw. Daarin stond de reden voor de scheiding. De man gaf zo’n brief aan zijn vrouw in het bijzijn van twee getuigen.



Schefzee / Rietzee

(schelf = riet)
Soms wordt deze zee ook de Rode Zee genoemd



Schorpioen

Soort reusachtige spin met een giftige angel. Bij volwassenen veroorzaakt de steek een ontsteking, bij kinderen is die levensgevaarlijk. De grootste schorpioenen worden tot 8 cm lang en zijn geel. Ze zoeken de warmte en verbergen zich liefst in kleding en vloerkleden. Daarom schudde men de matten goed uit vooraleer erop te slapen. Opgerold lijken schorpioenen op kleine eieren.



Schriftgeleerden

Dit waren geleerden die de joodse heilige geschriften goed kenden en bestudeerden. Ze werden ook wetgeleerden genoemd. Toen Jezus leefde waren schriftgeleerden vooraanstaande leraars en geestelijke leiders van het volk, die erg gewaardeerd werden.
Ze waren tegen Jezus omdat Hij zich in hun ogen een bevoegdheid toeëigende die alleen God toekwam en op een eigentijdse wijze sprak. Niet zoals zij dat deden: ‘Het is altijd zo geweest; het is nu eenmaal zo’. Jezus liet de woorden van Mozes klinken als nieuw en levenbrengend.
Ook nam Jezus het in hun ogen niet zo nauw met de wet van Mozes en sprak Hij over God over zijn Vader (in hun ogen een godslastering).



.

Seideravond

Dit is de naam van de avond voor Pesach.
‘Seider betekent ‘orde. Deze avond heet zo, omdat alles gebeurt volgens een vastgestelde orde. Wat er gegeten wordt, herinnert aan hun leven als slaven in Egypte en hun bevrijding.



Sedermaal

Deze maaltijd heeft een bepaalde volgorde van zegeningen en liederen. De reden waarom dit feest gevierd wordt, wordt ingeleid door de jongste aanwezige met de vraag: ‘Waarom is deze avond anders dan de andere?’
De verschillende gerechten bij deze maaltijd verwijzen elk op hun manier naar de tijd dat de joden in Egypte als slaven verbleven.



Semiet

Afstammeling van Sem, zoon van Noach.
Met deze naam worden niet alleen de joden aangeduid, maar ook alle stamverwanten.



Septuaginta

Oudste Griekse vertaling van de boeken van het Oude Testament.



Seraf / Serafijn

Wezen dat omschreven wordt als engel. Het bedekt zijn gelaat met twee van zijn vleugels om God niet te zien.



.

Sichem

Het Bijbelse Sichem lag ten oosten van het tegenwoordige Nabloes. Het was een Kanaänitische stad tussen de bergen Ebal en Gerizim. Het was de woonplaats van Jakob. In Sichem bevond zich ook het graf van Jozef.



Siloam

(= Gezondene)
Het bad van Siloam lag op de Zuid-West helling van de rots waarop Jeruzalem gebouwd is. Het water was afkomstig van de Gichonbron buiten de stadsmuur. In de 8e eeuw voor Christus liet koning Ezechias een tunnel van 520m in de rots uithakken om het water van de bron binnen de stadswallen te brengen. Zo kon men in alle omstandigheden (ook bij belegering) veilig putten en baden.
Voor Johannes verwijst Siloam naar Jezus die ook de Gezondene wordt genoemd.



Simon van Cyrene

Simon van Cyrene was vermoedelijk een jood die afkomstig was van Cyrene, een Romeinse kolonie op de kust van Noord-Afrika (in het huidige Libië), waar veel joden woonden.
Sommige buiten-Bijbelse bronnen zeggen dat Simon van Cyrene niet alleen het kruis van Jezus doeg, maar ook in zijn plaats gekruisigd werd.



Sion

Dit is één van de heuvels waarop de stad Jeruzalem werd gebouwd. Vroeger lag daar de stad zoals David en Salomo die kenden. Tegenwoordig is dit het joodse kwartier van de Oude Stad. Daar bevinden zich het zogenaamde graf van koning David en het cenakel, de plaats waar Jezus zijn laatste avondmaal zou genomen hebben.
Met Sion kan men bedoelen: de heuvel, de tempelberg, de stad Jeruzalem.



Sjalom

(= Vrede)
In de Bijbel is vrede de som van al wat ‘tevreden’ maakt. Het is de toestand van de mens, die in volmaakte harmonie leeft met zichzelf, de medemens, de natuur, God.
Zo wordt "vrede" verbonden met: gezondheid, het bereiken van een hoge leeftijd, veiligheid, welvaart, vriendschap, eendracht, vertrouwen, kinderen, rechtvaardigheid, het kunnen slapen met een gerust hart, voldoende eten ...
Het gaat dus zowel om het materieel als geestelijk welzijn van de enkeling als van de gemeenschap.



Slaaf

Slaven waren mensen van tweede rang. Ze hadden geen bezit. Zelfs hun vrouw en kinderen waren het bezit van de heer, die met hen kon doen wat hij wilde.
Slaven waren werkzaam in bouwprojecten of deden dienst in huizen van rijke mensen.
In de Bijbel is er sprake van twee soorten slaven:
. vreemdelingen die gekocht werden, of tijdens een oorlog buitgemaakt waren.
. joodse mensen, die verkocht werden of zichzelf verkochten, om hun schulden te kunnen betalen.



Slinger

Dit was een soort riem van leer of gevlochten wol, die in het midden breder was om een steen of een kluit aarde vast te houden. Men stak de middelvinger door de lus aan het ene uiteinde van de riem en nam het andere uiteinde in dezelfde hand vast. Na een paar snelle, draaiende bewegingen liet men op het juiste moment één uiteinde los, zodat het projectiel wegschoot.
De herders hielden met de slinger hun kuddes bijeen.
De meeste legers in de oudheid hadden een speciaal korps slingeraars.



.

Sodom

Sodom was de woonplaats van Lot, een neef van Abraham. De stad die zich in de omgeving van de Dode Zee bevonden zou hebben, werd volgens het boek Genesis verwoest in een regen van zwavel en vuur.
Meestal wordt Sodom samen met Gomorra genoemd (Genesis 19, 24-25).



Speeksel

Geneesmiddel in de oudheid.



Spiegel

Spiegels in de oudheid waren van glad gepolijst brons of ijzer. Ze spiegelden niet zo scherp als wij nu gewend zijn.



Sprinkhanen

Sprinkhanen zijn kleine insecten. Als ze in hun eentje leven zijn ze niet gevaarlijk. Maar in groep, in een zwerm die uit miljarden sprinkhanen kan bestaan, richten ze heel veel schade aan. Ze kunnen op één dag honderden kilometers afleggen en onderweg in een mum van tijd hele akkers kaal eten.
In het Nabije Oosten eet men nog altijd sprinkhanen. Bedoeïenen vinden ze lekker als ze geroosterd zijn en opgediend met brood.



Stefanus

''(Grieks = krans)
(Stef, Stefaan, Steven)''
Stefanus was van Hellenistische afkomst. Hij werd door de apostelen verkozen als diaken. Hij was de eerste die begreep dat de Kerk moest loskomen uit het jodendom als ze wilde realiseren wat Jezus bedoelde.



Steniging

Een manier van veroordeling. Eerst werd de veroordeelde van een 3 tot 4 meter hoge muur of rots geworpen. Als hij beneden was, wierp de eerste getuige een zware steen op zijn hart, daarna gooiden de andere getuigen en de aanklager.
Volgens de wet moest hij die de aanklacht had ingediend, de eerste steen werpen. Als de aangeklaagde ten onrechte werd terechtgesteld, werd hij als moordenaar beschouwd.



Ster

Een bijzondere ster werd in de oudheid geïnterpreteerd als de aankondiging van de geboorte van een koning, een held.



Synagoge

(Grieks = plaats van bijeenkomst)
Joden komen bijeen in een synagoge om te bidden (God loven en danken) en de Tora (het woord van God) te bestuderen.
Synagogen ontstonden tijdens de Babylonische ballingschap, toen de joden niet meer naar de tempel in Jeruzalem konden gaan.
Een synagoge is niet alleen religieus, maar ook sociaal gezien een belangrijke plaats.
Een dienst in de synagoge kan pas beginnen als er minstens tien joodse mannen aanwezig zijn. Het hoofd van de mannen moet bedekt zijn (bijvoorbeeld met een hoed of een keppeltje).



Synopsis

(= Grieks voor: samen zien)
De evangelies van Matteüs, Marcus en Lucas vertonen opmerkelijke overeenkomsten, zowel in de formulering van hun verhalen als in de volgorde ervan in elk van de drie evangelies. De overeenkomsten zijn zo groot, dat men met wat handigheid, de drie verhalen in kolommen naast elkaar kan afdrukken en met één blik kan overzien. Exegeten noemen dit 'synopsis'